f
De Internationale toestand
Deze week
De Wereld
Het Portret
VV
IN DE AFGELOOPEN WEEK
Churchill heeft in het Lagerhuis een rede
ever den politieken toestand gehouden. Hij
begon met te zeggen, dat het verlies van
Benghazi en de terugtocht, die noodig is
geworden door den Duitschen opmarsch in
Cyrenaïca, in hoofdzaak selchts te betreu
ren zijn wegens het kostbare vliegterrein
rondom Benghazi, dat thans in handen van
den vijand is gevallen. Overigens zou de
Britsche regeering, met het oog op het
steeds dreigender wordende gevaar op den
Balkan, zich er over verheugd hebben, in
dien de Engelsche opmarsch bij Tobroek
gestaakt was. De nederlaag der Italianen
zal het echter mogelijk maken, dat men
zeer veel terrein gemakkelijk en met ge
ringe offers verkrijgt.
Het transport der Duitsche pantsertroe
pen en de beweging der luchtstrijdkrachten
van Italië en Sicilië naar Tripolis was reeds
begonnen, aldus Churchill, voor wij ons
van Benghazi hadden meester gemaakt. De
vijand ondernam zijn aanval met grootere
strijdkrachten, dan wij op dat vroege tijd
stip verwacht hadden. Wij trokken daarom
terug naar sterkere stellingen en een ter
rein, dat beter verdedigd kon worden.
„Ik kan hier niet probeeren het verdere
verloop der gevechten in Cyrenaïca te voor
spellen. Het ligt intusschen voor de hand,
dat onze generaals zich slechts mogen laten
leiden door overwegingen van militairen
aard.
Nu de Duitsche pantsertroepen in Cyre
naïca in den strijd zijn gebracht, moeten
wij ons voorbereiden op harde en moei
lijke gevechten, niet alleen voor de ver
dediging van Cyrenaïca, maar ook voor de
bescherming van Egypte. Het is een ge
lukkige omstandigheid, dat de toestand in
"?rithrea, Abessinië en Britsch- en Itali-
IN NEDERLAND
Minder motorbrandstof.
De huidige benzinesituatie in ons land
maakt voor het oogenblik een drastische
beperking dringend noodzakelijk. Met het
oog daarop is het bij beschikking van 31
Maart 1941 no. 12695 n.g. aangewezen
tijdvak van 1 tot en met 30 April 1941,
zijnde de 10de motorbrandstof-distributie
periode, verlengd tot en met 31 Mei 1941.
Als 11de distributieperiode wordt niettemin
aangewezen het tijdvak van 1 tot en met
31 Mei 1941.
Als gevolg hiervan zullen wederverkoo-
pers van 1 tot en met 31 Mei a.s. zoowel
de thans geldende lila coupons met zwar
ten letteropdruk en ingedrukt in paars het
cijfer 10 mogen accepteeren als de voor
Mei ontworpen coupons van lichtbruine
kleur met zwarten letteropdruk en in ge
drukt en bruin het cijfer 11. Speciale aan
dacht van wederverkoopers wordt gevraagd
voor den thans verschoven datum van
laatste inzending aan leveranciers van op-
plakvellen met coupons. De uiterste datum,
waarop April-coupons nog aan leveranciers
ter aanvulling van den voorraad mogen
worden ingezonden, wordt bepaald op 2
Juni 1941. De bedoeling van de hier weer
gegeven maatregelen is, dat verbruikers
van motorbrandstof zich er reeds thans op
zullen hebben in te stellen, dat zij met de
hun voor April toegewezen hoeveelheden
motorbrandstof zullen moeten uitkomen tot
en met 31 Mei a.s.
Een bekend Noorsch skiër had van een
Amerikaansche omroepmaatschappij op
dracht om tijdens een skisprong zijn in
drukken voor den microfoon weer te geven.
