D<e Internationale toestand Het Portret Deze week Sin»®®!# s De Wereld irf\ ojl. VEREEN ibDE "fliffn 1 - T*>* 7m>xm «e-. IN DE AFGELOOPEN WEEK' Wal zal Vichy ons brengen? Dat is de groote vraag. Maarschalk Pétain is tot een radicale wijziging in het regeex-ingsstelsel overgegaan. Hij heeft een tihumviraat ge- iticht, dat ter beschikking van den staats- :het staat en met uitgebreide volmachten oekleed is. Het triumviraat is samengesteld uit: Admiraal Darlan, minister van Marine, die president is van het triumviraat en de lei ding krijgt van het ministerie van Binnen- lancische Zaken; Generaal Huntziger, minis ter van Ooilog; Flandin, minister van Bui tenlandsche Zaken. Maarschalk Pétain heeft dit besluit ge nomen. nadat hij de ontslagaanvrage had Ingewilligd van Paul Baudoin, die staats minister in het minister-presidium en onderstaatssecretaris van Propaganda was. Maar La val keert niet terug.... De Italianen hebben geen geluk gehad in Afrika, met name in Bardia. Wel is waar heeft de hoofdredacteur van de „Telegrafo" een toespraak gehouden voor ie Italiaansche weermacht, waarin hij met betrekking tot den slag om Bardia ver klaarde „Het feit dat de vastberaden, krachtige en schitterende verdediging van Bardia door generaal Berganzoli twintig dagen lang heeft geduurd, is voor Italië, ook wanneer Bardia valt, een reden om trotsch te zijn. Bardia is geen vesting. Wel is het met veldfortificaties versterkt, doch het standhouden der Italianen is alleen aan hun heldenmoed te danken. Het militaire resultaat van deze heldhaftige verdediging van Bardia is duidelijk te zien. Door het twintig dagen lang standhouden is het En- gelsche offensief onderbroken en aan de Italiaansche troepen in Libyë tijd gegeven om zich te verzamelen. Door hun tegen stand hebben generaal Berganzoli en zijn troepen aan de geheele wereld getoond, dat de strijd waarde en de strijdgeest van het Italiaansche leger onaangetast zijn. Wat ook het lot van Bardia moge zijn, op welk uur het ook moge vallen, de heldendaden van zijn verdedigers verplichten iederen Italiaan tot dank en zijn tevens een aan sporing voor 't geheele Italiaansche volk." Dat is heel schoon gezegd, maar het is een schrale troost tegenover de bittere feiten De geheele wereld zag met spanning de nieuwe rede van President Roosevelt tege moet. Deze is thans gehouden. Zij stond in het teeken van het bekende standpunt van den President ten aanzien van de bui- tenlandsche politiek. Hij beweerde, dat de Vereenigde Staten nog nooit zoo ernstig bedreigd geworden zijn als thans. De Ver eenigde Staten moeten zich daarom thans voornamelijk, zoo al niet uitsluitend, met het buitenlandsche gevaar bezig houden en zich bewapenen als nooit te voren. De nationale politiek van de Vereenigde Sta ten is gericht op totale bewapening en op volledige ondersteuning van de volkeren, welker strijd den oorlog van Amerika ver wijderd houdt. De beginselen van de mo raal en de zorg voor de eigen veiligheid laten het niet toe, zich in een vrede te schikken, die door de „aanvallers" gedic teerd en door menschen beverderd woi-dt, die de zaak op een accoordje willen gooien. Daarom moet Amerika zich terstond be wapenen. In het verdere verloop van zijn bood schap zeide de President, dat hij tot dus ver met het resultaat van de bewapening niet tevreden is. Elkeen moet meehelpen. Wat de hulp aan de democratieën be treft, deze zal verstrekt worden, ook al zouden de koopers die hulp niet kunnen betalen. Het geleverde oorlogsmateriaal zouden zij later kunnen teruggeven of daarvoor ander materiaal verstrekken, dat Amerika noodig heeft. Dit is, zoo beweerde Roosevelt, geen oorlogshandeling. Tegenover de vrij lauwe manifesta ties tegen Roosevelt staan tal van geest driftige aanhankelijkheidsbetuigingen. Het is waaraan den vooravond van den dag, waarop Roosevelt zijn boodschap tot