HV 1
Soest
400.000 KINDEREN.
IN HET OOSTEN WEINIG
ACTIVITEIT.
voor SOEST en BAARN
In Zuid-Tunesië is de strijd weer ontbrand.
IN NAAM
DER BESCHAVING.
Op zesduizend meter.
EUR0PEESCHE TABAKSTEELT BREIDT
ZICH UIT.
Hoogere opbrengst en betere soorten.
J
HET 2^ FRONT
NUMMER 28
ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en Baarn
0.90 per drie maanden, daarbuiten 1.05.
Losse nummers 6 cent. Advertentiën worden
ingewacht tot uiterlijk Dinsdags- en Vrijdags-
middags te 12 uur.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
Uitgave:
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij, Soestdijk.
TWEEDE JAARGANG
HET NIEUWSBLAD
ZATERDAG 10 APRIL 1943
OMROEPERS (bij vooruitbetaling) 1 tot 20
woorden 0.92. Elk woord meer 4 cent.
Rubriek „Betrekkingen gevraagd" en „Betrek
kingen aangeboden": 1—20 woorden0.77
Elk woord meer 0.03
Overige advertenties prijs op aanvraag.
Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7,
Soestdijk. Telefoon 2962 Giro 161165
DE situatie aan het Oostfront werd
wederom door plaatselijke acti
viteit gekenmerkt, behalve ten
Zuiden van het Ladogameer, bij het
Umenmeer en aan het Koebanbrugge-
hoofd. Bij het Ilmenmeer werd on
danks groote terreinmoeilijkheden een
Duitsche aanvalsoperatie met succes
ten uitvoer gebracht; de bolsjewisten
verloren meer dan duizend dooden en
een hoeveelheid oorlogstuig, w.o. 26
tanks en 25 stukken gèschut. Aan het
Koeban-bruggehoofd gingen de Sov -
j^t-troepen tot een grootscheepsch of
fensief over tegen de Duitsche troe
pen, die hier het moerassige mondings-
gebied van den Koeban tegenover het
schiereiland Kertsj bezet houden. De
aanvallen werden onder zware vijan
delijke verliezen afgeslagen.
In Maart werden 1267 Sovjet-vlieg
tuigen vernietigd. Hiervan werden er
1028 in luchtgevechten, 143 door lucht
doelgeschut van het leger en 36 door
troepen van het leger neergeschoten;
de, overigen werden op den grond ver
nield.
In indirect verband met den strijd
tegen het communisme aan het Oost-
„Ik zeg u: vernielt den Keul-
schen Dom, bombardeert den
St. Pieter, laat Genua bombar
deeren door de vloot en vernie
tigt mannen, vrouwen, kinderen
en marmeren paleizen."
In onze niet-Britsche ooren klinkt
dit misschien ongeloofelijk, doch het
is niettemin de harde, meedoogenlooze
waarheid: dit schreef een priester der
Anglikaansche kerk, S. E. Cottam,
vicaris van Woolton (Berkshire) in de
„Daily Mail" van 31 Octobgr 1940!
Men denke echter niet, dat het hier
sië'chts 'h uitlating betreft van een en
kelen verdoolde, die door de gebeur
tenissen in het eerste oorlogsjaar zijn
evenwicht had verloren; integendeel,
niemand minder dan de Britsche Mi
nister van Luchtvaart, Sinclair, ver
klaarde volgens den Britschen Bericn-
tendienst op 18 November 1942 in één
adem:
„De Duitsche burgerbevolking
lijdt zeer onder de bombarde
menten. Het resultaat recht
vaardigt ten volle de tot dusver
gevolgde bombardementspoli-
tiek."
Kerk en staat gaven in Engeland
dus beide hun zegen op deze wijze van
oorlogvoering, n.1. het uitwerpen van
bommen op vijf-, zesduizend meter
hoogte, waarbij men vrijwel geen tref
kans op militaire doelen meer heeft,
hetgeen dus beteekent, dat men zich
van den beginne af aan er van be
wust is, dat in hoofdzaak de burger
bevolking slachtoffer van deze aan
vallen zal worden. Immers om van vijf-
of zesduizend meter hoogte een mili
tair object te treffen, dat op dien af
stand slechts de grootte van een spel
denknop heeft, moet men een terrein
verwoesten, wellicht honderden malen
grooter.
