Onze Piet moet goed
verzorgd worden.
De walvischvangst wordt weer
ter hand genomen.
Wij moeten steeds nauwkeurig acht geven op
hetgeen de vogel noodig heeft.
De vischvangst in vroegere tijden.
DE meet. te menscnen denken er1
in het geheel niet bij na, dat
zij een vogel, die zij voor hun
genoegen in een kooi houden, tot
een zwaar lot veroordeelen. Wij ontnemen
het dier de natuurlijke levensvoorwaarden
en «nemen daardoor tegelijkertijd de plicht
op ons, er voor te zorgen, dat de vogel ook
zonder zijn vrijheid een gezond en prettig
leventje kan leiden. En die verzorging be
staat niet alleen in het trouw eten geven
en zorgen voor dagelijks frisch water. Wij
moeten er vooral voor zorgen, dat de vogel
6choon blijft en dat is heelemaal geen last,
als wij ons aanwennen er dagelijks enkele
oogenblikken voor vrij te maken.
Van groot belang is het geven van het
juiste voer. Men mag niet te veel en ook
niet te weinig geven. Het beste is het een
zoodanige hoeveelheid te geven, dat 's mor
gens steeds het etensbakje leeg is. De vo
gel moet er aan worden gewend, dat hij
niet alleen het lekkere witte zangzaad,
maar ook het versterkende zwarte zaad eet,
terwijl men het dier niet veel suiker of
koekkruimels moet ge
ven. Wel echter nu en
dan wat geel van een
hartgekookt ei en veel
slablaadjes of v stukjes
appel. Men kan wat
zwart zaad in 'n bloem
pot laten ontkiemen en
het dan aan de vogels
geven, daarvan houden
zij over het algemeen
zeer veel. De harde
hennepkorrels moet
men altijd even fijn-
drukken. De vogels
eten dit zaad heel graag
maar doordat de schil
len zoo hard zijn is de
mogelijkheid niet uit
gesloten, dat zij hun
snavel verwonden.
Onder in de kooi moet
het zand steeds schoon
zijn, niet alleen omdat
het er vies uitziet, als
het zand vol etensres
ten en vuil is, maar ook
om ongedierte te voor
komen, vandaar dat 't
zand iederhn morgen
moet worden vernieuwd
Het komt veel voor, dat de vogels graag
baden, doch niet in het glazen badje. Zij
zijn bang voor de gladde glazen bodem.
Daarom legt men op den bodem een plat
stukje gummi, b.v. van een gummispons,
op den maat van den bodem. Zoodra het
dier aan deze nieuwigheid gewoon is, zal
hij graag in het badje gaan, omdat hij
weet, dat.zyn pootjes niet meer zullen uit
glijden.
Vooral als de vogels wat ouder worden,
moet men de pootjes verzorgen. Dikwijls
zijn de pootjes zoo verkalkt, dat de vogel
dit er zelf niet mee» af kan pikken, daar
om moeten af en toe de pootjes worden
gewasschen. Eerst moet men echter precies
weten hoe de vogel moet worden vastge
houden. Men vangt het dier met een hand
en wel zoo, dat het halsje door duim en
wijsvinger los maar stevig omsloten- is. De
vierde en vijfde vinger drukken dan de
staartvleugelveeren tegen de handvlakte.
Men moet er wel voor zorgen, als het dier
weer tot rust gekomen is, dat men ner
gens op het kleine lichaam drukt.
Als men zich heeft voorgenomen de poot
jes te wasschen, dan maakt men tevoren
alles klaar. Men zet een bakje met hand
warm water, wat zuivere olie of vaseline,
een oude zachte doek en twee omwikkel
de lucifers met een propje watten klaar.
Daarna neemt men den vogel in de hand
en trekt voorzichtig de pootjes tusschen de
derde en vierde vinger. Nu wascht
weekt men ze heel voorzichtig in het lau
we water, tot al het vuil en er zit
meestal nogal wat aan er afgeweekt is,
Dan droogt men de pootjes door ze zachtjes
met de zachte doek te betten. Eer men
den vogel weer in den kooi doet, worden
de pootjes eerst met een beetje olie inge
vet. Bij het loslaten van den vogel in den
kooi moet men er vooral aan denken de
zandbodem eerst te verwijderen, omdat
het zand natuurlijk aan de vette pootjes
vastkleeft; pas na ongeveer twee uur zijn
de pootjes weer droog.
