voor SOEST en BAARN RUST AAN HET OOSTFRONT. SLUITING VAN BEDRIJVEN. In Maart 892.600 b.r.t. tot zinken gebracht. HUISMOEDERS MET VACANTIE. Nadere toelichting op de beschikking. Vier belijdenissen van een politiek penseel. OOGKLEPPEN BIJ PAARDEN. De afgeloopen week in Nederland. NUMMER 26 TWEEDE JAARGANG ZATERDAG 3 APRIL 1943. ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en Baarn 0.90 per drie maanden, daarbuiten 1.05. Losse nummers 6 cent. Advertentiën worden ingewacht tot uiterlijk Dinsdags- en Vrijdags middags te 12 uur. Verschijnt Woensdags en Zaterdags Uitgave: N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij, Soestdijk. HET NIEUWSBLAD OMROEPERS (bij vooruitbetaling) 1 tot 20 woorden 0.92. Elk woord meer 4 cent. Rubriek „Betrekkingen gevraagd" en „Betrek kingen aangeboden": 120 woorden0.77 Elk woord meer 0.03 Overige advertenties prijs op aanvraag. Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7, Soestdijk. Telefoon 2962 Giro 161165 Aan het geheele Oostfront heersch- te behalve ten Zuiden van het Lado- gameer en aan hetv Koeban-brugge- hoofd betrekkelijke rust. Ten Noord westen van Koersk hebben Duitsche pantsergrenadiers na dagenlange straatgevechten de stad Ssefsk stor menderhand genomen. Naar men te Berlijn verklaarde, heeft de Duitsche legerleiding liet Oostfront van Tagan- rog tot Leningrad vast in de hand. Momenteel hebben groote hergroepee ringen der troepen plaats; zoodra de weersgesteldheid het toelaat, 2al men tot verstrekkende operaties overgaan. Het thans geëindigde winteroffen sief heeft de Sovjet-Unie ontzaglijke verliezen aan menschen en materiaal gekost. Van 20 November tot 20 Maart verloren de bolsjewisten bijna 12.000 tanks, die vernietigd of buitgemaakt werden. Verder waren 3763 Sovjet vliegtuigen in de lucht of op den grond vernield, terwijl 1.5 millioen man door de Duitsche en verbonden troepen on schadelijk werden gemaakt. 892.600 B.R.T. Twee extraberichten omtrent het tot zinken brengen van 73.000 en 103.500 ton scheepsruimste verhoogden de tota le geallieerde verliezen tot 892 600 ton. Hiervan waren 138 schepen met 851.600 ton het slachtoffer van duikbooten en de rest van vliegtuigen en boven-wa ter-strijdkrachten. Het in Maart be haalde resultaat is belangrijk hooger dan in Maart 1942. DE „TIMES'' OVER NEUTRALITEIT. Het toonaangevende Engelsche blad heeft een hoofdartikel gewijd aan het begrip „neutraliteit", dat volgens het blad vóór den oorlog voor de kleinere, zwakkere staten waard was nage streefd te worden, maar thans een ver ouderd begrip is geworden. De oor zaak hiervan is de ontwikkeling der militaire techniek, dé overwinning van ruimte en tijd en tenslotte de ont wikkeling van een politiek van eco nomische zelfgenoegzaamheid. Slechts voor landen met een bijzondere geo grafische positie als Spanje en Zwit serland heeft de status van neutrali teit wellicht nog waarde, voor het meerendeel der kleine staten in Euro pa biedt deze status geen veiligheid meer. De „Times" komt tot de con clusie, dat zoowel de politiek var. het evenwicht van krachten als de poli tiek van een strikte neutraliteit zich zelf heeft overleefd. Ook Churchill bracht in zijn laatste radiorede naar voren, dat de groote mogendheden bij de naoorlogsche or dening der wereld alle rechten voor zich zullen opeischen. Van Kieffens, Minister van Buitenlandsche Zaken der uitgeweken Nederlandsche regee ring, teekende tegen een dergelijke op vatting protest aan in een ingezonden stuk in de Times. Volgens hem is de ze zienswijze ondemocratisch, terwijl de kleine landen bovendien door hun verzet tegen de spil de groote mo gendheden doeltreffend ondersteund