Menige lichtgeloovige Nederlander,
die wellicht nog altijd in de naïeve
meening verkeert, dat Engeland dezen
oorlog voert, „in naam der bescha
ving", of soortgelijke, edele doelein
den, moet zich echter wel met verbijs
tering hebben afgevraagd, hoe de
Britsche berichtendienst dan op 3
Maart 1943 (dus vlak voor den aanval
op Berlijn) toch wel tot de volgende
letterlijke verklaring kon worden ge
ïnspireerd:
„M en verheugt zich,
als mannen, vrouwen en kinde
ren gedwongen worden tot zulk
een verschrikkelijk lijden."
Dergelijke uitlatingen vervullen ons
Nederlanders met afgrijzen; men kan
niet meer gelooven, dat de luchtaan
vallen der Engelschen op Duitschland
en de bezette gebieden, uit snelvlie
gende bommenwerpers uit groote
hoogte, zonder eenige redelijke tref
kans, slechts een methode zijn om den
sterken Duitschen luchtafweer te ont
komen. Indien men voorgeeft een oor
log te voeren „in naam der bescha
ving", dan aanvaarde men ook het
risico,van zulk een oorlog en men
aanvaarde bijvoorbeeld het risico van
een luchtaanval op goed verdedigde
militaire objecten in een stad op de
wijze, waarop 't Duitsche luchtwapen
heeft getoond dit te aanvaarden, met
zoo gering mogelijke offers van de zij
de der burgerbevolking.
De wijze waarop Engeland thans
den oorlog voert, verwekt in elk geval
den indruk, dat men hier te maken
heeft met een uiting van de redelooze
woede van een, die met machteloos
heid geslagen is, door zijn onder
schatting van den tegenstander en zij
is in geen geval onze blanke bescha
ving waardig-
front staat ook de guerilla, die in on
toegankelijke deelen van het voorma
lige Yoego-Slavië wordt gevoerd.
Comimunistisch-georiënteerde benden
bieden hier hardnekkig verzet, dat tel
kens weer oplaait. Het Duitsche leger-
bericht komonlangs melden, dat Duit
sche en Kroatische troepen een com
munistische opstandige beweging in
Zuid-Kroatië hebben neergeslagen.
Ondanks het slechte weer en het on
herbergzame gevechtsterrein werd de
georganiseerde tegenstand gebroken
en opslagplaatsen buitgemaakt.
NIEUWE DUITSCHE
WAPENS.
Zoowel aan het Oostfront als ook in
Tunesië is een nieuwe Duitsche tank,
de „Tijger" in gebruik genomen. De
„Tijger" is een typische doorbraak-
tank en kan ondanks zware pantse
ring en bewapening voldoende snel
heid en bewegelijkheid ontwikkelen,
melden de frontverslaggevers. Van
diezelfde zijde is ook een en ander
bekend geworden omtrent een nieu
we methode tot afweer van vijandelij
ke vliegtuigen. Het gaat hier om
stalen netten, die door het luchtdoel
geschut omhoog worden geschoten en
een ondoordringbare versperring,
vooral voor laagvliegende zware ja
gers, vormen. Bijzonderheden omtrent
de afmetingen der netten zijn niet be
kend; deze schijnen evenwel door
middel van parachuten slechts zeer
langzaam te dalen, zooals ook het ge
val is met de kabels, die van Engel-
sche vrachtschepen bij nadering van
aanvallende vliegtuigen omhoog wor
den geschoten.
ZWARE LUCHTAANVALLEN.
Viermotorige Amerikaansche bom
menwerpers hebben eenige malen
overdag zware luchtaanvallen gedaan
op steden in West-Europa. Na den
zinloozen aanval op Rotterdam waren
Parijs en Antwerpen aan de beurt.
Ook hier vielen de bommen vrijwel
uitsluitend op woonwijken en boven
dien te Parijs op de renbaan van
Longchamps, waar een groote menig
te de rennen gadesloeg. Volgens de
berichten werden 306 personen ge
dood en 500 gewond. Bij een bombar
dement op Antwerpen werden o.m. in
4 scholen meer als 300 kinderen ge
dood. In totaal eischte dit zinlooze
bombardement niet minder dan 2007
dooderi, ruim 600 gewonden en 130
vermisten. Jagers en luchtafweerge
schut schoten hier 19 toestellen neer.
