Smciakaatte. óietadet? j,em Cuoce mee* VAN OUD TOT NIEUW De gulden middelweg opvoeding KNIPPATRONEN Warme omhulsels voor koude dagen keeringen, welke niet voor die van de goudtopaas behoeft onder te doen, voor komt. Turkoois, bloedsteen, Onyx, topaas en vele andere halfedelsteenen worden in de beroemde slijperijen in Idar in smaakvol le vormen geslepen. Bij de keuze der stee- nen moet men evenwel steeds rekening houden met de kleur van haar en oogen. Steeds moet bedacht worden, dat over daad schaadt en dat het gelijktijdig dragen van verschillende kleuren van steenen b.v. goeden smaak getuigt, in ring, hanger, broche, clips enz. niet van Enkele moderne halskettingen, bedoeld om bij gekleede japonnen gedragen te worden, geeft bijgaande schets te zien. Links boven een ketting van geslepen lichtblauwe kralen met bloemen van zacht rose ceremiek, die vooral goed staat bij een zwarte avondjapon met hoogen hals. Links onderaan wit kornalijn kralen, ge scheiden door kleine gitjes. Rechts een giten collier, die aan gekleurde japonnen een bijzonder effect verleent, terwijl ge heel onderaan een clips en oorknoppen van bergkristal. doelde vragen. De meesten dezer al te be zorgde moeders zouden vreemd opzien, in dien men haar aan het verstand zou trach ten te brengen, dat zij haar kinderen hier mede geen dienst bewijzen. Men kweekt door al deze „voorzorgen" gemakzucht en gedachtenloosheid aan en het gevaar wordt steeds grooter, dat de kinderen te veel op anderen leeren steunen inplaats van zelf standig te handelen en te denken. Er dreigt door al deze zorgen «zelfs nog een grooter gevaar en wel dat sommige kinderen het gevoel krijgen, dat zij niet in staat zijn voor zichzelf te handelen en zeer afhankelijk worden. Vele ouders vragen zich wel eens ver wonderd af hoe het komt, dat hun kinde ren toch zoo weinig zelfstandig zijn en nooit zelf leeren denken. Zij zouden het niet gaarne willen hoo- ren wanneer men hen vertelde, dat een bekende paedagoog eens gezegd heeft: „De opvoeder moet de oorzaak van alle fouten en gebreken zijner kinderen of pupillen bij zichzelf zoeken!" Maar al te vaak wordt deze bittere waarheid voorbijgezien. Een even verkeerde gewoonte is het van sommige ouders om hun kinderen te willen harden door hen indien ze bang zijn, in bepaalde situaties te brengen. Toont een kind zich bang om egn donkere ka mer binnen te gaan, dan zal hij noch ge dwongen, noch uitgelachen mogen wor den, doch men gaat eenvoudig met hem mee om hem te toonen, dat er niets bij zonders is in zoo'n donkere ruimte. Wat een kind onbegrijpelijk voorkomt, moet hem uitgelegd worden, voorzoover dit niet boven zijn opvatting gaat. Nooit zal men een kind door hem met een of ander bang te maken tot gehoorza men mogen dwingen. Slechts dan kan een kind zich tot een persoonlijkheid ontwik kelen, wanneer hem geleerd wordt geva ren in hun natuurlijk proporties te zien en te bestreden, indien hij hiertoe in staat is. Het kind van heden zal deel uitmaken van het volk der toekomst en de men- schen, die wij thans èn ook later noodig hebben, mogen geen levensangst aan den dag leggen, doch moeten met klaren blik de gevaarlijke klippen weten te onderschei den en te omzeilen. Eerst dan zal het levensschip in veilige haven landen! Luchten van de kamers in de wintermaanden Met koning Winter valt niet te spotten, dat hebben wij in de afgeloopen weken aan den lijve gevoeld en niemand weet, welke verrassingen hij ons nog zal brengen, want ofifcieel heeft hij pas enkele weken zijn in trede gedaan. De huisvrouw moet in de wintermaan den alles in het werk stellen om te zorgen, dat haar gezinsleden het huis behaaglijk en warm vinden bij hun thuiskomst. De ervaren huisvrouw zal in den loop der jaren wel geleerd hebben, welk stook- materiaal het geschiktst is voor de kachels en op welke wijze zij dit niet alleen het zui nigst kan branden, doch tevens het grootste profijt ervan kan fr~!