hebben. DE STRIJD IN TUNESIë. Een week na het begin van het geal lieerd offensief in Tunesië hebben de Duitsch-Italiaansche troepen in Zuid- Tunesië zich op nieuwe stellingen te ruggetrokken. Daarmede is de Ma- rethlinie, die den kustweg afsluit en zich over het Matmata-gebergte in het binnenland voortzet, gedeeltelijk prijsgeven. Reeds in een eerder sta dium van den strijd waren afdeelingen van het Britsche achtste leger om de Zuidelijke hoekpijler der linie naar het noorden döorgestooten en hadden aldus de omgeving van El Hamma,' ruim 30 K.M. ten Westen van de kust stad Gabes gelegen bereikt, zoodat het gevaar van een omsingeling niet denk beeldig was. Ten Noorden van het zoutmeer Chott el Djerid, in den cen- tralen sector van het Tunesische front, waar Amerikaansche troepen operee- ren, speelden zich hevige gevechten af bij El Guettar, ten Zuid-Oosten van Gafsa gelegen en bij Maknassi, het verste punt, dat bij den opmarsch naar de Middellandsche Zee bereikt werd. De ravitailleering van beide partij en zal tenslotte over den afloop van. den slag in Tunesië beslissen. Bom menwerpers der spil richtten hun aan vallen tegen aanvoerhavens en sche pen der geallieerden, terwijl Duitsche duikbootjagers met behulp van nieu we strijdmiddelen in enkele dagen tijds vijf Engelsche duikbooten tot zin ken brachten. Geallieerde luchtaan vallen waren wederom op Siciliaan- sche havens gericht. De slag om Tunesië brengt de ge heele geallieerde strategie in de Mid dellandsche Zee in het geding. In vele kringen heerscht de opvatting, dat een eventueele invasie van het continent zijn uitgangspunt rond de Aegeïsche Zee zou vinden. In verband hiermede Vertoont het nieuwste Duitsche film journaal een indrukwekkend beeld van de versterkingen in Griekenland, Kreta, enz., die naar Duitsche opvat ting „een invasiepoging tot een zeer riskante en nauwelijks uitvoerbare •onderneming" zouden maken. IN DEN STILLEN OCEAAN. Het aantal alarmeerende berichten omtrent den toestand in het Zuid westen van den Pacific neemt weder om toe. Volgens een United-Pressbe- richt zouden de Japanners zich gereed maken voor een nieuwen aanval op Port Moresby, het groote steunpunt aan de Zuidkust van Nieuw -Guinea. Te Rabaul worden groote transport- vloten geconcentreerd, terwijl ook de Japansche luchtmacht in de afgeloo- pen maanden volgens Amerikaansche berichten verdubbeld zou zijn. De „Times" wijdde een artikel aan het interview van Vice-Admiraal Hellfrich, waarin deze de geallieerde strijdkrachten zelfs voor het afslaan van een nieuwen Japanschen op marsch onvoldoende achtte. Het blad deelt deze zienswijze volkomen en acht het noodzakelijk een Ibres ^e slaan in de keten van eilanden, die de Japanners ten Noorden van het Australische continent in hun bezit hebben gebracht. Zooals duidelijk zal zijn, kan een gezonde staat alleen gevormd worden door gezonde gezinnen. Om dat te bereiken voor onze volksgemeenschap mag geeh moeite ons teveel zijn. Het gezonde gezin is een primair volksbelang en achter dit volksbelang stelt de Nederlandsche Volksdienst zich met! alle beschikbare en nog te mobiliseeren krachten. De moeder, vooral de moeder van groote gezinnen is de belangrijkste fi guur in het gezin. Van haar hangt het af of „alle leden sterk in het leven staan en blijven staan. Daarom wijdt aan haar (en aan dé kinderen) de Ne derlandsche Volksdienst zijn grootste zorgen. De moeder heeft vooral in dezen tijd een zware en verantwoordelijke taak. Wil zij hiertegen opgewassen zijn, dan dient zij op tijd de noodige ver strooiing en vooral ontspanning te hebben. De Nederlandsche Volksdienst heeft daarom moedertehuizen