'AME5 RUBRIEK
Nieuwe grondstoffen
openen nieuwe
gezichtpunten
Kteiniq.He.dmj die. imaH
moeite qeum
WARME CAPE VAN
WOLRESTEN
Afwerken van een roksplii
KNIPPATRONEN
Wanneer wij vroeger artikelen kochten,
die van andere grondstoffen gemaakt wa
ren, dan in den regel te doen gebruikelijk
was, dan spraken we min of meer gering-
ïshattend over „Ersatz". Gaarne geven we
toe, dat de grondstoffen, welke een aantal
Jaren geleden toegepast .verden, om andere
te vervangen, niet altijd een volwaardig
product leverden in tegenstelltog piet die,
welke den fabrikanten thans ter beschik
king staan. Van cellulose en melkwol wor
den in de toekomst alleszins volwaardige
weefsels gemaakt. Ieder onzei; herinnert
zich zeker nog., hoezeer men in den loop
der jaren b.v. kunstzijde heeft weten te
vervolmaken.
In de Duitsche laboratoria heeft men tal
van nieuwe grondstoffen op scheikundige
wijze weten samen te stellen, die aan hooge
eischen voldoen en waarvan gebruiks- en
ftiode-artikelen gemaakt worden, die niet
met een schouderophalend „Ersatz" voor
bijgegaan mogen worden. Wij zullen ons er
slechts toe bepalen, de aandacht te vesti
gen op een nieuwe grondstof, het edelkunst-
hars Trolon, dat vele mogelijkheden biedt
m zich niet alleen in allerlei vormen door
den draaier laat verwerken, doch ook op
kunstzinnige wijze uitgesneden kan worden.
Trolon zal een vooraanstaande plaats in de
mode-industrie gaan innemen, omdat het
tich door de mooie en zeer aparte kleur
effecten leent voor de fabricatie van knop
pen, gespen, clips en last not least
voor allerlei sieraden.
Het Frankforter Modeamt houdt zich
eveneens bezig met het uitvinden of ver
volmaken van verschillende nieuwe grond
stoffen, die niet alleen voor Duitschland,
doch ook voor export bedoeld zijn. Naast
Elastophan, Mipolam en Plexiglas van
het laatste maakt men zelfs schoentjes
al dan niet gecombineerd met een leer
soort treedt ook vischleder op den voor
grond. De eerste proeven met vischleer wer
den het vorig jaar reeds genomer, alhoewel
dti materieel niet geheel en al onbekend
meer was en reeds werd aangewend voor
het maken van kleine kunstnijverheids-
artikelen.
De Offenbacher leerindustrie houdt zich
sedert drie jaar bezig met het looien en ver
ver der vischhuiden, doch tot dusverre was
het niet gelukt deze nieuwe grondstof ook
in de mode-industrie te verwerken. Het
Frankfurter Modeamt is hierin evenwel ge
slaagd en de ervaring heeft geleerd, dat
men vischleder op andere wijze dient te
verwerken dan tot dusverre gedaan werd.
Smalle en langgerekte banen worden op
ipeciale wijze met elkander verbonden er
ook het knippen vereischt vakkennis.
Wat duurzaamheid betreft, behoeft visch
leer niet voor suède noch voor zeemleer on
der te doen, terwijl het waterdicht is en
zich zeer goed laat verwerken. Men kan het
inet kleine steken naaien en naar gelang
luiks noodig is ook plakken. In de schub-
V)en diagonalen is het leer eenigszins rek
baar, doch ook door strijken kan men het
een weinig rekken of desgewenscht doen
krimpen. Strijken geschiedt steeds met ma
tig warm ijzer over het droge materiaal
en op den verkeerden kant.
Men verwerkt vischleer als op zichzelf
staand geheel, doch ook in combinatie met
andere materialen. Het feit, dat dit leer zieh
uittsekend in alle gewenschte kleuren laat
"nerven, maakt het mogelijk, dat het gecom
bineerd kan worden met middag- en avond
japonnen. Op onze schets ziet men een
dienr-japon aangegeven, bestaande uit lan
gen, strak om de heupen sluitenden rok,
van wollen «tof met zwart-zijden blouse in
shirtmodel, met vest van vischleder in cy-
clamt-kleur, waaraan de teekenigg der
wfrubben een zeer apart effect geeft.
Het Modeamt te FrankfUrt am Maiji heeft
ook manteltjes, blouses, regenkapjes, cape-
Jee, hoeden, ceintuurs, handschoenen en
handtaasdhen van vischleer, terwijl het een
Ébdelooze reeks van mogelijkheden biedt
als garneeringsmateriaal, zoowel voor klee
ding als schoeisel.