het Amerikaansche congres zou richten, hebben twee politici, wier namen den laat- sten tijd herhaaldelijk door de pers gingen als tegenstanders van de plannen van het Witte Huis, namelijk de democratische senator Wheeler en de ex-senator Holt, zich in scherpe bewoordingen tegen den president gekeerd. Holt, die in het poli tieke leven der Vereenigde Staten groote bekendheid geniet, noemt in de „New York Post" het voorstel om oorlogsmaterieel aan Engeland te leenen een plan, waarbij de openbare meening het vertrouwen in de regeering moet verliezen. Wil men Groot- Brittannië crediet verleenen, aldus Holt, dan dient zulks langs eerlijken, constitu- tioneelen weg te geschieden. De nieuwe manipulaties van Roosevelt staan gelijk met een onbepexkte belofte, waarvan nie mand bet eind kan zien. Bovendien wordt daardoor het economische leven van de V.S. in volkomen wanorde gebracht en de geheele toekomst gebaseerd op de oorlogs bedrijven. Holt wijst er voorts op, dat het Engelsche bedrijfsleven het thans reeds zwaar te verantwoorden heeft. Het voorstel van Roosevelt is derhalve niets anders dan een blanco chèque aan Engeland om den oorlog op kosten van de Amerikaansche belastingbetalers te voeren. Het spreekt vanzelf, dat de ontwikkeling der Amerikaansche oorlogspolitiek niet alleen in Duitschland, maar ook in Japan nauwlettend wordt gadegeslagen. Dit kan blijken uit de commentaren invooraan staande bladen. De „Asahi Sjimboen" levert in een hoofdartikel critiek op Wash ington en schrijft, dat er voor Amerika geen gevaarlijker spel is dan het opvoeren van zijn hulp aan Engeland binnen de gren zen waartoe het kan gaan zonder in den oorlog betrokken te worden. Want wie zou kunnen garandeeren dat Amerika uitein delijk toch niet aan den oorlog zal gaan deelnemen? Heeft de president zijn stand punt niet al bepaald? Anders zou een per soon van zijn beteekenis niet dergelijke opmerkingen hebben kunnen maken, quasi-oorlogsmaatregelen treffen en nieu we voorstellen doen. Het blad verklaart, dat Roosevelt dit jaar ten slotte gedwongen zou kunnen worden een belangrijke beslis sing te nemen en herhaalt verder het stand punt der totalitaire staten, dat Roosevelt's oordeel slechts „leeg gepraat" is, daar noch Duitschland noch Italië het voornemen koestert het totalitaire regime aan het Amerikaansche volle op te dringen en dat het te Berlijn gesloten driemogendheden- pact slechts ten doel heeft een uitbreiding van. dan oorlog te voorkomen, waarvan ge zegd kan worden, dat Amerika haar in de hand heeft. VRIEND OF VIJAND? De Rijkscommissaris van het bezette Nederlandsche gebied heeft, zooals te doen gebruikelijk is, een Nieuwjaarsrede gehou den, welke hij besloot met de beteekenis- volle woorden„Ieder staat thans voor de keuze vóór of tégen onsDeze vraag behoort ieder Nederlander', die het hart op de rechte plaats heeft, zich te stellen en te beantwoorden wanneer hij dit niet reeds lang heeft gedaan. Deze woorden van den Rijkscommissaris welke sterk herinneren aan die, welke door een anderen mond ruim negentien eeuwen geleden zijn gesproken hebben een diepe beteekenis voor onze gansceh be volking. Hier worden wij voor de vraag gesteld, of wij wenschen mede te werken met de Duitschers, of niet. Ongetwijfeld hebben wij allen, ieder voor zich, in ons hart reeds maanden geleden antwoord ge geven op deze vraag. Doch zoo niet, dan zullen wij nu onze houding moeten bepalen. Natuurlijk wordt van ons verlangd, dat wij een keus zullen doen, voordat de hui dige ooi-log is beslist. Valt deze beslissing in voor de Duitschers gunstigen zin, dan hebben wij eenvoudig niet meer te kiezen; dan hebben wij ons neer te leggen bij het fait accompli. Men verlangt van ons een uitspraak nü, op dit oogenblik. Waar het voor Duitschland op aan komt is, te weten wat het aan het Nederlandsche volk in zijn geheel heeft, of het