Het Nieuwsblad
voor SOEST en BAARN
General-Kornmissar Schmidt
verongelukt,
VLIEGENDE FORTEN
niet langer onkwetsbaar
BEKENDMAKING
Korps Motordienst, 13 en 14 R.l. moeten zich melden
Hauptdienstleiter Generalkommissar Fritz Schmidt f
(Foto: Archiv Arbeitsbereich der N. S. D. A. P./Stapf Pax s.1
Hauptdienstleiter en Generalkommissar z. b. V. Fritz Schmidt, die
zich op een dienstreis bevond, is in Frankrijk Zaterdag 26 Juni het slacht
offer van een ongeval geworden.
Hij is aan de zware verwondingen overleden.
De Hauptdienstleiter bevond zich op een treinreis naar Parijs. Den
avond voorafgaande aan den dag van het ongeval gevoelde hij zich ern
stig onwel en legde zich spoedig ter ruste. Reeds een jaar geleden had
Generalkommissar Schmidt onder soortgelijke ziekteverschijnselen
buitengewoon ernstig geleden. Gebleken is, dat de verongelukte in den
loop van den nacht van het ongeval zulke maagkrampen en heftige
brakingen kreeg, dat hij, toen hij trachtte zich frissche lucht te verschaf
fen, uit den in volle vaart zijnden trein viel, alvorens zijn reisgenooten
hem te hulp konden komen.
Generalkommissar Schmidt liep daarbij zoo zware verwondingen op,
dat hij weldra overleed.
De Führer heeft bepaald, dat den verongelukten Hauptdienstleiter
een partijbegrafenis ten deel zal vallen..
NUMMER 51
ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en
Baarn 0.90 per drie maanden, daar
buiten 1.05. Losse nummers 6 cent.
Uitgave:
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij,
Soestdijk.
Gemiddeld verliezen geallieerden
honderd toestellen per dag.
NA een korte onderbreking hebben
het Engelsche en Amerikaan-
sche luchtwapen hun offensief
tegen Duitschland weer hervat en
sinds 14 dagen worden vrijwel dage
lijks Duitsche steden in West- en
Noordwest-Duitschland systematisch
gebombardeerd. In al zijn beknoptheid
spreekt het Duitsche legerbericht een
duidelijke taal, waarin de bijvoegelij-
ke naamwoorden, die de toegebrachte
schade en het verlies aan menschen-
levens nader omschrijven een steeds
ernstiger karakter krijgen.
Duitschland behoeft niet het bewijs
te leveren, dat de geallieerde lucht
vaart zich niet beperkt tot objecten
van militaire beteekenis, daar de En-
gelsch-Amerikaansche berichtgeving
duidelijk genoeg uitspreekt, dat het
om de totale verwoesting van heele
steden gaat. Telkens weer zeggen pers
en radio ronduit, dat luchtmijnen van
twee- en vierduizend kilo heele woon
wijken in puin hebben gelegd en dat
door het afwerpen van phosphor-re-
servoirs heele stadscentra in vuurzee
ën werden herschapen. De geallieerden
voeren den luchtoorlog in het kader
van den „zenuwenoorlog." In de eer
ste plaats hopen zij de bevolking murw
te maken, niet alleen van de getroffen
steden, maar ook elders, waar de dak -
loozen worden ondergebracht of waar
uitvoerige verhalen over de verschrik
kingen van den luchtoorlog doordrin
gen. Voorts rekenen zij er op, dat de
arbeiders in de getroffen gebieden
zoozeer van streek raken, dat hun
prestatie belangrijk daalt. Tenslotte
verwachten zij, dat de levensvoorwaar
den der geteisterde bevolking van
dien aard zullen worden, dat het werk
in de bewapeningsindustrie nagenoeg
moet worden stopgezet, zelfs wanneer
de fabrieken nog intact zijn en zij sla
gen er ontegenzeggelijk in, het leven
van de bewoners der bedreigde gebie
den tot een hel te maken; wanneer
nog dezer dagen een schrijver in de
„Völkischer Beobachter" zeide, dat de
Duitsche arbeiders in het Westen zul
len weten vol te houden, zooals velen
van hen in den eersten wereldoorlog
vier jaar lang in de loopgraven heb
ben volgehouden, dan is dat heusch
geen zuivere rethoriek.
Volgens de correspondenten van
Spaansche bladen te Londen houdt
men zich daar in de laatste weken ijve
rig bezig met de verliezen, die zoowel
de Engelschen als de Amerikanen bij
hun luchtaanvallen lijden. De statistiek
der laatste weken leert, dat bij een ge
regelde actie van duizend bommen
werpers in Engeland en duizend bom
menwerpers in Noord-Afrika en bij
een gemiddelde van twee zware nacht-
aanvallen en een zwaren aanval per
dag, dagelijks circa honderd vliegtui
gen - tachtig bommenwerpers en
twintig jagers verloren gaan!
Met grooten ernst wordt de vraag
gesteld, of de geallieerde industrie wel
in staat is, om deze verliezen weer
goed te maken, vooral omdat van of-
ficieele zijde nog steeds met uitbrei
ding van het luchtoffensief wordt ge
dreigd. Verschillende Engelsche bla
den vragen zich af, of het huidige of
fensief niet reeds drijft op reserves,
die men in de afgeloopen maanden
heeft gevormd. De Engelsche openbare
WOENSDAG 30 JUNI 1943
Verschijnt Woensdags en Zaterdags.
