voor SOEST en BAARN
RUST AAN HET OOSTFRONT.
SLUITING VAN BEDRIJVEN.
In Maart 892.600 b.r.t. tot zinken gebracht.
HUISMOEDERS MET
VACANTIE.
Nadere toelichting op de beschikking.
Vier belijdenissen van een politiek penseel.
OOGKLEPPEN
BIJ PAARDEN.
De afgeloopen week in Nederland.
NUMMER 26
TWEEDE JAARGANG
ZATERDAG 3 APRIL 1943.
ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en Baarn
0.90 per drie maanden, daarbuiten 1.05.
Losse nummers 6 cent. Advertentiën worden
ingewacht tot uiterlijk Dinsdags- en Vrijdags
middags te 12 uur.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
Uitgave:
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij, Soestdijk.
HET NIEUWSBLAD
OMROEPERS (bij vooruitbetaling) 1 tot 20
woorden 0.92. Elk woord meer 4 cent.
Rubriek „Betrekkingen gevraagd" en „Betrek
kingen aangeboden": 120 woorden0.77
Elk woord meer 0.03
Overige advertenties prijs op aanvraag.
Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7,
Soestdijk. Telefoon 2962 Giro 161165
Aan het geheele Oostfront heersch-
te behalve ten Zuiden van het Lado-
gameer en aan hetv Koeban-brugge-
hoofd betrekkelijke rust. Ten Noord
westen van Koersk hebben Duitsche
pantsergrenadiers na dagenlange
straatgevechten de stad Ssefsk stor
menderhand genomen. Naar men te
Berlijn verklaarde, heeft de Duitsche
legerleiding liet Oostfront van Tagan-
rog tot Leningrad vast in de hand.
Momenteel hebben groote hergroepee
ringen der troepen plaats; zoodra de
weersgesteldheid het toelaat, 2al men
tot verstrekkende operaties overgaan.
Het thans geëindigde winteroffen
sief heeft de Sovjet-Unie ontzaglijke
verliezen aan menschen en materiaal
gekost. Van 20 November tot 20 Maart
verloren de bolsjewisten bijna 12.000
tanks, die vernietigd of buitgemaakt
werden. Verder waren 3763 Sovjet
vliegtuigen in de lucht of op den grond
vernield, terwijl 1.5 millioen man door
de Duitsche en verbonden troepen on
schadelijk werden gemaakt.
892.600 B.R.T.
Twee extraberichten omtrent het tot
zinken brengen van 73.000 en 103.500
ton scheepsruimste verhoogden de tota
le geallieerde verliezen tot 892 600 ton.
Hiervan waren 138 schepen met 851.600
ton het slachtoffer van duikbooten en
de rest van vliegtuigen en boven-wa
ter-strijdkrachten. Het in Maart be
haalde resultaat is belangrijk hooger
dan in Maart 1942.
DE „TIMES'' OVER
NEUTRALITEIT.
Het toonaangevende Engelsche blad
heeft een hoofdartikel gewijd aan het
begrip „neutraliteit", dat volgens het
blad vóór den oorlog voor de kleinere,
zwakkere staten waard was nage
streefd te worden, maar thans een ver
ouderd begrip is geworden. De oor
zaak hiervan is de ontwikkeling der
militaire techniek, dé overwinning
van ruimte en tijd en tenslotte de ont
wikkeling van een politiek van eco
nomische zelfgenoegzaamheid. Slechts
voor landen met een bijzondere geo
grafische positie als Spanje en Zwit
serland heeft de status van neutrali
teit wellicht nog waarde, voor het
meerendeel der kleine staten in Euro
pa biedt deze status geen veiligheid
meer. De „Times" komt tot de con
clusie, dat zoowel de politiek var. het
evenwicht van krachten als de poli
tiek van een strikte neutraliteit zich
zelf heeft overleefd.
Ook Churchill bracht in zijn laatste
radiorede naar voren, dat de groote
mogendheden bij de naoorlogsche or
dening der wereld alle rechten voor
zich zullen opeischen. Van Kieffens,
Minister van Buitenlandsche Zaken
der uitgeweken Nederlandsche regee
ring, teekende tegen een dergelijke op
vatting protest aan in een ingezonden
stuk in de Times. Volgens hem is de
ze zienswijze ondemocratisch, terwijl
de kleine landen bovendien door hun
verzet tegen de spil de groote mo
gendheden doeltreffend ondersteund
hebben.