op zijn hand is, of het tegendeel. Vandaar die betekenisvolle woorden „Ieder staat thans voor de keus„Vóór of tégen ons Zij zijn als het ware gericht tot ieder van ons persoonlijk. Van het antwoord, dat wij daarop geven, zal voor het geheele volk veel afhangen. Het zal beslissend zijn voor zijn toekomst. Immers, de Duitschers zullen verschillende faciliteiten willen verleenen aan een volk, dat met hen samenwerkt; maar zij zullen ongetwijfeld weinig con sideratie voor ons hebben, wanneer wij door onze houding toonen, dat wij daartoe niet bereid zijn. De woorden van den Rijkscommissaris houden in„Bezint u op de werkelijkheid, waarin gij u door den Toop der geschie denis geplaatst ziet. Die werkelijkheid is, dat uw land na een korte verdediging door ons, Duitschers, als overwinnaars is bezet. Op grond daarvan treedt Duitschland van rechtswege, tijdens den duur der bezet ting, in volstrekten zin op als overheid, door middel van haar vertegenwoordigers. Dit is, in korte woorden geschetst, de toestand waarin Nederland en de Neder landers zich thans bevinden. Het is de nuchtere, harde waarheid, waaraan niets valt te veranderen. De bevolking heeft orde en discipline te toonen deugden, die de Nederlander steeds heeft bezeten. En vooral moet hij zich waardig en cor rect weten te gedragen tegenover de Duit- sche overheden. Hierdoor wordt een be hoorlijke verstandhouding bevorderd. Wie niet vóór Duitschland is, is tegen Duitschland. Daaraan valt niet te ont komen. Er ligt een belofte en een dreiging in deze woorden. Nederland kan nog kie zen, welken kant het op wil. Vóór Duitsch land, of tégen Duitschlafid. Vroeg of laat zal de oorlog eindigen en dan zal veel afhangen van de vraag, in welken zin Nederland aal,hebben gekozen; maar wij kunnen niet anders dan hopen, dat zijn keuze zal blijken de juiste te zijn geweest. Italiaansche oaiJugthnilpms kruisen in de Middellandsche Zee. om de verbinding tusschen het Westelijk Engeland en het Oostelijk bekken af te snijden. (Scherl) VAN DE WEEK YOSOEKE MATSOEOKA. In de laatste weken is de Japan- sche minister van Buitenlandsche Zaken Matsoeoka herhaaldelijk op den voorgrond getreden, onlangs nog door zijn redevoering bij het vertrek van den nieuwbenoemden Japan- schen gezant te Washington, No- moera. Yosoeke Matsoeoka, die van Chris telijk geloof is, werd in 1880 te Yamagoechi-ken geboren en stu deerde aanvankelijk in Tokio staats- en rechtswetenschappen. Zijn ver dere opleiding voltooide hij aan de universiteit te Oregon (V.S.). Ln 1904 kreeg hij een aanstelling bij den eonsulairen dienst te Kwantoeng. Daarna trad hij op als consul-gene raal in Moekden; vervolgens werd hij eerste spreker aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken en parti culier secretaris van Buitenlandsche Zaken en minister-president. Na den wereldoorlog maakte hij weder een reis over den Stillen Oceaan, dit maal om Japan te vertegenwoordi gen bij de Vredesconferentie te Ver- sailles. Internationale bekendheid verwierf Matsoeoka zich als vertegenwoordi ger van Japan te Genève. Toen de Volkenbondsbesprekingen te Genève een voor Japan ongunstige wending namen en de Volkenbond in het conflict met Mandsjoerije partij koos tegen Japan, werd Matsoeoka eind Februari 1933 naar Tokio terug geroepen, voordat Japan uit den Volkenbond trad. In Augustus 1935 nam hij de leiding van den Zuid- Mandsjoerijschen spoorweg op zich. Sinds 1937 had hij in elk van de kabinetten den post van minister van Buitenlandsche Zaken kunnen bekleeden, als hij dat had gewild, doch hij achtte den tijd daarvoor nog niet gekomen. V IN NEDERLAND Winterhulp en steunregeling. De secretarissen-generaal van Sociale 2aken en van Landbouw en Visscherij aebben aan de gemeentebesturen mede gedeeld, dat, met het oog. op het bijzondere doel hetwelk de Winterhulp-Nederland aastreeft verstrekking van een