V.
De Internationale toestand
Het Portret
Deze week
De Wereld
IN DE AFGELOOPEN WEEK
De berichten in de buitenlandsche bladen
over het succes der onderhandelingen tus
schen admiraal Darlan en den Duitschen
ambassadeur in Parijs, Otto Abetz, staan
in het middelpunt der politieke belangstel
ling. In de Wilhelmstrasse is verklaard, dat
men 2ich op het oogenblik nog niet over
de mogelijkheden, of Frankrijk de politiek
van vóór 10 December 1940 zal hervatten,
kan uiten, maar dat men met belangstel
ling van de berichten over deze kwestie
heeft kennis genomen. In gewoonlijk goed
ingelichte kringen is men geneigd groote
beteekenis te hechten aan de verklaring
in de „Petit Parisien", die spreekt over een
nieuwe phase in de Duitsch-Fransche on
derhandelingen.
In officieele en officieuze kringen blijft
men de grootste reserve in acht nemen
t.a.v. de ontwikkeling der Duitsch-Fransche
betrekkingen. In politieke kringen was men
van meening, dat zich op dit gebied geen
nieuwe factoren hebben voorgedaan.
Het Japansche departement van Buiten
landsche Zaken publiceert het volgende
communiqué
„De krachtens het Drie-mogendheden-
pact bestaande commissie is in de ambts
woning van den minister van Buitenland
sche Zaken, onder voorzitterschap van
Matsoeoka, bijeengekomen. De Duitsche en
de Italiaansche ambassadeur namen aan de
vergadering deel. Kwesties, verband hou
dende met de samenwerking der drie
mogendheden, zooals bepaald in het Drie-
landenpact, met inbegrip van economische
aangelegenheden, werden diepgaand be
sproken. Men kwam overeen, dat de com
missie zoo dikwijls mogelijk met steun van
militaire en economische comissies zal bij
eenkomen en haar arbeid in nauwe samen
werking met de commissies te Berlijn en
Rome zal verrichten."
De oproep van den Groot Moefti van
Jeruzalem aan de Arabische bevolking,
waarin hij alle Arabieren oproept om zich
aan te sluiten bij den strijd van Irak tegen
de Engelsche onderdrukkers, heeft bij de
bevolking van Iran levendige geestdrift-ge
wekt. Ook de Iraansche dagbladen geven
uitdrukking aan hun sympathie voor het
Iraksche volk. Verder wordt echter geener
lei vorm van activiteit bespeurd.
Het in Tel Aviv verschijnende blad „Tel
Aviv" publiceert een oproep aan de Jood-
sche jeugd, waarin deze opnieuw wordt
verzocht zich op te geven voor het Engel
sche leger. De oorlog in Irak, zoo schrijft
het blad, vormt voor de Joden een ernstig
gevaar. De Joodsche staat in Palestina zal
ten onder gaan, wanneer Groot-Brittannië
den oorlog in het Nabije Oosten verliest.
Het gevaar daarvoor dreigt. Het geheele
Jodendom moet groote offers brengen om
de Engelschen aan de overwinning te hel
pen. Zonder deze overwining is er voor de
Joden in Palestina geen toekomst meer.
De leider van het Federale Scheepvaart
bureau, vice-admiraal Land, heeft gespro
ken over het voornemen om op de in Ame-
rikaansche havens opgelegde buitervla/.d-
sche schepen, wanneer deze door de V.S.
worden overgenomen en onder de vlag van
hun moederland en met de eigen beman
ning de „blackout areas" zouden bevaren,
een Amerikaansche bewaking, bestaande
uit leden van de vloot of van den kust-
patrouilledienst, te plaatsen.
Naar verluidt heeft Land deze verklaring
afgelegd in verband met de door de han
delscommissie van den senaat aangevangen
besprekingen over het ontwerp van het
congres, warabij de regeering gemachtigd
wordt, schepen van vreemde mogendheden
in beslag te nemen, in eigen dienst te plaat
sen of over te dragen aan andere naties.
