HV 1 Soest 400.000 KINDEREN. IN HET OOSTEN WEINIG ACTIVITEIT. voor SOEST en BAARN In Zuid-Tunesië is de strijd weer ontbrand. IN NAAM DER BESCHAVING. Op zesduizend meter. EUR0PEESCHE TABAKSTEELT BREIDT ZICH UIT. Hoogere opbrengst en betere soorten. J HET 2^ FRONT NUMMER 28 ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en Baarn 0.90 per drie maanden, daarbuiten 1.05. Losse nummers 6 cent. Advertentiën worden ingewacht tot uiterlijk Dinsdags- en Vrijdags- middags te 12 uur. Verschijnt Woensdags en Zaterdags Uitgave: N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij, Soestdijk. TWEEDE JAARGANG HET NIEUWSBLAD ZATERDAG 10 APRIL 1943 OMROEPERS (bij vooruitbetaling) 1 tot 20 woorden 0.92. Elk woord meer 4 cent. Rubriek „Betrekkingen gevraagd" en „Betrek kingen aangeboden": 1—20 woorden0.77 Elk woord meer 0.03 Overige advertenties prijs op aanvraag. Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7, Soestdijk. Telefoon 2962 Giro 161165 DE situatie aan het Oostfront werd wederom door plaatselijke acti viteit gekenmerkt, behalve ten Zuiden van het Ladogameer, bij het Umenmeer en aan het Koebanbrugge- hoofd. Bij het Ilmenmeer werd on danks groote terreinmoeilijkheden een Duitsche aanvalsoperatie met succes ten uitvoer gebracht; de bolsjewisten verloren meer dan duizend dooden en een hoeveelheid oorlogstuig, w.o. 26 tanks en 25 stukken gèschut. Aan het Koeban-bruggehoofd gingen de Sov - j^t-troepen tot een grootscheepsch of fensief over tegen de Duitsche troe pen, die hier het moerassige mondings- gebied van den Koeban tegenover het schiereiland Kertsj bezet houden. De aanvallen werden onder zware vijan delijke verliezen afgeslagen. In Maart werden 1267 Sovjet-vlieg tuigen vernietigd. Hiervan werden er 1028 in luchtgevechten, 143 door lucht doelgeschut van het leger en 36 door troepen van het leger neergeschoten; de, overigen werden op den grond ver nield. In indirect verband met den strijd tegen het communisme aan het Oost- „Ik zeg u: vernielt den Keul- schen Dom, bombardeert den St. Pieter, laat Genua bombar deeren door de vloot en vernie tigt mannen, vrouwen, kinderen en marmeren paleizen." In onze niet-Britsche ooren klinkt dit misschien ongeloofelijk, doch het is niettemin de harde, meedoogenlooze waarheid: dit schreef een priester der Anglikaansche kerk, S. E. Cottam, vicaris van Woolton (Berkshire) in de „Daily Mail" van 31 Octobgr 1940! Men denke echter niet, dat het hier sië'chts 'h uitlating betreft van een en kelen verdoolde, die door de gebeur tenissen in het eerste oorlogsjaar zijn evenwicht had verloren; integendeel, niemand minder dan de Britsche Mi nister van Luchtvaart, Sinclair, ver klaarde volgens den Britschen Bericn- tendienst op 18 November 1942 in één adem: „De Duitsche burgerbevolking lijdt zeer onder de bombarde menten. Het resultaat recht vaardigt ten volle de tot dusver gevolgde bombardementspoli- tiek." Kerk en staat gaven in Engeland dus beide hun zegen op deze wijze van oorlogvoering, n.1. het uitwerpen van bommen op vijf-, zesduizend meter hoogte, waarbij men vrijwel geen tref kans op militaire doelen meer heeft, hetgeen dus beteekent, dat men zich van den beginne af aan er van be wust is, dat in hoofdzaak de burger bevolking slachtoffer van deze aan vallen zal worden. Immers om van vijf- of zesduizend meter hoogte een mili tair object te treffen, dat op dien af stand slechts de grootte van een spel denknop heeft, moet men een terrein verwoesten, wellicht honderden malen