Hü werd daartoe uitgerust met een speciaal
toestel, waarbij de microfoon voor zijn
mond was bevestigd. De installatie faalde
echter, zoodat deze ongewone uitzending
niet kon doorgaan. (Scherl).
aansch Somaliland geleidelijk zeer aan
zienlijke strijdkrachten en vervoermidde
len vrijmaakt, waarmede het Nijl-leger
versterkt kan worden.
Ongeveer veertien dagen geleden heb ik
in een verklaring gezegd, dat een reeks
successen aan den loopenden band niet ver
wacht kon worden dat men rekening moet
houden met overwinningen, maar ook met
tegenslagen en dat wij ook dan de dingen
moeten nemen, zooals zij zijn."
Churchill gaf vervolgens een verslag van
de gevechten in Oost-Afrika, waarbij hij
mededeelde, dat de Engelschen bij Keren
ongeveer 4000 man hebben verloren.
Hij ging daarna over tot „den verschrik-
kelijken strijd" op den Balkan, waarvoor
hij Duitschland aansprakelijk stelde. Hij
gaf toe, dat Engeland de Grieken, „zooveel
dit mogelijk was", militaire hulp in de lucht,
door proviand, enz. verleend heeft.
Churchill zeide verder: „Eind Februari
zonden wij den minister van Buitenland-
sche Zaken, Eden en generaal Dill naar
het Midden-Oosten om te zien of er niet
iets gedaan kon worden om een groot en
gemeenschappelijk verdedigingsfront op
den Balkan te vormen.
Zij begaven zich naar Athene en Ankara
en zouden ook naar Belgrado gegaan zijn,
indien het verlof daartoe hun niet door de
regeering van prins-regent Paul geweigerd
was. Indien deze drie bedreigde staten zich
aaneengesloten hadden, dan zouden zij 60
tot 70 divisies tot hun beschikking heb
ben gehad, die volgens een gemeenschappe
lijk plan en in gemeenschappelijke prompte
actie den Duitschers een tegenstand hadden
kunnen bieden, die hen zeer spoedig van
hun plannen afgebracht zou hebben en
vooral hun opmarsch met het oog op het
Begrip „verblijf in de open lucht"
uitgebreid.
In een circulaire van den secretaris
generaal van Justitie aan hoofdcommissa
rissen en commissarissen van politie wordt
medegedeeld, dat de hoogere S.S.- en
politieleider heeft bericht, dat naar zijn
oordeel zulks in overeenstemming met
de zienswijze van den Wehrmachtsbefehls-
haber in Nederland het kampeeren in
tenten in de open lucht, alsmede het over
nachten in kajuiten van jachten, moet wor
den beschouwd als een verblijf in de open
lucht in den zin van verordening nr. 188/
1940, artikel 2 en derhalve gedurende den
in die verordening genoemden tijd {van
midderlacht tot 4 uur) niet is toegestaan.
Vordering van mijnhout.
De productiecommissaris voor den bosch-
bouw en de houtteelt deelt mede, dat de
vrijwillig aangeboden hoeveelheden mijn-
hout niet voldoende zijn om de behoefte
der mijnen te dekken.
In verband daarmede is het noodzakelijk
thans op grond van de Bodemproductiewet
1939 mijnhout voor veiling en aflevering
voor de mijnen aan te wijzen. Deze af
levering zal uitsluitend mogen geschieden
door erkende mijnhouthandelaren.
De aandacht wordt in het bijzonder ge
vestigd op den voor mijnhout vastgestelden
maximumprijs van 11.50 per m3 op stam.
Er zal streng op worden toegezien, dat deze
maximumprijs niet wordt overschreden.
Kolonel en lt.-kolonel van politie.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van de departementen van Justitie en van
Binnenlandsche Zaken is bepaald, dat, in
afwachting van nadere regelingen, de
hoofdcommissarissen van politie in de ge
meenten Amsterdam, Rotterdam en 's-Gra-
venhage voorloopig de onderscheidingstee
kenen, verbonden aan den rang van kolo
nel, mogen voeren en de hoofdcommissa
rissen in de gemeenten Utrecht, Groningen
en Eindhoven die van den rang van luite
nant-kolonel.
