Rob, de moedige Oost-Indiër
m
IK
IER
an 10
istiek
ge.
oor kleine Tuinen.
Gymnastiek en Sport
GRABBELTON
Oprichting van een
Geitenfokvereeniging,
N,
ct
aar
«kering
anwezlg.
Ffalaar
el. 2524
nhorst
h
In
Spit in den rug.
UIT DE LITTERAIRE
MIJNHEER ZWARTKIJK,
VVV Tnijnllcvzdltf&i
ig m
ivoor-
i NA
cte NX
ïrsus en
boet-
Baarn
wijze vrij
btslomme-
t ingaande
|ft ongewij-
ordiger
.AAN 4
nes, Heg>»
Dodzagen,
en vijlt
SoestdijU
55
d-
GLADIOLEN EN ANEMONEN
Thans is het de meest gewenschte tijd
om Gladiolen te planten. Deze bloeien
dan omstreeks de maanden Juli en Au
gustus, Wie b.v. in Mei Gladiolen uit zou
planten, krijgt pas in Augustus en Sep
tember bloemen. Wanneer de Gladiolen
worden geplant met het doei om straks
snijbloemen te hebben, heeft men het
meest aan de grootbloemige soorten. De
grootbloemige Gladiolen heben echter 'n
steun noodïg van latwark en worden
daarom meestal op bedden uitgeplant
op afstanden van 12 k 15 centimeter.
Wie grootbloemige Gladiolen tusschsn
de vaste planten zet, doet verstandig,
om ze in groepjes te planten: er worden
dan eenige stokjes bijgezet, waaraan de
stengels later kunnen worden vastge
bonden.
De kleinbloemige Gladiolen (Gladio
lus Primullnus) zijn een nieuw ras van
dc laatste jaren. Deze vallen bij slag
regen e.d. niet zoo gauw om, en kunnen
we daarom uitstekend tusschen de an
dere vaste planten gebruiken. Deze va
riëteit levert schitterende kleuren.
Anemonen zijn vooral bekend om
baar frissche kleuren, terwijl de bloe
men wel een paar weken in de vaas
goed blijven, vooral de enkel-bloemige
6oorten. Anemonen laten zich nogal ge
makkelijk kweeken. We planten de
klauwtjes thans op een zonnige plaats uit
op een diepte van 3 centimeter en onge-
reer 4 5 c.M. uit elkaar. Ook Montbre
tia's worden bij voorkeur in groepjes ge
plant. De bolletjes komen 5 6 centime-
Ier diep in den grond en hebben 'n on
vierlingen afstand noodig van 12 Y5 cen
timeter. De bloemen varieeren in kleur
van warm-geel tot diep oranje en rcod.
Oranjekleurige Montbretia's zien we ech
ter het meest. Omdat Montbretia's ja
ren lang op dezelfde plaats kunnen blij
ven, worden ze dikwijls in den border
Uitgeplant. De Montbretia levert even
eens een fijn bloemetje voor de vaas.
Indien het weer dat toelaat, kunnen nu
de eerste bloemkoolpJanfjes worden uit
gezet in den vollen grond, op afstanden
van 40 centimeter. (De latere bloemkool
komt op afstanden van 60 tot 70 centime
ter). Deze z.g. bloemkoolweeuwen werden
door kweekers in het najaar gezaaid en
C verwinter den onder glas. Particulieren
kunnen deze plantjes nu koopen, maar
'de kweekerïj is voor beginners erg ris
kant, vooral op grond, die niet erg
vruchtbaar is.
Poters voor vroege aardappelen kun-
Pnog steeds worden uitgezet, ecfr-
hiermede moet toch niet te lang
rr worden gewacht De grond voor
latere aardappelen moet nu worden
gespit, om het pootmateriaal in den loop
Van April uit te zetten.
(Nadruk verboden).
ontwikkelen zich daardoor In de rich
ting lang en dun, dus ondoelmatig.
Wanneer ruen de romp buigt in het
borstgedeelte van de wervelkolom, dan
veroorzaakt men een sterke samentrek
king der rugspieren die hierbij 'n groote
weestand m eten onverwinnen. Die weer
stand is het gevolg van het uitrekken der
spieren en banden tusschen de ribben on
derling, de ribben en wervelkolom en
tusschen de verschillende wervels.