gesticht. Hier in vérblijven de huismoeders eenigen tijd en genieten daar van een ver kwikkende rust, opdat zij weer vol komen op kracht in hun gezinnen te- rugkeeren. De Nederlandsche Volksdienst heeft daarom een aantal moedertehuizen opgericht o.a. te Blaricum en Dieren ea binnenkort wordt er ook weer een geopend te Aalten. De mogelijkheden van den Neder- landschen Volksdienst hangen af van de medewerking van al onze volksge- nooten. Niet het bureau van den N.V.D. schept de mogelijkheden; dit doen onze eigen volksgenooten zelf. Hoe meer medeWerkers(sters) zich op geven, hoe meer gedaan kan worden voor ons volk. Wordt daarom lid en medewerker (ster). Buurtschapshoofden en kanto ren van den N.V.D. geven gaarne al le gewenschte inlichtingen. DIERENMISHANDELING. Tegen E. S., wonende aan de Birkt- straat te Soest is proces verbaal opge-* maakt wegens dierenmishandeling. Ook kreeg hij een bekeuring wegens het niet'bij zióh dragen van zijn Per soonsbewijs. De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss Inquart, ontving Maandag In Den Haag den drager van bet Ridderkruis. SS-Rottenführer Gerardu^ Mooyman Vr.n l.: Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss Inquarr SS-Rottenfühier Mooyman en SS-Gruppenführer Rauter S.S Blldberlchter-Frltt-Stapf- Po v Ondanks de uiteenzetting in de pers bestaat met betrekking tot enkele be palingen der Beschikking van den Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied betreffende de sluiting van bedrijven nog verschil in opvatting, zoodat hiéfonder een nade re toelichting volgt. Met uitzondering van luxe restau rants, bars en nachtlokalen, die wèl een bevel tot sluiting ontvangen, dient de sluiting van het bedrijf te geschie den door den eigenaar zelf. Ieder voor zich heeft allereerst uit te maken of zijn bedrijf valt onder een der groe pen, genoemd in artikel II of onder de bepalingen van artikel III van de Beschikking. Het is dus niet zoo, dat men kan afwachten of men een bevel tot sluiting krijgt. Hij die naar zijn meening onder de sluiting valt, moet reeds aanstonds datgene doen, wat de Verordening ten aanzien van de slui ting voorschrijft, n.1. Ie. het staken van den verkoop aan het publiek; 2e. het indienen van een lijst van de op het tijdstip van de slui ting in zijn bezit zijnde goede- deren bij het bevoegde Rijks bureau. Voor waren, welke slechts tegen vergunning of distributiebonnen mó gen worden afgegeven, dient een der gelijke lijst bij het plaatselijk distri butiekantoor te worden ingeleverd, vergezeld van de bij de sluiting aan wezige vergunningen en distributie bonnen, met specificatie. In het algemeen mag de eigenaar niet meer over zijn goederen beschik ken, Het Rijksbureau kan hierop ech ter uitzondering toestaan. Ambachtsbedrijven kunnen het werk, waarmede bij het inwerking treding der beschikking reeds was be gonnen, nog binnen een maand afma ken, en afleveren. De verplichting tot sluiting wordt hierdoor echter niet aangetast. Men bedenke wel, dat het ontduiken van deze Beschikking door reorganisatie vpn het bedrijf verbo den is. Reparatiebedrijf en winkel. In artikel II zijn nog enkele, de slui ting beperkende, bepalingen opgeno- Winston Churchill schildert het Bolsjewisme van 19201942. 