Groote heidebrand.
Op de Leusderhei tusschen de Pyramide
van Austerlitz en Amersfoort, woedde in
de afgeloopen week een groote heidebrand.
De leden van den Arbeidsdienst in het
kamp Waterloo begaven zich direct naar
het terrein van den brand en werden spoe
dig geassisteerd door leden van de Duitsche
weermacht. De brand was echter zoo hevig,
dat het noodig bleek assistentie in te roe
pen van de brandweer te Amersfoort en
de boschbrandweer te Zeist. Gezamenlijk
is men er in geslaagd na twee uur den
brand te blusschen. Een groot aantal hec
taren heide is verloren gegaan; de oorzaak
van den brand is onbekend.
In den komenden zomer zullen helaas
nog wel \yle dergelijke branden woeden,
hetzij veroorzaakt door vonken uit een
locomotief, hetzij door een achteloos weg
geworpen lucifer en iedere brand vernielt
weer een stukje van ons natuurschoon,
waarop toch al zooveel aanvallen gedaan
worden door het aanleggen van nieuwe
wegen en door de uitbreiding van dorpen
en steden. Wij doen daarom een beroep op
onze lezers om in de droge maanden in
bosch en hei de uiterste voorzichtigheid te
betrachten met het rooken en het daar,
waar dit gevaar zou kunnen opleveren,
achterwege te laten.
bergachtige terrein en den toestand der ter
beschikking staande verkeerswegen gerul-
men tijd opgehouden zou hebben."
De hulp, die wij kunnen verleenen aan
de volken, welke op den Balkan of in. Tur
kije voor de vrijheid strijden of bereid zijn
voor de vrijheid te strijden, kan thans naij
tuurlijk slechts beperkt zijn en wij wensch-
ten derhalve niet de verantwoordelijkheid
op ons te nemen, dat de Grieken in ver
trouwen daarop in een nieuw conflict met
een verschrikkelijken tegenstander zouden
komen. Toen Griekenland echter verklaar
de, vastbesloten te zijn „tot den dood ge
lijktijdig tegen Italië en Duitschland te
vechten", heeft Engeland zich verplicht ge
acht, den Grieken alle mogelijke hulp te
verleenen. Engeland besefte, dat de solda
ten van het Britsche rijk zich aan de zijde
der Grieksche soldaten moesten scharen.
Daarom sloten wij begin Maart een mili
taire overeenkomst met de Grieken en on
middellijk begonnen omvangrijke bewegin
gen van Britsche en Empiretroepen naar
Griekenland. Ik kan hier niet in bijzonder
heden treden en geen poging doen, den toe
stand hier te beoordeelen terwijl de slag
voortduurt."
Churchill zeide voorts, dat de Joego-
slaven zijn opgestaan „om verschrikkelijk
wraak te nemen".
Commentaar op dit alles is overbodig;
dat werd reeds geleverd door de feitelijke
ontwikkeling der militaire operaties zelf.
Men kan hoogstens huiveren bij de her
innering aan de lichtvaardige wijze, waar
op landen volkeren hun noodlot tegemoet
werden gejaagd.
President Roosevelt heeft een wet onder
teekend ter bescherming van de banken
tegen gerechtelijke opvorderingen van ge
blokkeerde buitenlandsche tegoeden. Vol
gens de nieuwe wet is alleen het ministerie
van Buitenlandsche Zaken verantwoorde
lijk voor de vaststelling van den rechtmati-
gen bezitter der geblokkeerde tegoeden.
IJSLAND IN DE KLEM.
