F F1
L:
De Wereld
D Internationale toestand
Deze week
Het Portret
vJ
kapitcln-luituant Frielo.
Ingelsche vloot, loopt uit
tocht. Op den toren 4®
1 voerder. (Scherl),
WEEK
IN KAART
MACHTSSTRIJD IN DEN STILLEN
OCEAAN.
Het verdrag tusschen Groot-BrittanniS
en de Vereenigde Staten, waarbij de eilan
den, welke de voornaamste steunpunten
van het Britsche imperium in den Weste
lijken Atlantischen Oceaan vormen, in
handen der Vereenigde Staten zijn over-
Daarbij bleef het niet bij steunpunten in
den Atlantischen Oceaan. In den voor
Amerika's belange-i nog veel gewichtiger
Stillen Oceaan verwierf het zich eveneens
nieuwe bezittingen; om slechts enkele te
noemen de eilanden Canton en Enderbury
uit de groep der onder Engelsche heer
schappij staande Phoenix-eilanden. Het
bezit van deze beide eilanden beteekent
een zeer belangrijk opschuiven van Ame
rika's defensieve linies, welke tot dusverre
van Hawai naar Tutuila (Samoa) liepen.
Van niet minder beteekenis is Engelands
aflossing in China door de Vereenigde
waren volgens spreker oorzaak van de
tegenwoordige moeilijke situatie.
Engeland staat thans voor de keus Ame-
rlkaansch of Europeesch te worden, zoo
ging de Chateaubriant verder. Frankrijk
daarentegen heeft geen andere keus dan
Europeesch te worden. In het nieuwe
Éuropa der toekomst heeft het een groote
rol te spelen en hiertoe moet het zich
grondig „van de banden met de Angelsak
sische wereld losmaken om zijn taak als
bastion van Europa in het Westen te kun
nen vervullen." Voor deze taak moet het
zich voegen naar de door de spil-mogend-
heden voorbereide nieuwe ordening.
De Chateaubriant wees er op, dat Frank
rijk afhankelijk is van de rol, die het in de
Europeesche samenwerking denkt te spelen.
De algemeen gedelegeerde der Fransche
regeering in Afrika, generaal Weygand,
heeft voor de radio te Algiers een toespraak
tot de bevolking van Noord-Afrika gehou
den. Hij maande tot gehoorzaamheid aan'
de regeering en de medewerkers van maar
schalk Pétgin en waarschuwde tegen het
verspreiden van geruchten en onjuiste be
richten.
De broer van den Mexicaanschen presi
dent Camacho, gouverneur CamaGho, is van
Engelsche zijde uitgenoodigd tot een be
zoek aan den hertog van Windsor te Nas
sau op de Bahama-eilanden. Het bezoek
houdt verband met het streven, de betrek
kingen tusschen Engeland en Mexico, die
als gevolg van het petroleumconflict in 1938
zijn afgebroken, weer te normaliseeren.
Van betrouwbare zijde verluidt, dat van
Mexicaansche zijde voor hervatting der
betrekingeh als voorwaarde gesteld wordt,
dat de Engelsche regeering haar veront
schuldigingen aanbiedt voor de nota, die
destijds in verband met de petroleumkwes-
tie tot Mexico is gericht. Camacho zal
waarschijnlijk 18 Februari naar de Baha
ma-eilanden vertrekken.
DE MAN ACHTER DE SCHERMEN.
Wilson had zijn overste House als poli
tiek raadsman. President Roosevelt heeft
zijn Hopkins en zijn overste Donovon. Ver
der steunt hij op zijn voormaligen mede
dinger naar het Presidentschap, Wendel
Wilïkie; maar bovenal heeft hij Bill Knud-
sen. Deze is leider en organisator van de
geheele Amerikaansche bewapeningsin
dustrie.