Op het bezwaar van een senator, dat daar
mede de Amerikaansche neutraliteitswet
zou worden geschonden, heeft Land geant
woord, dat zulks niet in het voornemen ligt,
want schepen met dergelijke bewakings
manschappen aan boord zouden alleen tus-
schen de Ver. Staten en Zuid-Amerika en
het Verre Oosten varen, maar niet naar
wateren in de oorlogszone gaan. Land zou
ook voor de regeering de machtiging heb
ben gevraagd om in beslag genomen sche-
Duitsche artillerie in actie bij Tobroek.
(Moosmüller, Hoffmann, Zander)
pen te mogen zenden naar de gebieden,
waar zij ze noodig acht voor de defensie
der V.S.
Volgens berichten uit Melbourne heeft
de plaatsvervangende premier, Fadden, in
zijn oproep aan het Australische volk om in
te teekenen op oorlogsleeningen, verklaard,
dat de oorlogsuitgaven van Australië op het
oogenblik 13 millioen pond per maand be
dragen. Deze uitgaven zouden nog stijgen.
De Australische uitgaven zijn thans drie
maal zoo hoog als het vorige jaar en tien
maal zoo groot als in 1939. In de toekomst
moet aan het persoonlijk gebruik meer geld
onttrokken en ter beschikking van de re
geering gesteld worden. De Australiërs
moeten zich beperkingen opleggen en alle
gelden, die zij na de betaling van hun be
lastingen nog over hebben, er beschikking
van de regeering stellen.
Fadden heeft ook nog verklaard, dat op
de Australische troepen het grootste deel
van de Egyptische verdediging rust.
Officieel verluidt, dat groote manoeuvres,
waaraan door 550.000 man Amerikaansche
troepen zal worden deelgenomen, tusschen
Juli en September in den staat Louisana
zullen worden gehouden. Tanks, vliegtui
gen en parachutisten zullen op groote
schaal in actie komen, terwijl de burger
bevolking aanwijzing krijgt om gelande
luchttroepen op te sporen en hun aanwezig
heid te signaleeren. De te houden manoeu
vres zijn de grootste, die in de geschiedenis
der Vereenigde Staten voorkomen.
Het Sovjet-Russische ministerie van Bui
tenlandsche Zaken heeft den nog in Mos
kou aanwezigen gezantschappen van België
en Noorwegen doen weten, dat het niet
langer in staat is hun status te erkennen,
daar deze landen „hun souvereiniteit heb
ben verloren". Een gelijkluidende nota is
aan het Joegoslavische gezantschap gericht,
zoodat ook dit niet meer door de Sovjet-
Unie als de vertegenwoordiging van een
souvereinen staat wordt erkend.
Uit Singapore wordt gemeld, dat de
Britsche troepen, die te Singapore gelegerd
zijn, thans in totaal op 120.000 man worden
geraamd, terwijl bijna dagelijks versterkin
gen aankomen uit Britsch-Indië en Austra
lië. Naar verluidt, worden de pas afge
leverde Amerikaansche watervliegtuigen,
die te Singapore zijn gestationneerd, ge
bruikt voor lange-afstandspatrouilles. Ook
wordt gemeld, dat een Britsch contingent
van 10.000 man geland is op Sarawak, in
Britsch Borneo.
In verband met de onderhandelingen,
welke thans aan den gang zijn tusschen
de Vereenigde Staten en marinedeskundi
gen van elf Zuidamerikaansche staten,
wordt in Congreskringen gezinspeeld op de
mogelijkheid van een Engelsch-Ameri-
kaansche actie tegen Dakar. Zooals bekend,
heeft Roosevelt onlangs gezegd, dat de
grenzen van het Westelijk Halfrond op den
20sten lengtegraad liggen. Fransch Equa
toriaal Afrika en Dakar liggen in de zone,
die geacht wordt van belang te zijn voor
de verdediging van het Amerikaansche
continent.
IN HET BELANG DER VOEDSEL
VOORZIENING.
Vóór Mei 1940 maakten de economische
omstandigheden het noodzakelijk, over te
gaan tot tal van maatregelen tot steun aan
den landbouw en tot regeling van de voort
brenging en den afzet van landbouwpro
ducten. Daartoe werd een overwegend
ambtelijke organisatie opgericht. Na het
uitbreken van den oorlog is deze organi
satie belast geworden met de regeling van
de voedselvoorziening.