Door de uitbreiding van de Duitsche
blokkade worden de Engelsche bezettings
troepen aldaar afgesneden van hun vader
land, maar ook van versterkingen uit de
Vereenigde Staten; het verkeer tusschen
IJsland en Engeland over de Faröer is
stilgelegd. Nu moeten de 120.000 IJslan-
ders volgens Engelsche opgaven een be
zettingsleger van 70.000 man voeden. En
daarbij is het eiland, waar men eerst in
1939 enkele schuchtere pogingen heeft ge
waagd om den bodem productief te maken,
in hoofdzaak aangewezen op den import-
handel, die thans uiteraard volkomen stil
ligt. Tusschen de U.S.A. en IJsland moeten
nog slechts vijf kleine schepen op en neer
varen om voor de bevolking te zorgen.
Maar voor de Engelsche bezetting zou al
geen fourage meer aangevoerd kunnen
worden, terwijl de IJslandsche vischrijk-
dom ook al niet, gelijk tot dusverre, door
IJslandsche blokkadebrekers tegen abnor
maal hooge prijzen in Engeland verkocht
kan worden. Men kan daaruit concludee-
ren dat de Engelsche soldaten op IJsland
allerminst in een benijdenswaardige positie
verkeeren.
Commissie van advies voor den
Woningbouw.
De secretarissen-generaal van de depar
tementen van Binnenlandsche Zaken en
van Financiën en de algemeen gemach
tigde voor den wederopbouw en de bouw
nijverheid hebben een commissie van ad
vies voor den woningbouw ingesteld. Aan
deze commissie is opgedragen genoemden
secretaris-generaal en den algemeen ge
machtigde desgevraagd, dan wel eigener
beweging, van advies te dienen omtrent
vraagstukken van algemeenen aard, betref
fende de woningvoorziening. Voorts van ad
vies te dienen op alle aanvragen zoowel
van publiekrechtelijke lichamen als van
particulieren, tot verkrijging van geldelij-
ken steun in eenigerlei vorm, ten dienste
van de woningvoorziening, met uitzonde-
ving van de gevallen van herbouw in dl
door oorlogsgeweld geteisterde gebieden.
HOEVEEL BEWONERS TELT
MANTSJOEKWO
Het vorig jaar besloot de regeering van
Mantsjoekwo, voor de eerste maal eens een
volkstelling te houden, die er aanspraak op
zou mogen maken strikt nauwkeurig te
zijn. Deze had plaats op den eersten Oc-
tober 1940, nadat diverse zorgvuldige voor
bereidingen getroffen waren Het resultaat
bracht vele verrassingen. In de eerste plaats
bleek, dat op 1 October 1940 in Mantsjoek
wo 43.234.000 menschen leefden. Dat be-
teekende met het tot dusverre geldende
bevolkingscijfer een verschil van ongeveer
tien millioen.
Hierdoor neemt Mantsjoekwo thans de
negende plaats in op de wereldlijst; het
volgt onmiddellijk op Italië en slaat Frank
rijk, dat eerst op de tiende plaats komt.
Belangwekkend is ook de plaatselijke
deeling van deze millioenen. Het land telt
15 groote steden. Aan de spits staat de
vroegere hoofdstad Moekden met 1.100.000
inwoners. Daarop volgt Charbin met
660.000 inwoners; op de derde plaats de
huidige hoofdstad Hsingking met 550.000
zielen. Andere groote steden, die vooral in
den laatsten tijd een hooge vlucht hebben
genomen, zijn Tsitsikar, Chamoessoe en
Pensjisjoe.
DE BEWAPENING DER JAPANSCHE
OORLOGSSCHEPEN.