Knudsen is niet persoonlijk bevriend met
Roosevelt, zooals Hopkins, Donovan en
Willkie. Hij is door den President bevor
derd tot leider van de bewapeningsorgani
satie, omdat Roosevelt in hem den ge-
schikten man heeft gezien. Overigens
maakt Knudson van zijn positie geen mis
bruik om te streven naar het diotetor-
schap. Hij wil slechts organiseeren, produ-
ceeren en daarbij geld verdienen. Hij is
geen voorstander van sociale politiek. Hij
vindt, dat daardoor de luiheid in de hand
wordt gewerkt, zonder dat hij daarom uit
het oog verliest, dat er in de V.S. altijd nog
17 millioen werkloozen zijn.
brand werd omstreeks half elf Vrijdag
avond ontdekt en onmiddellijk door de
weldra aanwezige brandweer met kracht
bestreden. Deze kon evenwel niet voor
komen, dat het op het oogenblik zoo be
langrijke gebouw grootendeels uitbrandde.
Dank zij ingespannen werk kon voorkomen
worden, dat het vuur naar de belendende
gebouwen oversloeg. Tegen vier uur in den
morgen was de brand, waarvan de oorzaak
onbekend is, zoo goed als gebluscht. De
schade zal, voor zoover thans reeds kan
worden nagegaan, zeer aanzienlijk zijn.
BETEEKENIS DER DARDANELLEN.
Het probleeem van de Dardanellen legt
thans niet meer zooveel gewicht in de
schaal als t^n tijde van den wereldoorlog,
toen de Sovjet-Unie, binnen het kader van
haar vriendschappelijke politiek tegenover
Turkije haar recht van doorvaart kon ver
zekeren. Nog minder speelt de religieuse
gedachte een rol in de politiek, zooals dat
het geval was in den tijd van de Tsaris
tische politiek, die de bevrijding van den
zetel van den Patriarch in Konstantinopel
in haar vaan had geschreven.
Toch zijn ook thans weder de Bosporus
en de Dardanellen van buitengewoon
groote politieke beteekenis. Op dit punt
immers komt Europa bijna in aanraking
met Azië; en daaraan ontleent het zijn
groote beteekenis, niet alleen voor degenen,
die er de souvereiniteit over uitoefenen
e.n hun onmiddellijke naburen, doch ook
voor de zich op grooteren afstand bevin
dende groote mogendheden.
DE BERMUDA-EILANDEN.
Na Trinidad zijn thans de Bermudas aan
de beurt gekomen, om de hun door Ame
rika toegedachte rol te vervullen. De Ber
mudas zijn de op 1000 kilometer ten Zuid
oosten van Kaap Hatteras gelegen eilanden
groep, tegenover den Noord-Amerikaan-
schen staat Carolina. Zij liggen aan de
oude route voor zeilschepen tusschen
Europa en West-Indië. Groot-Brittannië is
sedert het jaar 1629 in het bezit van deze
360 kleine eilanden en klippen, die, ter
gezamenlijke grootte van 50 vierkante
kilometer, een gesloten groep vormen.
Zij maakten er een reusachtige vloot-
basis vah en beschouwen deze eilanden
als het „Noordelijkste uitgangspunt van de
groote Britsche blokkade over de Baha
mas, de Antillen en Trinidad". Met groote
kosten hebben zij havenwerken en dokken
marine-arsenalen, proviand-depots, ves
tingwerken enz. laten aanleggen en de
plaatsen van garnizoenen voorzien.
MOSKOU—BERINGSTRAAT DOOR DE
LUCHT.
Door middel van de nieuwe luchtlijn
MoskouBeringstraat, welke het geheele
jaar door zal functionneeren, zal ook het
Wrangel-eiland meer dan tot nog toe yoor
het verkeer worden opengesteld. Dit eiland
ligt in de Noordelijke IJszee op 200 kilo
meter afstand van de Siberische kust en
op 800 kilometer van het nauwste punt van
de Beringstraat. Tijdens de meteorolo
gische voorbereidingen richtten de Russen
Hier reeds in 1924 een station voor weer-
bëïiohten op, zooals trouwens overal op de
route van de Noord-Oostelijke doorvaart,
nadat zij er hun vlag hadden geplant en op
deze wijze bezit hadden genomen van het
eiland. Sinds 1939 ligt er ook een Russische
bezetting.