Een aantal Fransche geleerden heeft
besloten een oproep te richten tot het
internationale Roode Kruis met een
protest tegen de Anglo-Amerikaan-
sche luchtaanvallen op de Fransche
burgerbevolking. Tevens zal verzocht
worden een commissie van onderzoek
te zenden naar de getroffen steden.
DE STRIJD IN TUNESIë.
Na de ontruiming der Mareth-linie
heeft het pantserleger van Maar
schalk Rommel zich thans vereenigd
met de troepen van Von Arnim, die
het Noordelijk deel van Tunesië ver
dedigden. De pogingen van Ameri
kaansche troepen om Rommel's leger
bij den nauwen doorgang tusschen het
zoutmeer Chott-el-Djerid en de Mid-
dellandsche Zee af te snijden, zijn
mislukt. De positie der strijdkrachten
van de spil, die over korte aanvoer-
wegen door de straat van Sicilië be
schikken, is van dien aard, dat men te
Berlijn de voorwaarden voor een suc
cesvolle verdediging niet ongunstig
acht. In elk g.eval zullen de nu weer
ontbrande gevechten in Zuid-Tunesië
een beslissend karakter dragen.
De langverwachte reis van De Gaul-
le naar Fransch-Noord-Afrika, waar
hij een ontmoeting met Giraud zou
hebben, is op verzoek van Generaal
Eisenhower uitgesteld. Daarmede zijn
de definitieve besprekingen aangaan
de een verzoening tusschen De Gaulle
en Giraud wederom op de lange baan
geschoven.
De vroegere Generaal- Arbeidsleider
L. A. C. de Bock, die thans bevorderd
is tot Commandant van den Neder-
landschen Arbeidsdienst.
CjN.F.-N.A.D. - v. d. Werf.
600 W.A.-mannen, die naar het Oostfront rullen vertrekken, om dcD
strijd met de Bolsjewisten aan te binden, stondeD Zaterdag te Utrecht
aangetreden Zij werden geïnspecteerd door den leider van de Nationaal
Socialistische Beweging der Nederlanden, ir A. Mussert. Linksi de
commandant van de W A mr A J. Zondervan
CNF-Fotodienst NSB Otto-Pax m
BULGARIJE staat door de ge
biedsuitbreiding in Thracië en
Macedonië thans aan de spits
der producenten van Oriënttabak.
Ruim 80.000 H.A. is met Hibak beplant,
terwijl de oogsfin 1942 op circa 90 mil-
lioen K.G. wordt geschat. Het vijfja
renplan voor den landbouw voorziet
in verschillende maatregelen voor de
verbetering der tabaksteelt. Sedert
enkele jaren wordt ook Virginiatabak
verbouwd; in 1941 werd hiervan reeds
vier millioen K.G. gewonnen.
Andere Balkanianden als Kroatië,
Servië en Roemenië breiden hun ta
baksteelt eveneens sterk uit. In Kroa
tië werken thans zes fabrieken, die
jaarlijks circa zes millioen K.G. ta
bak kunnen verwerken. In Sêrvië
werden in het afgeloopen jaar 500
millioen tabaksplanten geplant, mee-
rendeels in het Banaat. Roemenië
verhoogde de bebouwde oppervlakte
in 1942 tot 35.000 H.A. Evenals in Bul
garije, schenkt men hier veel aandacht
aan tabakssoorten als Virginia, Mory-
land en Havanna, die voor den uit
voer bestemd zijn.
Om de voedselvoorziening niet in
gevaar te brengen, is de Grieksche
regeering daarentegen tot een pro
ductiebeperking overgegaan. In 1941
bedroeg de opbrengst nog 15.870 ton
tegenover 68.700 ton in 1937.
Op de zesde plaats onder de Euro-
De blokkade dwingt Europa
ook in zijn tabaksverbruik zoo
veel mogelijk zelf te voorzien.