1. Churchill in een rede voor de Oxford-beweging op 18 Nov. 1920. „Het Bolsjewisme is geen politiek, het is een ziekte; het is geen geloof, hei. is een pest!Naar mijn oordeel moet alle schade en ellende in Rus land door de verdorvenheid en waan zin van de Bolsjewisten ontstaan, zijn, en kan in Rusland of in Oost-Euiopa van een opleving op welk gebied ook, geen sprake zijn, zoolang deze slechte menschen de Russische natie in han den houden. De politiek, welke ik steeds zal voorstaan, is de val en de vernietiging van dit misdadig regiem 2. Churchill in zijn boek „Na den oorlog", 1929. „Lenin heeft zijn spoor achtergela ten. Wat betreft de levensvernietiging van mannen en vrouwen kcm geen Aziatische veroveraar, geen Tamerlan, noch Dsjengis-Khan het tegen zijn reputatie opnemen. Een millioen men schen te verdelgen, geheele bevol kingsgroepen op de lijst van vogelvrij verklaarden te plaatsen, de fakkel van den burgeroorlog in ieder land te doen oplaaien, beteekende voor hem het meest begeerde doel." De gedachte alleen al, om met de Bolsjewisten te gaan onderhandelen, kwam, de openbare meening zoowel in Groot Brittannië als in Frankrijk als afschuwwekkend voor. 3. Churchill in een radio-toespraak op 30 Maart 1940. „De Sovjetregeering openbaarde met haar overval op de heldhaftige Finnen aan de geheele wereld de verwoestin gen, die het Bolsjewisme in het wezen van elke natie, wélke het slachtoffer van deze doodelijke geestelijke en mo re ele ziekte geyvorden is, aanricht Finland houdt zich prachtig, ja, zelfs grootschDE DIENST, DIE FIN LAND AAN DE MENSCHHEID BE WIJST, IS REUSACHTIG." 4. Churchill voor het Lagerhuis op 12 November 1942. „Ik heb een diep vertrouwen in de wijsheid van Stalin en den goeden wil van dezen merrkwaardigen man. Mijn hart heeft met Sovjet-Rusland ge bloed en ik voel, wat U allen ook ge voeld zult hebben, den vwrigen wil, tezamen met Sovjet-Rusland te lijden en een deel van zijn last te dragen." men. Zoo is de verplichting tot sluiten niet van toepassing op een aantal be drijven, in de beschikking aangegeven, voorzoover deze zich in noemenswaar- digen omvang bezig houden met re paraties en ook niet op bepaalde am bachtsbedrijven, voorzoover deze in noemenswaardigen omvang andere be drijfssoorten uitoefenen. Een en ander dient aldus te worden uitgelegd, dat in het algemeen deze zaken haar reparatiebedrijf niet be hoeven te sluiten, doch wel den win kel voor verkoop en zulks op duidelijk zichtbare wijze. Gemengd winkel- of ambachtsbe drijf. Betreft het in werkelijkheid een ge mengd winkel- of ambachtsbedrijf (dus niet een in één artikel gespeciali seerde zaak) en behooren daarbij de samenstellende deelen niet alle tot de „verboden" soorten, dan kan het be drijf in zijn geheel geopend blijven. De omvang van het „vrije" gedeelte dient echter noemenswaard te zijn in ver houding tot den totalen voorraad of omzet. Ook verder moet het gemeng de karakter bonafide zijn. Men kan z ch dus niet beroepen op het verkoo- F(en, vervaardigen of herstellen van -i^pealde zaken, waarmede men eerst kort geleden is begonnen en evenmin op het voeren, vervaardigen of her stellen van artikelen, welke in wezen niet afwijken van~"den aard van het feitelijke bedrijf. Warenhuizen e.d. Wordt uitsluitend in een bijzondere afdeeling van een bedrijf een der soor ten van bedrijf uitgeoefend, voor wel ke het sluitingsvoorschrift geldt, dan zijn de betreffende voorschriften- slechts van toepassing op deze afdee ling. Dit geldt in hoofdzaak voor groo- tere bedrijven als warenhuizen e.d., welke afdeelingen scherp van elkaar gescheiden zijn. Politie houdt toezicht. De politiegezagdrcfgers houden toe zicht op de uitvoering der bovenge noemde bepalingen. Bij deze controle kan blijken, dat men zonder noodzaak zijn bedrijf heeft gesloten of wel is de controleerende instantie van meening, dat men nalatig is geweest. In dit laat ste geval deelt de Commissaris van de Provincie (in plaatsen boven 100.000 inwoners doet zulks de burgemeester) den houder daarvan schriftelijk mede, dat het bedrijf moet