Alhoewel men ook de huid van enkele
andere vischsoorten bewerkt, komen toch
in de - eerste plaats alle soorten zalm in
aanmerking. Zeer begrijpelijk wordt de
vischvangst door den oorlog beïnvloed en
heeft men niet de beschikking over dezelf
de hoeveelheid huidjes, die in vredestijd
aangevoerd kan woTden. In Frederica (Jut
land) heet men een verzamelplaats voor
vischhuiden, die alleen reeds 10 millioen
1 huiden van schollen aflevert aan Duitsch
land, terwijl men thans ook in Denemar
ken begonnen is met het looien van visch
huiden.
Men ziet, dat de moeilijke tijdsomstan-
digheedn den mensch steeds vkidingrijker-
maken en hem nieuwe wegen doen vinden
om het oude te vervangen. Mevrouw Mode
maakt hier dankbaar gebruik van en kan
haar volgelingen'"steeds weer nieuwe ma
terialen bieden, die aan de hoogste eischen
voldoen.
BEHANDELING
VAN VISCH
Wanneer men visch. klaar maakt wil men
deze niet slechts smakelijk toebereiden,
doch tevens zoo voordeelig mogelijk. Be
vroren visch mag nimmer in warm water
ontdooid worden, doch men legt ze op een
schaal in de verwarmde keuken, wacht
totdat het ijs ontdooid is, waarna men
schelvisch b.v. kan fileeren of in haar ge
heel stoven of koken. De visch wordt voor
de bereiding niet van de huid ontdaan,
aangezien hierdoor te veel voedingsstof
fen verloren zouden gaan uitzonderin
gen daar gelaten. Visch wordt met weinig
water toebereid en dit kan behalve voor
soep ook voor de saus gebruikt worden.
Voor vischsoep kan men de koppen aftrek
ken en er wellicht, indien er een groote
hoeveelheid noodig is, nog enkele goed-
koope vischjes bijvoegen. Kleine visch
wordt steeds van onder naar boven open
gesneden om schoon te maken en met een
enkele handbeweging verwijdert men de
ingewanden. Het afschrappen der schub
ben geschiedt gemakkelijker, indien men
met de linkerhand een vork aan den staart
steekt, waardoor men de visch steviger
vast kan houden, met de rechter hapd
wordt het mes gehanteerd, dat men zoo
vlak mogelijk moet houden.
Voordat men, na het knippen van de
stof voor een of ander kleedingstuk, de
opgespelde patroondeelen afneemt, moeten
alle aanwijzingen, en natuurlijk oo'k den
omtrek der verschillende onderdeelen op
de stof zijn aangegeven. Men vergemakke
lijkt het werk hierdoor in hooge mate om
dat men precies kan zien op welke plaats
uitnaadjes worden aangebracht, mouwna
den in het armsgat gezet dienen te worden
enz. Bij stevige katoenen weefsels, bij lin
nen, voering e. d. kan gebruik gemaakt
worden van een radertje, bij zijden en wol-
ton weefsels maakt men gebruik van
spelden of kleermakers krijt, bij zeer fijne
weefsels speldt men de patronen op met
fijne naalden en rijgt men met zijde in-
plaats van met rijggaren. Het doorslaan
vindt plaats bij patronen, waarvoor men
dubbele stof noodig heeft. Men naait de
stofdeelen langs den omtrek door middel
van rijgsteken met een dubbelen draad op
elkander en laat na iederen steek een lus
op de boveastof liggen. Hetzelfde past men
toe bij uitnaden e. a. aanwijzingen, daarna
neemt men beide stofdeelen van elkander
en knipt de rijgsteken door, waarn^i pp
beide deelen het patroon met dezelfde lij
nen aangegeven is.
Spiegels, die met vliegenvuil zitten of
aangeslagen zijn, maakt men schoon met
een papje van fijn krijt en spiritus, daarna
met een drogen doek afwrijven en ten
slotte met spons en zeem afnemen.
Ook vensterruiten maakt men op deze
wijze schoon, doch men lette er op, dat dit
niet gedaan wordt gedurende de zonnige
uren van den dag. Nawrijven met zachten
doek verdient aanbeveling.
Men kan deze warme cape zoo
wel van twee als drie kleuren wol
breien, desgewenscht kan men
hem in één kleur werken, een. en
ander zal verband moeten houden
met de beschikbare hoeveelheid
wol of met het puntenoffer, dat
we kunnen brengen. De cape be
staat uit 12 deelen, en wordt ge
breid volgens het patroon, dat in
den rechter benedenhoek is aan
gegeven. Ieder deel wordt aan den
onderkant begonnen met drie ste
ken, waarna men eerst meerdert,
totdat de punt de vereischte breed
te heeft, daarna minndert men ge
leidelijk aan. Het patroontje is in
den gerstekorrel gebreid: averecht,
recht, versprongen. Nadat alle
twaalf deelen gehaakt zijn worden
zij dicht langs de kanten gestikt,
terwijl men de naden plat moet
strijken over een vochtigen doek
op den verkeerden kant. Als af
werking van den geheelen buiten
omtrek een toer vasten. Het hals
boord is 2 c.M. hoog en is van
vasten, gehaakt; de eerste toer
wordt in de breisteken gehaakt.