extra- gave in deze voor velen zoo bijzonder moeilijke tijden bij de berekening van de steunbedragen van hen, die ingevolge de gesubsidieerde steunregeling voor werk- looze arbeiders of die voor kleine boeren en tuinbouwers worden gesteund, de gif ten, w^lke hun vanwege de Winterhulp- Nederland worden verstrekt, geheel buiten beschouwing mogen worden gelaten. De waardevermeerderingsbelasting. Krachtens besluit van den secretaris generaal van het departement van Finan ciën wordt vrijstelling verleend van de waardevermeerderingsbelasting verschul digd op den eersten en den tweeden over gang van grond met opstallen of van het recht van erfpacht van grond met opstal len, welke plaats hebben nadat op den grond opstallen zijn gesticht, mits die itichting is aangevangen na 9 Mei 1940. Voor zooveel den grond of het recht van erfpacht op den grond betreft, blijft de vrijstelling beperkt tot den ondergrond der opstallen en tot den grond, welke als on middellijke aanhoorigheid van de opstallen kan worden beschouwd. Indien bij een overdracht van grond of van het recht van erfpacht op grond de vervreemder op zich neemt voor rekening van den verkrijger opstallen te stichten, wordt deze overdracht als de eerste na het stichten van de op- Nu de u tater ln het land is, moeten de herten in df» bossclien weer gevoederd snijden. (Scherl) stallen beschouwd, onverschillig of de des betreffende akte wordt overgeschreven voor of na het stichten der opstallen. Weer bombardementen. Na een tijd van betrekkelijke rust zijn in de afgeloopen week weer verschillende plaatsen in het landdoor de Engelsche vliegers met een bezoek vereerd. In een gemeente viel een aantal brandbommen, grootendeels op het vrije veld. Een plaats in het Noorden werd getroffen en vrij ernstig beschadigd. Enkele woonhuizen werden vexwoest en enkele branden bra ken uit. Volgens de tot dusverre bekende gegevens zijn er vier dooden bij dit bom- bardement te betreuren. Een aantal per sonen werd bovendien gewond en wan neer het opruimingswerk is afgeloopen zal hun aantal waarschijnlijk hooger zijn dan aanvankelijk werd geschat. Door de plaat selijke Nederlandsche autoriteiten en van Duitsche zijde zijn alle maatregelen ge nomen tot blussching van de branden, hetgeen met snel succes werd bekroond. Nieuws van de Spoorwegen. Zondag den vijfden ging de nieuwe diensti-egeling van de Spoorwegen in. Den dag tevoren waren de nieuwe spoorboek jes reeds op alle stations en voör zoover mogelijk ook in den boekhandel verkrijg baar. De nieuwe diensti-egeling beteekent een beperking van het stoomtreinverkeer. Met name des Zondags loopen er weinig treinen, 's Morgens en 's avonds zullen enkele treinen voor af- en aanvoer zorgen, maar in den middag zal het personenver keer vrijwel stil staan. In tegenstelling met de geruchten is in de spoói'wegtarie- ven geen wijziging gekomen. Dijkval in Zeeland. In den Leendert Abrahampolder, gelegen aan de Noord-Oostzijde van Noord-Beve land, heeft in den nacht vanDonderdag op Vrijdag een belangrijke dijkval plaats gehad, aldus meldt het Ilaagsche „Vader land". De zeewering werd over een af stand va* ongeveer 100 meter verwijderd. Terstond zijn maatregelen getroffen om verdere vernielingen te voorkomen; o.m. werd de binnenberm met zandzakken ver sterkt. Geschat wordt dat ongeveer 1 mil- lioen kub. m. grond verschoven is. De schade wordt op meer dan een ton ge raamd. Daar de wind pai op de zeewering staat, vreest men, dat de aangerichte schade nog uitbreiding zal ondergaan. Hevige brand te Den Haag. In de oude Haagsche binnenstad heeft in den avond van den derden. Januari een zware uitslaande brand gewoed en wel in het gebouw van de St. VincentiusschooJ aan het Westeinde. Dank zij het spoedig en krachtdadig optreden van de brand weer, die bijgestaan werd door manschap pen van den Opbouwdienst en van de