worden gesloten. Alvorens hiertoe echter over te gaan hoort de Commissaris den betreffen- den burgemeester. Bovendien kan hij het advies inwinnen van de Kamer van Koophandel en eventueel van de plaatselijke afdeeling van de terzake bevoegde organisatie van het bedrijfs leven. Indiening van bezwaarschrift bjj Commissaris of Burgemeester. Indien de beslissing van den Com missaris niet in overeenstemming met de Kamer van Koophandel of de or ganisatie van het bedrijfsleven is tot stand gekomen, waarvan uit het be velschrift tot sluiting zal blijken, kan cle betrokkene binnen drie dagen bij den Commissaris resp.. den burge meester een bezwaarschrift indienen. ACHT NIEUWE SERVIES PUNTEN AANGEWEZEN. Voor kinderen van 14 t.m. 20 jaar. Van 29 Maart 1943 af tot een nader te bepalen datum geven de bonnen „Reserve 214, 215" van de bon kaarten voor voedingsmiddelen 4e pe riode K 214 (dus de- bonkaarten voor personen van 14 tot en met 20 jaar) recht naar keuze op het koopen van serviesgoed of metalen keukengerei tot een waarde van vier punten voor eiken bon. Het ligt in de bedoeling over eeni gen tijd wederom op de bonkaarten van kinderen tot en met 13 jaar bon nen, voor een waarde van vier punten, geldig te verklaren tot aankoop naar keuze van serviesgoed of metalen keu kengerei. Aangezien voor kinderen tot en met 13 jaar van 1 December tot 1 Maart j.1. 4 punten geldig zijn ver klaard, zal voor hen hierdoor dan dus hetzelfde aantal geldig zijn verklaard ah? nu voor personen van 14 tot en met 20 jaar geschiedt. Over dit bezwaarschrift wordt beslist door den Secretaris-Generaal van Handel, Nijverheid, cn Scheepvaart. Het bezwaarschrift heeft geen op schortende werking; de Secretaris-Ge neraal kan echter de uitvoering van de beslissing van den Commissaris tot zijn eigen beslissing uitstellen. Boven dien kan de Secretaris-Generaal bepa len, dat de Commissarissen of burge meesters bijzondere gevallen aan hem ter beslissing voorleggen. Het indienen van een bezwaarschrift is dus volgens de Beschikking moge lijk, indien de meeningen van den Commissaris, de Kamer van Koophan del en van de plaatselijke afdeeling van de ter zake bevoegde organisatie van het bedrijfsleven niet overeen stemmen. Het vraagstuk van het gebruik van oogkleppen bij paarden is onlangs op nieuw aan de orde gesteld en Amster dam was daarbij een van de eêrste ge meenten die ten deze regelend optrad. Men meende daar een oplossing van het vraagstuk gevonden te hebben door wijziging van de Alg. Politiever ordening, luidende: „Het is verboden op den openbaren weg paarden, welke voorzien zijn van oogkleppen, te besturen of te hebben." Dat dit artikel getuigt vap deskun digheid, kan men moeilijk volhouden eu dat is bereids ook reeds uit ver schillende protesten gebleken. De Commissaris van den Ned. Hyp. Sportbond, Ir. J. P. Leeuwenburg, die tevens wethouder van Baarn is, deelde ons mede hoe deze materie z.i. dient te worden geregeld en wees in dit ver band op de maatregelen welke te Baarn waren getroffen. „De goede bedoeling", aldus de heer Leeuwenburg, „het dier bij Verorde ning te beschermen tegen kwelling, stuit dikwijls af op de onbevoegdheid van de gemeente op dat punt, omdat de wet reeds bepalingen daaromtrent bevat. Door die regeling bij de wet is de zaak van algemeen Rijks belang geworden en het is een teere kwestie, in hoeverre de gemeente daarin dan nog regelend mag optredgn. In het al gemeen is de bevoegdheid van ge meente dan wel zeer beperkt en al zou de Commissaris der Provincie een bepaling goedvinden, dan nog kan de rechter die onverbindend, achten. De thans beoogde voorzieningen val len eigenlijk allen reeds