IN DE AFGELOOPEN WEEK
gegaan, heeft een dubbele beteekenis.
Bénerziids kan men er het begin in zien
van afbrokkeling van de Engelsche
/heerschappij, doch anderzijds heeft
de nieuwe Amerikaansche steunpunten-
politiek een veel wijder strekking dan En
geland in den rug te dekken. Het verleggen
van de Atlantische vlootsteunpunteii der
Vereenigde Staten van het vasteland naar
de eilanden beteekent ongetwijfeld een
buitengewone strategische beveiliging.
REYKJAVIK ALS OVERLAADHAVEN.
In scheepvaartkringen te Stockholm is men
van meening, dat er weinig kans op bestaat,
dat het plan om de levering van oorlogs
materiaal aan Engeland via IJsland te doen
geschieden, tot uitvoering zal komen. Sedert
de bezetting van het eiland kan Reykjavik
niet meer geregeld als neutrale -haven
worden beschouwd. Daarbij komt nog, dat
de Amerikaansche schepen op de route
tusschen de V.S. en IJsland een traject
volgen, dat zeer gevaarlijk is vanwege de
vele ijsbergen, zoodat met het waarschijn
lijke verlies van een aantal schepen moet
worden gerekend. Bovendien is de haven
van Reykjavik niet berekend op het op
slaan van groote hoeveelheden goederen,
terwijl de outillage evenmin van dien aard
is, dat voor geregelde verlading kan wor
den zorg gedragen.
Wat nu de verkorting van het traject
tusschen de V.S. en Engeland betreft: deze
is practisch van zeer weinig beteekenis,
daar de Engelsche schepen, na te Reyk
javik hun lading te hebben ingenomen,
toch altijd nog een afstand van 1500 kilo
meter hebben af te leggen, alvorens zij een
Engelsche haven bereiken.
Staten. Van Hongkong via de Philippijnen
loopt thans een nieuwe veiligheidslirvie van
de Vereenigde Staten, welke een dam op
werpt tegen Japans machtsuitbreiding in
Zuidelijke richting. Ook in den Stillen
Oceaan is daarmede een zeer nauwe belan
gengemeenschap tusschen Engeland en de
Vereenigde Staten ontstaan, welke tot uif
drukking komt in de dubbele strategisch-
beveiliging door middel van de insulaire
steunpunten.
SPANJAARDEN GAAN LEZEN LEEREN.
Spanje is, zooals men weet, eer. land,
waar het analphabetcndom welig tiert. Op
dit gebied o.m. heeft de vrouwelijke Pha-
lange het oog laten vallen wat zeker
niet overbodig is. Zij doet alles, wat in
haar vermogen is, om dit euvel te bestrij
den. Gemakkelijk zal deze taak niet zijn,
want de Spanjaard is in hooge mate ge
makzuchtig. Zijn lijfspreuk is„Manana
es otro dia morgen komt er weer een
dag. Maar dit heeft -de Spaansche vrouw
niet afgeschrikt. Er zijn in Spanje nog
millioenen menschen, die wel handig kun
nen kaarten, maar die niet in staat zijn, een
a van een b te onderscheiden .Deze kunst
moet den Spanjaarden worden bijgebracht;
en daar zullen de vrouwen voor zorgen.
Om te beginnen heeft men niet minder dan
3015 scholen ingericht voor hen, die de
edele lees- en schrijfkunst niet machtig
zijn. Deze worden bezocht door 43.532 leen*
gierigen, hetgeen wel bewijst, dat de lief*
hebberij voorloopig niet zoo groot is; doch
aldoende leert men en „al etende komt
de eetlust" zullen de Spaansche dame#
waarschijnlijk hebben gedacht, die zic5|
aan dit verdienstelijke werk geven*
Wende 11 Willkie heeft aangekondigd, dat
ftii de Britsche hoofdstad zal
verlaten, om voör de SenaattooMmissie
voor Buitenlandsche Zaken een verklaring
af te leggen met betrekking tot het wets
ontwerp tot hulpverleening aan Engeland.