- «n. Een belangrijk is het luchten, want slecht geluchte vertrekken worden veel minder gauw warm, dan kamers die voldoende frissche lucht bevatten. Men kan het luchten bij strenge koude beperken tot vijf minuten per dag en de- geen, die zich toch wenscht te houden aan het gebruikelijke halfuur, behoeft zich niet te verwonderen, indien de kamer niet warm te krijgen is. Meermalen per dag geduren de vijf minuten zal men dus in deze maan den moeten luchten. In woningen mee centrale verwarming is luchten van nog meer belang dan in die, welke door kachels verwarmd worden. Deze laatste zuigen de verbruikte kamerlucht op en de meeste vensters zijn niet zóó her metisch gesloten, dat er geen versche lucht door de kieren dringt. De buizen der een- Da Weensche mode legt er zich steeds meer op toe om don roem te herwinnen. Bekend is, dat aparte en smaakvolle jum pers hun bakermat vonden in Weenen. Op bijgaande schets vindt men een geslaagd tricot costume, waarvan het bovendeel is uitgevoerd in zwart, wit, ko« bald, blauw. Rok in zwart uit* gevoerd. trale verwarming bieden echter geen en kele mogelijkheid om de verbruikte luohl af te voeren en daarom is grondig luchten dringend noodig. Van groot belang om de warmte dooi stoken verkregen te bewaren is, dat el geen koude luchtstroom in de kamers dringt door kieren van deuren en tochtig raanen. De veerende „strips" van dim me taal werken in dit opzicht uitstekend, tes» wijl men kamerdeuren kan afsluiten met reepjes vilt of gummi. Een bescherming tegen koude vindt men tevens in oouranteiS papier, dat men in enkele lagen onder het vloerkleed kan leggen. Verder kan men er een dik pak van ma? ken, dat met stof overtrokken als voetku# sen dienst kan doen. Courantenpapier id' schoenen voorkomt het krijgen van koud* voeten, terwijl het onder de bovenkleedin^J gedragen een goed middel tegen de koude is voor menschen, die veel op straat moeteft' zijn. Wecst voorzichtig met electrische apparaten Hoe meer wij met electrische apparaten' omgaan, des te minder denken wij aan hei zeer zeker niet denkbeeldige gevaar, dat aatj het gebruiken ervan verbonden is. Onlang! kon men nog in een der bladen een be richtje lezen van een vrouw, die dood naast haar strijkplank gevonden was en waarvan de oorzaak te vinden was in de aanraking met den electrischen stroom. Het strijkijzer bleek na onderzoek niet geheel en al in orde geweest te zijn. Er was een kleine be schadiging in het mica-plaatje, maar hier op was verder geen aandacht geslagen, ter wijl het feit, dat zij op een steenen vloei stond, het geval nog verergerde. Bij het strijken neme men dus den klei* nen voorzorg door op een mat te gaan staan, wat vooral op een steenen vloer dringend noodig is. In de plaats van een mat kan men desnoods eenige lagen carton nemen, als men in ieder geval maar zorgt, dat et een geisoleerde laag is tusschen de aarde en het lichaam, om zoodoende te voorko men, dat een defect aan het strijkijze! noodlottige gevolgen zou kunnen hebben. Het mica-plaatje, waartusschen hei gloei-element ligt, is bij ieder strijkijzer ge makkelijk te zien en het is een geringe moeite om, vóórdat men gaat strijken, even te controleeren, of het in orde is. Het ligt tusschen de beide stekker-pennen en den mantel van het ijzer. Zoodra men dus een of andere fout be merkt, en ziet, dat het ijzer vonkt of spet tert, of men bij het