De omstandigheden zijn thans zoodanig,
dat deze regeling moet worden herzien.
Doel van de nieuwe regeling is, een behoor-
lijK prijspeil te bepalen voor de landbouw
producten en op dien grondslag een behoor
lijke voedselvoorziening op te bouwen. De
nieuwe organisatie zal de geheele voedsel
voorziening omvatten. Zij zal 5 onderschei
den gebieden omvatten en wel voor de pro
ducten van akkerbouw; veehouderij, mar
garine, vetten en oliën; tuinbouw; vissche-
rij; grondstoffen en hulpmiddelen.
De zeer ver gaande verordenende be
voegdheid zal zich uitstrekken over de re
geling van voortbrenging, in- en uitvoer,
verdeeling en aanwending van de produc
ten, vestiging, uitbreiding, beperking, fusie,
verkoop of verpachting van de betreffende
bedrijven, uitkeering van vergoedingen aan
wie van de verordeningen nadeel onder
vinden en 'oplegging van betalingen aan
degenen, die er voordeel van trekken,
vaststelling van prijzen en marges beta-
lings- en leveringsvoorwaarden, enz. enz.
Er komt een coördinatie-raad voor elk
der 5 hierboven genoemde gebieden, be
staande uit 2 of meer leden met den direc
teur-generaal als voorzitter. Deze raad
treedt in de plaats van het collega voor
voedselvoorziening.
Ten einde hr.rgcnde de vorming van de
vakgroepen en ondervakgroepen toch reeds
de instelling van bedrijfsorganisaties en
onderbedrijfsorganisaties mogelijk te ma
ken, is een overgangsbepaling getroffen,
waarin de vertegenwoordiging van de be
langhebbende groepen is geregeld.
De bedoeling van de nieuwe organisatie
is uiteraard het bereiken van een rationa
lisatie van onze voedselvoorziening. Heeft
de instelling van de commissie-Posthuma
ten doel de productie van landbouw-
voortbrengselen, van belang voor de voed
selvoorziening, zoo hoog mogelijk op te
voeren, die van de nieuwe organisatie zal
er vooral op gericht zijn bij steeds toe
nemende moeilijkheden, o.a. in verband
met de verkeersmogelijkheden, om slechts
deze te noemen, te bevorderen dat ook
iedere Nederlander het één negenmillioen-
ste deel ontvangt van wat voor de voed
selvoorziening geproduceerd is.
Wie zich de moeilijkheden herinnert,
welke zich in de laatste oorlogsjaren tus
schen 1914 en 1919 ten deze voordeden, zal
iets begrijpen van de taak, waarvoor de
nieuwe organisatie zich gesteld ziet.
Al ligt het in de bedoeling zooveel moge
lijk de uitvoering der te nemen maatrege
len aan belanghebbenden over te laten, toch
zal het noodzakelijk blijken dat de regee-
x'ing hierbij de leiding in handen houdt.
Natuurlijk moet het bedrijfsleven er naar
streven zich het gestelde vertrouwen waar
dig te toonen; maar in dit geval, waar over
zooveel belangen van particulieren, inge
kankerde gewoonten en zelfs oude rechten
zal moeten worden heengestapt, zal de ge
heele autoriteit van den staat nauwelijks
VAN DE WEEK
(Scherl)
ABDOEL ASIS IBN SAOED.