De minister van Buitenlandsche Zaken,
Cordell Huil, heeft hem uitgenoodigd, zoo
«poedig mogelijk voor de commissie te ver
schijnen.
De voorzitter van de commissie voor
Buitenlandsche .Zaken van het Huis van
Afgevaardigden, Bloom, heeft een onder
houd gehad met den Bi-itschen ambassa
deur, lord Halifax. Na afloop verklaarde
Bloom, dat hij lord Halifax dfe verzekering
had gegeven, dat het wetsontwerp tot hulp-
verle&ning aan Engeland binnen een week
zonder groote wijzigingen door het Huis
van Afgevaardigden zal worden aange
nomen.
De voorzitter van de Senaatscommissie
voor Buitenlandsche Zaken heeft den mi
nister van Marine, Knox, tv/fee vragen ge
steld. Hij vroeg in de eerste plaats of de
steun aan Engeland afhankelijk was van
de aanvaarding der wet tot hulpverleening
aan Engeland en verder of de wet een de
fensieven maatregel van Amerika betee-
kc ncie. Op beide vragen antwoordde Knox
bevestigend.
Op een andere vraag, n.1. hoe groot de
£v.estrijdkrachten der Vereenigde Staten
moesten zijn om in Oost-Azië een offen
sieven oorlog te kunnen voeren, weigerde
Knox antwoord te geven. De minister ver
klaarde, dat deze vraag prob.lemen van
speculatieven aard opwierp, 'die hij niet
in het openbaar wilde bespreken.
Het verbond van jonge republikeinen
heeft op zijn te Desmoines (lowa) géhou-
den jaarvergadering de wet op de hulpve*-
leening aan Engeland goedgekeurd met de
beperking, dat Amerika slechts steun aaji
Engeland zal verleenen, zoolang deze steun
met de Yers*®rfung der eigen d,efensie in
overeenstemming is. In de resolutie wordt
uiting gegeven aan den vasten wil van het
Amerikaansche volk, buiten den oorlog te
blijven. De resolutie werd met de betrek
kelijk geringe meerderheid van 2-05 tegen
165 stemmen aangenomen.
Als jongste ontwikkeling in de Fransch-
Duitsche betrekkingen wórdt uit Vichy
gemeld, dat admiraal Darlan naar Parijs is
vertrokken. Die bezoek geschiedt als ge
volg van het Duitschg antwoord op de
boodschap van maarschalk Pétain.
Naar uit welingelichte bron te Parijs
wordt vernomen, houdt Darlan's reis ver
band met den recenten gang van zaken in
het bezette d?el van Frankrijk. Hij wens dit
zich met de instanties te Parijs in verbin
ding te stellen tot het voeren van bespre
kingen. Naar men voorts verneemt, acht
men te Parijs nieuwe besprekingen inop
portuun, zoolang Vichy niet op duidelijke
wijze de consequenties trekt uit de situatie
van het oogenblik.
De bekende Fransche publicist de Cha
teaubriant heeft tijdens een drukbezochte
vergadering in het Troeadéro te Parijs een
rede gehouden, waarin hij betoogde, dat
de Fransch-Duitsche samenwerking door
de positie van Duitschland, vooral ook op
economisch gebied, van wereldbeteekenfs
kan worden.