In vrijwel alle landen nam de
productie de laatste jaren in
snel tempo toe, terwijl het voor
al door Duitschland verrichte
pionierswerk verschillende ta
bakssoorten, die vroeger uitslui
tend in overzeesche gewesten
werden verbouwd, voor de teelt
in ons werelddeel geschikt heeft
gemaakt.
pc-esche tabaksproducenten staat Hon
garije met een jaarlijksche productie
van 26.000 ton in 1941. De productie
wordt uitgebreid, terwijl het tabaks
instituut in Debrecen er in geslaagd
is goede kruisingen tusschen Hongaar-
sche en overzeesche tabakssoorten tot
stand te brengen. In Frankrijk ver
wacht men, dat het tabaksverbruik dit
i iaar ruimschoots door de eigen produe-
tie van 48.000 ton gedekt kan worden.
Italië boekt voorts goede successen bij
proefnemingen met den verbouw van
Amerikaansche soorten. De bebouwde
oppervlakte is in dit land de laatste
vijftien jaren vrijwel onveranderd ge
bleven en bedroeg in 1939 circa 34.000
H.A., die 43.000 ton tabak oplever
den.
Volgens het officieele Engel-
sche nieuwsagentschap Reuter
heeft de te Washington verblijf
houdende Poolsche bisschop Jo
zef Cawtina verklaard, dat van
t het millioen Poolsche kinderen,
dat in de jaren 1939-1940 naar
de Sovjet-Unie werd ontvoerd,
er 400.000 zijn omgekomen door
honger en koude.
DIT is een dier berichten, waarbij
den beschaafden Nederlander
het hart wordt samengeknepen
door een ijzig-kille hand, waarbij de
pen van den journalist een oogenblik
weigerde voort te glijden over het
gladde papier, waarbij de stem van den
omroeper een oogenblik dreigde te
aarzelen voor de microfoon, waarbij de
hand van den telegrafist, die dit be
richt de wereld inzond, een oogenblik
in de lucht bleef zweven, want mén
heeft tijd noodig om dit te verwerken.
400.000 kinderen stierven van hon
ger en koude, ver weg van ouders en
van huis en haard, ergens in de ein-
delooze steppen van het Euraziatische
continent. Men kan zich geen beeld
vormen van hun lijden, dat buiten ons
bevattingsvermogen ligt; misschien
benaderen wij het nog het beste, als
wij ons trachten voor te stellen? hoe-
vele malen 400.000 kleine monden ver
geefs dat liefste woordje van heel on
zen taalschat hebbèn gestarheld: „moe
der
Het. is sedert het uitbreken van het
groote conflict tusschen Europa en de
Sovjet-Unie aan geallieerde zijde ge
woonte geworden om de verschrikke
lijke offers aan bloed, welke de bolsje
wistische revolutie heeft geëischt, voor
te stellen als een soort van tol, die
elke op revolutionnaire wijze zich een
weg banende wereldbeschouwing nu
eenmaal zou vragen. Het is hier niet
de plaats om daarover in discussie te
treden, doch wanneer 25 jaar na de
bolsjewistische revolutie 400.000 on
schuldige kinderen van een overwon
nen volk in de Sovjet-Unie omkomen
van honger en koude, dan trachte
men niet langer de beschaafde wereld
gerust te stellen met het sprookje ,,dat
het bolsjewisme in deze kwart-eeuw
Zooveel humaner is geworden". Zeke
re Nederlanders, die dergelijke ver
zinsels rondvertellen op gezag van de
Anglo-Amerikaansche propaganda,
kan men in het licht van dit feit dan
ook niet anders dan als misdadigers
beschouwen.
De klacht uit deze 400.000 bloede-
looze kindermonden welke de we
reld via het Britsche Reuterbureau
vernam heeft in de oogen van elk
beschaafd mensch wat ook verder
zijn persoonlijke overtuiging moge zijn
het bolsjewisme geteekend. Wie nu
verder in dezen strijd de Sovjet-Unie
tot zijn bondgenoot wil rekenen, zal
een zwaren strijd met zijn geweten te
voeren hebben, tenzij hij zelf geweten
loos is
De beteekenis van de mededeelin-
gen van den Poolschen bisschop reikt
echter verder, dan den dood van
400.000 kinderen. Uit zijn verklaring
valt af te leiden, dat 600.000 kinderen
de verschrikkingen van dezeVntvoe-
ring hebben overleefd. Men stelle zich
voor, hoe deze 600.000 kinderen, die
op jeugdigen, ontvankelijken leeftijd
zulk een episode hebben beleefd, zul
len opgroeien. In deze kleinen is alle,
maar dan ook alle begrip voor bur-
gèrlijke en geestelijke waarden voor
goed vernietigd. Zij zullen alleen nog
vechten voor hun eten en drinken en
zoo zullen zij opgroeien tot de „beest-
menschen", waaraan het bolsjewisme
zijn ontzaglijke, verwoestende kracht
ontleent.
