'AMEÓ RUBRIEK
3!
Mantels
costumes
Van oud tot nieuw
en
met
bontgarneeringen
ei
Dxj-odeUjUcz bla.tme.nq.ewi
De garderobe onzer dochters wordt herzien
Slantfwedje iHein en
caquet
Een goede
voetbekleeding
van groot belang
Steeds gelukkige menschen?
KNIPPATRONEN
Wanneer koning Winter zijn intrede f«*
Üaaa heeft moeten alle maatregelen doo*
Ans genomen zijn om hem waardig te ont-
Vangen-, Waardig d.w.z. met kleeding, die
bestand is tegen weer en wind, warme
mantels staan als hoofdnummer op het
programma en oehalve de puntenvrije
bontmantels zijn er ook warme wollen om
hulsels, die ten overvloede eventueel met
een goedkoope bontstof gevoerd kunnen
worden.
Bontmantels zijn inderdaad een ideale
winterdracht op koude winterdagen, doch
menigeen wordt afgeschrikt door den hoo-
gen aanschaffingsprijs. Vergeten wordt
evenwel, dat zoo'n bontjas zich zeer dank
baar toont en jaren meegaat, gerepareerd
en eventueel tot in het oneindige vermaakt
kan worden. Reparaties moeten eventueel
vakkundig geschieden, terwijl men het be
waren het best aan een bontwerker kan
toevertrouwen gedurende de maanden, dat
men z'n bontjas niet draagt.
Een goede behandeling verhoogt den le
vensduur in hooge mate, zoo zal men een
bontmantel, die flink nat geweest is, nooit
in een warme kamer moeten drogen en
hem altijd op een kleerhanger moeten weg
hangen, liefst even laten luchten voordat
men hem in de kast hangen. Verschillende
imitaties van dure bontsoorten als seal elec-
tric, biberette e.a. zijn terug te brengen op
de familie konijn, hetgeen niet wegneemt,
dat zij veelal keurig kleeden, vooral in
dien men niet in het goedkoopste gerrre
vervalt. v
Zeer vaak worden bontmantels gecom
pleteerd door »of en hoedje of muts van
dezelfde bontsoort, hetgeen buitengewoon
mooi kleedt.
De hooge bontkragen behooren tot het
Verleden, alhoewel ze. om practische rede
nen te verkiezen zijn boven de platte kra
gen, vooral wanneer een gure Oostenwind
ons om de ooren waait en we tevergeefs
bescherming zoeken. Toch is hieraan thans
tegemoet gekomen door de capuchons met
of zonder bontrand, die men tegenwoordig
veel ziet dragen. We laten in het midden of
ze flatteus zijn en soms zelfs ietwat hin
derlijk werken, maar warm zijn ze inder
daad.
Niet alleen rhantels, doch ook costumes
geven veelal een bontgarneering te zien,
terwijl men deze zelfs met groote fantasie
toepast. Opvallend is, dat we het heelemaal
niet vreemd meer vinden als we een mantel
zien, waarvan b.v. alleen voor- en rugpan
den van bont zijn of soms slechts mouwen
en of kraag. Degenen, die bij de mode in
dustrie betrokken zijn leggen een groote
mate van vindingrijkheid aan den dag en
vele vrouwen beschikken ook ten opzichte
van vermaken van oud tot nieuw een be
wonderenswaardige fantasie.
Eenige suggesties voor combinaties van
wollen stoffen met bont vindt men op ne-
vengaande afbeelding. Links een mantel-
costumes van tweeërlei stof, dat natuurlijk
evengoed in één kleur uitgevoer kan wor
den, indien men over genoeg materiaal be
schikt. Gedeeltelijke pas aan de voorzijde,
die tevens over het geheelen rugpand is
aangebracht en heerlijk warm kleedt op de
schouders; ook de mouwen zijn van bont;
voor deze garneering leent zich evenwel
ook bontstof. Ongetwijfeld is het ontwerp
van dit costume vlot en elegant. Middenin
een costume van Engelsehe mantelstof met
platte kraag en strik alsmede zakken van
bont. Aardig model rok, bestaande uit,8 ba
nen. De jongedame rechts draagt een man
tel, die tot ver in het voorjaar gedragen kan
worden en in princesse-mode is uitgevoerd.
Voor de koude wintermaanden wordt er
een losse wollen voering ingeknoopt.
De mantel, die zoowel voor als rugzijde
te zien geeft is eveneens van fantasie-stof
gemaakt. Het is een model, dat zich meer
leent voor slanke figuren, gezien de inge
haalde ruimte boven het aansluitende rok-
deel, dat opgeknipt is. Aan de voorzijde
heeft dit model doorgaande banen. Men
ziet, zelfs thans, nu de mode zich in een
uiterst langzaam tempo wijzigt, zijn er
nog vele mogelijkheden en heeft de vrees
voor uniformiteit in de kleeding geen re
den van bestaan. Hoofdlijnen handhaven
zich, doch details zijn grilliger dan ooit.