De ernstige politieke crisis van dit oogen
blik, aldus de Chateaubriant, heeft reeds
voorbereide, werkelijke resultaten van een
Fransch-Duitsche- samenwerking, zooals
Laval deze het vorige najaar had ingelgi.<J,
te niet gedaan. De intriges der oude politici
gedeelten mogen behandelen. Deze rege
ling moest getroffen worden, omdat het
voorgekomen is, dat de klanten hun zeep
tonnen reeds te eigen behoeve hadden ge
bruikt, zoodat zij bij het terugbezorgen
van de wasch geen zeepbonnen ter be
schikking hadden voor de wasscherijen.
Binnenkort zal worden overgegaan tot het
uitoefenen van een strenge controle op de
wasscherijen, zoodat deze in haar eigen be
lang wordt aangeraden, zich stipt aan
bovenstaande bepalingen te houden.
De nieuwe textielkaarteu.
De nieuwe textielkaarten, kórt geleden
Uitgereikt, traden Zaterdag den lsten
Februari in werking. Evenals de vorige
-maal tellen zij weer elk 100 punten. Zij
zijn geldig van 1 Febr. 1941 tot 1 Septem
ber 1941. De geldigheidsperiode is weer in
gedeeld in twee termijnen, n.1. een termijn
van 1 Februari 1941 tot 1 Juli 1941 en een
termijn van 1 Juli 1941 tot 1 September
1941. In de eerste termijn worden op deze
kaarten ..e laatste 80 punten ter beschik
king gesteld, zoodat 20 punten overblijven
voor de tweede termijn. In de eerste ter
mijn ongebruikt gebleven punten zijn even
eens geldig in de tweede termijn. De vroe
gere regeling voor het afgeven van spe
ciale vergunningen is met ingang van 1
Februari komen te vervallen. Hiervoor is
een nieuwe regeling in de p'laats getreden,
volgens welke alle artikelen, die niet val
len onder vrijgestelde artikelen, op punteh
gewaardeerde artikelen en op leverings-
vergunning verkrijgbare artikelen, kunnen
worden aangeschaft op speciale punten of
.Wehrmachtbez-ugscheine. Daarnaast kun
nen in bijzondere gevallen de op punten
gewaardeerde artikelen ook door middól
van speciale punten worden verkregen.
Wat men zich ook voorgesteld mag heb
ben op zijn nieuwe textielkaart te koopen,
een winterjas of -mantel zal het niet kun
nen zijn. Want hiervan is de verkoop
ook van stof daarvoor geheel verboden.
Ieder echter die geen winterjas heeft en
dje er e^n noodig heeft, kan bij de plaatse
lijke dist-ributiebureau's speciale punten
krijgen. Zoodoende komen de winterjassen
bij degenen, die ze werkelijk noodig heb
ben.
De inkomstenbelasting.
In afwachting van de regeling, welke
ter uitvoering van artikel 42 van het be
sluit op de loonbelasting 1940 inzake het
verleenen van ontheffingen op de boven
genoemde aanslagen zal worden gegeven,
kunnen de aangeslagenen, van wie reeds
loonbelasting is ingehouden, bij de bereke
ning van de termijnen, welke per 1 Fe
bruari verschuldigd zijn, er van uitgaan,
dat hun een uitstel van betaling ten be
drage van i/3 van hun aanslag is verleend.
De vervallen termijnen kunnen mitsdien
<$ypx ®/8 gedeelte van den aanslag worden
berekend.
Woer een groote brand in Den Haag.
Neg slechts enkele weken na den hevi-
gen brand lh de oude Haagsche binnen
stad r men 4al zich herinnerézi, dat toen
©en R.K. scl^qolHebouw In de asch wer'd
gelegd - neeft in de Residentie opnleulV
een hevige uitslaande brahd gewoM. Dlt-
Ijnaal was het een der oude, historische ge
bouwen aan het Lange Voorhout, waar op
net oógenblilc het Rijksbureau voor de
Voedselvoorziening in oorlogstijd is geves
tigd, dat aan het vuur ten prooi viel. De
UITGAAN.