DE STRIJD IN TUNESIë.
Een week na het begin van het geal
lieerd offensief in Tunesië hebben de
Duitsch-Italiaansche troepen in Zuid-
Tunesië zich op nieuwe stellingen te
ruggetrokken. Daarmede is de Ma-
rethlinie, die den kustweg afsluit en
zich over het Matmata-gebergte in
het binnenland voortzet, gedeeltelijk
prijsgeven. Reeds in een eerder sta
dium van den strijd waren afdeelingen
van het Britsche achtste leger om de
Zuidelijke hoekpijler der linie naar
het noorden döorgestooten en hadden
aldus de omgeving van El Hamma,'
ruim 30 K.M. ten Westen van de kust
stad Gabes gelegen bereikt, zoodat het
gevaar van een omsingeling niet denk
beeldig was. Ten Noorden van het
zoutmeer Chott el Djerid, in den cen-
tralen sector van het Tunesische front,
waar Amerikaansche troepen operee-
ren, speelden zich hevige gevechten
af bij El Guettar, ten Zuid-Oosten van
Gafsa gelegen en bij Maknassi, het
verste punt, dat bij den opmarsch naar
de Middellandsche Zee bereikt werd.
De ravitailleering van beide partij
en zal tenslotte over den afloop van.
den slag in Tunesië beslissen. Bom
menwerpers der spil richtten hun aan
vallen tegen aanvoerhavens en sche
pen der geallieerden, terwijl Duitsche
duikbootjagers met behulp van nieu
we strijdmiddelen in enkele dagen
tijds vijf Engelsche duikbooten tot zin
ken brachten. Geallieerde luchtaan
vallen waren wederom op Siciliaan-
sche havens gericht.
De slag om Tunesië brengt de ge
heele geallieerde strategie in de Mid
dellandsche Zee in het geding. In vele
kringen heerscht de opvatting, dat een
eventueele invasie van het continent
zijn uitgangspunt rond de Aegeïsche
Zee zou vinden. In verband hiermede
Vertoont het nieuwste Duitsche film
journaal een indrukwekkend beeld
van de versterkingen in Griekenland,
Kreta, enz., die naar Duitsche opvat
ting „een invasiepoging tot een zeer
riskante en nauwelijks uitvoerbare
•onderneming" zouden maken.
IN DEN STILLEN OCEAAN.
Het aantal alarmeerende berichten
omtrent den toestand in het Zuid
westen van den Pacific neemt weder
om toe. Volgens een United-Pressbe-
richt zouden de Japanners zich gereed
maken voor een nieuwen aanval op
Port Moresby, het groote steunpunt
aan de Zuidkust van Nieuw -Guinea.
Te Rabaul worden groote transport-
vloten geconcentreerd, terwijl ook de
Japansche luchtmacht in de afgeloo-
pen maanden volgens Amerikaansche
berichten verdubbeld zou zijn.
De „Times" wijdde een artikel aan
het interview van Vice-Admiraal
Hellfrich, waarin deze de geallieerde
strijdkrachten zelfs voor het afslaan
van een nieuwen Japanschen op
marsch onvoldoende achtte. Het blad
deelt deze zienswijze volkomen en
acht het noodzakelijk een Ibres ^e
slaan in de keten van eilanden, die de
Japanners ten Noorden van het
Australische continent in hun bezit
hebben gebracht.
Zooals duidelijk zal zijn, kan een
gezonde staat alleen gevormd worden
door gezonde gezinnen.
Om dat te bereiken voor onze
volksgemeenschap mag geeh moeite
ons teveel zijn.
Het gezonde gezin is een primair
volksbelang en achter dit volksbelang
stelt de Nederlandsche Volksdienst
zich met! alle beschikbare en nog te
mobiliseeren krachten.
De moeder, vooral de moeder van
groote gezinnen is de belangrijkste fi
guur in het gezin. Van haar hangt het
af of „alle leden sterk in het leven
staan en blijven staan. Daarom wijdt
aan haar (en aan dé kinderen) de Ne
derlandsche Volksdienst zijn grootste
zorgen.
De moeder heeft vooral in dezen tijd
een zware en verantwoordelijke taak.
Wil zij hiertegen opgewassen zijn,
dan dient zij op tijd de noodige ver
strooiing en vooral ontspanning te
hebben.
