Hel Nieuwsblad Wij Nederlanders in Berlijn voor SOEST en BAARN Van lagers, marken en strepelingen. NOG ZWAREN STRIJD IN HET'OOSTEN, De Libanon wederom speelbal! Onze Postmannen en het Gotische schrift. De Me 323, het grootste landvliegtuig ter wereld. De Gigantis een door de Messerschmidtfabrieken vervaardigd 6-motorige vliegtuig van een nieuw type, dat door het Duitsche luchtwapen onlangs in gebruik is genomen en dat reeds bij verscheidene operaties der Duitsche weermacht zijn diensten heeft bewezen als transportvliegtuig, speciaal voor groote afstanden. Hier ziet men den „Gigant" als transportvliegtuig voor gewonden, waarvoor het ook zeer geschikt is gebleken. Zijn geweldige afmetingen en groote laadruimte maken ook groo- tere transporten van gewonden zonder moeilijkheden mogelijkBehoedzaam worden de gewonden door het ziekenhuispersoneel uit het vliegtuig gebracht. (P.K. Seeger Atl/H P s;. NUMMER 94 ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en Baarn 0.90 per drie maanden, daar buiten 1.05. Losse nummers 6 cent. Uitgave: N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij, Soestdijk. HOOFDKWARTIER VAN DEN FüHRER, 25 Nov. Het Opperbevel der Weermacht maakt bekend: Aan het Oostelijk front duren, in weerwil van het slechte weer. de he vige gevechten onverminderd voort. Verscheiden vijandelijke aanvallen op het bruggenhoofd Cherson misluk ten. Aan het bruggenhoofd Nikopol en in de groote bocht van den Dnjepr werden ook gisteren Sovjetaanvallen in harde gevechten afgeslagen onder afgrendeling van eenige penetraties. Ten Zuiden van Krementsjoeg slaagde de vijand er 'in, met sterke infanterie- en pantser strijdkrachten onze linies binnen te dringen. In een tegenaanval werd een vijandelijke ge vechtsgroep met talrijke pantserwa gens en stukken geschut vernietigd. In het gebied ten Westen van Kief werd door den eigen aanval onder het voortdurend afweren van talrijke vij andelijke tegenaanvallen en onder moeilijke terreinomstandigheden, lang zaam meer terrein gewonnen. De ster ke vijandelijke strijdkrachten, waar van gisteren werd gemeld, dat zij wa ren ingesloten, werden vernietigd. In totaal werden daar in de laatste vier dagen door onze troepen 199 pantser wagens, 554 stukken geschut van alle soorten, 300 machinegeweren en gra naatwerpers en 166 auto's buitgemaakt of vernietigd. De bolsjewisten leden zware verliezen aan dooden en ge wonden. Talrijke gevangenen werden gemaakt. In het gevechtsgebied van Gomel duren de verbitterde gevechten met de vijandelijke strijdkrachten, die ten Westen en ten Noorden van de stad zijn binnengedrongen, voort. Ver scheiden omsingelingspogingen werden door eigen tegenaanvallen verijdeld, -Êvaarbij aanvalstroepen der bolsjewis ten werden uiteengeslagen of terug geworpen. Ten Noordwesten van Newel maak te onze tegenaanval na den afweer van heftige vijandelijke tegenoperaties nieuwe vorderingen: zeventien "pant serwagens werden stukgeschoten. Aan de rest van het Oostelijke front geen gevechtshandelingen van beteekenis. Aan het Zuid-Italiaansche front verliep de dag over het algemeen rus tig. Een sterke formatie zware Duit sche gevechtsvliegtuigen bestookte 'n den afgeloopen nacht installaties en scheepsconcentraties in de havens van La Maddalena en Bastia met bommen van elk kaliber. Enkele vijandelijke storingsvlieg tuigen verschenen des nachts boven het Noordelijke Duitsche gebied. Door vijandelijke bommen op een-ige plaat sen in Zuid-Frankrijk leed de bevol king aanzienlijke verliezen. «L_ DE Britten en de Franschen heb-" ben reeds tijdens en na den vo- rigen wereldoorlog met de groot- Arabische belangen een onwaardig spel gespeeld, getuige o.a. het elkan der doorkruisen van verschillende dee- lingsplannen. De hun beloofde groot- Arabische eenheid konden de diverse Arabische landen mede hierdoor nim mer verwezenlijken. Engeland maakt thans gebruik van het feit, dat Syrië en de Libanon opnieuw in de oorlogs zone liggen en door geallieerde troe pen bezet zijn, terwijl Frankrijk tot den rang van een dissidenten-comité gezonken is, om in den