Dit moge de Nederlander bedenken,
die vandaag den dag meent het recht
te hebben tot beklag, omdat de Euro-
peesche strijd tegen het bolsjewisme
hem beperkingen oplegt eri offers van
hem eischt. Hij denke aan zijn gezin,
dat verheugd op zijn thuiskomst wacht,
dat zfjn schoonste belooning vormt
voor den onder deze oorlogs-omstan-
digheden dikwijls zoo zwaren arbeid.
En hoe zou dit alles zijn, als hier de
roode commissarissen eenmaal den
scepter zwaaiden? En als hij meent,
dat zooiets in ons land onmogelijk zou
zijn, vertrouwend op de Nederlandscne
emigrantenregeering te Londen en op
Engelsche en Amerikaansche hulp, dnn
herinnere hij zich, hoe weinig de
Poolsche emigrantenregeering haar
protesten hebben gebaat te Londen
en Washington tegen de bolsjewisti
sche territoriale eischen en tegen het
wegvoeren van anderhalf millioen Po
len, die volgens de berichten zouden
zijn omgekomen in de Siberische ge
vangenkampen. De pers gaf Europa
een raad om zich voor de toekomst
maar op de Sovjet-Unie te oriëntee-
ren
De klacht der 400.000 Poolsche kin
deren is de vreeselijkste, welke de we
reldgeschiedenis kent. Zij rechtvaar
digt den strijd der Nederlandsche vrij
willigers aan het Oostfront. Een ieder
kan met zijn eigen geweten te rade
gaan, of deze kinderen, die ellendig
omkwamen in de ijzige, Russische
steppe, misschien ook hem aanklagen.
Duitschland heeft gedurende den
oorlog zijn tabaksteelt ip sterke mate
uitgebreid. Baden is de voornaamste
leverancier m de jaarproductie van
40.000 ton. De Westmark en de Elzas
leveren met Baden meer dan 75 der
Duitsche productie. In de bezette
Oostgebieden wordt de tabaksteelt
krachtig bevorderd, waarbij de
Oekraïne vooral sigarettentabak zal
voortbrengen, terwijl in het Gouver
nement-Generaal de sigarentabak op
den voorgrond staat.
In kwalitatief opzicht 'leeft Duitsch
land pionierswerk verricht. Het Rijks
instituut voor tabaksonderzoek te
Forchheim heeft behalve verbetering
van inheemsche soorten ook de acci-
matiseering van Amerikaansche soor
ten als Kentucky, Burley en Maryland
bereikt. Ook Oostersche en Ameri
kaansche sigarentabak kon gedeelte
lijk geacclimatiseerd worden. Het
Rijksinstituut heeft zelfs een Havan
nasoort ontwikkeld, die door zijn elas
ticiteit als dekblad bruikbaar is. Het
onderzoek, van nicotinevrije tabak ten
slotte maakte goeden voortgang.
DE BOER EN DE ZWARTE
HANDEL.
Met ingang van 1 April 1943 üijn
twee bouwbdërén in de Wieringer-
meer voor den tijd van twee jaar uil
hun bedrijf ontzet, terwijl hun be-
drijfsmaterialen door den Staat zijn
■gevorderd. Dit bericht, dat welhaast
iederen boer zal intresseeren, is begrij-r
pelijkerwijze in vele landbouwersge
zinnen druk besproken. Sommigen
zullen met verontwaardiging, anderen
met instemming van dit bericht ken
nis genomen hebben. Voor ons is het
de aanleiding om een onderwerp aan
te snijden, dat eigenlijk zeer pijnlijk is.
maar desondanks toch behandeld zal
moeten worden. De boer en de zwarte
handelEr zijn nu eenmaal, he
laas, mogen we wel zeggen, nog altijd
talrijke boeren, die wel dankbaar de
rechten aanvaarden, die zij thaxv^ heb
ben gekregen, maar van de plichten
niets willen weten. En de eerste plicht
van den boer is thans de voedselvoor
ziening van ons volk veilig te stellen.