De Nederlandsche Volksdienst heeft
daarom moedertehuizen gesticht. Hier
in vérblijven de huismoeders eenigen
tijd en genieten daar van een ver
kwikkende rust, opdat zij weer vol
komen op kracht in hun gezinnen te-
rugkeeren.
De Nederlandsche Volksdienst heeft
daarom een aantal moedertehuizen
opgericht o.a. te Blaricum en Dieren
ea binnenkort wordt er ook weer een
geopend te Aalten.
De mogelijkheden van den Neder-
landschen Volksdienst hangen af van
de medewerking van al onze volksge-
nooten. Niet het bureau van den
N.V.D. schept de mogelijkheden; dit
doen onze eigen volksgenooten zelf.
Hoe meer medeWerkers(sters) zich op
geven, hoe meer gedaan kan worden
voor ons volk.
Wordt daarom lid en medewerker
(ster). Buurtschapshoofden en kanto
ren van den N.V.D. geven gaarne al
le gewenschte inlichtingen.
DIERENMISHANDELING.
Tegen E. S., wonende aan de Birkt-
straat te Soest is proces verbaal opge-*
maakt wegens dierenmishandeling.
Ook kreeg hij een bekeuring wegens
het niet'bij zióh dragen van zijn Per
soonsbewijs.
De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss Inquart, ontving Maandag
In Den Haag den drager van bet Ridderkruis. SS-Rottenführer Gerardu^
Mooyman Vr.n l.: Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss Inquarr
SS-Rottenfühier Mooyman en SS-Gruppenführer Rauter
S.S Blldberlchter-Frltt-Stapf- Po v
Ondanks de uiteenzetting in de pers
bestaat met betrekking tot enkele be
palingen der Beschikking van den
Rijkscommissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied betreffende de
sluiting van bedrijven nog verschil in
opvatting, zoodat hiéfonder een nade
re toelichting volgt.
Met uitzondering van luxe restau
rants, bars en nachtlokalen, die wèl
een bevel tot sluiting ontvangen, dient
de sluiting van het bedrijf te geschie
den door den eigenaar zelf. Ieder voor
zich heeft allereerst uit te maken of
zijn bedrijf valt onder een der groe
pen, genoemd in artikel II of onder
de bepalingen van artikel III van de
Beschikking. Het is dus niet zoo, dat
men kan afwachten of men een bevel
tot sluiting krijgt. Hij die naar zijn
meening onder de sluiting valt, moet
reeds aanstonds datgene doen, wat de
Verordening ten aanzien van de slui
ting voorschrijft, n.1.
Ie. het staken van den verkoop aan
het publiek;
2e. het indienen van een lijst van
de op het tijdstip van de slui
ting in zijn bezit zijnde goede-
deren bij het bevoegde Rijks
bureau.
Voor waren, welke slechts tegen
vergunning of distributiebonnen mó
gen worden afgegeven, dient een der
gelijke lijst bij het plaatselijk distri
butiekantoor te worden ingeleverd,
vergezeld van de bij de sluiting aan
wezige vergunningen en distributie
bonnen, met specificatie.
In het algemeen mag de eigenaar
niet meer over zijn goederen beschik
ken, Het Rijksbureau kan hierop ech
ter uitzondering toestaan.
Ambachtsbedrijven kunnen het
werk, waarmede bij het inwerking
treding der beschikking reeds was be
gonnen, nog binnen een maand afma
ken, en afleveren. De verplichting tot
sluiting wordt hierdoor echter niet
aangetast. Men bedenke wel, dat het
ontduiken van deze Beschikking door
reorganisatie vpn het bedrijf verbo
den is.
Reparatiebedrijf en winkel.
In artikel II zijn nog enkele, de slui
ting beperkende, bepalingen opgeno-
Winston Churchill schildert het Bolsjewisme van 19201942.
1. Churchill in een rede voor de
Oxford-beweging op 18 Nov. 1920.
„Het Bolsjewisme is geen politiek,
het is een ziekte; het is geen geloof,
hei. is een pest!Naar mijn oordeel
moet alle schade en ellende in Rus
land door de verdorvenheid en waan
zin van de Bolsjewisten ontstaan, zijn,
en kan in Rusland of in Oost-Euiopa
van een opleving op welk gebied ook,
geen sprake zijn, zoolang deze slechte
menschen de Russische natie in han
den houden.