Libanon de Arabische gedachte aan te wakkeren. Het Libaneesche parlement, hetwelk zich ertoe heeft laten verleiden, op èenigszins onverhoedsche wijze de Li baneesche grondwet te wijzigen, waar door de band met Frankrijk als „man- daatmogendheid" moest worden ge slaakt, is daarop door den vertegen- (Vervolg pag. 2. vierde kolom). (Van onzen Berlijnschen corres pondent). WIJ Nederlanders als een ander het niet doet, moeten wij bij tijd en wijle ons zelf een pluim op den hoed steken zijn een innerlijk sterk volk. Een voor beeld: mijn dochtertje heeft de zomer maanden in Berlijn doorgebracht. Ze vond hier in huis een enkel speelka meraadje, een meisje van haar leeftijd. Dat onze Emmie ook thans nog wel eens „Mutti" zegt, of „Auf Wieder- seh'n", of „Danke schbn", is waar, maar voor het overige spreekt zij uit sluitend het Haarlemseh-van-de-straat harer medebevolksters eener kleuter school. Dan Monika, het Duitscne speelkameraadje! Kaar moeder»is dik wijls in arren moede bij mij komen oploopen. omdat zij haar eigen dochter niet meer verstaat. Monika spreekt Nederlandsch het lijkt er werke lijk heel aardig op en is er niet toe te bewegen, weer over te stappen op haar moedertaal. Monika is thans, ris nagenoeg de geheele Berlijnsche jeugd, geëvacueerd en de laatste berichten, die ik van haar heb, luiden, dat zij* ergens in de Oostenrijksche bergen Nederlandsche le§ heeft! Een Babylonische spraak verwarring. Dit incident is typisch voor een proces, dat zich ook 'in andere groote Duitsche steden voltrekt. Ik zie de tijd komen, dat de „Deutsch-Nieder- landische Gesellschaft", die zich reeds groote verdienste heeft verworven bij het onderzoek van den invloed, dien de Nederlanders op alle gebieden van Duitschland hebben uitgeoefend, nog eens een boek wijdt aan de „tewerk stelling van de Nederlanders in Duitschland en. de Duitsche taal." Dit zou dan tevens een mooie gelegenheid zijn voor de Nederlandsch-Du itsche Kuituurgemeenschap", om een boek ie laten verschijnen over „de tewerk stelling van Nederlandsche arbeiders in Duitschland en de Nederlandsche taal", want het zou wel heel erg over dreven zijn, te beweren, dat het idi oom der lage landen er heelemaal zon der kleerscheuren afkomt! Wij Nederlanders in Berlijn, vallen heusch niet over een Germanisme meer of minder, maar wat onze ar beiders er gewoonlijk van maken, loopt werkelijk de spuigaten uit. Met degenen, die deel uitmaken van een groep landgenooten, met wie ze sa menwonen en samenwerken, gaat het nog. Zij blijven in den rege 1 zelfs trouw aan hun dialect helaas ook als zij Duitsch probeeren te spreken. Zij zeggen „Lager" voor „kamp", „ver trouwensarts" voor „controleerend ge neesheer", „Marken" voor „distribu tiebonnen" enz. Dit gaat zelfs zoo ver, dat men de „Straflinge", de strafge- vangenen, die overal te werk zijn ge steld, veelal klaarblijkelijk naar de blauw-witte strepen van hun gevan- geniskleeding „strepelingen" hoort noemen. Heel anders is dat echter met hen, die in kleine bedrijven uitsluitend met Duitschers samenwerken of krachtens hun beroep met hen in aan raking komen, zooals chauffeurs bij expeditiebedrijven, kellners, enz. Met hen kan men, beter Duitsch spreken. Zij weten zich dan wel met gebaren te redden, voor zoover hun woorden schat niet toereikend is. Zoodra zij Nederlandsch probeeren te spreken, raken zij veelal zoo in Duitsche zins wendingen verward, dat zij niet meer te verstaan zijn. Met vaderlijke welwillendheid. Hoe de gemiddelde Duitscher tegen over deze meed ogen! ooze verminking van zijn taal want daar komt het in laatste instantie op neer staat? Dat valt mee, waarbij men echter verschil moet maken tusschen den Duitscher uit de groote stad en den Duitscher uit de provincie. In de pro vincie beschouwt men die vele bui tenlanders vaak als een verstoring van zijn gezapige rust, wat uiteraard gemakkelijk tot kriegeligheid leidt. In de groote stad is dat meestal precies omgekeerd. Als een buitenlander de Duitsche taal radbraakt, vervult dat een Berlijner dikwijls met een soort trots en hij corrigeert dengene, die