onder het be paalde in art. 455 lid 2 van het Wet boek van Strafrecht, waarin straf is bedreigd tegen hem, die dieren noo- deloos arbeid doet verrichten op pijn lijke of kwellende wijze. Ik ben daarom van meening, zoo vervolgde de heer Leeuiwenburg zijn betoog, dat de gemeente hier niets meer heeft te regelen en ook niets meer mag regelen. Oogkleppen, opzet- teugels, rijden op te scherpe bitten, rijden met te scherpe sporen, geen goed passende tuigen, besturen met ruwe hulpmiddelen, dit alles valt onder genoemd artikel 455 of onder art. 254, waarbij dierenmishandeling strafbaar is gesteld. Maar de gemeente kan zeer zeker nog wel nuttig werk verrichten door doelmatig toezicht. Dit zouuitstekend kunnen geschieden door een halfjaar- lijksche inspectie voor te schrijven bij een artikel van den volgenden inhoud: „De eigenaars en houders van rij en trekdieren zijn verplicht éénmaal in elk half kalenderjaar te voldoen aan een oproeping' bij openbare be kendmaking van den burgemeester, om met hun rij- en trekdieren en de voor deze dieten gebezigde tuigen, de trekdieren aangespannen, op een aan tï wijzen plaats te verschijnen ter in spectie van de tuigen, de aanspanning e:i het hoefbeslag." Bij de inspectie kan een commissie van deskundigen, aan te wijzen door den burgemeester, wenken geven om trent verbetering van tuig, hoefbeslag en wijze van besturing, alsmede aan- teekening houden van af te keuren ar tikelen, waarvan melding wordt ge maakt aan de politie, die daarop ver der speciaal dient toe te zien. Een eventueel proces verbaal kan dan worden opgemaakt op grond van arti kel 455 of 254 van het Wetboek van Strafrecht. Reeds de preventieve werking, wel ke van de keuring zal uitgaan, zal groot zijn. En wanneer een proces ver baal wordt opgemaakt, zal de rechter, bij de boordeeling der vraag of het ge wraakte moet worden beschouwd als pijnlijk althans kwellend,^zich kunnen, laten leiden door of steun vinden in het oordeel van de deskundige com missie. De commissie kan overigens haar programma van onderzoek naar belie ven uitbreiden of beperken, zoodat ook alle punten, welke niet vooraf konden worden voorzien, later deel van het onderzoek kunnen gaan uitmaken zon der dat eenige bepaling daarvoor be hoeft te worden gewijzigd. De heer Leeuwenburg besloot zijn mededeeling met de opwekking, dat bij een belang als het onderhavige altijd hoofdzaak blijft de opvoedende kracht welke in de preventieve werking van het toezicht ligt besloten. HEERENRIJWIEL GESTOLEN. Door G. S. te Baarn werd aangifte gedaan van het stelen van zijn hee renrijwiel aan de Groote Melm. Een uitvoerig onderzoek aldaar werd inge steld, doch tot op heden kon de dader van dezen rijwieldiefstal nog niet wor den aangehouden. KOE UIT DE WEIDE GESTOLEN? Vanaf een weiland aan den Wiek- slooterweg is een koe spoorloos ver dwenen ten nadeele van d. J., wonen de aldaar. Het onderzoek werd alhier ingesteld door den brigadierrijksspeur- hondgeleider Tavenier met zijn hond Wanda, doch tot dusverre leverde dit nog geen tastbaar resultaat op. De mo gelijkheid bestaat ook wel, dat de koe is weggeloopen. Tot op heden is zij nog niet terug. Het gerucht, in de volksmond tan- Ei Coba genoemd, wiaart weer eens rond. De aanleiding hiertoe is de maat regel geweest met de bankbiljetten van duizend en vijfhonderd gulden en er wordt thans gefluisterd, dat de bankbiljetten van honderd gulden eveneens ingetrokken zullen woiden. Het gevolg hiervan is geweest, dat eenerzijds talrijke personen zich heb ben gehaast om deze biljetten te wis selen, terwijl anderzijds zaken en zelfs min of meer officieele instellin gen weigerden biljetten van