De politiek, welke ik steeds zal
voorstaan, is de val en de vernietiging
van dit misdadig regiem
2. Churchill in zijn boek „Na den
oorlog", 1929.
„Lenin heeft zijn spoor achtergela
ten. Wat betreft de levensvernietiging
van mannen en vrouwen kcm geen
Aziatische veroveraar, geen Tamerlan,
noch Dsjengis-Khan het tegen zijn
reputatie opnemen. Een millioen men
schen te verdelgen, geheele bevol
kingsgroepen op de lijst van vogelvrij
verklaarden te plaatsen, de fakkel van
den burgeroorlog in ieder land te doen
oplaaien, beteekende voor hem het
meest begeerde doel."
De gedachte alleen al, om met de
Bolsjewisten te gaan onderhandelen,
kwam, de openbare meening zoowel in
Groot Brittannië als in Frankrijk als
afschuwwekkend voor.
3. Churchill in een radio-toespraak
op 30 Maart 1940.
„De Sovjetregeering openbaarde met
haar overval op de heldhaftige Finnen
aan de geheele wereld de verwoestin
gen, die het Bolsjewisme in het wezen
van elke natie, wélke het slachtoffer
van deze doodelijke geestelijke en mo
re ele ziekte geyvorden is, aanricht
Finland houdt zich prachtig, ja, zelfs
grootschDE DIENST, DIE FIN
LAND AAN DE MENSCHHEID BE
WIJST, IS REUSACHTIG."
4. Churchill voor het Lagerhuis op
12 November 1942.
„Ik heb een diep vertrouwen in de
wijsheid van Stalin en den goeden wil
van dezen merrkwaardigen man. Mijn
hart heeft met Sovjet-Rusland ge
bloed en ik voel, wat U allen ook ge
voeld zult hebben, den vwrigen wil,
tezamen met Sovjet-Rusland te lijden
en een deel van zijn last te dragen."
men. Zoo is de verplichting tot sluiten
niet van toepassing op een aantal be
drijven, in de beschikking aangegeven,
voorzoover deze zich in noemenswaar-
digen omvang bezig houden met re
paraties en ook niet op bepaalde am
bachtsbedrijven, voorzoover deze in
noemenswaardigen omvang andere be
drijfssoorten uitoefenen.
Een en ander dient aldus te worden
uitgelegd, dat in het algemeen deze
zaken haar reparatiebedrijf niet be
hoeven te sluiten, doch wel den win
kel voor verkoop en zulks op duidelijk
zichtbare wijze.
Gemengd winkel- of
ambachtsbe drijf.
Betreft het in werkelijkheid een ge
mengd winkel- of ambachtsbedrijf
(dus niet een in één artikel gespeciali
seerde zaak) en behooren daarbij de
samenstellende deelen niet alle tot de
„verboden" soorten, dan kan het be
drijf in zijn geheel geopend blijven. De
omvang van het „vrije" gedeelte dient
echter noemenswaard te zijn in ver
houding tot den totalen voorraad of
omzet. Ook verder moet het gemeng
de karakter bonafide zijn. Men kan
z ch dus niet beroepen op het verkoo-
F(en, vervaardigen of herstellen van
-i^pealde zaken, waarmede men eerst
kort geleden is begonnen en evenmin
op het voeren, vervaardigen of her
stellen van artikelen, welke in wezen
niet afwijken van~"den aard van het
feitelijke bedrijf.
Warenhuizen e.d.
Wordt uitsluitend in een bijzondere
afdeeling van een bedrijf een der soor
ten van bedrijf uitgeoefend, voor wel
ke het sluitingsvoorschrift geldt, dan
zijn de betreffende voorschriften-
slechts van toepassing op deze afdee
ling. Dit geldt in hoofdzaak voor groo-
tere bedrijven als warenhuizen e.d.,
welke afdeelingen scherp van elkaar
gescheiden zijn.
Politie houdt toezicht.
De politiegezagdrcfgers houden toe
zicht op de uitvoering der bovenge
noemde bepalingen. Bij deze controle
kan blijken, dat men zonder noodzaak
zijn bedrijf heeft gesloten of wel is de
controleerende instantie van meening,
dat men nalatig is geweest. In dit laat
ste geval deelt de Commissaris van de
Provincie (in plaatsen boven 100.000
inwoners doet zulks de burgemeester)
den houder daarvan schriftelijk mede,
dat het bedrijf moet worden gesloten.