grooter. Menige lichtgeloovige Nederlander, die wellicht nog altijd in de naïeve meening verkeert, dat Engeland dezen oorlog voert, „in naam der bescha ving", of soortgelijke, edele doelein den, moet zich echter wel met verbijs tering hebben afgevraagd, hoe de Britsche berichtendienst dan op 3 Maart 1943 (dus vlak voor den aanval op Berlijn) toch wel tot de volgende letterlijke verklaring kon worden ge ïnspireerd: „M en verheugt zich, als mannen, vrouwen en kinde ren gedwongen worden tot zulk een verschrikkelijk lijden." Dergelijke uitlatingen vervullen ons Nederlanders met afgrijzen; men kan niet meer gelooven, dat de luchtaan vallen der Engelschen op Duitschland en de bezette gebieden, uit snelvlie gende bommenwerpers uit groote hoogte, zonder eenige redelijke tref kans, slechts een methode zijn om den sterken Duitschen luchtafweer te ont komen. Indien men voorgeeft een oor log te voeren „in naam der bescha ving", dan aanvaarde men ook het risico,van zulk een oorlog en men aanvaarde bijvoorbeeld het risico van een luchtaanval op goed verdedigde militaire objecten in een stad op de wijze, waarop 't Duitsche luchtwapen heeft getoond dit te aanvaarden, met zoo gering mogelijke offers van de zij de der burgerbevolking. De wijze waarop Engeland thans den oorlog voert, verwekt in elk geval den indruk, dat men hier te maken heeft met een uiting van de redelooze woede van een, die met machteloos heid geslagen is, door zijn onder schatting van den tegenstander en zij is in geen geval onze blanke bescha ving waardig- front staat ook de guerilla, die in on toegankelijke deelen van het voorma lige Yoego-Slavië wordt gevoerd. Comimunistisch-georiënteerde benden bieden hier hardnekkig verzet, dat tel kens weer oplaait. Het Duitsche leger- bericht komonlangs melden, dat Duit sche en Kroatische troepen een com munistische opstandige beweging in Zuid-Kroatië hebben neergeslagen. Ondanks het slechte weer en het on herbergzame gevechtsterrein werd de georganiseerde tegenstand gebroken en opslagplaatsen buitgemaakt. NIEUWE DUITSCHE WAPENS. Zoowel aan het Oostfront als ook in Tunesië is een nieuwe Duitsche tank, de „Tijger" in gebruik genomen. De „Tijger" is een typische doorbraak- tank en kan ondanks zware pantse ring en bewapening voldoende snel heid en bewegelijkheid ontwikkelen, melden de frontverslaggevers. Van diezelfde zijde is ook een en ander bekend geworden omtrent een nieu we methode tot afweer van vijandelij ke vliegtuigen. Het gaat hier om stalen netten, die door het luchtdoel geschut omhoog worden geschoten en een ondoordringbare versperring, vooral voor laagvliegende zware ja gers, vormen. Bijzonderheden omtrent de afmetingen der netten zijn niet be kend; deze schijnen evenwel door middel van parachuten slechts zeer langzaam te dalen, zooals ook het ge val is met de kabels, die van Engel- sche vrachtschepen bij nadering van aanvallende vliegtuigen omhoog wor den geschoten. ZWARE LUCHTAANVALLEN. Viermotorige Amerikaansche bom menwerpers hebben eenige malen overdag zware luchtaanvallen gedaan op steden in West-Europa. Na den zinloozen aanval op Rotterdam waren Parijs en Antwerpen aan de beurt. Ook hier vielen de bommen vrijwel uitsluitend op woonwijken en boven dien te Parijs op de renbaan van Longchamps, waar een groote menig te de rennen gadesloeg. Volgens de berichten werden 306 personen ge dood en 500 gewond. Bij een bombar dement op Antwerpen werden o.m. in 4 scholen meer als 300 kinderen ge dood. In totaal