strijken een lichte prik keling voelt, alsof men geëlectriceerd wordt, dan is het zaak het ijzer onmiddel lijk uit te schakelen en te laten repareeren. nieuwen mantel zullen we dien, welke we reeds meerdere jaren hebben gedragen eerst nog eens aan een grondig onderzoek onderwerpen. Hierdoor zal het wellicht mogelijk zijn om hem nog eenige winters mee te doen gaan. De sluiting met over slag kan des gewenscht vervallen en naar het midden worden gebracht, hetgeen vooral aan te bevelen is, indien knoops gaten en rand van den omslag gesleten zijn. Voorts verdient een binnenvoering van flanel vaak aanbeveling, vooral wanneer de stof niet al te dik is, deze kan er des noods ingeknoopt worden. Een andere op lossing is om een bonten bolero met haken te maken, die voor den mantel gedragen wordt, natuurlijk van een goedkoope imitatie. Geweven bontstof biedt ook vele móge lijkheden. Een plastron en rug van bont of bontstof kleedt eveneens uitstekend, ter wijl een flatteuse garneering op neven- gaande afbeeling is aangegeven en uit een rechte kraag bestaat met sterk verbreede, aangeknipte einden, die over elk ander worden geslagen. Het onderste eind kan des gewenscht op den mantel geknoopt worden. Bont garneering wordt in vele variaties toegepast en ook in dit opzicht staat Mevrouw Mode een groote vrijheid toe. Een ouden bontmantel van een gladde bontsoort kan op uitstekende wijze met mantelstof gecombineerd worden. Hier voor komen o.m. nu in aanmerking lange reepen bont en laken, die aan het boven gedeelte zeer smal zijn en zich naar den zoom toe verbreeden, waardoor een mooie, golvende lijn ontstaat. De nieuwe wintermantels blijven een in de taille aansluitende lijn te zien geven en vrijwel steeds zijn zij van een bescheiden bontgarneering voorzien. De sportieve modellen, die door de jongere generatie gedragen worden, zijn in den regel niet van bout voorzien, tenzij men dit als binnen voering wenscht te verwerken. De mou wen hebben nog steeds wat boven ruimte zonder evenwel een opvallende schouder- verbreeding aan te geven. Losse bont- garneeringen zijn practisch, omdat men deze zoowel op mantels als costumes kan dragen, terwijl een bond-capeje eveneens een prettig bezit is en meermalen uit de nog goede deelen van een ouden bont mantel gemaakt kan worden. Mol, Zobelfeh, Persianer en seal komen als gar neering in aanmerking evenals Astrakan. Vooral aan de beide laatste bontsoorten wordt een groote plaats ingeruimd, doch ook seal, het mooie diepzwarte zeehonden bont wordt veel gedragen evenals seal electric een niet kostbare imitatie, ge maakt van konijnenvellen. in de Succespatroon A 579. Sieraden waren ten tijd lang een kostbaar bezit, floch de laatste tien jaren zijn zij iteeds meer in Het modebeeld op genomen en zelfs en tak van in dustrie geworden. Dok het hand werk is steeds meer in eere her steld en brengt ons moderne sie raden, die den toets der critiek met glans kunnen doorstaan. De goud- en zil versmeedkunst toont thans op breeder basis, wat zij vermag voort te brengen en vele dezer smaakvolle siera den zijn afkom stig uit Duitsch- land. De kostbare edelsteenen wor den vervangen door hafedelstee- nen en met groo te kennis weten de vaklieden de ze laatste door weloverwogen zetting en bewer king tot zeer be geerde sieraden te maken. In harmo nische samenwer king tusschen kunst en hand werk worden de ontwerpen uitge voerd Inderdaad smaakvol zijn de moderne zilveren armbanden, die men zoowel in gladde uitvoering als ge braveerd ziet, al dan niet versierd met een mooie halfedelsteen. Het matte, en toch levende metaal biedt ontelbare mo gelijkheden en vele vrouwen leggen