Alvorens hiertoe echter over te gaan
hoort de Commissaris den betreffen-
den burgemeester. Bovendien kan hij
het advies inwinnen van de Kamer
van Koophandel en eventueel van de
plaatselijke afdeeling van de terzake
bevoegde organisatie van het bedrijfs
leven.
Indiening van bezwaarschrift
bjj Commissaris of Burgemeester.
Indien de beslissing van den Com
missaris niet in overeenstemming met
de Kamer van Koophandel of de or
ganisatie van het bedrijfsleven is tot
stand gekomen, waarvan uit het be
velschrift tot sluiting zal blijken, kan
cle betrokkene binnen drie dagen bij
den Commissaris resp.. den burge
meester een bezwaarschrift indienen.
ACHT NIEUWE SERVIES
PUNTEN AANGEWEZEN.
Voor kinderen van 14 t.m. 20 jaar.
Van 29 Maart 1943 af tot een nader
te bepalen datum geven de bonnen
„Reserve 214, 215" van de bon
kaarten voor voedingsmiddelen 4e pe
riode K 214 (dus de- bonkaarten voor
personen van 14 tot en met 20 jaar)
recht naar keuze op het koopen van
serviesgoed of metalen keukengerei
tot een waarde van vier punten voor
eiken bon.
Het ligt in de bedoeling over eeni
gen tijd wederom op de bonkaarten
van kinderen tot en met 13 jaar bon
nen, voor een waarde van vier punten,
geldig te verklaren tot aankoop naar
keuze van serviesgoed of metalen keu
kengerei. Aangezien voor kinderen tot
en met 13 jaar van 1 December tot 1
Maart j.1. 4 punten geldig zijn ver
klaard, zal voor hen hierdoor dan dus
hetzelfde aantal geldig zijn verklaard
ah? nu voor personen van 14 tot en
met 20 jaar geschiedt.
Over dit bezwaarschrift wordt beslist
door den Secretaris-Generaal van
Handel, Nijverheid, cn Scheepvaart.
Het bezwaarschrift heeft geen op
schortende werking; de Secretaris-Ge
neraal kan echter de uitvoering van
de beslissing van den Commissaris tot
zijn eigen beslissing uitstellen. Boven
dien kan de Secretaris-Generaal bepa
len, dat de Commissarissen of burge
meesters bijzondere gevallen aan hem
ter beslissing voorleggen.
Het indienen van een bezwaarschrift
is dus volgens de Beschikking moge
lijk, indien de meeningen van den
Commissaris, de Kamer van Koophan
del en van de plaatselijke afdeeling
van de ter zake bevoegde organisatie
van het bedrijfsleven niet overeen
stemmen.
Het vraagstuk van het gebruik van
oogkleppen bij paarden is onlangs op
nieuw aan de orde gesteld en Amster
dam was daarbij een van de eêrste ge
meenten die ten deze regelend optrad.
Men meende daar een oplossing van
het vraagstuk gevonden te hebben
door wijziging van de Alg. Politiever
ordening, luidende:
„Het is verboden op den openbaren
weg paarden, welke voorzien zijn van
oogkleppen, te besturen of te hebben."
Dat dit artikel getuigt vap deskun
digheid, kan men moeilijk volhouden
eu dat is bereids ook reeds uit ver
schillende protesten gebleken.
De Commissaris van den Ned. Hyp.
Sportbond, Ir. J. P. Leeuwenburg, die
tevens wethouder van Baarn is, deelde
ons mede hoe deze materie z.i. dient te
worden geregeld en wees in dit ver
band op de maatregelen welke te
Baarn waren getroffen.
„De goede bedoeling", aldus de heer
Leeuwenburg, „het dier bij Verorde
ning te beschermen tegen kwelling,
stuit dikwijls af op de onbevoegdheid
van de gemeente op dat punt, omdat
de wet reeds bepalingen daaromtrent
bevat. Door die regeling bij de wet is
de zaak van algemeen Rijks belang
geworden en het is een teere kwestie,
in hoeverre de gemeente daarin dan
nog regelend mag optredgn. In het al
gemeen is de bevoegdheid van ge
meente dan wel zeer beperkt en al
zou de Commissaris der Provincie een
bepaling goedvinden, dan nog kan de
rechter die onverbindend, achten.