In Centraal-Afrika groeit een boom, de
zoogenaamde manzanillaboom, dien de in-^
boorlingen den bijnaam van „doodsboom"
hebben gegeven, omdat de geur van zijn
bloemen zoo sterk is, dat iemand, die zich
in de schaduw van dezen boom te slapen
legt, in een toestand van diepe bewuste
loosheid geraakt, die menigmaal den dood
ten gevolge heeft. De verhalen over dezen
boom werden langen tijd als sterk over
dreven beschouwd, doch nu heeft juist on
langs de Engelsehe geleerde Alexander
Cleve door eigen ervaring geconstateerd,
dat de beweringen der inboorlingen op
waarheid berusten.
De inboorlingen gebruiken deze eigen
aardige boom en voor terechtstellingen. De
misdadiger wordt met een stevig touw aan
den boom vastgebonden, zoodat hij aan de
vergiftige geuren der bloemen is bloot ge
steld en onherroepelijk ten doode is opge
schreven. Uiterlijk doet de manzanillaboom
aan een perenboom denken, doch zjjn gele,
roodwangige vruchten lijken meer op ap
pels. Zij zien er zeer verleidelijk uit, maar
bevatten eveneens een gevaarlijk vergif.
Raadt s«ruimen tijd geleden is een voor
schrift uitgevaardigd, dat deze gevaarlijke
boom moet worden uitgeroeid, maar er
schijnen nog steeds vele „doodsboomen." in
Afrika te worden aangetroffen.
Schoolmeisjes groeien gauwer uit
haai* kleeren, dan ons lief is, want
bij de aanschaffing van nieuwe
stoffen zijn we gebonden aan pun
ten, om nog niet van geld te praten.
We worden steeds vindingrijker op
het gebied van vermaken en inder
daad geeft het geslaagde aanzien
van vermaakte jurk "of ander klee-
dingstuk een groote voldoening.
Jurken, die te kort of te nauw
geworden zijn kunnen met behulp
van contrasteerend materiaal „als
nieuw" gemaakt worden. Meermalen
kunnen we een geschikt couponne
tje „op den kop" tikken, dat het
voordeel heeft om tot een lengte
van 90 c.M. puntenvrij te zijn. Een
andere wijze van vermaken wordt
ons geboden in den vorm van
breiwerk en hierdoor kunnen zelf
zeer aparte effecten ontstaan. Restjes
wol heeft iedere huismoeder en zoo niet,
dan wordt een speurtocht ondernomen
naar de lade, waarin niet meer gedragen
gebreide kleeren een onderkómen vinden.
Jumpers of slipovers, die gedeeltelijk ver
sleten zijn hébben altijd nog wel een goed
deel, dat óf uitgetrokken en overgebreid
of in zijn geheel gebruikt kan worden bij
wijze van pas. Heeft men nog punten over,
die opgemaakt moeten worden, omdat ze
na Februari tooh waardeloos zijn, dan
koopt men wat wol voor een pas en of
mouwen, eventueel voor een midden
stuk, kraag en manchten. Onze schets
geeft enkele aanwijzingen voor het com
bineeren van wollen jurken met stof of
breiwerk. Links een jurk, die een gebreid
bovendeel en korte mouwtjes heeft en
eventueel kan men aan den pas nog een
rechte reep breien, die midden voor tus-
schen de stof voorpand wordt gezet. In
het midden zijn spits toeloopende baantjes
aangebracht, een pas en gedeeltelijke bo-
venmouwen, terwijl de stof met punten
op het breiwerk wordt gestikt. No. drie
geeft een vest van breiwerk in geribd pa
troon te zien met kraagje, dat in den
gerstenkorrel (1 recht 1 aver. verspron
gen) is gebreid en waarvan de mouwen
een gebreid verlengstuk hebben.
In dien men de beschikking heeft over
kleine stukjes bont, dan kan men deze nog
op zeer geschikte wijze aan elkander
naaien (fnet overhandsche steekjes),
waarna men er een klein bonthoedje van
maken kan, eventueel met een bolletje
van stof. Ook bontstof, het veelgebruikte
en gemakkelijk te verwerken materiaal
leent zich voor deze modelletjes. De moge
lijkheden zijn vele en naar mate men over
meer fantasie beschikt zal men allerlei
aardige combinaties en modellen weten uit
te vinden. Links een toque van langharig
bont met bol van vilt, fluweel of mantel
stof.
Rechts boven een kapje, dat aan de
Russische kozakkenmutsen herinnert. On
deraan links een soort turban model en
rechts een soort kalotje met strikken en
lussen van lint of fluweel. Modellen, die
vlot kleeden doch slechts bij jeugdige ge
zichtjes passen.