Nu in onze groote steden de trams weer
later mogen loopen, dank zij het feit, dat
men een middel heeft toegepast, om het te
sterke vonken tegen te gaan, komt de
vraage óf wij niet weer wat meer zullen
uitgaan, opniguw aan de orde. Bovendien
wordt h£t geleidelijk aan, des avonds wat
l&nger licht, zoodat ook in dit opzlent dó
bezwaren wat minder zwaar zijn gaan
tellen.
Zeer velen onzer zijn dezen winter ge
wend geraakt aan thuis zitten en dat is
op zichzelf ongetwijfeld geen kwade ge
woonte. Het leek vroeger wel eens, alsof
men niet gelukkig kon zijn, wanneer men
niet avond aan avond van de eerte ver-
maaksinrichting naar de andere rende. En
dat kwam zeer zeker niet ten goede aan
onze huiselijkheid en aan het onderlinge
gezellige en prettige verkeer met onze
huisgenooten, dat toch de basis vormt van
de onderlinge goede verstandhouding en
waardeering, om niet te zeggen liefde.
Ziedaar dus al weer een lichtzijde van
het duister, dat over de wereld hangt in
letterlijken en figuurlijken zin.
Hetgeen intusschen niet wegneemt, dat
wij ook andere behoeften en verlangens
en plichten hebben. Het is goed, wanneer
wij niet heelemaal sleurmenschen worden,
die des morgens en des middags wei-ken en
des avonds thuis zitten dikwijls thuis
zitten ons te vervelen, of onzen tijd te
verdoen met allerlei dwaasheden en nutte
loosheden. Wij denken aan het eeuwige
kaarten, dat toch eigenlijk al heel weinig
om het lijf heeft voor een mensch, die
liever zijn hersens gebruikt voor andere
dingen.
En dus pleiten wij ervoor, dat wij nu en
dan eens breken met die sleur en onze geest
eens gaan opfrisschen buitenshuis. Ook aan
de huisvrouw met haar vele beslommerin
gen komt dat toe. Ook haar taak is er den
lqatsten tijd nieit makkelijker of aange
namer op geworden.
In dit verband denken wij vooral aan ons
Nederlandsche tooneel en aan de concerten,
door Nederlandsche artiesten gegeven.
Tooneel en muziek zijn twee van de beste
uitingen van een hoogere denkwereld, waar
de fantasie het wint van het dorre dage-
lijksche leven.
Bovendien verdient de groote groep van
knappe en hard werkende artiesten, die
wij in ons land bezitten, het, dat zij niet
voor stoelen en banken spelen, maar voor
een goed bezette zaal, die hun het mogelijk
maakt, zonder al te groote zorgen voor het
dagelijksch brood hun werk te blijven
doen.
Niet alleen voor henzelf is dat van be
lang, maar ook voor ons geheele volk.
Immers, zij zijn mede de dragers van een
cultuur, waarop zij trotsch mogen en moe
ten zijn. Nederland is in dit opzicht altijd
een der eerste geweest in de rij der volken.
Onze tooneelspelers zouden ongetwijfeld
dikwijls een Europeesche vermaardheid
hebben gekregen, wanneer het taalgebied
van ons Nederlandsch niet zoo beperkt was
geweest, en musici heeft ons land opge
leverd, die, omdat voor hen dit bezwaar
niet of voor zangers en zangeressen
in niet zoo sterke mate geldt, over de ge
heele wereld zijn gegaan en hebben gecon
certeerd en zijn geëerd.
Dat moet zoo blijven. Wanneer ons volk
zijn kunst niet waardeert en steunt, gaat
de beste kunst onder.
De „Empress of Australia", een van Eugelands groote troepentransportschepen, welk
schip 200 mijl uit de West-Afrikaansohe kust getorpedeerd moet aijn. (Scherl).
IN NEDERLAND
Voorloopig nog identiteitsbewijzen.