De thans beoogde voorzieningen val
len eigenlijk allen reeds onder het be
paalde in art. 455 lid 2 van het Wet
boek van Strafrecht, waarin straf is
bedreigd tegen hem, die dieren noo-
deloos arbeid doet verrichten op pijn
lijke of kwellende wijze.
Ik ben daarom van meening, zoo
vervolgde de heer Leeuiwenburg zijn
betoog, dat de gemeente hier niets
meer heeft te regelen en ook niets
meer mag regelen. Oogkleppen, opzet-
teugels, rijden op te scherpe bitten,
rijden met te scherpe sporen, geen goed
passende tuigen, besturen met ruwe
hulpmiddelen, dit alles valt onder
genoemd artikel 455 of onder art. 254,
waarbij dierenmishandeling strafbaar
is gesteld.
Maar de gemeente kan zeer zeker
nog wel nuttig werk verrichten door
doelmatig toezicht. Dit zouuitstekend
kunnen geschieden door een halfjaar-
lijksche inspectie voor te schrijven bij
een artikel van den volgenden inhoud:
„De eigenaars en houders van rij
en trekdieren zijn verplicht éénmaal
in elk half kalenderjaar te voldoen
aan een oproeping' bij openbare be
kendmaking van den burgemeester,
om met hun rij- en trekdieren en de
voor deze dieten gebezigde tuigen, de
trekdieren aangespannen, op een aan
tï wijzen plaats te verschijnen ter in
spectie van de tuigen, de aanspanning
e:i het hoefbeslag."
Bij de inspectie kan een commissie
van deskundigen, aan te wijzen door
den burgemeester, wenken geven om
trent verbetering van tuig, hoefbeslag
en wijze van besturing, alsmede aan-
teekening houden van af te keuren ar
tikelen, waarvan melding wordt ge
maakt aan de politie, die daarop ver
der speciaal dient toe te zien. Een
eventueel proces verbaal kan dan
worden opgemaakt op grond van arti
kel 455 of 254 van het Wetboek van
Strafrecht.
Reeds de preventieve werking, wel
ke van de keuring zal uitgaan, zal
groot zijn. En wanneer een proces ver
baal wordt opgemaakt, zal de rechter,
bij de boordeeling der vraag of het ge
wraakte moet worden beschouwd als
pijnlijk althans kwellend,^zich kunnen,
laten leiden door of steun vinden in
het oordeel van de deskundige com
missie.
De commissie kan overigens haar
programma van onderzoek naar belie
ven uitbreiden of beperken, zoodat ook
alle punten, welke niet vooraf konden
worden voorzien, later deel van het
onderzoek kunnen gaan uitmaken zon
der dat eenige bepaling daarvoor be
hoeft te worden gewijzigd.
De heer Leeuwenburg besloot zijn
mededeeling met de opwekking, dat bij
een belang als het onderhavige altijd
hoofdzaak blijft de opvoedende kracht
welke in de preventieve werking van
het toezicht ligt besloten.
HEERENRIJWIEL GESTOLEN.
Door G. S. te Baarn werd aangifte
gedaan van het stelen van zijn hee
renrijwiel aan de Groote Melm. Een
uitvoerig onderzoek aldaar werd inge
steld, doch tot op heden kon de dader
van dezen rijwieldiefstal nog niet wor
den aangehouden.
KOE UIT DE WEIDE GESTOLEN?
Vanaf een weiland aan den Wiek-
slooterweg is een koe spoorloos ver
dwenen ten nadeele van d. J., wonen
de aldaar. Het onderzoek werd alhier
ingesteld door den brigadierrijksspeur-
hondgeleider Tavenier met zijn hond
Wanda, doch tot dusverre leverde dit
nog geen tastbaar resultaat op. De mo
gelijkheid bestaat ook wel, dat de koe
is weggeloopen. Tot op heden is zij
nog niet terug.
Het gerucht, in de volksmond tan-
Ei Coba genoemd, wiaart weer eens
rond. De aanleiding hiertoe is de maat
regel geweest met de bankbiljetten
van duizend en vijfhonderd gulden en
er wordt thans gefluisterd, dat de
bankbiljetten van honderd gulden
eveneens ingetrokken zullen woiden.