Een gewichtig tijdstip in het leven van
het kleine kind is, als het zijn eerste paar
schoenen krijgt. De moeder moet zich dan
tevens bewust zijn, dat zij een zekere ver
antwoordelijkheid voor het welzijn der
voeten op zich neemt. Iedere voet is uit 26
botjes opgebouwd en heeft een zeer ge
voelig bouwsel, dat de natuur met over
leg heet weten samen te stellen als basis,
waarop het lichaam steunt.
Onder normale omstandigheden zullen
voeten "zich gemakkelijk kunnen verplaat
sen on zal men het niet óp bijzondere wtyze
voelen bij het loopen.
Toch ziet men vaak oudere menschen,
mannen zoowel als vrouwen, wier voeten
misvormd zijn. Uitgegroeid© knokken en
over elkander gegroeide teenen komen niet
zelden voor. Menige volwassene meent zelfs
uit de pijnlijkheid zijner eksteroogen het
weer te kunnen voorspellen. Men moet
echter alles in het werk stellen om te trach
ten te voorkomen, dat de kinderen geen
weer-profeten worden, hetgeen slechts mo
gelijk is, indien men voor goed passend
schoeisel zorgt.
Welk schoeisel moet men dan kiezen?
Het beste is, dat men de vorm van den kin
dervoet op een stuk stevig papier met een
lijn afteekent en de schoen in de lengte on
geveer 2 a 3 cm. en in de breedte 1,5 cm.
grooter neemt.
Op het eerste gezicht mogen zij wellicht
wat groot of lomp schijnen, maar de erva
ring heeft de moeder bewezen, dat kinde
ren gauw uit de schoenen groeien, trouwens
de kous neemt ook nog plaats in. De
groeiende voeten moeten voldoende bewe
gingsvrijheid hebben, hetgeen echter niet
beteekent, dat al te ruime schoenen geko
zen zullen moeten worden/ Schoenen ma
ken een onderdeel der kleeding uit, even
als hoeden, doch wanneer deze -laatsten
niet aangenaam zitten, doordat zij knellen
of te veel op de ooren zakken, kan men hen
in de hand nemen.
Met schoenen* is dit niet mogelijk! Be
halve een onderdeel der kleeding, is de
schoen nog iets veel belan.gr ij kers, n.1. iets
dat ten nauwste verband houdt met de ge
zondheid en een goeden gang.
Zij verdienen alleen daarom reeds, dat
men kinderschoenen met zeer veel zorg
weet te kiezen, opdat vele voetkwalen, die
zich op lateren leeftijd voordoen, voorkó
men of tot een minimum beperkt kunnen
worden.
Het zit ouders nu eenmaal in het bloed
om hun kinderen datgene te doen bereiken
of te doen genieten, dat voor hen niet
mogelijk is geweest. Zij zien hun kroost
gaarne innerlijk en uiterlijk zoo volmaakt
mogelijk. Ouders kunnen er echter veel toe
bijdragen om hun kinderen op te doen
groeien tot menschen, die het door hen
voor oogen. gestelde ideaal benaderen,
mits het binnen zekere grenzen is. Een ver
standige opvoeding, goede verzorging, doel
matige voeding en leefwijze, gymnastiek,
zwemmen zullen tot een goede ontwikke
ling van het lichaam en geest bijdragen.
Wanneer men kinderen in de openlucht-
baden ziet, dan valt het menigmaal op hoe
g-zond, krachtig en elastisch hun lichaam
zich ontwikkeld heeft. Dat is een schoon
heid die niet paradeert, maar die zoo pret
tig aandoet evenals de ongedwongen vroo-
lijkheid en het onbezorgd genieten der
jeugd.
Men ziet ook jjieermalen kinderen, die
opvallen omdat zij wérkelijk in alle op
zichten, wat men noemt „mooi" zijn. Heel
begrijpelijk vinden ouders dit aangenaam,
zijn in hun hart wel een tikje trotsch op
hun kind, want een ieder wordt door de
schoonheid aangetrokken nietwaar? Maar
in dergelijke gevallen zullen ouders dubbel
voorzichtig zijn met hun opvoedings
systeem, opdat de. schoonheid geen voet
angel of Idem wordt, waardoor het kind
in zijn latere leven struikelen zal.
De eene tante spreekt in het bijzijn der
betrokkene over de mooie oogen, de andere
prijst de mooie krullen, een derde roemt
het mooie gozichtjet Zelis vreemden
blijven op straat wol eens stil «taan, om
iets liefs tegen het mooie kind te zeggen.
