BULGARIJE - het Pruisen van
m den Balkan
Reeds in de negende
eeuw werd het eerste
Duitsch-Bulgaarsche
verdrag gesloten
Vreemde heerschappij stimuleerde een
krachtig nationaal bewustzijn
Levensomstandigheden niet altijd even rooskleurig,
maar tocht een rijke cultuur
Jonge boerin. Schoon zijn deze vrouwen in
flit land en van een edele, natuurlijke na
tuurlijkheid.
Het karakter van een land openbaart zich
meestal met ondubbelzinnige duidelijkheid,
wanneer n\en de grens eenmaal heeft over
schreden. Wie naar Bulgarije komt, zoo
mogelijk langs een der landelijke wegen
uit een nabuurland, zal verrast zijn. Of
schoon zeer bereidwillig en vriendelijk,
maakt de douanebeamte een gereserveer-
ïen en strengen indruk. Het kleine kan
toor ziet er proper uit en is omringd door
sen uitstekend onderhouden tuin. Een schit-
ierend land van orde, dit Bulgarije dat
Is de eerste indruk en men wordt in de da-
jen die volgen, niet ontgoocheld; integen
deel de nieuwe ervaringen onderstrepen de
ervaring bij de eerste kennismaking.
Wij rijden door het land. Het is in de
vlakten van zwarte aarde zorgvuldig in
cultuur gebracht, met katoen en tabak, mais
en paprika, ooft wijn en rozen. Overal
kleine boeren. In de dorpen, die ook al den
indruk maken bijzonder proper te zijn,
zitten de vrouwen en meisjes in haar bonte
kleederdracht voor de huizen en spinnen
wol. Maar het schoonste en nieuwste ge
bouw in een dorp is altijd de school. Ook
dat past in het karakterbeeld van den Bul
gaar. Want in dit Pruisen van den Balkan
gelijk het land dikwijls genoemd wordt,
kent men nauwelijks analfabeten.
Men maakt kennis met de menschen, die
gaarne bereid zijn om te helpen en wordt
daardoor prettig getroffen. De kleeren van
de vrouwen zijn hel van tint en in negen
van de tien gevallen door haarzelf gewe
ven. Wel zijn de tinten hel en bont, maar
nimmer zoo dat zij het oog niet zouden be
koren. Er ligt een milde ernst van den
harden arbeid over haar gezichten. Groot
en krachtig zijn de mannen; zij verraden
onmiddellijk dat wij hier te doen hebben
met een menschenslag, dat intelligent en
vooruitstrevend is. De boersche afkomst
cunnen zij nergens loochenen, ook niet in
len stad als Sofia, die men niet ten on
rechte wel eens het Amsterdam van den
3alkan heeft genoemd.
Dit is een eenvoudig feit, dat wh" vast-
itellen en het wil allerminst een negatieve
waardeering zijn; hier heeft de hoofdstad
van het land haar taak begrepen in dien
tin dat zij een school moet zijn van het
Westen, waar de boeren beschaving kun
nen verwerven.
Bulgarije strekt zich uit van den Donau
lot het Rhodopisgebergte, van Timok en het
meer van Ochrida tot aan de Zwarte Zee.
Het is in hoofdzaak heuvelland en bergge
bied, arm aan water zoowel als aan wou
den. De dalen zijn echter buitengewoon
vruchtbaar. De merkwaardige en specifieke
schoonheid van het land ziet men het beste
)p de Donauhoogvlakte, waar het weer heel
anders is dan in de bergen van het Zuiden
af de vlakte van Maritza. Niet in de laatste
plaats kan men daaruit de vlijtige levens
voorwaarden opnemen als iets natuurlijks,
cvaarin nu eenmaal geen verandering is te
brengen.
Bulgarije is slechts 110.000 vierkante kilometer groot en telt niet meer dan 6% mil-
lioen inwoners. Hoewel het door de Balkanoorlogen en den ongelukkigen afloop van
den Wereldoorlog ten zeerste verzwakt was, verloor het ook na 1918 zijn beteekenis
niet, zoowel in politiek als economisch opzicht als mogendheid in het Zuid Oosten.