Ibn Saoed, heerscher over het groote
Mohammedaansche Rijk Saoedi-Ara-
bië, van wiens houding in het conflict
tusschen Engeland en Irak onnoeme
lijk veel kan afhangen, heeft een
zeer bewogen leven achter zich. In
den zomer van het jaar 1913 zag het
Ottomaansche Rijk zich genoodzaakt,
in zijn Zuid-Oostelijke grensprovin
cie, El Hassa, aan de Perzische Golf,
op te treden tegen een jongen, op-
roerigen sjeik uit het binnenland
lbn Saoed, heerscher over het noma
denvolk Nesjd. Ibn Saoed wist de
Turksche troepen te verslaan, ver
overde de geheele provincie, drong
door tot de kust en kwam in het
Noorden, bij Koweit, in aanraking
met Engelsche belangen. Dit was zijn
eerste kennismaking met de inter
nationale politiek. Na den wereld
oorlog maakte hij gebruik van de
toen heerschende verwarring om zijn
macht uit te breiden. Na langen,
bloedigen strijd veroverde hij het
Westen van Arabië, de Hedzjas en
hield eindelijk, in 1925, zijn intocht
in Mekka. Van dien dag af noemde
Sjeik Ibn Saoed zich Koning van
Arabië. Sinds hij den Iman van
Yemen van zich afhankelijk heeft
gemaakt, strekt zich zijn rijk uit van
Aden tot bijna aan den Euphraat,
van de Perzische Golf tot aan de
^RoodeZee
voldoende blijken om alles naar wensch te
doen verloopen. Toch zal dit moeten ge
beuren.
De geheele, hier geschetste regeling heeft
heel wat hoofdbrekens, heel wat overleg
met de bezettingsautoriteiten gevergd. Doch
dit is toch maar een begin. Wat er op vol
gen zal, daarvan maken wel slechts weini
gen zich reeds een juiste voorstelling
IN NEDERLAND
Alle artikelen geprijsd.
In de afgeloopen weken werden de win
keliers herhaaldelijk gewaarschuwd, dat
zij hun waren moesten prijzen. De plaatse
lijke politie-autoriteiten van verscheidene
gemeenten deelden mede, dat zij na 1 Mei
geen pardon meer zouden geven, indien dit
niet geschiedde. De wet, waarop dat was
gegrond, bestond reeds eenige jaren .In de
Prijsopdrijvings- en Hamsterwet van 1939
was namelijk een artikel opgenomen, dat
eischts, dat prijzen op duidelijk zichtbare
wijze werden vermeld.
Rlen heeft aan dit artikel in de praktijk
weinig de hand gehouden. Daarom wordt
thans het prijzen van alle artikelen ver
plicht gesteld Het nieuwe besluit, dat deze
materie regelt, legt den kleinhandelaar de
verplichting op, een groot deel van de in
de winkels verkrijgbare artikelen op duide
lijke wijze te prijzen. Deze regeling is reeds
direct van toepassing op alle voedings- en
genotmiddelen, textielwaren en lederwaren.
De gemachtigde voor de prijzen zal de
priisaanduidingsplicht tot andere groepen
van goederen kunnen uitbreiden, ook tot
hëi verhuren van roerende goederen en het
verr'chten van diensten.
Het tweede artikel van het besluit be
paalt, dat het prijzen duidelijk en goed
leesbaar door middel van prijskaartjes moet
geschieden voor waren, die in de étalage
of in de winkel zichtbaar zijn uitgestald.
Artikelen, die niet zichtbaar zijn uitgestald,
maar wel gereed voor onmiddellijken ver
koop, moeten eveneens zijn geprijsd, tenzij
een prijslijst er van goed zichtbaar wordt
opgehangen. Ook bij monsterverzamelingen
zullen de prijzen duidelijk moeten zijn aan
gegeven.
Een koerier van de Italiaansche Bersagllert
komt in een Duitsch legerkamp in Cyre-
naica aan.
(Moosmüller, Hoffmann, Zander)
Een belangrijke bepaling Is, dat de maat
regelen van het nieuwe besluit worden be
schouwd als prijsvoorschriften. Dit betee-
kent, dat overtreding valt onder de tucht
rechtspraak van de Inspecteurs voor de
Prljsbeheersching. Op de naleving der voor
schriften zal dus scherp worden toegezien.
De tuinbouwexport naar Duitschland.
De regeling van den export van Neder-
landsche tuinbouwproducten naar Groot-
Duitschland heeft van 10 Mei af een be
langrijke wijziging ondergaan.