Boeren, die clandestien rogge ver-
koopen, die clandestien slachten, melk
aan zuivelfabrieken onttrekken of op
een andere wijze ons volk te kort
doen, laden een schuld op zich, die
heel wat grooter is dan velen wel
denken. Want tusschen ons volk en
den honger is slechts een dunne grens
en deze kan o zoo gemakkelijk worden
overschreden, wanneer de boeren hun
plicht verzuimen.
DE KOLENBONNEN SLECHTS
TOT 14 APRIL GELDIG
Vóór 15 April inleveren.
De bonnen „09 BV" en „10 BV" der
DV-kaart, de bonnen KF 01 tot en
met KF 06 der kookkaart DZ en de
bonnen „één eenheid eerste periode"
tot en met „één eenheid twaalfde pe
riode", die recht geven op het koopen
van één eenheid vaste brandstoffen,
zijn slechts geldig tot en met 14 April
1943; de geldigheidsduur wordt dus
met 16 dagen teruggebracht.
Eveneens wordt de geldigheidsduur
van de toewijzingen, welke zijn uitge
reikt aan grootverbruikers in de groer
pen B, C en D, teruggebracht tot en
met 14 April 1943, ook al staat op deze
toewijzingen vermelfl, dat zij tot een
na 14 April 1943 gelegen datum geldig
zijn.
Alle betrokken verbruikers dienen
daarom de nog in hun bezit zijnde of
nog voor dien datum te ontvangen
bonnen of toewijzingen vóór 15 April
1943 aan hun leverancier af te geven.
De leverancier is in dat geval ver
plicht hierop eventueel ook na 14
April 1943 te leveren.
VOEDINGSGEWASSEN IN
EIGEN TUIN.
Maïs een voedzaam gewas.
Door de hooge voedingswaarde van
maïs verdient de teelt van dit gewas
'bijzondere aanbeveling. Maïs kan in
alle goede en voldoende bemeste tuin
gronden worden geteeld mits deze in
de zon liggen en niet te nat en te
zuur zijn. Het gewas is een diepwortel
en daarom moet de grond, waarin men
het wil telen, goed zijn losgewerkt.
Voor de teelt op volkstuinen en in an
dere particuliere tuinen komt wel in
de eerste plaat? de pofmaïs in aan
merking. De kleine, droge korrels van
deze maïs laat men na een verhitting
van ongeveer drie minuten boven een
gasvlam of op de heete kachel poffen.
Ze veranderen dan in witte vlokken,'
-*T|
STIERENKEURING.
Woensdagochtend te half negen uur
werd de aangekondigde Stierenkeu
ring alhier gehouden op het terrein
van den landbouwer en veehouder P.
van den Breemer aan den Olijke weg.
Deze keuring ging alt gebruikelijk uit
van de officieel erkende provinciale
organisatie en een keuringscommissie,
bestaande uit drie leden verrichtte de
keuring onder leiding van den voor
zitter der commissie, de Rijksveeteelt-
consulent in de provincie Utrecht, Ir.
J. S. Swierstra.
Ter keuring werden voorgeleid in
totaal 11 stieren; zooals bekend mag
worden verondersteld, is het aanbie
den of doen gebruiken als dekstier
van een niet-goedgekeurde stier voor
den houder daarvan verboden, ter
wijl de houder van een vrouwelijk
rund, die toelaat, dat een dergelijke
stier zijn runderen dekt, eveneens
strafbaar is. Van de 11 voorgeleide
stieren werden er tien goedgekeurd,
namelijk die van de landbouwers en
veehouders: A. W. Kuyer, W. Floor,
A I. Stalenhoef, J. van Garderen, J.
van den Breemer, G. Hofslot, A. J.
van den Hengel, H. P. Schimmel, de
Weduwe C. Wantenaar en F. H. J.
Pas van Groot Oosterland. Het wa
ren alle 1-jarige, 2*jarige of 3-jarige
stieren en ze zagen er allen goed uit.