Het gevolg hiervan is geweest, dat
eenerzijds talrijke personen zich heb
ben gehaast om deze biljetten te wis
selen, terwijl anderzijds zaken en
zelfs min of meer officieele instellin
gen weigerden biljetten van honderd
gulden in ontvangst te nemen. Van
officieele zijde werd er daarom nog
eens op gewezen, dat het absoluut
verboden is biljetten van honderd
gulden te weigeren. De biljetten zijn
wettig betaalmiddel tot elk bedrag.
Elk gerucht over deze biljetten
moet beschouwd worden als een
boosaardig verzinsel van lieden, die
gaarne in troebel water visschen. Een
aantal handelaars in bankbiljetten, die
meenden, dat zij van de intrekking
van de biljetten konden profiteeren en
die deze tegen „marktprijzen" gekocht
of verkocht hadden, zijn gearresteerd
en naar een oord overgebracht waar
zij nuttiger werk kunnen verrichten.
Terwijl rond ons land de oorlog
woedt, onvervangbare cultuurgoede
ren verloren gaan en in enkele oogen-
blikken verwoest wordt, waar genera
ties voor gezwoegd hebben, gaan mid
den in ons land de werkzaamheden
aan den N.O. polder rustig en zonder
veel ophef verder. In 1941 is deze pol
der, die een brute oppervlakte heeft
van bijna vijftigduizend hectare,
droog gevallen en thans zijn reeds
5000 'H.A. ingezaaid.
Op het einde van dit jaar zal de
halve polder bebouwd zijn en over
enkele jaren zal Nederland de be
schikking hebben over een nieuwe
graanschuur van niet te onderschat
ten beteekenis. Dank zij de bodemge
steldheid leent zich de N.O. polder
buitengewoon voor de verbouw van
rogge en tarwe.
Reeds telt de polder een goede vier
honderd bewoners, de eerste kinderen
zijn er al geboren en de ontwikkeling
van grond, mensch en plant gaat ge
stadig verder. Binnenkort zal te
Ramspol de eerste school geiend
worden, waar de onderwijzer, die de
tot dusver nog vrij wild opgroeiende
kinderen te onderrichten krijgt, geen
gemakkelijke, maar wel een dankbare
taak zal hebben.
Ondanks de verschillende publi
caties heerscht er verschil in opvat
ting over de verplichte sluiting van
bepaalde bedrijven.Verschillende eige
naars van zaken, die onder deze Ver
ordening vallen, waren van meening,
dat zij pas behoefden te sluiten, wan
neer zij het bevel hiertoe ontvingen.
Dit is echter niet het geval. Slechts
de luxe-restaurants, bars en nachtlo
kalen hebben een bevel tot sluiting
ontvangen, de overige bedrijven moe
ten door de eigenaars zelf gesloten
worden.
Ieder voor zich heeft dus uit te ma
ken of zijn bedrijf valt onder een der
groepen, in de Verordening genoemd.
Valt men naar zijn meening onder de
sluiting, dan moet men direct oe ver
koop aan het publiek staken en een
lijst van goederen, welke op het tijd
stip van sluiting aanwezig waren, in
dienen bij het bevoegde Rijksbureau.
Ambachtsbedrijven kunnen het
werk, waarmede zij bezig waren, nog
binnen een maand afmaken en inle
veren. Gemengde bedrijven behoeven
in bepaalde gevallen de reparatieaf-
deeling niet te sluiten, wet den win
kel en zulks op duidelijk zichtbare
wijze.
De Britsche terreuraanvallen op
ons land hebben deze week weer tal
rijke slachtoffers onder de burgerbe
volking geëischt. In den nacht van 26
Maart werden verschillende kleine
plaatsen aangevallen. Het aantal doo-
den bij deze aónvallen bedroeg 38,
het aantal gewonden 60. Tijdens het
weekeinde werden zes personen het
slachtoffer van nieuwe terreuraan
vallen. Vijf personen worden nog ver
mist, talrijke woonhuizen werden ver
nield of beschadigd.
In acht provincies is het verblijf
aan joden verboden. Het zijn de pro-
yincies Friesland, Drente, Groningen,
Overijssel, Gelderland, Limburg,
Noord-Brabant en Zeeland. Joden, die
zich op het oogenblik in de genoemde
provincies ophouden, moeten zich
naar het kamp te Vught foegevetf. Het
medenemen van reisbagage en waar-
de-voorwerpen is toegestaan.