Minstens ieder half jaar moet men de
nagels van de vogels knippen. Als het dier
in de vrije natuur leeft, grijpt hij steeds
ae takjes vast, hij krabt eens met zijn na
geltjes op den grond en doet allerlei an
dere dingen, waardoor de nagels regelma
tig afslijten en wel eens afbreken, doch in
den kooi moet hij wel degelijk „gemani
cuurd" worden. Laat men de nageltjes
groeien, dan krullen zij om het stokje
heen en het is mogelijk, dat zoo de on
derkant der pootjes tenslotte worden be
schadigd. Het is echter niet aan te raden
de nageltjes zelf te knippen, dit kan men
beter door een vakman laten doen, want
de nageltjes kunnen niet zoomaar afge
knipt worden, 'omdat men dan in den nerf
knippen zou, waardoor men het dier veel
pijn doet, en waardoor bloedingen en ont-
BÏJ DE
ILLUSTRATIES;
Links boven:
Als de pootjes in
lauwwarm water
schoongemaakt
zijn, worden zij
daarna zorgvuldig
met olie ingewre
ven.
Hiernaast:
Na het bestrooien
met insectenpoe
der komt Piet in
'n papieren punt
zak te zitten,
waaruit alleen
.ijn kopje steekt,
zoodat het poeder
kan inwerken.
De grootste zoogdieren der zee kwamen
in de grijze oudheid en ook in de latere
middeleeuwen veel zuidelijker voor dan
tegenwoordig, anders zouden de Basken en
Franschen reeds in de dertiende eeuw geen
vooraanstaande walvischvaarders geweest
zijn.
Daarna werden de Hollanders de voor
aanstaande walvischvaarders, vooral nadat
zij in 1596 Spitsbergen ontdekt hadden.
Spitsbergen werd de hoofdhaven van alle
volkeren die zich met de walvischvangst
bezig hielden. De Engelschen en Hollan
ders maakten er een groot bedrijf van in
de Barendzee, in de Davisstraat, rondom
Spitsbergen en IJsland, in de Hudsonbaai
en aan de kust van Groenland.
Op Spitsbergen werden talrijke groote
walvischstations opgericht en heden kan
men er nog de graven zien van de mannen
stekingen gemakkelijk kunnen ontstaan.
Wordt het echter vakkundig gedaan, dan
voelt het dier er niets van.
Een van de voornaamste dingen van de
verzorging vdh een kooivogel is het bestrij
den van het ongedierte. Minstens om de
twee maanden moet de kooi grondig wor
den schoongemaakt. Voordat men den vo
gel uit den kooi neemt moet hij eerst, goed
met insectenpoeder worden ingewreven,
ook onder de vleugels, daarna doet men
de vogel in een puntzak waarvan men de
punt afgescheurd heeft, zoodat zijn kopje
er juist doorheen kan steken. Het dier
moet minstens een half uur in de zak blij
ven, wil het insectenpoeder eenjg nut heb
ben. Laat men de vogel, als hij ingewreven
is, gewoonlos, dan begint hij zichzelf da
delijk uit te schudden en schoon te maken
en het poeder vliegt werkeloos van den
vogel at
Zoolang de vogel in den zak zit, kan
men hem in een open doosje zetten en
onderwijl kan de kooi een groote beurt
krijgen. Men borstelt de kooi met kokend
water flink af. Ook de stokjes moeten in
kokend water worden gelegd, zoodat de
daarin zittende eieren van de luis vernie
tigd worden. Trouwens de zitstokjes moe
ten iedere week grondig worden schoon
gemaakt, ook de glaasjes worden van den
kooi afgenomen en met een borstel de
hoekjes allemaal flink uitgewreven.
Is de kooi schoon en afgekoeld, dan kan
de vogel er weer in worden gedaan, nadat
men hem uit de zak heeft bevrijd.
Het werk is heelemaal niet lastig en men
heeft voor zichzelf de zekerheid dat men
niets verzuimd heeft om den vogel het le
ven in gevangenschap te verlichten.