Deze belangrijke positie is niet in de laatste plaats toe te schrijven aan het feit, dat
Bulgarije politiek, economisch en cultureel tot de rijpste en hoogst ontwikkelde lan
den van Europa behoort. De woelige historie en de dikwijls buitensporig moeilijke
levensomstandigheden hebben het karakter van dit volk bepaald.
Rechts:
De Alexander-Newski-
kerk in Sofia, de groot
ste orthodoxe kerk op
den Balkan.
Daarnaast:
Zuilengalerijen op het
binnenplein van het
Riklaklooster, het na
tionale heiligdom van
Bulgarije.
Boerin uit het Ma-
ritzadal met kind
en weefstoel. Wat
de boeren hier
aan kleeding noo'
dig hebben, wordt
thuis op den weef
stoel vervaardigd.
Een greep in de geschiedenis.
Het eerste volk waarvan wij historische
gegevens bezitten, dat zij vertoefd hebben
op den huidigen Bulgaarschen bodem en
ook aan de andere zijde van den Donau, is
dat der Thraciërs geweest. De relicten, die
uit deze vroege periode nog in de taal zijn
te onderscheiden, rechtvaardigen de con
clusie dat het Bulgaarsch behoort tot de
Indo-Germaansche taalfamilie. Ofschoon,
met name via Macedonië, Grieksche cul
tuur veel terrein won op het Balkan Schier
eiland, moet het Thracisch in den tijd der
Romeinen hier nog overal de gangbare taal
zijn geweest. Ovidius, de dichter der „Me
tamorfosen", heeft tijdens zijn ballingschap
doorgebracht in de Dobroedsja, deze taal
van het volk geleerd. In de eerste eeuw
van onze jaartelling werd Thracië een Ro-
meinsche provincie, die moest dienen als
buffergebied tegen mogelijke invallen van
de steppenvolkeren uit het Oosten. Vele
soldaten, die hier gestreden hadden, vestig
den zich in het vruchtbare land als boeren
en bleven er ook later wonen. Toch schijnt
de invloed van Byzantium, die toenam, ter
wijl die van Rome begon af te nemen, min
of meer een tegenwicht gevormd te heb
ben. Van beide zijn echter nauwelijks nog
sporen overgebleven, daar zich in de zesde
eeuw een veel machtiger kracht deed gel-
Installatie voor 't
drogen van tabak
in de buurt van
Dupnica. De ta
bak is een van de
voornaamste Bul-
gaarsche export
artikelen.
den, toen Slavische volksstammen het land
bezetten. Het waren Nomaden, die hier op
primitieve wijze koloniseerden en tot den
huidigen dag hun stempel op de gebruiken
en gewoonten van de boerenbevolking heb
ben gedrukt. Het Bulgaarsch is een Zuid-
Slavische taal; van de Slaven zijn ook af
komstig de verschillende patriarchale in
stellingen. In Westelijk Bulgarije beginnen
eerst in de laatste jaren die oude gebrui
ken en opvattingen te verdwijnen. Nog al
tijd is een sterk Oostersche-Byzantijnsche
inslag merkbaar.
Van de Zuid-Slaven slaagden alleen de
Serven er in, om een eigen nationalen staat
te stichten; de toekomst van het nabuur
land in het Oosten zou gevormd worden
door vreemde elementen: de Bulgaren. Wie
deze Bulgaren wel geweest mogen zijn, is
thans nog een veelomstreden vraag. Wa
ren zij wellicht van Finsch-Oeralischen oor
sprong, ofwel Turko-Tartaren, of Mongool-
sche Nomaden? Het eenige wat wij met ze
kerheid weten, is, dat in historischen tijd
hun vaderland de streek rond den midden
loop van de Wolga vandaar ook de naam
Bulgaren moet zijn geweest. Enkele re
licten van hun taal toon en in zekere mate
verwantschap met het TurkschTartaar-
sche idioom. De oudste kroniekschrijvers
weten over deze oerbevolking nog de vol
gende bijzonderheden mede te deelen; man
nen zoowel als vrouwen droegen een wit
soort broeken; het gelaat der vrouwen ging
schuil achter een sluier, de mannen droe
gen een tulband; vossenbont deed dienst
als betaalmiddel.