In het kader der administratieve vereen
voudiging is namelijk te Den Haag een
nieuw bureau gesticht voor de regeling van
den Nederlandschen tuinbouwexport naar
Duitschland, waarvan de leiding is opge
dragen aan den heer K. A. Douma, chef der
af deeling export-monopolie van de Neder-
landsche Groente- en Fruitcentrale te Den
Haag.
Deze nieuwe ambtelijke instelling bevor
dert de aanpassing van de Nederlandsche
export aan de Duitsche marktordening.
Een vertegenwoordiger vier Hauptverein
des Deutschen Gartenbaues, de algemeene
Duitsche kweekersorganisatie, zal in het
nieuwe bureau, Balistraat 96 te Den Haag,
zitting houden, ten einde het contact tus
schen de Duitsche en Nederlandsche belan
gen op tuinbouwgebied te verstevigen en
te waarborgen.
Middelburgs raadhuis.
Bij de verwoesting van de binnenstad
van Middelburg op 17 Mei 1940 is ook het
Wijdvermaarde stadhuis geheel uitgebrand.
B. en W. zijn nu met uitgewerkte plan
nen tot herbouw bij den raad gekomen. Zij
stellen op advies van dr. J. Kalff, den in
specteur voor de Kunstbescherming, voor,
de restauratie van gevels en gewelven in
't Gotische gedeelte op te dragen aan archi
tect H. van Heeswijk, die onder meer de
herstellingen aan den beroemden gevel van
het stadhuis te Leiden uitnemend leidde.
Ir. A. van der Steur te Rotterdam, die al
daar o.a. de plannen maakte en uitvoerde
voor het Museum Boymans, het nieuwe
gymnasium en het groote nieuwe politie
bureau, zal opdracht ontvangen voor den
herbouw van het inwendige van het Go
tische gedeelte en van de nieuwe aan
bouwen.
Mutaties bij de politie.
Bij beschikking van den Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied werd aan den kolonel der marechaus
see A. W. de Koningh met ingang van 30
April 1941 eervol ontslag verleend uit het
ambt van inspecteur-generaal der Neder
landsche politie.
Bij beschikking van den hoogeren SS.-
en politieleider bij den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied
werd de luitenant-kolonel der marechaus
see H. W. B. Croiset van Uchelen met in
gang van 30 April 1941 tot het tijdstip
waarop een definitieve regeling zal zijn ge
troffen, belast met de voorloopige waar
neming van het ambt van inspecteur-gene
raal der Nederlandsche politie.
Nederlandsch vrachtschip getorpedeerd.
Uit New York werd gemeld, dat het
Nederlandsche vrachtschip „Öaleier". op
een reis van Enge'n!: i n; - Nt- York
zinken is gebracht. Naar verluidt zijn 35
leden van de bemanning omgekomen. De
„Saleier" was een staien schroefstoomschip
van de Stoomvaartmaatschappij „Neder
land" te Amsterdam. Het schip mat 6563
b.r.t. Tot voor een jaar voer het geregeld
op de Java-New York-lijn.
BUITENLANDSCHE LANDARBEIDERS
IN DUITSCHLAND.
In 1939 kreeg ook Duitschland als ge
volg van de mobilisatie, te kampen met ge
brek aan arbeidskrachten in den landbouw.
Op verschillende wijzen heeft men ge
tracht in dit gebrek te voorzien. Op groote
schaal stelde men de jeugd te werk op het
platteland; bovendien maakte men ruim
schoots gebruik van krijgsgevangenen en
arbeidskrachten uit de bevriende zoowel
als uit de bezette landen. Reeds in den
herfst van 1940 kon men zeggen, dat de
toestand in den landbouw aanmerkelijk
was verbeterd.
In het Reichsarbeitsblatt wordt een over
zicht gegeven van het aantal landarbei
ders, dat in geheel Duitschland is te werk
gesteld. Het grootste contingent leverde
Polen, namelijk niet minder dan 469.000
man. Verder waren er 47.000 Italianen,
32.000 Slowaken, 4650 Nederlanders, 4400
Joegoslaven, 2500 Hongaren en 2000 arbei
ders van andere nationaliteit in het ge
heel derhalve 561.000 man. Hierbij kwamen
nog tot eind September 1940 650.000
krijgsgevangenen en 180 000 als vrije land
arbeiders in Duitschland gebleven Poolsche
krijgsgevangenen. Het totale aantal buiten
landsche werkkrachten in Duitschland be
draagt dus 1.391.000.