WAPENS, BETREKKING HEBBENDE OP
HET BEROEP.
van een
timmerman
Het moderne schip voor de walvischvangst „Terje Viken", dat kortgeleden op de
Bremensche werf „We ser A.G." van stapel liep.
die in den strijd zijn gebleven. Vele sche
pen, meestal met 28 tot 30 koppen bemand,
werden door het ijs stuk gedrukt, andere
schepen moesten door de menschen wor
den verlaten, die dan na soms maanden
lange omzwervingen in de grootste ontbe
ringen ergens redding vonden aan een
kust, doch meestal waren verschillende le
den onderweg bezweken. Het schip, ddt
echter geluk had, kon ook rekenen op
groote verdiensten en men wist te voren,
dat het uitvaren den dood kon beteekenen,
oi dat men in het geheel geen walvisch zou
kunnen bemachtigen. Toch gebeurde het
ook wel, dat men bij een goeden vangst
23 van de groote visschen mee naar huis
kon nemen. En zooals thans nog het geval
is, waren de deelnemers allen aandeelhou
ders in de vangst. De schepen waren 100
tot 120 voet lang, 26 tot 30 voet breed, 11
tot 12.5 voet hoog. Ieder schip had 4 tot
7 sloepen, van waaruit de lijn met de
harpoen werd weggeschoten, het was een
gevaarlijk bedrijf. Als het geraakte dier
met de harpoen in de zij naar de diepte
schoot en de lijn, waaraan de harpoen be
vestigd was bij deze ren óp leven en dood
te kort was, trok de walvisch met zijn laat
ste levenskrachten ook de sloep mee de
diepte in.
Modellen der schepen en portretten van
de walvischvaarders ziet men nu nog in de
verschillende musea.
Intusschen heeft de techniek reusachtige
vorderingen gemaakt. Was vroeger het
vangen van een walvisch een daad van
heldenmoed, tegenwoordig is de walvisch
vangst volkomen geindustrialiseerd. De lij
nen worden nu vanaf de kleine booten met
harpoengranaten en electrische harpoenen
geschoten, de gevangen visschen naar de
kokerij gesleept en daar verwerkt. Zelfs
het vischmeel wordt aan boord gemaakt.
Als de booten terugkeeren wordt niet meer
alleen het spek van het gevangen dier,
maar het gereede product gelost, de lever
traan en het vischmeel. De vloten, die in
de arktische en antarktische wateren varen
hebben een buitengewoon uitgebreid ar
beidsveld en zijn op steunpunten aan land
niet meer aangewezen. Ook de snelheid is
hoog opgevoerd, zoodat lange reizen geen
rol meer spelen.
De wereldproductie van levertraan be
droeg in 19351936 rond 400.000 ton, daar
van nam Duitschland 235.000 ton af en be
taalde daarvoor rond 52.7 millioen mark.
Het is dus zeker de moeite waard het
winnen van de walvischtraan weer op te
voeren.
MAN VAN EER.
Van Bommel is een hartstochtelijk spe
ler! Spelen móet hij! Heeft hij geen kaar
ten, dan neemt hij dobbelsteenen, heeft hij
geen dobbelsteenen, dan neemt hij lucifers
en heeft hij geen lucifers, dan neemt hij
pruimen!
Dat komt eigenlijk zóó: Van Bommel
wilde spelen. Van Rammel zei: „Ja, ïhaar
dan met pruimen!". „Hoe gaat dat?"
„Heel eenvoudig!" verklaarde Rammel, „ik
neem hier twee pruimen in de hand en jij
moet nu raden, of de pruimen nog heel
zijn, dan wel fijngedrukt. Wie wint, krijgt
een gulden van den ander."
Van Bommel gaat ermee accoord. Nu
eens zegt hij „fijngedrukt", dan weer zegt
hij „heel"! Maar steeds is het verkeerd!
Daniels, die erbij zit, kan die zwendel niet
langer aanzien; „Kerel, je moet toch steeds
verliezen!" „Hoezoo?" „Wel, je part
ner laat de twee pruimen in de hand, tot
dat je geraden hebt. Zeg je fijngedrukt,
dan laat hij ze heel; zeg je daarentegen
héél, dan drukt hij ze gauw fijn!"
Van Bommel begrijpt die opzet.. „Wat
een gemeene truc!" zegt hijen speelt
verder! En verliest verder! „Houdt toch op,
idioot," brult Daniels.. Waarop van Bom
mel nijdig antwoordt: „Je bent zeker gek!