een nijzondere voorkeur voor zilver aan den dag. Nu eens worden antieke preciosa als Voorbeeld genomen, dan weer zJJu het vol komen nieuwe gedachten, die bty het ont werpen gevolgd worden. Een garnituur, bestaande uit ketting, armband, ring en broche of clips en ring is thans bijna voor iedere vrouw bereik baar, te meer, daar men deze sieraden stuksgewijze kan aanschaffen. Een mooi boyou maakt zelfs alle garneering op een japon, vooral op zwart overbodig. Bijzonder in den smaak valt ook barn steen het goud der Oostzee dat van zachtgeel tot diep roodbruin in vele scha- Meisjesjumper wordt verbreed. „Heb je niets vergeten? Is je schrift in je schooltasch en je potloodenétui? Heb je je zakdoek en je pakje brood?" Hoeveel moeders zijn er niet die haar kinderen op het laatste oogenblik, dat zij naar school gaan overstelpen met goed be- Prys 40 cent De tweedeelige japon kan van verschil lende combinaties stof gemaakt worden. In de eerste plaats b.v. kan men een donker bruine rok nemen, waarvan de garneering zich op een zandkleurige blouse herhaalt. Voorts kan men een zeer klein ruitje met effen materiaal voor het bovendeel ver werken, hetgeen eveneens een zeer ge slaagd geheel zal vormen. De blouse dee len geven aan de voorzijde behalve de af stekende stof ook nog kleine knoopjes te zien, die aan een kant tevens als afsluitnw? dienst doen. Aan iederen schouder drie plooitjes, die opgestikt worden. De twee- baans rok heeft alleen aan de voorzijde eenige opgestikte plooien. Achterkant mei figuurnaden. Patronen in de matern 40, 42, 44. Al is het een feit, dat we thans niet in een zekere spanning verkeeren omtrent hetgeen de mode ons brengen zal, zullen we toch steeds belangstelling blijven too nen voor alles wat tot onze garderobe be hoort. Hoofdzaken zoowel als details werken er toe bij om onze verschijning tot in de puntjes verzorgd te doen zijn. Het zou van weinig begrip getuigen, indien w« meenden, dat het er thans niet op aan krmt hoe we er uitzien, integendeel een wouw, die zich zelf respecteert zal onder alle omstandigheden de noodige zorg aan haar kleeding dienen te geven. We willen ons ditmaal bepalen tot het kapittel: mantels, die vooral wanneer de koude ons overvalt gereed moeten hangen om ons tegen de al te felle inwerking te kunnen beschutten. Aangezien we door beschikbare punten en niet minder door den inhoud onzer beurs meermalen ge bonden zijn bij de aanschaffing van een De handgebreide jumper van onze doch ter heeft niet alleen dunne ellebogen, doch hij is haar tevens te nauw geworden. Wat is hiertegen te doen? We zullen onze wol- mand eens nazien en ontdekken nog aller lei restjes, die ons van groot nut zullen zijn. Ongetwijfeld zal men ons gaarne toe geven, dat de van oude tot nieuwe jum per vermaakte een aanwinst is geworden voor de garderobe van onze dochter. We knippen het voorpand in de lengte door en verwijden dit door een gedeelte in streep patroon gebreid; bij voorkeur doen we dit in de lengte en verbinden daarna de be staande deelen met het plastron. De mou wen worden even boven de ellebogen af geknipt, daarna zorgt men voor een ge lijke toer steken en neemt deze op, breit vervolgens de gewensebte lengte tot aan den pols, waarna voortgezet wordt in ge ribd patroon. Als halsafwerking wordt een rechte reep gebreid in de kleuren van het plastron. KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg* baar b# Het Practisch Modeblad, Posthui 86, t>en Haag. Betaling steeds vooruit paf giro (postrekening 203203), per postwissel of postzegels, mits deze een waarde heb»i ben van 1M, 3 of 7H ct.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 8