wanhopige pogingen aanwendt om zich verstaanbaar te maken, met va derlijke welwillendheid en grenzeloos geduld. Wat speciaal onze Nederland sche arbeiders 'betreft: drie-kwiart van de Berlijners is er rotsvast van over tuigd, dat het Nederlandsch „eigenlijk slechts Mecklenburgsch of Westfaalsch ZATERDAG 27 NOVEMBER 1943 Verschijnt Woensdags en Zaterdags. TWEEDE JAARGANG Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7, Soestdijk. Telefoon 2962 - Giro 161165. plat" is, zoodat zij zich geroepen voe len, de Nederlanders onder alle om standigheden te verstaan en zich voor hen verstaanbaar uit te drukken. Dat het desondanks voorkomt, dat een ambtenaar der Vreemdelingenpolitie, die dagelijks eeniige honderden visa te verwerken krijgt, een juffrouw in het postkantoor, die dagelijks vele tien tallen gevoerde enveloppen of door den afzender opgeplakte postzegels van de hand moet wijzen, of een con ductrice van de tram, die aan haar gezin staat te denken, het geduld ver liest, behoeft natuurlijk geen betoog. 40.000 NEDERLANDERS TE BERLIJN. Hoeveel Nederlanders er te Berlijn te werk zijn gesteld, weet ik niet. Het absolute cijfer is naar het schijnt, ook voor de betrokken instanties moeilijk te achterhalen. Het zijn er echter in elk geval meer dan dertig en mis schien zelfs bijna veertig duizend. „Merkt U er zoo in het dagelijksch leven iets van, van al die Hollanders?" Deze vraag hoort men in Nederland altijd weer stellen en ze is eigenlijk logisch. Wat beteekent veertig duizend man op een bevolking van een kleine vijf millioen? Doch de Nederlanders zijn ondanks hun spreekwoordelijke kalmte vrij luidruchtig,, en dat er Hollanders in Berlijn zijn, merkt ge geen haar minder, dan ge vroeger op de Keizerlei in Antwerpen merkte, dat het „België-Nederland" was. Als je op straat, ip de tram, in een café, of waar dan ook, alleen maar Nederlandsch en practisch geen Duitsch hoort, plegen wij, oud-inge zetene Nederlanders van Berlijn :e zeggen: „Desondanks wordt het tege l- gesproken, dat ze Berlijn al veroverd hebben." Ik persoonlijk heb mij geen oogenblik verbaasd, toen' een P.T.T.- man onlangs mijn buurman in een klemmend betoog aan het versta nd bracht, dat de Duitschers het adres op hun brieven in Latijnsche letters moe ten schrijven in plaats van Gotiscne, waar geen sterveling uit wijs kan Kvorden." En mijn buurman, die een filosofische natuur heeft, antwoordde, dat hij in de toekomst nooit m'eer een adres in Gotische karakters zou neer schrijven. „ZEG, MEESTER De solidariteit onder de Nederland sche arbeiders te Berlijn gaat zoover, dat ook wij, arbeiders-met-hoed, daar in betrokken worden. Je kunt je niet zoo als heer vermommen, of eenige woorden in de zoete moedertaal heb ben ten gevolge, dat je van alle kan ten getutoyeerd wordt. Alleen als ze iets van je gedaan wil len hebben, vleien ze je met den titel van meester. „Zeg, meester, je hebt zeker geen sigaret voor me, hè?" Maar ondanks alles voel je soms je hart even opgaan. Ik moest nog even naar de post. De maan was er nog niet en de straatverlichting, die +e Berlijn tot acht uur haar weldoende glans verspreidt, was al uit. Het scheen bewolkt te zijn, iwant zelfs de contouren der huizen staken niet af tegen de lucht. En toen kl'onk er in vage verten laten we zeggen gezang. Het kwam nader en nader en geleidelijk ontstond er iets als een melodie. Ik moest weer een hoek om en tegelijkertijd klonk het mij tegen in de inktzwarte duisternis, die Ber lijn overschaduwde: „Ouwe Taaje, jippie-jippie-jé-hé-hé. Ouwe Taaie, jippie-jippie-jéé!" DE RIJWIELDIEFSTALLEN. Aan den Maatweg is in een sloot een heerenrijwiel zonder banden ge vonden, terwijl aan de Stadhouders laan een transportrijwiel zonder ban den werd aangetroffen, beide rijwie len kennelijk van diefstal afkomstig. De rechtmatige eigenaren van deze twee rijwielen kunnen zich aan. het politiebureau vervoegen. Van G. H. v. d. B. werd diens rij wiel, dat hij onafgesloten geplaatst had aan de Beckeringhstraat, ont vreemd.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1943 | | pagina 1