TWEEDE JAARGANG
Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7,
Soestdijk. Telefoon 2962 - Giro 16116&
meening toont zich verder teleurge
steld, omdat het percentage der ver
loren gegane toestellen niet noemens
waardig is gedaald, nadat het aantal
tegelijk optredende zware bombarde
mentstoestellen reeds meermalen is
vermenigvuldigd. Men had n.1. ver
wacht, dat zeer sterke formaties be
duidend minder van den afweer te lij
den zouden hebben dan minder talrij
ke Volgens de Engelsche bladen is men
in de Ver. Staten teleurgesteld over
de zware verliezen, die de Amerikaan-
sche zware bommenwerpers bij hun
dagaanvallen op Duitschland te boe
ken hebben en die den laatsten tijd
percentsgewijs ruim het dubbele van
de Britsche bedragen! Het feit, dat de
Engelsche luchtvaart des nachts bom
bardeert, terwijl het Amerikaansohe
luchtwapen alleen overdag opereert, is
geen afdoende verklaring, daar bij de
constructie der Amerikaansohe bom-
vliegtuigen hiermede terdege rekening
is gehouden; terwijl b.v. de Engelsche
Stirlings, Halifax's en Lancasters acht
ton bommen vervoeren, kunnen de
Amerikaansohe Liiberators en vliegen
de forten slechts drie ton bommen,
meenemen, ofschoon zij praktisch eyen
groot zijn. Hun veel geringer draag
vermogen is uitsluitend toe te schrij
ven aan hun zware pantsering en hun
talrijke machinegeweren en kanonnen,
waarvan men had verwacht, dat deze
ze vrijwel immuun zouden maken voor
vijandelijke jagers.
Tenslotte beteekent een gemiddeld
verlies van honderd toestellen per dag
ook nog het verlies van vijfhonderd
man vliegend personeel, die tenminste
een opleiding van anderhalf jaar tot
twee jaar achter den rug hebben.
Op grond van de op 29 April in de pers gepubliceerde bekendma
king van den Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden betreffende
terugvoering in krijgsgevangenschap van de voormalige Nederlandsche weer
macht, worden bij deze, voor aanmelding opgeroepen
Het dienstplichtig- en reservepersoneel onder den rang van officier
van de volgende regimenten en alle in de jaren 1939 en 194.0 uit deze
regimenten voortgekomen oorlogsonderdeelen, voor zoover dit personeel
in Mei 1940 in werkelijken dienst was.
Bedoeld personeel moet zich melden, telkens tusschen 8 en 12 uur:
IN HET WEHRMACHTLAGERte Amersfoort, ZONNEBLOEMSTR.
1. Het personeel van het korps MOTORDIENST en zijn oorlogsonder
deelen: Degenen, die geboren zijn in de jaren 1924 tot en met 1915 en
wier namen beginnen met de letters A tot en met L op 5 Juli 1943.
Degenen die geboren zijn in de jaren 1924 tot en met 1915 en wier
namen beginnen met de letters M tot en met Z op 6 Juli 1943.
Degenen die geboren zijn in de jaren 1914 tot en met 1904 en wier
namen beginnen met de letters A tot en met L op 8 Juli 1943.
Degenen, die geboren zijn in de jaren 1914 tot en met 1904 en wier
namen beginnen met de letters M tot en met Z op 9 Juli 1943.
IN DE WATERLOOKAZERNE TE AMERSFOORT
1. Het personeel van het 13e REGIMENT INFANTERIE en zijn oor
logsonderdeelen: Degenen, die geboren zijn in de jaren 1924 tot en
met 1915 op 5 Juli 1943. Degenen, die geboren zijn in de jaren 1914
tot en met 1904 op 6 Juli 1943.
2. Het personeel van het 14e REGIMENT INFANTERIE en zijn oor
logsonderdeelen: Degenen, die geboren zijn in de jaren 1924 tot en
met 1915 op 8 Juli 1943. Degenen, die geboren zijn in de jaren 1914
tot en met 1915 op 9 Juli 1943.
Bij de aanmelding moeten worden overgelegd het persoonsbewijs, de distri
butiestamkaart en voor zoover mogelijk militaire identiteitspapieren.
Degenen, waaronder ook begrepen de in Duitschland werkende „grensgan-
gers", voor wie een „Bescheinigung" (verklaring van onmisbaarheid) afgegeven
is, moeten dit bewijs,bij hun werkgever of bij de instantie, die hun belangen
behartigt, opvragen en bij de aanmelding toonen. Na de melding moet de „Be
scheinigung" zoo spoedig mogelijk weder aan den werkgever resp. de instantie,
die de belangen behartigt, worden teruggegeven. De werkgevers zijn verplicht
degenen, die zich moeten melden daarvoor in de gelegenheid te stellen en hun
het loon (salaris) gedurende den verzuimden tijd uit te betalen.
De Nederlandsche Spoorwegen verleenen aan alle voor de aanmelding opge
roepen personen vrij vervoer derde klas. Degenen, die tot aanmelding verplicht
zijn, moeten zich hiervoor vervoegen aan de loketten, c.q. bij den stationschef,
van het station van vertrek.
KLEEDING. Voor zooveel mogelijk uniform, anders burgerkleeding. Dringend
wordt aangeraden daagsche en Zondagsche kleeren, wollen dekens, ondergoed
en extra schoeisel, alsmede eetketeltje en lepel mede te brengen. De gezamen
lijke bagage mag niet meer bedragen dan twee normale handkoffers.
Van aanmelding zijn vrijgesteld personen, die zich op 25 Mei 1943 voor dén
„Arbeitseinsatz" in Duitschland of in de door de Duitsche weermacht bezette
gebieden buiten Nederland bevinden.
Wie geen gevolg geeft aan de oproeping van den Wehrmachtbefehlshaber
in den Niederlanden, of zich op andere wijze aan de terugvoering in krijgs
gevangenschap tracht te onttrekken, moet rekenewop de strengste maatregelen.
Dit geldt ook voor personen, die de betrokkenen bij dergelijke pogingen steunen.