In afwijking van de aankondiging dier
vorige week, dat per 1 Maart a.s. voor de
geheele bevolking de persoonsbewijzen
zouden worden ingevoerd, wordt thans be
kend gemaakt, dat de identiteitsbewijzen,
waarmede wij sinds eenige maanden zijn
toegerust, voorloopig nog geldig blijven en
wel tot 1 October a.s. Deze beslissing hou&fc
verband met het feit, dat het practiscb
onuitvoerbaar is alle persoonsbewijzen
vóór 1 Maart uit te reiken. Na 1 OctoS^r
evenwel moet ieder in het bezit zijn van
een persoonsbewijs.
Minder koffie en thee.
Ons dagelijksch kopje troost en lafenis,
.ot dusverre nog met zekere kwistigheid
toebedeeld, begint in het gedrang te komen.
Gedurende de nieuwe distributieperiode,
welke loopt van 3 Februari tot en met l'Ó
Maart wordt namelijk in plaats van een
"half pond slechts 125 gram koffie of 50
gram thee op de. daarvoor aangewezen
bon verstrekt. De omvang der nog in ons
land aanwezige voorraden maakt het nood
zakelijk het rantsoen tot dit verlaagde
peil in te krimpen. Het zal dus zaak zijn,
het bruine vocht met dubbele aandacht te
genieten.
Strenger regeling voor wasscherijen.
Zooals bekend, is ieder verplicht voqr
•Ike twintig kilogram droge vuile wasch,
welke aan wasscherijen in behandeling
wordt gegeven, een zeepbon af te geven.
In verband hiermede is thans voorgeschre
ven, dat de wasscherijen eerst een bon
van hun klanten in ontvangst moeten
nemen en pas daarna een hoeveelheid van
20 kg waschgoed, hetzij ineens, hetzij bij
De dcikboot van
de schrik va» d# Engelsche
oen nieuwen tocht. Op den
bevelvoerder.
MACKTSWÉER V T
f...1W c!e 'LfS A Mnoot-06 gevotgek pdUn-k a,„
voar de velHffhe# At den Stilte*
Nï&ave \vilig*i&»e&y:jB3:irj(ter> £k'!'d-&it>enCk*'ji3r) l'ene Oosten deer
Sntocte a* Zuld'Atnwlkaamctto sfHtt&u-ltert. (HaaitMnQ}-
VAN DE
Onder de weinige, nog regeerende
monarchen, speelt de jonge koning
van het land aan den Nijl op bet
oogenblik wel een zeer belangrijke
rol.
Faroek I werd op 11 Februari 1920
te Cairo geboren als eenige zoon van
Koning Foead I, die met toestem
ming van Engeland in 1917 als eerste
sultan van Egypte den troon besteeg
en in 1022 als koning van den onaf-
hankelijken souvereinen staat Egypte
door Londen werd erkend.
Door zijn moeder, koningin Nazli,
heeft koning Faroek Fransch bloéd
in de aderen. Zij is n.1. een achter
kleindochter van een Fransch offi
cier, die als kolonel met Napoleon I
naar Egypte kwam, later tot den
Islam overging, dienst nam in hèt
Egyptische leger en als Suleiman
Pasja stierf.
Als prins genoot Faroek aanvan
kelijk een zuiver Engelsche opvoe
ding, doch in de laatste jaren zorgde
de vertrouwde raadsman van koning
Foead, Ibrashi Pasja, voor het noo-
dige tegenwicht. Op wensch van
Engeland kwam Faroek in 1935 naar
Londen om zijn opvoeding te vol
tooien. Zijn verblijf in Engeland was
echter van korten duur, want toen
koning Foead op 28 April 1936 stierf,
werd zijn zoon tot koning geprocla
meerd. Zoolang hij minderjarig was,
behartigde de ministerraad evenwel
de regeeringszaken.
En dusga weer eens uit. Bezoek
schouwburg en concertzaal, ten minste eens
per week. Gij zult er zelf wel bij varen
en er bovendien een goed werk mee doen
voor onze kunstenaars en voor onze ver
worven bezittingen van geestelijken aard.
FAROEK I, KONING VAN EGYPTE