LEGER EN LUCHTMACHT VAN IRAK.
Het leger van Irak heeft, in vergelijking
met de Europeesche legers, weinig te be-
teekenen. Bovendien is het voor zijn be
wapening en verdere uitrusting in hooge
mate afhankelijk geweest van Engeland,
dat er zicht uiteraard weinig aan gelegen
heeft laten liggen. Men beweert dan ook,
dat zijn uitrusting veel te wenschen over
laat.
Betrouwbare cijfers omtrent de sterkte
van het Iraksche leger staan niet ter be
schikking. In het jaar 1939 werd deze ge
schat op 19.000 man in vredestijd. In oor
logstijd zou het aangroeien tot 150.000 man,
wat rijkelijk overdreven lijkt. Vermoede
lijk is dit cijfer gebaseerd op het feit, dat
elke man, die de wapens kan dragen, in
dit fanatieke land, naai- sabel en geweer
grijpt, zoodra er sprake is van oorlog.
Het eigenlijke leger zou bestaan uit 2
divisies infanterie, een grensbrigade en een
aantal speciale troepen. De verdeeling zou
ongeveer zijn 24 infanterie- en 3 grens-
bataljons, 3 regimenten cavalerie, 1 pant
serwagencompagnie, 1 gemotoriseerde ma
chinegeweer-compagnie, ongeveer 12 bat
terijen, 1 bataljon pioniers. Verder is er een
school voor opleiding voor den berichten
dienst.
De laatste jaren heeft Irak zich ook toe
gelegd op het vormen van een eigen lucht
macht. Ook dit materiaal werd van Enge
land betrokken en bestaat uit een aantal
inmiddels verouderde machines van ver
schillende typen, die zeker niet tegen mo-
dm n vliegtuigen zijn opgewassen.
IN KAART
EGYPTE EN HET SUEZKANAAL.
Nu Engeland in Noord-Afrika geheel in
het defensief is gedrongen en het ook in
Voor-Aziè harde noten te kraken krijgt, is
de vraag weer bijzonder actueel geworden,
welke houding Egypte in het huidige con-
iliet zal aannemen.
Het Koninkrijk aan den mond van den
Nijl is in staatsrechtelijken zin een
vrij en onafhankelijk Jand. Met Groot-Bnt-
tannië \s het sinds 1936 door een vriend
schapsverdrag verbonden, dat oogenschijn-
lijk een einde maakte aan de gespannen
verhouding tusschen beide landen en aan
Engelands heerschappij over Egypte. Zoo
ziet de eene zijde van de medaille er uit,
doch de keerzijde vertoont een eenigszms
ander beeld. Al zijn z.g.n. onafhankelijk
heid ten spijt, werd Egypte gedwongen zich
r V K K IJ E
SYRic
Doe LI 4
?0
ENOt."
sa>e
(Dehnen-Verlag)
bij het uitbreken van den oorlog aan de
zijde van Engeland te scharen, ofschoon
het hierbij geen enkel belang had. Integen
deel. met het oog op zijn uitgebreide han
delsbetrekkingen met Duitschland 20 pet
van den Egyptischen katoenoogst gingen
naar dit land had Egypte er veeleer alle
belang bij om in goede verstandhouding met
Duitschland te leven.
Het zijn dan ook uitsluitend Engelsche
belangen, welke Egypte in den oorlog tegen
Duitschland hebben meegesleept en de
voornaamste daarvan is dit spreekt van
zelf de enorme politieke en strategische
beteekenis van het Suezkanaal de poort
naar Engelands schatkamer Britsch-lndië.