eischte dit zinlooze bombardement niet minder dan 2007 dooderi, ruim 600 gewonden en 130 vermisten. Jagers en luchtafweerge schut schoten hier 19 toestellen neer. Een aantal Fransche geleerden heeft besloten een oproep te richten tot het internationale Roode Kruis met een protest tegen de Anglo-Amerikaan- sche luchtaanvallen op de Fransche burgerbevolking. Tevens zal verzocht worden een commissie van onderzoek te zenden naar de getroffen steden. DE STRIJD IN TUNESIë. Na de ontruiming der Mareth-linie heeft het pantserleger van Maar schalk Rommel zich thans vereenigd met de troepen van Von Arnim, die het Noordelijk deel van Tunesië ver dedigden. De pogingen van Ameri kaansche troepen om Rommel's leger bij den nauwen doorgang tusschen het zoutmeer Chott-el-Djerid en de Mid- dellandsche Zee af te snijden, zijn mislukt. De positie der strijdkrachten van de spil, die over korte aanvoer- wegen door de straat van Sicilië be schikken, is van dien aard, dat men te Berlijn de voorwaarden voor een suc cesvolle verdediging niet ongunstig acht. In elk g.eval zullen de nu weer ontbrande gevechten in Zuid-Tunesië een beslissend karakter dragen. De langverwachte reis van De Gaul- le naar Fransch-Noord-Afrika, waar hij een ontmoeting met Giraud zou hebben, is op verzoek van Generaal Eisenhower uitgesteld. Daarmede zijn de definitieve besprekingen aangaan de een verzoening tusschen De Gaulle en Giraud wederom op de lange baan geschoven. De vroegere Generaal- Arbeidsleider L. A. C. de Bock, die thans bevorderd is tot Commandant van den Neder- landschen Arbeidsdienst. CjN.F.-N.A.D. - v. d. Werf. 600 W.A.-mannen, die naar het Oostfront rullen vertrekken, om dcD strijd met de Bolsjewisten aan te binden, stondeD Zaterdag te Utrecht aangetreden Zij werden geïnspecteerd door den leider van de Nationaal Socialistische Beweging der Nederlanden, ir A. Mussert. Linksi de commandant van de W A mr A J. Zondervan CNF-Fotodienst NSB Otto-Pax m BULGARIJE staat door de ge biedsuitbreiding in Thracië en Macedonië thans aan de spits der producenten van Oriënttabak. Ruim 80.000 H.A. is met Hibak beplant, terwijl de oogsfin 1942 op circa 90 mil- lioen K.G. wordt geschat. Het vijfja renplan voor den landbouw voorziet in verschillende maatregelen voor de verbetering der tabaksteelt. Sedert enkele jaren wordt ook Virginiatabak verbouwd; in 1941 werd hiervan reeds vier millioen K.G. gewonnen. Andere Balkanianden als Kroatië, Servië en Roemenië breiden hun ta baksteelt eveneens sterk uit. In Kroa tië werken thans zes fabrieken, die jaarlijks circa zes millioen K.G. ta bak kunnen verwerken. In Sêrvië werden in het afgeloopen jaar 500 millioen tabaksplanten geplant, mee- rendeels in het Banaat. Roemenië verhoogde de bebouwde oppervlakte in 1942 tot 35.000 H.A. Evenals in Bul garije, schenkt men hier veel aandacht aan tabakssoorten als Virginia, Mory- land en Havanna, die voor den uit voer bestemd zijn. Om de voedselvoorziening niet in gevaar te brengen, is de Grieksche regeering daarentegen tot een pro ductiebeperking overgegaan. In 1941 bedroeg de opbrengst nog 15.870 ton tegenover 68.700 ton in 1937. Op de zesde plaats onder de Euro- De blokkade dwingt Europa ook in zijn tabaksverbruik zoo veel mogelijk zelf te voorzien. In vrijwel alle landen nam de productie de laatste jaren in snel tempo toe, terwijl het voor al door Duitschland verrichte pionierswerk verschillende ta bakssoorten, die vroeger uitslui tend in overzeesche gewesten werden verbouwd, voor