Er was nauwelijks sprake van eenigen
nationalen opstand, zoolang het land onder
de vreemde heerschers stond. Dat zal wel
vooral hieraan zijn toe te schrijven, dat de
Turken hun operatiebasis naar Europa
overbrachten, waardoor Bulgarije het cen
trum van het Groot Turksche Rijk werd.
De oorspronkelijke bevolking werd niet
door de Turken verdreven of uitgeroeid,
maar wel onderdrukt, met dien verstande
dat zij de Bulgaren als hun slaven be
schouwden, die hun allerlei diensten moes
ten bewijzen; vrijwel alle lasten kwamen
te rusten op hun schouders. De machtige
heeren wisten in vele gevallen aan dit lot
te ontkomen door het Christendom los te
laten en over te gaan tot den Islam.
Bulgarije moest onder den Turkschen
druk de blikken laten gaan in een andere
richting. Had men zich tot dusverre inge
steld op Byzantium, thans was het front
naar Europa gekeerd. Adrianopel, Philip-
popel en Sofia werden oorlogsbases van de
naar het Westen oprukkende Turksche
weermacht; hier moest de uitrusting pro--
viandeering en het transport van de troe
pen worden verzorgd. De vestingen, die
vroeger gebouwd waren om de macht van
Byzantium binnen de perken te houden,
verloren haar beteekenis. Daarvoor in de
plaats ontstonden langs het Donautraject
nieuwe, strategisch belangrijke'plaatsen als
Nikopol, Lom-Palanka, en Vidin: evenzoo
ontstonden rond de pleisterplaatsen voor
de Turksche karavanen al spoedig zich
steeds uitbreidende nederzettingen.
Het is niet verwonderlijk dat thans nog
veel herinnert aan die vijf eeuwen Turk
sche heerschappij; vele namen van steden,
bergen en rivieren, in het Oosten zelfs de
bouwstijl van de huizen, de opzet van den
stodenbouw met de echt Turksche handels-
bazars getuigen nog van dezen allesover-
heerschenden invloed.
De Wolga-Bulgaren, ook wel „Zwarte
Bulgaren" geheeten, waren Mohammedaan
en hun rijk hield stand tot in de dertiende
eeuw. Een tak van dezen stam duikt in de
zesde eeuw op tusschen den Dnjestr en den
Donau en slaagt er in om tegen het einde
van de zevende eeuw ten Zuiden van den
Donau, de Slaven, wonende tusschen deze
rivier, het Balkan gebergte en de Servische
Morawa, te onderwerpen. Het gebergte was
voor hen blijkbaar geen noemenswaardige
hinderpaal. In het begin van de achtste
eeuw hebben zij ook het land in het Wes
ten tot aan het Meer van Oohrid in bezit
en in het Zuiden nadert hun macht nage
noeg de kust der Aegeïsche zee. Maar, zoo
als dit veelal geschiedt, de veroverende
stam assimileerde zich al spoedig met de
oorspronkelijke bevolking, hoewel de boe
renbevolking per saldo toch het sterkste
bleek, zoódat de Bulgaarsche Nomaden van
lieverlede Slavische gebruiken overnamen.
Daar dit jonge ryk naar het Oosten open
stond voor den machtigen invloed van
Byzantium, behoeft het niet te verwonde
ren dat de bevolking na korten tijd over
ging tot het Grieksch-Orthodoxe Christen
dom.