Ten einde dezen levensader van het Brit
sche Imperium zoo krachtig mogelijk te
beveiligen, werd Egypte in het begin van
üen wereldoorlog tot prolectoraat gemaakt
en verkreeg het eerst in 1922, dank zij de
actie van de Wafdpartij zijn zg.n. onafhan
kelijkheid. Doch Engeland behield zich een
aantal rechten voor, o.a. de verdediging van
het Suezkanaal en het militaire opperbe
stuur over het Koninkrijk. Ook over het
Egyptische luchtruim behield Engeland de
beschikking, vandaar dat het voor zijn
luchtactie in dezen oorlog Egypte als basis
kon gebruiken.
GEEN PETROLEUM VOOR JAPAN.
Tot de talrijke maatregelen, welke Ame
rika tegen Japan uitvaardigt en die men
in dit land als niets meer of min
der dan als provocaties beschouwt, behoort
ook het weigeren van petroleum aan Ja
pansche schepen Dit voorval is niets meer
dan een voortzetting van de maatregelen,
die de VS. ten aanzien van Japan meenen
te moeten nemen.
Het zijn niet alleen de verdedigingswer
ken, die worden aangelegd op de bases in
den Pacific, de versterking van het garni
zoen van Manilla en de tusschen de Engel
sche en de Amerikaansche militaire krin
gen in dit gebied gevoerde besprekingen,
welke duidelijker dan ooit de vijandige
houding van de Vereenigde Staten ten aan
zien van Japan deden uitkomen, doch ook
de maatregelen op economisch gebied vor
men hiervan het bewijs. Het is zoo klaar
als de aag, dat men van Engelsche en Ame
rikaansche zijde alles in het werk stelt, om
Japan dwars te zitten
Dit alles kan Japan evenwel niet van
den eenmaal ingeslagen weg afbrengen.
Een maatregel als het weigeren van brand
stof aan Japansche schepen kan er alleen
toe bijdragen, om het te sterken in zijn be
sluit, om met stalen energie datgene te vol
brengen, waartoe het reeds lang is beslo
ten zijn levensruimte in het Verre Oosten
met hand en tand te verdedigen.
KRETA EN CYPRUS BEDREIGD.
Het eiland Kreta vormt thans wat de
Engelschen noemen een vooruitgeschreven
post in de Middellandsche Zee, die met
koortsachtige haast wordt versterkt. Dit
geschiedt intusschen onder de ongunstigste
omsandigheden, daar het eiland voortdu
rend blootstaat aan luchtaanvallen. Vooral
de baai van Soeda vormt een aantrekke
lijk mikpunt voor de vijandelijke vlieg
tuigen, omdat zich daar altijd nog een vrij
aanzienlijk aantal schepen ophoudt.
Ook op het eiland Cyprus begint een
zekere onrust te heerschen In de hoofdstad
Nicosia werd dezer dagen voor het eerst
luchtalarm gemaakt. Een vijandelijke
machine vertoonde zich boven de stad,
doch wierp geen bommen af.
De Engelsche vlooteenheden van Cyprus
zijn versterkt, evenals het aldaar gestation-
rveerde luchtwapen. In de kustwateren
werden mijnen gelegd. Men heeft het nut
en de noodzaak van schuilkelders ingezien,
waaraan thans met man en macht woidt
gewerkt, om de bevolking tegen luchtbol
bardementen te beschermen.
DRINKWATERVOORZIENING VAN
PARIJS
De voorziening met drinkwater van een
stad als Parijs stelt hooge eischen; per
hoofd der bevolking wordt dagelijks niet
minder dan 400 liter verbruikt. Thans is
de verzorging weder bijna normaal. Parijs
kan weder beschikken over 1.100 000 ku
bieke meter drinkwater en 500.000 kubieke
meter water voor andere doeleinden. Ten
einde de watervoorziening in stand te hou
den, wanneer zich eventueel ongevallen of
moeilijkheden voordoen, heeft men de
pompstations toegerust met Dieselmotoren.
Er is eveneens zoi'g voor gedragen, dat er
geen stagnatie optreedt, wannger de toe
voer van buitenaf wordt belemmerd Dit is
o.a. verleden jaar het geval geweest, toen
de Fransche troepen bij hun terugtocht de
buizen voor den toevoer van bronwater
lieten springen