de teelt in ons werelddeel geschikt heeft gemaakt. pc-esche tabaksproducenten staat Hon garije met een jaarlijksche productie van 26.000 ton in 1941. De productie wordt uitgebreid, terwijl het tabaks instituut in Debrecen er in geslaagd is goede kruisingen tusschen Hongaar- sche en overzeesche tabakssoorten tot stand te brengen. In Frankrijk ver wacht men, dat het tabaksverbruik dit i iaar ruimschoots door de eigen produe- tie van 48.000 ton gedekt kan worden. Italië boekt voorts goede successen bij proefnemingen met den verbouw van Amerikaansche soorten. De bebouwde oppervlakte is in dit land de laatste vijftien jaren vrijwel onveranderd ge bleven en bedroeg in 1939 circa 34.000 H.A., die 43.000 ton tabak oplever den. Volgens het officieele Engel- sche nieuwsagentschap Reuter heeft de te Washington verblijf houdende Poolsche bisschop Jo zef Cawtina verklaard, dat van t het millioen Poolsche kinderen, dat in de jaren 1939-1940 naar de Sovjet-Unie werd ontvoerd, er 400.000 zijn omgekomen door honger en koude. DIT is een dier berichten, waarbij den beschaafden Nederlander het hart wordt samengeknepen door een ijzig-kille hand, waarbij de pen van den journalist een oogenblik weigerde voort te glijden over het gladde papier, waarbij de stem van den omroeper een oogenblik dreigde te aarzelen voor de microfoon, waarbij de hand van den telegrafist, die dit be richt de wereld inzond, een oogenblik in de lucht bleef zweven, want mén heeft tijd noodig om dit te verwerken. 400.000 kinderen stierven van hon ger en koude, ver weg van ouders en van huis en haard, ergens in de ein- delooze steppen van het Euraziatische continent. Men kan zich geen beeld vormen van hun lijden, dat buiten ons bevattingsvermogen ligt; misschien benaderen wij het nog het beste, als wij ons trachten voor te stellen? hoe- vele malen 400.000 kleine monden ver geefs dat liefste woordje van heel on zen taalschat hebbèn gestarheld: „moe der Het. is sedert het uitbreken van het groote conflict tusschen Europa en de Sovjet-Unie aan geallieerde zijde ge woonte geworden om de verschrikke lijke offers aan bloed, welke de bolsje wistische revolutie heeft geëischt, voor te stellen als een soort van tol, die elke op revolutionnaire wijze zich een weg banende wereldbeschouwing nu eenmaal zou vragen. Het is hier niet de plaats om daarover in discussie te treden, doch wanneer 25 jaar na de bolsjewistische revolutie 400.000 on schuldige kinderen van een overwon nen volk in de Sovjet-Unie omkomen van honger en koude, dan trachte men niet langer de beschaafde wereld gerust te stellen met het sprookje ,,dat het bolsjewisme in deze kwart-eeuw Zooveel humaner is geworden". Zeke re Nederlanders, die dergelijke ver zinsels rondvertellen op gezag van de Anglo-Amerikaansche propaganda, kan men in het licht van dit feit dan ook niet anders dan als misdadigers beschouwen. De klacht uit deze 400.000 bloede- looze kindermonden welke de we reld via het Britsche Reuterbureau vernam heeft in de oogen van elk beschaafd mensch wat ook verder zijn persoonlijke overtuiging moge zijn het bolsjewisme geteekend. Wie nu verder in dezen strijd de Sovjet-Unie tot zijn bondgenoot wil rekenen, zal een zwaren strijd met zijn geweten te voeren hebben, tenzij hij zelf geweten loos is De beteekenis van de mededeelin- gen van den Poolschen bisschop reikt echter verder, dan den dood van 400.000 kinderen. Uit zijn verklaring valt af te leiden, dat 600.000 kinderen de verschrikkingen van