In de Engelsche radio hoort men den
laatsten tijd dikwijls pogingen om de
waarde van de Japansche vloot omlaag te
halen. De Japansche oorlogschepen, zoo
zegt Radio Londen, hebben een naar ver
houding te zware bewapening. Als voor
beeld wordt een Japansche torpedoboot-
jager aangehaald, die door zijn zware be
wapening bij hoogen zeegang gekapseisd
zou zijn. Dit was echter geen torpedojager
van 1500-2000 ton, maar een kleine tor
pedoboot van 527 ton, die zeven jaar ge
leden in een taifoen ónderging. Deze boot,
de „Tamosoera", was gebouwd volgens de
Londensche bepalingen, waarbij immers
werd overeengekomen, dat schepen onder
de 600 ton niet in de totale toegestane ton
nage zouden worden meegerekend. Japan
had dientengevolge twaalf torpedobooten
laten bouwen, die alle onder de 600 t. ble
ven, maar om zooveel mogelijk nuttig ef
fect te hebben, werden deze met drie 12
cm-kanonnen uitgerust; zij doen heden nog
dienst.
UITVOERING VAN CULTUUR
TECHNISCHE WERKEN.
In het algemeen is de landbouw niet
alleen gsfoaat met directe maatregelen ten
aanzien van productieverbetering, maar
ook door zijdellngsche werkzaamheden, die
tot doel hebben de productiviteit van den
bodem grooter te maken. In deze richting
werkt de cultuurtechnische dienst door be
vordering van ruilverkaveling, ontginning
en ontwatering van terreinen .Maatregelen
dus, die tot doel hebben den grond beter
of meer grond geschikt te maken.
Een belangrijke vraag voor welhaast
eiken dienst in dezen tijd is: hoe hij zich
kan richten naar de veranderde omstandig
heden. in hoeverre de mogelijkheid van
voortwerken op den ouden voet mogelijk is.
«De zorg voor uitvoering van cultuur
technische werken ging in feite van het
departement van Landbouw over naar dat
van Sociale Zaken. Productieverhooging
werd werkloosheidsbestrijding, terwijl juist
de tewerkstelling als vrije arbeiders in de
cultuurtechnische werken, het aantal werk-
loozen zou doen.dalen en de totale begroo
ting toch geen wijziging zou behoeven te
ondergaan.
Verbetering van dezen voor ieder onge-
wenschten toestand ligt voor de hand, ware
het niet, dat door het tewerkstellen van
werklooze arbeiders, die, zooals hierboven
is uiteengezet, niet werkloos behoefden te
zijn, van elders vele werkkrachten aan
deze zoo belangrijke werken werden ont
trokken. De onjuiste toestand bestaat dus
voort, dat voor de uitvoering van cultuur
technische werken „Sociale Zaken" hulp
moet verleenen, d.w.z. dat deze werken
steeds worden bezien uit een oogpunt van
werkloosheidsbestrijding en dat de urgentie
van het werk in verband met de noodzake
lijke verhooging van de productie van
onzen bodem buiten beschouwing blijft.
Er wordt daarbij voorbij gezien, dat de
Overheid op cultuurtechnisch gebied een
belangrijke taak heeft te vervullen, niet
alleen door middel van wettelijke maat
regelen, maar ook door het beschikbaar
stellen van de benoodigde financiën. Want
daardoor zal worden bereikt, dat de boeren
hun producten onder zoo gunstig mogelijke
voorwaarden zullen kunnen telen, dat de
productie zal worden vergroot en dat er
meer vestigingsmogelijkheden voor de
jonge boeren op het land zullen komen.
Waar het hier dus een in hoofdzaak agra
risch belang betreft, zou het meer ge-
wenscht zijn dat voor de uitvoering van
dergelijke noodige werken de gelden wor
den geput uit de begrooting van het de
partement van Landbouw. Dat beteekent
dus ook dat de keuze der werken en de
goedkeuring der plannen ook bij het depar
tement van Landbouw dient te berusten,
omdat deze werken geen object van werk
verschaffing zijn.
Voor het departement van Sociale Zaken
blijft dan de belangrijke taak van arbeids
bemiddeling, van regeling der arbeidsvoor
waarden en dgl. bestaan.
In het landbouwbedrijf treden in den
loop van het jaar geregeld tijdperken op,
dat er véél werk en andere, dat er zeer
weinig is te verrichten. Indien in de tijd
perken van weinig werk in het landbouw
bedrijf de landarbeiders op cultuurtechni
sche werken als vrije arbeiders en met
normale loonen worden tewerk gesteld, zou
ook daarvoor de oplossing zijn gevonden.