In de negende eeuw reikte Bulgarije
dit was de eerste bloei-periode van het
land in het Westen voor een groot deel
over de grenzen van het huidige Hongarije;
gerekend naar het oppervlak was Bulgarije
in het begin van de Middeleeuwen een der
grootste staten van Europa. Toen werd de
eerste Duitsch-Bulgaarsche overeenkomst
met Lodewijk den Duitscher gesloten. De
machtigste heerscher in het Bulgarije van
dien tijd was tsaar Simeon (begin tiende
eeuw). Onder zijn bewind heeft Bulgarije
afstand gedaan van den middenloop van
den Donau; klein was het daardoor intus-
schen niet geworden, wanneer men even
bedenkt dat geheel Zuid-Slavië en Albanië
Tixnovo, de oude tsa-
renstad, welke zich ver
heft op de oevers van
de Jantra. Na het eer
ste verval van Bulga
rije ging de herleving
van Tirnovo uit.
Oude windmolen bij Sofopol aan de
Zwarte Zee.
onder Bulgaarsche heerschappij stonden en
zijn invloed derhalve reikte tot de kust van
de Adriatische Zee. In de elfde en twaalfde
eeuw trok Byzantium andermaal verove
rend door het Schiereiland en op die toch
ten werd ook Bulgarije niet gespaard. Nog
eenmaal beleefde toen het oud Bulgaarsche
Rijk een tweehonderd jarige opstanding.
Toen verbleekte zijn ster aan het firma
ment der Ëuropeesche staten, vooral nadat
het door de Turken onderworpen werd.
Reeds in 1366 moest het de Turksche heer
schappij erkennen; dertig jaar later was het
met zijn zelfstandigheid radicaal gedaan.
De bezetting van Bulgarije door de Tur
ken ging zeer snel in haar werk.
De Turksche bevolking, die reeds in da
achttiende eeuw door epidemieën sterk ge
decimeerd werd, is nadat Bulgarije zijn
zelfstandigheid herwonnen had. terugge
gaan naar haar land van herkomst, aan
geene zijde van de Dardanellen. Thans
vormt zij een minderheid van niet noe
menswaardige beteekenis. Evenzoo zijn de
Grieken na den Wereldoorlog voor het
grootste deel uit Bulgarije verdwenen. In
ruil daarvoor heeft het land toen 300.000
vluchtelingen in het bezit van de Bulgaar
sche nationaliteit, uit de Dobroedsja, Thra
cië en Macedonië opgenomen.
Het tegenwoordige Bulgarije is ontstaan
onder de verwarde politiek van de laatste
twintig jaar. Eerst werd het land Turkije,
dat na afloop van den Russisch-Turkschen
oorlog danig verzwakt was, ontnomen; bij
den vrede van San Stefano kreeg het een
gebied toegewezen van 165.000 vierkante
kilometer; echter nog in hetzelfde jaar
werd deze oppervlakte op het Congres van
Berlijn gereduceerd tot 64.000 K.M.2. In de
verdere Turksche oorlogen droeg Bulgarije
den voornaamsten last van den strijd, maar
was door z'n ongunstige ligging nimmer in
staat van de voordeelen, voortvloeiende uit
de overwinningen, eenig profijt te trekken,
ofschoon de opoffering van de vrijheidshel
den buitensporig was. Dat was wellicht de
beslissende oorzaak dat Bulgarije zich in
den Wereldoorlog bij de Centralen aan
sloot. Het belangrijke aandeel dat het land
had in dezen krijg, is genoegzaam bekend.
De uitslag was oorzaak dat het bij den vre
de van Neuilly in 1919 de nieuw veroverde
gebieden weer moest afstaan; het totale op
pervlak liep van 116.000 tot 103.000 vier
kante kilometer met nog geen 7 millioen
inwoners. Opnieuw is door de recente ge
beurtenissen dit prachtige land aan den
rand van het oorlogstooneel gebracht. Zal
de toch al zoo bewogen geschiedenis van
dit land, verlengd worden met een nieuw
hoofdstuk van strijd en leed, of houdt de
toekomst een vreedzamer beschikking ver
borgen?