Ik kan toch niet ophouden, terwijl ik aan
het verliezen ben..!"
DE
ONFEILBAARHEID VAN VINGER
AFDRUKKEN.
Het Amerikaansche recherchebureau be
schikt op 't oogenblik over meer dan 3 mil
lioen vingerafdrukken; daaronder zijn er
12.610 van bekende misdadigers van bei
derlei kunne; de overigen zijn van perso
nen van tot dusverre onbesproken levens
wandel. Vooral voor minderjarige kinde
ren, zoo zegt het bureau, kan de registra
tie der vingerafdrukken een spoorslag
voor ordentelijk gedrag 2tfn. Want tegen
woordig worden 20 procent van alle misda
den bedreven door personen, die den kies
gerechtigden leeftijd nog niet bereikt heb
ben. Deze jonge menschen konden 's avonds
beter thuis blijven; maar in plaats daarvan
houden ze zich druk met het stelen van
van een kleermaker
en er onder;
boekdrukker.
De groote, ver
gulde kra -img
die boven dc
deur van onzer
bakker hangt, dt
laars bij 'n schoer
maker, de sj?ute
bij den smid, he"
bekken bij der
barbier, kroes er
krans bij een herbergier, zijn levende her
inneringen aan de wapens en eereteekens
die men vroeger bij de gilden, na ziji
meesterstuk te hebben ingeleverd, moch
gebruiken.
Nadat de gilden verdwenen waren ko
iedereen dus een vrij gebruik van deze wa
pens en teekens maken en men geuruiK.
zoo'n teeken daarna ook dikwijls om teven:
den naam van een zaak aan te duiden: zoo
als bijvoorbeeld „In de vergulde Ham", bi.
een spekslagerij, of „In den rooden gaper'
bij een drogisterij, enz.
Nog later werden de wapens meer ali
specifieke merkteekens voor een specialt
zaak of firma gebruikt, waaruit men ten
slotte gekregen heeft, dat de speciale pro
ducten van een firma aangeduid wordei
door een handelsmerk, dat men nu bij dei
octrooiraad deponeert, zoodat de concur
renten hiervan geen gebruik mogen ma
ken bij het aan den man brengen van hui
producten.
De koninklijke bewilliging die eigenlijl
noodig was om een dergelijk wapen ii
vroegeren tijd te mogen voeren, werd ech
ter slechts zelden aangevraagd, meesta
voerde men het wapen zoo maar vrij, ten
zij een meester van een der gilden in der
gemeenteraad zat, dan moest hij een wa
pen en een zegel gebruiken.
In verschillende steden kan men in de
oude archieven nog wapenboeken en be
schrijvingen vinden.
auto's bezig en begaan in de Vereenigde
Staten jaar in jaar uit bijna duizend moor
den en tienduizenden roofovervallen er
diefstallen.
Daar bij komt, dat de vingerafdrukken
die tegenwoordig van alle denkbare stoffer,
genomen kunnen worden .het eenige be
trouwbare herkenningsteeken zijn. Ze be
driegen nooit en er zijn er geen twee ge
lijke op de wereld te vinden. Bovendien
kan geen mensch de lijnen van de huid zij
ner vingers veranderen. Zelfs brandwan
den en wonden, ontstaan door scherpe che
mische middelen, laten altijd verraderlijke
litteekens achter, die het individu verdacht
maken; 'en als de huid weer over de won
den groeit, geeft zij toch altijd weer de
zelfde lijnen te zien.
Om deze redenen hoopt het recherche^
bureau, dat het denkbeeld van een alge-
meene registratie van deze onfeilbare her
kenningsteekenen binnen enkele jaren zoo
veel veld gewonnen zal hebben, dat des
betreffende wetten kunnen worden uitge
vaardigd en dat dan de overige be
schaafde wereld hierin Amerika's voorbeeld
zal volgen.
.VIST U AL, DAT.
....een gewone kamervlieg aan zijn li
chaam en pooten ongeveer een millioen
bacillen bij zich draagt?
.de ronde vorm van de aarde op foto
grafieën, die in de stratosfeer zijn opgeno
men, duidelijk zichtbaar is?
.sigarettentabak door middel van ver
schillende substanties zooals honing, strooi
en bruine suiker, verzoet kan worden?