Een drietal dezer stieren waren bij
zonder goed en verkregen daarom dan
ook de qualificatie „premiewaardig":
dit beteekent, dat als de finantiën der
provinciale organisatie het toelaten
(deze ontvangt haar inkomsten voor
namelijk uit subsidies van het Rijk
en de Provincie Utrecht) een finan-
tieele premie wordt verleend aan de
eigenaars dezer stieren. Deze qualifi
catie „premiewaardig", gebruikelijk in
Utrecht, komt overeen met de quali
ficatie „eervol en premiewaardig",
zooals die in Friesland gebruikelijk is.
De puntenwaardeering in Utrecht ge
schiedt echter op een iets andere wij
ze voor wat de verschillende onder-
deelen betreft, dan in Friesland, zqo-
dat als regel het totaal aantal punten
hier te Utrecht 1 of 2 hooger is, dan
ir. Friesland. De houder van de „pre
miewaardige" stieren kregen daarvan
een schriftelijk bewijs, een bon, die zij
eventueel te zijner tijd tegen geld
kunnen inwisselen. De drie „premie-
waardige" stieren waren van de eigi---
naars J. van den Breemer, A. J. van
den Hengel en F. H. J. Pas van Groot
Oosterland. Vooral de laatstgemelde
stier, Floris genaamd, was een pracht-
dier, dat nog nimmer voor de Utrecht-
sche provinciale keuring was geweest
en daarom eerst moest worden geïn
specteerd en opgenomen. Het was een
zeer zware stier, die aller bewonde
ring afdwong.
die zeer smakelijk, licht verteerbaar
en voedzaam zijn. De korrels van de
pofmaïs kunnen ook gemalen worden
gebruikt voor de bereiding van pap.
Voor dit doel kan men eveneens de
kcrrelmaïsrassen Chiemgauer, Pfarr-
kirchner en Mecklenburg telen. Ten
slotte bestaat ook nog de z.g. suiker-
maïs, waarvan de halfrijpe korrels
van «Augustus af als groente kunnen
werden genuttigd.
De geschiktste zaaitijd van maïs is
in het laatst van April. In het Noor
den des lands en andere streken, waar
in Mei nog sterke nachtvorsten te ver
wachten zijn, zaaie men niet voor be
gin Mei.
Bij het zaaien van maïs ga men als
volgt te werk: op een onderlingen af
stand van 50 c.M. op de rij leg: men
telkens 3 korreltjes op 3 a 4 c.M. diep
te. Ter wille van de onderlinge bestui
ving is het gewenscht meer dan één
rij uit te zaaién. De rijen komen dan
t enminste 60 c.M. uit elkaar.
STREEF NAAR AFWISSELING
IN DE VOEDING.
Hoe beperkter de voedselkeuze is,
hoe moeilijker het wordt voor de noo-
dige afwisseling in de menu's te zor
gen. Eentonige menu's gaan niet alleen
vervelen en tegenstaan, maar kunnen
de oorzaak zijn, dat bepaalde voe
dingsstoffen in onvoldoende mate op
genomen worden. Om in de gegeven
omstandigheden de voeding zoo goed
mogelijk te maken, moet men streven
naar afwisseling in de menu's. Doch
dit is niet het eenige belangrijke punt.
De keuze, de samenstelling en de be
reiding van de voeding zijn alle drie
even belangrijk en alle drie moeten
en kunnen gevariëerd worden.
De volgende wenken kunnen daar
voor tot steun zijn:
Kies zoo mogelijk steeds een andere
groente.
Gebruik groenten uit het zout met
mate.
Geef niet te vaak stamppot, probeer
eens de stoofschotel.
Maak gebruik van rauwe groenten.
Bereid de groenten en aardappelen
met zoo' weinig mogelijk water, kook
ze kort en dien ze op zoodra het tijd
stip van gaar worden is bereikt,
Maak gebruik van tuinkruiden en
goede kruidensurrogaten.
Vermijd warm houden en opwar
men.
Verdeel het peulvruchténrantsoen
óver twee maaltijden.
Gebruik soepen of toespijzen, zoo
mogelijk met taptemelk toebereid,op
die dagen dat er geen vleesch of peul
vruchten worden opgediend.