Voorts zij er op gewezen, dat op de cul
tuurtechnische objecten, die voor de voed-
IN KAART
DE RANGEERSTATIONS IN ENGELAND.
Onder de factoren, die in de moderne
oorlogvoering van beslissende beteekenis
kunnen zijn, neemt de veiligheid van het
verkeer een allereerste plaats in. Van bij
zonder gewicht is daarbij het spoorwegver
keer, daar dit verreweg het grootste deel
van het goederentransport te verwerken
krijgt.
Wanneer men nu bedenkt, dat Engeland
den vijand nog niet in het land heeft, zoo
dat tot dusverre de materiaalvoorziening
voor de eigen strijdende troepen nog In het
VAN DE WEEK
GENERAAL-VELDMAARSCHALK
WILHELM LIST.
Generaal-veldmaarschalk Wilhelm
List, de opperbevelhebber van de
Duitsche strijdkrachten in Bulgarije,
onder wiens geniale leiding de jong
ste fenomenale successen in den
strijd op den Balkan werden behaald,
heeft een reeds schitterende militaire
loopbaan achter zich. Als militair
autoriteit staat hij reeds lang in hoog
aanzien; vooral wordt hij geroemd
om de grondige voorbereiding van
al zijn ondernemingen, hetgeen in
niet geringe mate heeft bijgedragen
tot de door hem behaalde militaire
successen.
Na een zeer grondige militaire
opleiding was de toenmalige kapitein
List tijdens den wereldoorlog aan
verschillende instanties van den
Duitschen generalen staf werkzaam.
In 1927 werd hij tot kolonel bevor
derd en tot afdeelingschef van de af-
deeling legeropleiding van het minis
terie van Oorlog benoemd. In 1930
volgde zijn benoeming tot comman
dant van de infanterieschool te Dres-
den. Met het aan de macht komen
van het nationaal-socialistische be
wind zag List zich onmiddellijk tot
een hoogen en verantwoordelijken
post geroepen. Sinds de wederinvoe
ring van den algemeenen dienst
plicht in 1935 heeft List als generaal
der infanterie en bevelhebber van
het IVde legercorps een zeer belang
rijk aandeel gehad in de vorming
van de nieuwe Duitsche weermacht
selvoorziening noodzakelijk moeten wor
den geacht, een belangrijk grooter aantal
arbeiders kan worden tewerk gesteld dan
thans het geval is.
In verband met onze voedselvoorziening
moet het als niet juist worden aangemerkt,
dat de uitvoering in werkverruiming van
cultuurtechnische werken, op verschillende
plaatsen is stilgelegd, hetgeen in onder
scheidene gevallen belemmerend op de
voedselproductie werkt.
En dat nog wel in een fijd, dat wij al onze
krachten moeten inspannen om Nederland
voldoende te kunnen voeden.
geheel niet ten laste van de spoorwegen
komt op zijn hoogst is het personen-
en goederenvervoer op de binnenlandsche
spoorlijnen ten gevolge van den oorlog
toegenomen en wanneer men dan verder
ziet, hoe desondanks thans reeds transport
moeilijkheden zijn ontstaan, dan rijst als
vanzelf de vraag: hoe zal Engeland in geval
van een Duitsche invasie het probleem
van de materiaalvoorziening van zijn troe
pen oplossen
In aanmerking genomen het feit, dat de
Duitsche luchtaanvallen op Engeland tot
dusverre nog slechts het karakter van voor
bereidingen hebben gedragen, moet net
land er op rekenen, dat bij den eigenlijken
massalen aanval in de eerste plaats de
groote goederenstations en spoorwegempla
cementen verwoest zullen worden.
Een Duitsche pantserwagen trekt door de straten van Tripolis. (Scherl)
boven
10GQCÜ