honderd gulden in ontvangst te nemen. Van officieele zijde werd er daarom nog eens op gewezen, dat het absoluut verboden is biljetten van honderd gulden te weigeren. De biljetten zijn wettig betaalmiddel tot elk bedrag. Elk gerucht over deze biljetten moet beschouwd worden als een boosaardig verzinsel van lieden, die gaarne in troebel water visschen. Een aantal handelaars in bankbiljetten, die meenden, dat zij van de intrekking van de biljetten konden profiteeren en die deze tegen „marktprijzen" gekocht of verkocht hadden, zijn gearresteerd en naar een oord overgebracht waar zij nuttiger werk kunnen verrichten. Terwijl rond ons land de oorlog woedt, onvervangbare cultuurgoede ren verloren gaan en in enkele oogen- blikken verwoest wordt, waar genera ties voor gezwoegd hebben, gaan mid den in ons land de werkzaamheden aan den N.O. polder rustig en zonder veel ophef verder. In 1941 is deze pol der, die een brute oppervlakte heeft van bijna vijftigduizend hectare, droog gevallen en thans zijn reeds 5000 'H.A. ingezaaid. Op het einde van dit jaar zal de halve polder bebouwd zijn en over enkele jaren zal Nederland de be schikking hebben over een nieuwe graanschuur van niet te onderschat ten beteekenis. Dank zij de bodemge steldheid leent zich de N.O. polder buitengewoon voor de verbouw van rogge en tarwe. Reeds telt de polder een goede vier honderd bewoners, de eerste kinderen zijn er al geboren en de ontwikkeling van grond, mensch en plant gaat ge stadig verder. Binnenkort zal te Ramspol de eerste school geiend worden, waar de onderwijzer, die de tot dusver nog vrij wild opgroeiende kinderen te onderrichten krijgt, geen gemakkelijke, maar wel een dankbare taak zal hebben. Ondanks de verschillende publi caties heerscht er verschil in opvat ting over de verplichte sluiting van bepaalde bedrijven.Verschillende eige naars van zaken, die onder deze Ver ordening vallen, waren van meening, dat zij pas behoefden te sluiten, wan neer zij het bevel hiertoe ontvingen. Dit is echter niet het geval. Slechts de luxe-restaurants, bars en nachtlo kalen hebben een bevel tot sluiting ontvangen, de overige bedrijven moe ten door de eigenaars zelf gesloten worden. Ieder voor zich heeft dus uit te ma ken of zijn bedrijf valt onder een der groepen, in de Verordening genoemd. Valt men naar zijn meening onder de sluiting, dan moet men direct oe ver koop aan het publiek staken en een lijst van goederen, welke op het tijd stip van sluiting aanwezig waren, in dienen bij het bevoegde Rijksbureau. Ambachtsbedrijven kunnen het werk, waarmede zij bezig waren, nog binnen een maand afmaken en inle veren. Gemengde bedrijven behoeven in bepaalde gevallen de reparatieaf- deeling niet te sluiten, wet den win kel en zulks op duidelijk zichtbare wijze. De Britsche terreuraanvallen op ons land hebben deze week weer tal rijke slachtoffers onder de burgerbe volking geëischt. In den nacht van 26 Maart werden verschillende kleine plaatsen aangevallen. Het aantal doo- den bij deze aónvallen bedroeg 38, het aantal gewonden 60. Tijdens het weekeinde werden zes personen het slachtoffer van nieuwe terreuraan vallen. Vijf personen worden nog ver mist, talrijke woonhuizen werden ver nield of beschadigd. In acht provincies is het verblijf aan joden verboden. Het zijn de pro- yincies Friesland, Drente, Groningen, Overijssel, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Joden, die zich op het oogenblik in de genoemde provincies ophouden, moeten zich naar het kamp te Vught foegevetf. Het medenemen van reisbagage en waar- de-voorwerpen is toegestaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1943 | | pagina 1