dezeVntvoe- ring hebben overleefd. Men stelle zich voor, hoe deze 600.000 kinderen, die op jeugdigen, ontvankelijken leeftijd zulk een episode hebben beleefd, zul len opgroeien. In deze kleinen is alle, maar dan ook alle begrip voor bur- gèrlijke en geestelijke waarden voor goed vernietigd. Zij zullen alleen nog vechten voor hun eten en drinken en zoo zullen zij opgroeien tot de „beest- menschen", waaraan het bolsjewisme zijn ontzaglijke, verwoestende kracht ontleent. Dit moge de Nederlander bedenken, die vandaag den dag meent het recht te hebben tot beklag, omdat de Euro- peesche strijd tegen het bolsjewisme hem beperkingen oplegt eri offers van hem eischt. Hij denke aan zijn gezin, dat verheugd op zijn thuiskomst wacht, dat zfjn schoonste belooning vormt voor den onder deze oorlogs-omstan- digheden dikwijls zoo zwaren arbeid. En hoe zou dit alles zijn, als hier de roode commissarissen eenmaal den scepter zwaaiden? En als hij meent, dat zooiets in ons land onmogelijk zou zijn, vertrouwend op de Nederlandscne emigrantenregeering te Londen en op Engelsche en Amerikaansche hulp, dnn herinnere hij zich, hoe weinig de Poolsche emigrantenregeering haar protesten hebben gebaat te Londen en Washington tegen de bolsjewisti sche territoriale eischen en tegen het wegvoeren van anderhalf millioen Po len, die volgens de berichten zouden zijn omgekomen in de Siberische ge vangenkampen. De pers gaf Europa een raad om zich voor de toekomst maar op de Sovjet-Unie te oriëntee- ren De klacht der 400.000 Poolsche kin deren is de vreeselijkste, welke de we reldgeschiedenis kent. Zij rechtvaar digt den strijd der Nederlandsche vrij willigers aan het Oostfront. Een ieder kan met zijn eigen geweten te rade gaan, of deze kinderen, die ellendig omkwamen in de ijzige, Russische steppe, misschien ook hem aanklagen. Duitschland heeft gedurende den oorlog zijn tabaksteelt ip sterke mate uitgebreid. Baden is de voornaamste leverancier m de jaarproductie van 40.000 ton. De Westmark en de Elzas leveren met Baden meer dan 75 der Duitsche productie. In de bezette Oostgebieden wordt de tabaksteelt krachtig bevorderd, waarbij de Oekraïne vooral sigarettentabak zal voortbrengen, terwijl in het Gouver nement-Generaal de sigarentabak op den voorgrond staat. In kwalitatief opzicht 'leeft Duitsch land pionierswerk verricht. Het Rijks instituut voor tabaksonderzoek te Forchheim heeft behalve verbetering van inheemsche soorten ook de acci- matiseering van Amerikaansche soor ten als Kentucky, Burley en Maryland bereikt. Ook Oostersche en Ameri kaansche sigarentabak kon gedeelte lijk geacclimatiseerd worden. Het Rijksinstituut heeft zelfs een Havan nasoort ontwikkeld, die door zijn elas ticiteit als dekblad bruikbaar is. Het onderzoek, van nicotinevrije tabak ten slotte maakte goeden voortgang. DE BOER EN DE ZWARTE HANDEL. Met ingang van 1 April 1943 üijn twee bouwbdërén in de Wieringer- meer voor den tijd van twee jaar uil hun bedrijf ontzet, terwijl hun be- drijfsmaterialen door den Staat zijn ■gevorderd. Dit bericht, dat welhaast iederen boer zal intresseeren, is begrij-r pelijkerwijze in vele landbouwersge zinnen druk besproken. Sommigen zullen met verontwaardiging, anderen met instemming van dit bericht ken nis genomen hebben. Voor ons is het de aanleiding om een onderwerp aan te snijden, dat eigenlijk zeer pijnlijk is. maar desondanks toch behandeld zal moeten worden. De boer en de zwarte handelEr zijn nu eenmaal, he laas, mogen we wel zeggen, nog altijd