Luchtbescherming, kon vooi-komen wor den, dat het vuur op belendende perceeien oversloeg, maar het heeft geruimen tijd geduurd, voor men den brand onder de knie had. Om twee uur des nachts was de nablussching nog in vollen gang. De handel in aardappelen, groente en fruit. De stichting ter behartiging der belan gen van den handel in aardappelen, groen ten en fruit heeft dezer dagen een druk bezochte vergadering gehouden in het „Corner House" te Rotterdam, waar uit alle deelen van het land kooplieden aan wezig waren. De voorzitter der stichting gaf een duidelijke ui^enzetting over de moeilijkheden bij de verdeeling van sinaasappelen, mandai-ijnen enz., welke ondanks de buitengewone omstandigheden nog in tamelijk ruime mate door de Ned. Groenten- en Fruitcentrale beschikbaar worden gesteld. Eenige importeurs voerden hierna nog het woord, waai-na besloten werd over te gaan tot oprichting van een af deeling „im port". Nagenoeg alle aanwezigen gaven zich voor deze afdeeling op, die haar zetel heeft in Den Haag. DE MACHT VAN HET PANTSER WAPEN. Alle bladen houden zich op het oogen blik bezig met Bardia in Noord-Afrika. Zij brengen tal van bijzonderheden over deze plaats. Ofschoon het van de landzijde zeer moeilijk te verdedigen is, klampen de Italianen zich er aan vast met een hard nekkigheid, die de bewondering moet wekken van ieder, die op de hoogte is van de doelmatigheid van het moderne pantserwapen, dat de Engelschen hier in den strijd hebben geworpen. Het gebied, dat zich uitstrekt tusschen Bardia, Capuz- zo en Sidi el Barani is zoo vlak, dat men het zou kunnen vergelijken met de Neder landsche kust. Het natuurlijke gevolg is, dat de Italiaansche infanterie meedoogen- loos is blootgesteld aan de verschrikkingen van de Engelsche pantserwagens, die hun stellingen met ongeveer 1000 vechtwagens en tanks onophoudelijk bestoken. VLIEGTUIG CONTRA SLAGSCHIP. De bommenwerper heeft zich ongetwij feld doen kennen als een zeer gevaarlijke tegenstander van het slagschip; het beste bewijs daarvoor is wel, dat verschillende slagschepen meer of minder ernstig be schadigd zijn door bommen, uitgeworpen door vliegtuigen. Vooral de inrichtingen bovendek hadden buitengewoon veel te lijden van de bommen, die onder bijzon der gunstige omstandigheden werden ge worpen. Zij hadden tot gevolg, dat de strijdkracht van het schip sterk vermin derde. In elk geval werd het gedurende korteren of langeren tijd buiten gevecht gesteld; doch er was geen sprake van, dat het tot zinken werd gebracht. Het bleef drijvende en kon later zijn dienst weder waarnemen. Bij minder gunstige omstan digheden kunnen de gevolgen zelfs nog veel geringer zijn. Van een overwinning van het slagschip kan dus, behalve in zéér bijzondere gevallen, geen kwestie zijn. Het slagschip heeft een nieuwen tegenstander gevonden en is niet onkwetsbaar. DE PETROLEUM VAN MOSOEL. Van de twee groote petroleumleidingen, die de petroleum uit Mosoel van de hoog vlakte van Irak voeren naar de Middel- landsche Zee, gaat de eerste naar de haven Haifa, in Palestina. De andere gaat, zooals men weet, naar Tripolis in Syrië. De petroleum van Mosoel speelt voor de En gelschen een beduidende rol in het Ooste lijke bekken van de Middellandsche Zee. De strijdvaardigheid van de Engelsche vloot in de Middellandsche Zee, van het Engelsche luchtwapen en van het thans aan de grens tusschen Lybië en Egypte in een verbitterden strijd gewikkelde leger in Egypte is in zekeren zin afhankelijk van den geregelden aanvoer van de petro leum uit Mosoel. Bovendien vreezen de Engelschen voor een wederopleving van het Arabische nationalisme in Syrië. Od it- iiXnsjM -.