Langzamerhand went zoo'n kind aan de
huide van tilc omgavlni -ik gaai h«4
iets vanzelfsprekends beschvtwen, i«t mat,
notitie van hem cd haar raam* Is dit niet
heal begrijpelijk? Verstandige «ujeii rui.
l«n aan 2oo*n refh eer lijking niet meedoet*
«i rullen ook moeten teeehten te voor-
komen, dat de omgeving rJch op niet *1 tg
uitbundige wijze tegen bet kind uit Helfta*
zijn er noc afeaeds oudeea, dia de dreigende
gevaren niet in hun vellen omvang *l«s
en riek gelukkig voelen door de hulde, 41a
men htm kind brengt. Zij voelen aieh hier
door min of meer verplicht om meer aan
dacht aan hun „mooie" kind te beetedeu,
d^n wenachelyk is en gaan het opvallen-
der kleeden dan andere kinderen.
Komt zoo'n kind op school, dan heefl
hal meermalen een „Statiejurk" aan, dis
onmiddellijk opvalt en een deel der klas
genootjes zal haar met eenige afgunst en
een ander deel met bewondering beschou
wen. Ten slotte zal er toch steeds een kleine
verwijdering komen, omdat het kind door
zijn houding en door zij* kleeding de ende
ren niet aantrekt, en tenslotte voelt het
zich buitengesloten. Zrj kan met haar mooie
jurk en gekapte haren immers niet naar
hartelust met de anderen meespelen, ver
vult dus slechts een toeziende rol.
Men verwondert er zich wel eens over,
dat vele menschen, die opvallend mooi zijn,
geen bijzonder groote geestelijke ontwikke
ling bezitten, hetgeen niet aan een gril der
natuur, doch veel meer aan een verkeerde
opvoeding is toe te schrijven.
Het minder knappe kind, dat door zijn
uiterlijk niet opvalt, zal minder verwend
en ontzien worden, doch op normaler wijze
opgroeien, zal zich tevens gedrongen ge
voelen iets te presteeren en men verwacht
geen groote dingen, zooals van „Het mooie
kind".
Alles wat ouders, grootmoeders en tantes
van dit „arme" mooie kind verlangen is dat
die schoonheid zich steeds meer ontwik
kelen zal.
Aan de practische zijde 'der dingen wordt
slechts weinig aanctecht geschonken en
daarom mislukken „mooie" kinderen zoo
vaak. De om zijn uiterlijk verwende jon
gen zal later te weinig capaciteiten blijken
te hebben om zich een positie in de maat
schappij te veroveren. Het mooie meisje
moet ervaren, dat vele harer zelfs niet
knappe vriendinnen reeds lang getrouwd
zijn, voordat zij een levenspartner heeft
gevonden.
Boven de uiterlijke schoonheid staat het
karakter en menigmaal blijkt hoe men
schen die volstrekt niet „knap" van uiter
lijk zijn een mooi innerlijk leven hebben.
Laten ouders het zich daarom tot eer
sten plicht stellen om de goede eigen
schappen van de aan hun zorgen toever
trouwde kinderen tot meerdere ontwikke
ling te brengen.
Slechts hierdoor zal het mooie kind de
gave der nabuur waardig zijn.
Succespatroon A 617
Prijs 50 cent
Voor de bruidsmoeder
Ondanks de verduistering zijn er toch
nog wel eens intieme* feestelijkheden*
waarbij men zich een weinig meer dan in
gewone omstandigheden moet kleeden. We
nemen als voorbeeld een trouwpartij ol
een zilveren bruiloft, waaraan een receptie
of een dinertje verbonden is om nu aan
zoo'n japon tevens een practische noot te
verbinden is het model zoodanig ont
worpen, dat het later, nadat er een ge
deelte van afgeknipt is meer dienst kan
doen als middagjapon. De resteerende
stof leent zich dan nog voor een gekleede
blouse of om met behulp van ander mate
riaal een tweede japon te maken.
Het gladde middenstuk is bewerkt met
toutache of bestikt met gouddraad. Eenig»-
zins ruim bovendeel en korte, ingezette
mouwen, waarover patten gestikt zijn.
Patronen in de maten 44 46 en 48.
A 617
A 61b
Succespatroon A 618
Prijs 40 cent.
Teneinde tegemoet te komen aan de
vele verzoeken plaatsen wij ditmaal een
jongemeisjesjapon met de zoozeer moderns
vleermuis mouwen. Men ziet, dat Ó'ÏZ%
reeds even voorbij de taillelyn beginnen
en vanaf den elleboog een normale vou^
aannemen. Aangezien de stof evenwel me*,
breed genoeg is om beide mouwen
voorpand uit één breedte te knippen, kJ.
men b.v. in het midden een naad kurnqif
nemen. Spilt achterzijde met lusjes cgP
stofovertrokken knoopjes. Hao#« fcalama,
Pc tronen to de maten 38 40 m 41*