Bij het romp achterwaarts buigen zou
onwillekeurig ook het lendengedeelte
worden gebogen, doch dit moet worden
tegen gegaan door een zeer sterke sta
tische contractie van de buikspieren, in
't bijzonder de rechte buikspier. Ook
de schuine buikspier werkt hierbij sterk
mede.
De buikspieren worden dus door deze
beweging doelmatig ontwikkeld.
Romp zijwaarts buigen.
Deze beweging heeft uitsluitend plaats
!n het borstgedeelte van de wervelkolom
en wel door samentrekking van de on
derste bundels van de monnikskapspie
ren, de breed erugspieren, de gemeen
schappelijke rugtrekkers en de schuine
buikspier, aan de zijde der beweging.
Ook de tusschei dwars u'tsteeksels spie
ren, aan de zijde der beweging, werken
hier sterk mede. Het buigen In het len
dengedeelte wordt hierbij belet door het
sterke tegenwerken door statische con
tractie van de vierkante lendenspier aan
de tegenovergestelde zijde.
Bij het naar rechts buigen wordt de
borstkas aan de rechterzijde in elkaar
gedrukt. De linker zijde en dus de linker
long, wordt zooveel mogelijk verwijd.
H e door ont t at s anning in de ver
schillende banden en spieren, die uit
gespannen zijn tusschen de linker ribben
en de linkerzijde van de wervelkolom.
Deze spanning veroorzaakt een groote
weerstand en maakt dus krachtige voort
durende inspanning van de buikspieren
aan de rechterzijde noodzakelijk, om de
bocht te handhaven. Is deze beweging
eenmaal zoover tot stand gekomen, dan
wordt verder gebogen door de werking
van de zwaartekracht, om dat de linker
vierkante lendenspier het tegenwerken
opgeeft.
A. H.
Wordt vervolgd.
Door hun uitdrijvend*- en pijnstillende wer
king helpt hierbij altijd veilig «n vlug als geen
ander een poeder of «achet van Mijnhardt.
Mijohardt's Poeders per stuk ft ct. Doos 45 ct.
Caehcts, genaamd „MIJNHARDTJES" Doos
10 an 50 cent. N.V. Pbarmaceutiache
Fabriek A. Mijnhardt, Zeist.
Thans zullen we de werking der spie
ren bespreken, wanneer men de romp
achterwaarts buigt.
Door de zwaartekracht van* het lichaam
heeft er 'n geringe samentreking plaats
*an de lendenspieren.
Hierbij wordt ook, door de werking
,van de zwaartekracht, het borsfgedeel'e
van de wervelkolom 'n weinig gestrekt.
De rugspïeren werken bij deze beweging
zoo goed als niet. Alleen de buikspie
ren beperken de snelheid van de ach-
ferwaarfsche beweging en brengen den
tomp weer in. den tegenover gestel den
Btand terug.
Bij deze arbeid worden de buikspie
ten telkens zoover mogelijk uitgerekt om
Sot normale lengte terug te keeren; zij
VAN
HET BESLISSENDE
STADIUM. GIFGAS?
Wie is er be
gonnen'/
Zax dat de
vraag zijn dis
er dan practisch
niets meer aan
zal at- of toe
doen waaneer
straks de oor'og
wellicht is ont
aard in een al-
Ieronmensche-
lijkste misdaad,
in een „strijd"
met de gemeen
ste wapenen, in
een verdelgings-
act-e van alle menschelijk leveö
Naar mate de beschaving is gevorderd
en wetenschap zoowel als techniek „voor
uitgingen", is het moeilijker geworden
om een conflict tusschen volkeren van
ongeveer gelijke sterkte op de ouderwet-
sche ridderlijke, zij het altijd bloedige
en droevige, manier uit te vechten.
Zal de beschaving in zulke omstandig
heid van onvermogen door gelijkheid van
kracht en kunnen zich verlagen tot de
minder dan dierlijke methoden, waartoe
een miskende eigenwaan het genie kan
verleiden?
Reeds in den vorigen wereldoorlog is
men de z.g. strijd, in werkelijkheid de gif
gassen, gaan toepassen op een moment,
toen de normale strijdmiddelen leken
te falen om een beslissing te bewerk
stelligen.
Dat zoo iets wederom, en op grooter
schaal, zou kunnen gebeuren, hebben we,
vóór het uitbreken van dezen oorlog, niet
willen geiooven. Vandaar de tegenzin in
zake het aanschaffen van gasmaskers.