Sluiting met een koord met pom-
poms of met een lint.
Het spilt van een rok geeft
vele beginnelingen meer
malen moeite en toch is het
een zeer eenvoudig werk,
zooals men aan de hier
onder volgende aanwijzingen
kan zien. Het split wordt
meestal aan den linkerkant
gemaakt en meestal wordt
den onderslag tegelijk bij
het knippen der rokdeelen
aangeknipt. Men vouwt den
rafelkant X c.M. in en vouwt
de stof zoodanig om, dat de
zoom steken een voortzetting
eyn van de stiknaad. Indien
geen stof aangeknipt is,
stikt men een reep van
5 e.M. aan, slaat deze om
en zoomt hem op de stik-
steken, waarna de onderslag
als hij genaaid en geperst
is 2 c.M. breed zal z(Jn. Voor den boven
kant stikt men een reep stof aan, strijkt de
naad plat en zoomt de stof op met onzicht
bare steekjes. De breedte van bet split zal
zien richten naar de dikte van den stof en
IETS OVER KLEURENLEER
De kleuren spelen een groote rol in het
leven der menschen, te meer, daar zij de
stemming in hooge mate kunnen beïn
vloeden. Kleuren spelen niet minder
grooten rol bij de keuze der kleeding, te
rneer, daar een vrouw met verschillende
factoren rekening te houden heeft in ver
band met haar type. De meeste vrouwen
'hebben een lievelingskleur, zelfs bepaalde
tinten waaraan .zij een voorkeur geven,
doch er zijn weer anderen, die alleen een
of andere keur kiezen, omdat toevallig
haar oog op een vc-deelige lap stof valt.
Slechts weinigen b uden rekening met
het feit, dat er volgens de kleurenleer be
paalde wetten zijn, waardoor men gebon
den is, en regels, die men in bepaalde ge
vallen te volgen heeft.
Een vrouw met een hoogroode kleur kan
geen roode japondargen, tor wijl donkerrood
zich uitstekend leent om de gelaatstint,
blanker te doen schijnen.
Pastelgroen past bij de blondine met een
frissche teint, doch kan niet door vrou
wen met rossig of uitgesproken rood haar
gedragen worden, alhoewel deze meestal
een fijne huid en mooie gelaatstkleur heb
ben. Deze typen zullen evenmin kleuren
kunnen dragen, die naar oranje overhellen,
terwijl donkergroen een geschikte kleur
voor rossige vrouwen is alhoewel de juiste
schakeering met zorg gekozen dient te
worden.
Geel past bij donkere typen, vooral bij
bruin en zwart, alhoewel de gelaatskleur
ook hier een stem in het kapitael heeft,
want in vele gevallen kan deze kleur aan
de huid een weinig flatteuse tint geven»
Blonde vrouwen voelen zich in dén regel-
slechts weinig aangetrokken tot geel,
daarentegen meer tot pastelkleuren en
vooral tot het zachte blauw, dat mep al?
bleu aanduidt. Paarse tinten, meer naatf
het warme roodpaars overhellende leen en
zich bij uitstek voor grijze dames, alhoe«
wel het een kleur is, die over het algemeen
weinig afttek vindt en zelfs geen groot?
kansen heeft, indien het tot modekleu/
wordt gepromoveerd.
Brunettes zullen bij voorkeur haar keu*
op een andere kleur dan blauw moéten
bepalen en kunnen zwart dragen, mits dit
gecombineerd wordt met een halsgarnee-
ring in een toon, die bij haar type past
Ivoorkleur en crème passen evenwel bij
donkere vrouwen, beter dan bij haar
blonde sexegenooten, wier teint door hei
de*kleuren niet voordeelig uitkomt. Zwart
is een kleur, die vele mogelijkheden biedt,
omdat men zooals gezegd het in han
den heeft door een bijkleur de teint op te
halen of indien deze erg kleurig is te
temperen. Te weinig vrouwen realisee.en
zich, dat kleuren in hooge mate haar ver
schijning beïnvloeden en dat zij niet straf
feloos alles kunnen dragen, wat zij qua
kleur mooi vinden.