talrijke boeren, die wel dankbaar de rechten aanvaarden, die zij thaxv^ heb ben gekregen, maar van de plichten niets willen weten. En de eerste plicht van den boer is thans de voedselvoor ziening van ons volk veilig te stellen. Boeren, die clandestien rogge ver- koopen, die clandestien slachten, melk aan zuivelfabrieken onttrekken of op een andere wijze ons volk te kort doen, laden een schuld op zich, die heel wat grooter is dan velen wel denken. Want tusschen ons volk en den honger is slechts een dunne grens en deze kan o zoo gemakkelijk worden overschreden, wanneer de boeren hun plicht verzuimen. DE KOLENBONNEN SLECHTS TOT 14 APRIL GELDIG Vóór 15 April inleveren. De bonnen „09 BV" en „10 BV" der DV-kaart, de bonnen KF 01 tot en met KF 06 der kookkaart DZ en de bonnen „één eenheid eerste periode" tot en met „één eenheid twaalfde pe riode", die recht geven op het koopen van één eenheid vaste brandstoffen, zijn slechts geldig tot en met 14 April 1943; de geldigheidsduur wordt dus met 16 dagen teruggebracht. Eveneens wordt de geldigheidsduur van de toewijzingen, welke zijn uitge reikt aan grootverbruikers in de groer pen B, C en D, teruggebracht tot en met 14 April 1943, ook al staat op deze toewijzingen vermelfl, dat zij tot een na 14 April 1943 gelegen datum geldig zijn. Alle betrokken verbruikers dienen daarom de nog in hun bezit zijnde of nog voor dien datum te ontvangen bonnen of toewijzingen vóór 15 April 1943 aan hun leverancier af te geven. De leverancier is in dat geval ver plicht hierop eventueel ook na 14 April 1943 te leveren. VOEDINGSGEWASSEN IN EIGEN TUIN. Maïs een voedzaam gewas. Door de hooge voedingswaarde van maïs verdient de teelt van dit gewas 'bijzondere aanbeveling. Maïs kan in alle goede en voldoende bemeste tuin gronden worden geteeld mits deze in de zon liggen en niet te nat en te zuur zijn. Het gewas is een diepwortel en daarom moet de grond, waarin men het wil telen, goed zijn losgewerkt. Voor de teelt op volkstuinen en in an dere particuliere tuinen komt wel in de eerste plaat? de pofmaïs in aan merking. De kleine, droge korrels van deze maïs laat men na een verhitting van ongeveer drie minuten boven een gasvlam of op de heete kachel poffen. Ze veranderen dan in witte vlokken,' -*T| STIERENKEURING. Woensdagochtend te half negen uur werd de aangekondigde Stierenkeu ring alhier gehouden op het terrein van den landbouwer en veehouder P. van den Breemer aan den Olijke weg. Deze keuring ging alt gebruikelijk uit van de officieel erkende provinciale organisatie en een keuringscommissie, bestaande uit drie leden verrichtte de keuring onder leiding van den voor zitter der commissie, de Rijksveeteelt- consulent in de provincie Utrecht, Ir. J. S. Swierstra. Ter keuring werden voorgeleid in totaal 11 stieren; zooals bekend mag worden verondersteld, is het aanbie den of doen gebruiken als dekstier van een niet-goedgekeurde stier voor den houder daarvan verboden, ter wijl de houder van een vrouwelijk rund, die toelaat, dat een dergelijke stier zijn runderen dekt, eveneens strafbaar is. Van de 11 voorgeleide stieren werden er tien goedgekeurd, namelijk die van de landbouwers en veehouders: A. W. Kuyer, W. Floor, A I. Stalenhoef, J. van Garderen, J. van den Breemer, G. Hofslot, A. J. van den Hengel, H. P. Schimmel, de Weduwe C. Wantenaar en F. H. J. Pas van Groot Oosterland. Het wa ren alle 1-jarige, 2*jarige of 3-jarige stieren en ze zagen er allen goed uit. Een drietal dezer stieren waren bij