Ik herinner het me nog, hoe Ik ruim
een jaar geleden schreef, dat de propa
gandistische „gasmaskerade" een dolzin
nige uiting van oorlogspsychose was.
Want, zco redeneerde ik, als "n strijden
de partij in Europa met gifgassen begint
dan grijpt men naar een middel tot oor
logvoering, hetwelk den sterkere zwak
maakt tegenover den zwakke, omdat de
immoreele kracht van den zwakke even
onbeperkt is als di evan de allersterk
ste.
Gas kan tegenover gas worden gesteld en
niemand kan de partij, die met gas wordt
bestookt, beletten om met nog erger mid
delen te antwoorden, d.i. met giftiger gas,
met kolven microben en bacteriën, met
al het ontuig, waarover de moderne we
tenschap ons de beschikking heeft gege
ven.
Is het geen erkenning van de impas
se, waarin de oorlogvoerenden op he
den zijn geraakt, dat men elkander over
en weer begint te wantrouwen inzake de
voornemens al of niet in werkelijk
heid bestaande ven het gebruik van
gifgassen?
De discussies terzake zijn geopend.
Engeland, zso heette het in de Duitsche
berichten, vertoont een opmerkelijke ac
tiviteit inzake afweer van strijdgassen.
Koestert men, zoo vraagt de Duitsche
pers, in Engeland plannen en tracht men
er zich te dekken tegen de gevolgen van
eventueele Duitsche reacties? Neen, ant
woordde men in Engeland, maar we we
ten het een en ander omtrent Duitsche
voornemens dienaangaande en daórom.
enz.
Het onderwerp, dat vloekt tegen de
minste begrippen van beschaving, is in
discussie gekomen.
We kunnen niet voorzeggen, wat er te
gebeuren staat, maar als de oorlog In
een gifgassenstrijd mocht overgaan, dan
zou het initiatief tot den vrede wel eens
op beslissende wijze in handen kunnen
worden genomen door een tot wanhoop
en razernij gebrachte burgerbevolking.
Dat moge men overal ter wereld in
zien, waar de beschaving tot in gifgas-
gebruiken hoogtij viert.
OOK DE JOURNALISTIEK
IS EEN VAK.
Waarschijnlijk niet al mijn lezers zul
le 't Welvarende Drentsche stadje Hoo-
geveen kennen. Hun, die dez~ kennis
missen, kan ik zeggen, dat Hoogeveen de
moeite eener kennismaking waard is.
De bevolking kenmerkt er zich door
een gedegen, maar gezond conservatis
me. Des avonds o negen uur luidt de
klok van het raadhuis om kenbaar te
maken, dat in de gezinnen de pap gege
ten dient te worden en des Zondagsmor
gens gaat de trommelslager rond om de
menschen uit te noodfgsen, zich achter
hem te scharen en gezamelijk ter kerke
te schrijden. Zijt ge er als vreemdeling
getuige van, schrijdt dan mee, want on
der de kerkuren zijn de café's bij ge
meentelijke verordening gesloten.
Hce ernstig de Hoogeveensche bevol
king ook is, somber is zij niet. Dat laat
ste verzekert ons althans een medewer
ker aan een der bladen uit de streek,
die getuige was b de ingebruikstelling
van het nieuwe raadhuis.
Hij was blijkbaar zwaar onder den in
druk van het gebeuren, want hij legt zijn
gevoelens bloot In korte, afgemeten zin
netjes, zooals dat past bij cene den
adem benemende gelegenheid.
We zullen enkele stukjes uit zijn ar
tikel citeeren;
„Kwart over twee. Stoer en sterk staan
de stoelen in de nieuwe raadzaal. Stoer
en sterk, daarom precies passend in het
milieu. Want stoer en sterk rijzen de
wanden aan de zijden, sïoer en sterk
loopende moerbinten langs de zolde
ring. (Hij zag ze heusch loopenI) Dat
is Holland op z'n best. Geen ophef, geen
pracht en praal, maar alles oerdegelijk,
sober en goed. Maar niet somber
N et somber, die nieuwe raadzaal. Want
helder groen Staat de bekleeding der
wanden in de donkere omlijsting
Niet somber is die nieuwe raadzaal. Maar
wel plechtig. Alles spreekt ook van de
ernst van hoogere dingen. Daarom is het
echt Hoogeveensch, daar in die nieuwe
raadzaal, want dat weten de burgers
allen nog, alles moet gezien worden in
hcoger licht.Het ïoo^t naar halt drie.