In dit opzicht kunnen we weer zooveel
van de Fransche vrouwen leeren, die bij
zonder voorzichtig in 'haar keus zijn en'een
groote voorliefde voor zwart aan den dag
eggen. Met den haar aangeboren smaak
weten zij het juiste detail te kiezen, dat
soms slechts uit een bloem, een garnituur,
een strik bestaat, doch zóó is, dat haar
verschijning steeds als volkomen geslaagd
beschouwd kan worden.
Iets, waaraan slechts zeer weinigen den
ken is de keuze der sieraden, die bij een
bepaalde japon gedragen worden. Hoe
vaak ziet men niet, dat in ringen of han
gers steen en zijn, die niét alleen onder
ling detonueeren, doch ook met de kleur
van de japon,in disharmonie zijn, hetgeen
gemis aan smaak verraadt.
Inderdaad kan men niet voorzichtig ge
noeg zijn bij het kiezen van kleuren, en
hoewel men meestal intuitief voelt, wat
men kan dragen, vallen bij aandachtige
beschouwing toch vele fouten op. Het „Ken
uw type" is ongetwijfeld een eerste ver
eischte om te voorkomen, dat men al te
zeer zondigt tegen de eischen, die de kleu
renleer stelt.
Vruchten enz. worden
op hangende
„rekken"
bewaard
„Overleg is het halve werk'"
zegt een oud spreekwoord
en overleggen in allerlei op
zicht is thans het parool.
Iedere huisvrouw zal in dezen
tijd gaarne een kleinen voor
raad hebben van verschillen
de levensmiddelen, terwijl
ook appelen en uien niet
vergeten mogen worden.
Heeft men niet de beschik
king over een kelder met de
noodige planken, waar een en
ander uitgelegd kan worden,
dan zijn de hangende rek
ken, die onze schets te zien
geeft inderdaad zeer prac-
tisch te noemen. Aan de zol
dering worden haken aange
bracht, terwijl men aan plat
te kistjes touwen bevestigt op
de wijze, zooals de schets aan
geeft. Inderdaad zal deze.
practische oplossing veel na
volging vinden.
is deze zeer dik, dan kan men beter boven
en onderbeleg van satinet of voering
knippen.
Afwerken met drukknoopen.
Steeds meer maakt men
van de gelegenheid, die de
mode ons zoo vrijelijk biedt,
gébruik om ook mantels van
tweeërlei stof te maken, ook
bontstof leent zich hier bui
tengewoon goed voor, te
meer, daar het zich niet al
te moeilijk laat verwerken
in tegenstelling met bont,
dat groote vakkennis ver
eischt.
Bontstof dient evenwel in
goede kwaliteiten gekocht te
worden, waarbij het patroon
ingeweven is, hetgeen men
aan den achterkant duidelijk
kan zien. Deze weefsels ver
liezen dan ook hun bontef-
fect niet, wanneer zij aan re
gen bloot gesteld zijn.
Zeer chique staat ook een
mantel van bontstof, die
evenwel menigmaal gecom
bineerd wordt met doorge
stikte stofreepen in donker
der uitvoering b.v. langs
voorpanden, zakken en mou
wen en meermalen is dan
ook de kraag van dit mate-
teriaal. Deze samenvoeging
van weefsels geeft niet al
leen een aprt effect, doch
toont zich in de practijk zeer
practisch.
SUCCESPATROON A 6f9.
Prijs 40 centl
is een mantel van bontstof, waarvoor men
zoowel de imitatie van ocelot als pèrsianer,
Indisch lam e.a. kan aanwenden. Aanslui
tend model met middensluiting met haken
en oogen. Mouwen, die naar den pols toe
wijder worden en met rechten manchet
zijn afgewerkt.
Platte, afgeronde kraag. In het midden
aeeft.
Patronen in de maten 444848.
SUCCESPATROON A 620.
Prijs oO cent.
een combinatie aan,, die zoowel van stof
met bont als bontstof of een zware kwali
teit fluweel uitgevoerd kan worden. Pas,
BONTSTOF ALS GARNEERING
EN ALS AANVULLING
A 619
A 620
A 620
ondergedeelte mouwen en onderkant zijn
van het aanvullende materiaal gemaakte
Sluiting met knoopen der garneering.
Patronen in de mate n424446.
Ten slotte vestigen wij de taandacht op
den mantel met vleermuismouwen, waar-(
aan tevens een deel van pas en zijstuk-^
ken is aageknipt. De mouwen, die onder,
den elleboog ingehaald zijn, worden met'
een langen manchet afgewerkt. Kleinek
bontgarneering aan hals en ceintuur.
Te bestellen onder no. A 621. prijs 5CT)
cent.
Patronen 384042.
Patronen naar maat worden van deze,
mantels verkrijgbaar gesteld pa toezen#
ding van ƒ1.