ï» IN KAART INVASIE VAN DE SPJLMÖGEND- HEDEN De interventionisten in de Vereenigde Staten bedienen zich graag van het argu ment, dat Amerika door een invasie van de spilmogendheden. wordt bedreigd. Nu zal wel niemand zoo naïef zijn te geloo- ven, dat de vereenigde vloten van de spil mogendheden in staat zouden zijn, de Amerikaansche vloot, die verre haar meer- nemen, dat de befaamde luchtvloot van de spilmogendheden een snellen, verras senden aanval op Amerika zou kunnen ondernemen. Hoe a&surd ook deze ver onderstelling is, kan het hier afgedrukte kaartje leeren. De afstand Berlijn-New York bedraagt 90000 km, Spanje-Braziiië meer dan 7000 km. Dergelijke afstanden kunnen tegenwoordig wel is waar door groote vliegtuigen van het modernste type zonder bezwaar overbrugd worden, maar voor een met bommen beladen en zwaar bewapende luchtvloot zijn deze afstanden bij den huidigen stand der technische mid delen toch nog te groot. Temeer, daar een dergelijke aanvallende luchtvloot in Ame rika noch vliegvelden, noch aanvulling van HRVTSCH NOORS-' MIÉWKA-" V." „GR&? //NCW- 'CTATC'M -N'ewYoHv r.CW Ni»* NurFoik, •NlSkHRMJdj^p dere is en die bovendien nog eventueel door de Engelsche oorlogsschepen zou kun nen worden versterkt, aan -haar eigen kusten op te zoeken. De vorming van een oorlogsvloot is, zooals ieder weet, een werk van» jaren, zoodat deze vorm van bedrei ging voorloopig niet actueel is. Aan den anderen kant is de publieke opinie lichtgeloovig genoeg, om aan te brandstoffen of reparatie werkplaatsen kan vinden. De aanvaller zou dus in non-stop- vlucht van Europa naar Amerika en terug moeten vliegen. En dit is iets, dat nog geen vliegtuig ter wereld beeft volbracht, laat staan een zwaar bewapende luchtvloot. Ook binnen afzienbaren tijd zal dit niet uitvoerbaar zijn. Voor de vrees voor invasie in Amerika bestaat dus geen enkele feite lijke grond. grond van een en ander stellen de En gelschen groot belang in Syrië. Ongetwij feld koesteren de Engelschen reeds lang het plan, om Syrië, Palestina en Transjor- danië onder Engelsche contröle te brengen. De reeds in dienst van Engeland staande Emir Abdoelah van Transjordanië zou dan voorbestemd zijn, aan het hoofd van deze gebieden te staan. OORLOG IN DE WOESTIJN. De gevaarlijke factor in den strijd in Noord-Afrika zijn de onmetelijke uitge strektheden los stuifzand, die slechts rnet de grootste moeite zijn te doorkruisen door auto's met zeer breede rupsbanden, die geen snelheid kunnen ontwikkelen. Het groote stuifzandgebied van de Libysche woestijn, de z.g. „Groote Zandzee", strekt zich. uit ten Zuiden van de oase Siwa, in Zuidelijke richting, ter lengte van onge veer 700 en ter breedte van 200 kilometer. Het Zuidelijke uiteinde van dit zandge bied eindigt op het hoogplateau van het Gilf-Kebir-gebergte en vormt, in vereeni- ging daarmede, den ongeveer 900 kilo meter langen, natuurlijken Westwal van Egypte, die parallel loopt met de grens van het Italiaansche gebied. NOORWEGENS WEDEROPBOUW. Sedert 8 maanden wordt in Noorwegen ononderbroken gewerkt aan den wederop bouw des lands. Het voornaamste van de werkobjecten was wel de straatweg van Oslo naar Bergen, die intusschen gereed is gekomen en waaraan 31.000 arbeiders medewerkten. Ook voor de toekomst be staan er nog tal van plannen. In het a.s. voorjaar zal een begin worden gemaakt met den wederopbouw van de geheel of geA cltelijk vernielde steden. Men heeft ook bijzondere aandacht ge wijd aan de Noorsche waterkracht. In het volgende voorjaar zal daarmede begonnen worden men rekent dat daardoor 10 mil- lioen kw beschikbaar zullen komen. Ook de binnenlandsche productie van levens- en voedermiddelen, die tot dusverre slechts 65 van de behoefte dekte, zal worden opgevoerd. O.a. is men voornemens, elek trische energie te hulp te roepen bij hst aanleggen van brocJkassen voor groenten en fruit. Het voornaamste is wel de verminde ring van de werkloosheid. Tegenover 100.000 werkloozen in October 1939 zijn er thans nog slechts 30.000.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1941 | | pagina 3