Burgeressen en Burgers vullen de publie
ke tribune. De menschen zijn als de
zaal: eenvoudig en degelijk, ernstig zon
der somberheid. De knoopen van de die
naren der openbare macht vangen het
licht op en kaatsen het speels terug.
Half drie: burgemeester, wethouders en
raadsleden komen binnen. Het college
van B. en W. schrijdt naar hun (bedoeld
is: zijn) zetels. De raadsleden moeten
even onwennig hun ketels zoeken, hen
paar mtiuten. De burgemeester spreekt.
Hij staat daar met de ambtsketen om.
Volkomen op zijn plaats hier. Trouwe en
eenvoudige figuur. Op en top magistraat.
En tegelijkertijd wetend, dat alle gezag
komt van boven. Kalm en duidelijk gaan
zijn woorden door de zaai. Het oudste
raadslid spreekt, 'n Niet meer jong man.
Zijn gezicht spreekt van een lang leven
met strijd en zorg. Maar ook van stand
houden. Een wijs man. Zijn redevoering
haalt hij uit een groote gele vensteren
velop. Dus een man, die in zijn kring
een vooraanstaande plaats bekleedt.'
We willen het bij deze citaten laten.
Eén goede zijde heeft dit! verslagge-
deelte gehad. We weten nu, dat de weg
naar de vooraanstaande plaatsen in deze
samenleving en de vorming van wijze
mannen niet meer kiopt door of langs
Dalmeijer's Instituut, maar dat de noo-
dige wijsheid en kennis te vinden is in
een „groote gele vensterenvelop".
Ernstig was mijn steming, toen ïk het
boven geciteerde krantenartikel las.
Ik hoo pop de dingen der nieuwe orde,
welke we aan het bouwen zijn.
Eens zal het worden erkend, dat ook
de journalistiek 'n vak is en dat die niet
mag worden misbruikt door een of ander
winkeliertje, die van een partijtje onver-
koopba^ï gele venster en vel oppen moet
zien af te komen.
om te ko en tot ras cQ daat;\
mede tot een goede productie
Want om het laatste is het toch b'egötfö
nen. In dezen tijden, nu de melk, die 'de
melkboer brengt, niet meet xijn volle vet-*
percentage heeft en bovendien vrij piIjK
zig is, is het bezit van een goede melk-(
geit een groot voordeel. Een goede melkt
koe levert per jaar ongeveer het 8-—IQ
voudige van haar lichaamsgewicht aan
melk, een goede melkgeit echter wel het
1820 voudige van haar lichaamsgewicht
en daarbij heeft geitenmelk belangrijk!
hoogere voedingswaarde dan de beste
koemelk, terwijl zij daarenboven tuber*
celvrïj is.
Tuberculose komt onder rundvee voor
van 2530 pCt., tegen 2—3 pCt. bij geit
ten.
Vooral met het oog op de voeding van
kinderen kan hierop niet genoeg de aapt
dacht gevestigd worden. Geitenmelk,
rauw gebezigd, is een voortreffelijk voe-
dingsmidel voor kinderen en zieke of
zwakke personen.
„Eendracht maakt macht". De veehou
ders weten allang, dat zij de groote
waarde van hun vee lte danken hebben
aau den doelbewusten arbeid van de
groote fokvereenigingen. Zoo is het cok
met den geitenteelt. De laatste jaren is
hieraan dan ook hoe langer hoe meer
de aandacht gevestigd, wat geleid heeft
tot 'n aanzienlijke verbetering van het
geitenras en daarmede tot hoogere pro-*
ductie.
Dat het houden van geiten waarlijk nief
als onbelangrijk moet worden beschouwd,
blijkt uit de prijzen die tegenwoordig
voor goede melkg-ifen gemaakt wordt«
Tot meer dan f100.— wordt voor een
goede melkgeefster gegeven.
Ook hier ter plaatse is, door de tijds
omstandigheden, het houden van geiten
zeer toegenomen. Sinds een maand of
acht ben ik zelf in het bezit van een
paar geiten, waarvan wij tot dusver nog
slechts genoegen en aanzienlijk voordeel
hebben gehad, En zoo zijn er hier tet
plaatse meer, die voorheen, toen de koe*
melk volop en tegen schappelljken prijs
was te verkrijgen, er niet aan zoudeft gc-^
dacht hebben zich een geit aan te schaft
fen.