zonder goed en verkregen daarom dan ook de qualificatie „premiewaardig": dit beteekent, dat als de finantiën der provinciale organisatie het toelaten (deze ontvangt haar inkomsten voor namelijk uit subsidies van het Rijk en de Provincie Utrecht) een finan- tieele premie wordt verleend aan de eigenaars dezer stieren. Deze qualifi catie „premiewaardig", gebruikelijk in Utrecht, komt overeen met de quali ficatie „eervol en premiewaardig", zooals die in Friesland gebruikelijk is. De puntenwaardeering in Utrecht ge schiedt echter op een iets andere wij ze voor wat de verschillende onder- deelen betreft, dan in Friesland, zqo- dat als regel het totaal aantal punten hier te Utrecht 1 of 2 hooger is, dan ir. Friesland. De houder van de „pre miewaardige" stieren kregen daarvan een schriftelijk bewijs, een bon, die zij eventueel te zijner tijd tegen geld kunnen inwisselen. De drie „premie- waardige" stieren waren van de eigi--- naars J. van den Breemer, A. J. van den Hengel en F. H. J. Pas van Groot Oosterland. Vooral de laatstgemelde stier, Floris genaamd, was een pracht- dier, dat nog nimmer voor de Utrecht- sche provinciale keuring was geweest en daarom eerst moest worden geïn specteerd en opgenomen. Het was een zeer zware stier, die aller bewonde ring afdwong. die zeer smakelijk, licht verteerbaar en voedzaam zijn. De korrels van de pofmaïs kunnen ook gemalen worden gebruikt voor de bereiding van pap. Voor dit doel kan men eveneens de kcrrelmaïsrassen Chiemgauer, Pfarr- kirchner en Mecklenburg telen. Ten slotte bestaat ook nog de z.g. suiker- maïs, waarvan de halfrijpe korrels van «Augustus af als groente kunnen werden genuttigd. De geschiktste zaaitijd van maïs is in het laatst van April. In het Noor den des lands en andere streken, waar in Mei nog sterke nachtvorsten te ver wachten zijn, zaaie men niet voor be gin Mei. Bij het zaaien van maïs ga men als volgt te werk: op een onderlingen af stand van 50 c.M. op de rij leg: men telkens 3 korreltjes op 3 a 4 c.M. diep te. Ter wille van de onderlinge bestui ving is het gewenscht meer dan één rij uit te zaaién. De rijen komen dan t enminste 60 c.M. uit elkaar. STREEF NAAR AFWISSELING IN DE VOEDING. Hoe beperkter de voedselkeuze is, hoe moeilijker het wordt voor de noo- dige afwisseling in de menu's te zor gen. Eentonige menu's gaan niet alleen vervelen en tegenstaan, maar kunnen de oorzaak zijn, dat bepaalde voe dingsstoffen in onvoldoende mate op genomen worden. Om in de gegeven omstandigheden de voeding zoo goed mogelijk te maken, moet men streven naar afwisseling in de menu's. Doch dit is niet het eenige belangrijke punt. De keuze, de samenstelling en de be reiding van de voeding zijn alle drie even belangrijk en alle drie moeten en kunnen gevariëerd worden. De volgende wenken kunnen daar voor tot steun zijn: Kies zoo mogelijk steeds een andere groente. Gebruik groenten uit het zout met mate. Geef niet te vaak stamppot, probeer eens de stoofschotel. Maak gebruik van rauwe groenten. Bereid de groenten en aardappelen met zoo' weinig mogelijk water, kook ze kort en dien ze op zoodra het tijd stip van gaar worden is bereikt, Maak gebruik van tuinkruiden en goede kruidensurrogaten. Vermijd warm houden en opwar men. Verdeel het peulvruchténrantsoen óver twee maaltijden. Gebruik soepen of toespijzen, zoo mogelijk met taptemelk toebereid,op die dagen dat er geen vleesch of peul vruchten worden opgediend.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1943 | | pagina 1