Naar mïj bij informatie bleek, wordeïi
momenteel in deze gemeente minstens
100 geiten gehouden.
Wordt het dan ook niet de hoogste tijd
om over te gaan tof de oprichting van
een vereeniging van Geifenhouders?
Door onderlinge samenwerking ka^
zeer, zéér veel gedaan worden wat heft
ras en daarmede de houders van de
geiten Acn goede komt, terwijl de ge*
meeschappelijke belangen ook op andeij
gebied hierdoor kunnen gediend wordeti.
Geifenhouders, die hun belangen in^
zien en willen medewerken om te komen
tot het oprichten van eon vereeniging van
geifenhouders, verzoek ik mij hun naam'
en adres te doen toekomen, opdat zoo
spoedig mogelijk stappen kunnen geno£
men worden om daartoe te geraken.
Mr. J. H. VAN DOORNE)
Lange Bergstraat 3, Soestdïjk.
De tijd, dat men de geit „de koe van
den arbeider" noemde is voorbij.
De laatste jaren heeft hef houden van
een of meer geiten ook menigen niet-ar-
beider nut, voordeel en genoegen ver
schaft. En meer dan ooif is het thans tijd
hieraan de noodige aandacht te beste
den. Want hef is met hef houden van
geiten precies gesteld als met het houden
van pluimvee, konijnen of bijen: lief
hebberij moet gepaard gaan met kennis,
en eerst dan kan men naast genot ook
voordeel verdachten. En door onderl.n-
ge samenwerking kan ook op dit gebied
slechts bereikt worden wat noodig is
Hoofdpijn-Kiespijn
Helpen veilig en vlug. Doos 10 en 50ct
WINTERHULP NEDERLAND
ln ons vorig nummer hebben wij reeds
medegedeeld, dat de van 17 23 Maart
Jn onze gemeente gehouden lijsfencollec-
fe had opgebracht f1062.39.
Mede ter vergelijking laten wij thans
nog enkele uitkomsten van deze collecte
in enkele omliggende gemeenten volgen.
Amersfoort f 1682.81
Baarn f 683.37
De Bilt f1219.16
Zeist f 1570.55
Maartensdijk f 440.20
Eemnes f 89.75
109. Zonder verder een woord te zeg-
ben legde Rob 7.1 ch In volle lengte op
Won vleugïl met z'n gezicht naar de ma
china too, terwijl Daan z'n plaat» achter
Kapitein Smlth innam. Ze hadden slechts
evon gevlogen, toen ze eoa' schoener in
•t zicht kregen. Dichterbij gekomen was
1- 'eb dal dol Sik te ondenoheiden. Rob
hïef ztch' opgewonden op, want bij het
stuurrad lag een meisje geknield, niet
ouder dan twintig jaar. „Ze is vast niet
alleen op de Schoenerl" riep Rob uit.
110. Lorma beduidde Rob, dat ze wil
de dalen.
Rob knikte en het volgende oogen-
blik zwaaide de vliegmachine in een
groote cirkel omlaag. De drijvers scheer
den over het water en Rob maakte zich
gereed, om op de schoener te springen,
zoodra de gelegenheid zich voordeed.
111. Lorma bracht de machine han
dig zóó dicht bij het schip, dat Rob met
een fllnken sprong de touwen kon grij
pen en zich aan het schip optrekken.
„Scheelt er iets aan, juffrouwT' vroeg
hij, terwijl hij over de verschansing klom.
Het meisje, dat naast het stuurrad ge
knield lag, keek hem met groote, smeken
de oogen aan, maar antwoordde niet- „Ze
„Wat is er aan de hand met dit schipV"
Is te largo m te spreken", merkte Rob op
112 Spoedig klommen ook ouwe
Daan en Lorma aan dek. „Wat scheef! er
aan?" vroeg Rob nogmaals, terwijl hij
op het meisje toeliep. „Hoe komt 11
hier zoo alleen?" Als eenig antwoord
deed het meisje een diepe zucht van uit
putting hooren, liet het wiel los en zaktu
in elkaar. „Vlug Daan. ze valt flauw,"
riep Rob.