De oorlog is geëindigd. - Nederland jubelt en juicht.
Welkom Wilhelmina!
Herdruk van de Soester Courant verschenen op de bevrijdingsdag in 1945
Nederland is vrij
Onafhankelijk en vrij.
VAN WEEDESTRAAT 35 - TELEFOON 2566 - POSTGIRO 126156
Mnntnitiniuuiuiü itïuu'muitffttiüiH» «ti fiuftmuttinttimuuf o tititf u in ih< Miutniuruiü
WELKOM WILHELMINA.
Een eeresaluut aan
den Burgemeester»
DE 5DE5TED CDLDANï
REDACTEUR G. J. SMIT SOESTDIJK UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
Nederland is vrij
Het lijkt haast Ongelooflijk en toch Ne
derland is bevrijd
Vier lange jaren en vij! maanden van oor
logsleed, massamoord, executie, onderdruk
king, deportatie, jodenvervolging, opsluiting
in concentratiekampen, plundering, honger,
vrees, vernedering, lichamelijke en geestelij
ke ondermijning en andere soorten van men-
schelijk leed hebben ons aan dit alles doen
gewennen en we staan thans vreemd met
de ons teruggeschonken vrijheid in onze
handen.
Nederland is vrij
We zouden het willen uitschreeuwen, maar
onze stem is niet krachtig genoeg en ook
onze pen, welke ons meer dan drie jaar ge
leden door de gehate indringers uit de hand
werd geslagen, heeft moeite de woorden
neer te schrijven.
We zouden willen juichen en jubelen, maar
we zijn te sterk neergesmakt en te veel en
te lang getrapt, om plotseling op te staan.
We bloeden nog uit ontelbare wonden; te
velen hebben wij gebracht naar plaatsen,
waarvan ze nimmer meer zullen opstaan en
te velen zijn er, die, verminkt naar lichaam
of geest, hun leven lang zullen getuigen
van wat oorlog voor de menschheid betee-
kent.
We kunnen dit alles niet vergeten nu de rust
over ons is gekomen en toch we mogen
niet te lang achter ons zien, we moeten
vooruit.
Juicht daarom landgenooten Juicht plaats-
genooten Juicht
Vijf lange jaren is het nacht geweest, maar
het licht is nu doorgebroken.
Steekt uit de vlaggen, ontsteekt vreugdevu
ren en viert feest
Uw feest mag groot en grootsch zijn en nie
mand kan U thans de vreugde ontnemen.
Naast onze vreugde past ons echter een
woord van grooten dank.
Groote dank allereerst aan Hem, die alles
bestiert en die, hoe groot het lijden der
menschheid ook moge zijn geweest, alles ten
goede heeft gekeerd.
Veel leed zal door ons in de komende tij
den moeten worden verzacht en veel werk
zal moeten worden verricht, maar ook daar
voor zal Hij ons ongetwijfeld de krachten
schenken.
Veel dank zijn wij verschuldigd aan onze
groote bondgenooten, zonder wiens hulp
het juk der verdrukking blijvend op ons
zou hebben gedrukt.
Dank aan de mannen van ons eigen leger,
de brigade „Irene" en onze handelsvloot,
waarvan velen hun leven voor onze vrijheid
hebben gegeven. Die helden zullen wij nim
mer vergeten en ieder onzer zal ongetwij
feld in de toekomst in zijn binnenste een
momument van warme dankbaarheid en hul
de voor deze helden met zich dragen.
Onze dank eveneens aan de ondergrondsche
werkers in hun vele schakeeringen, waarvan
ook velen vielen door het moordend lood
van den vijand, ook deze helden zullen wij
immer blijven gedenken.
In dezen dank betrekken wij ook de velen
in onze gemeente, die zich, ook op ons ver
zoek, steeds belast hebben met de massa
verspreiding der verschillende illegale bla
den, den verkoop van kaarten en foto's tot
steun aan het illegale front en andere werk
zaamheden.
Ook gaat onze dank uit naar de ontelbare
jonge personen, die, door onder te duiken,
liever hun vreugde en vrijheid prijsgaven,
dan in het land van den vijand de wapens
te vervaardigen, welke tegen onze strijd
makkers zouden zijn gebruikt.
Dat ook in onze gemeente het aantal
dezer personen groot was, moge blijken uit
de honderden niéuwe stamkaarten, welke aan
deze personen clandestein werden uitgereikt,
voor welke handeling aan meerdere gemeen
te-ambtenaren dank toekomt.
Ook brengen wij dank aan den burgemeester
onzer gemeente, die tijdens de nu afgeloo-
pen rampspoedige jaren wel de moeilijkste
plaats in onze Soester gemeenschap heeft
bezet en die den moed heeft gehad deze
plaats te blijven bezetten, waardoor werd
voorkomen, dat een verrader boven ons
werd gesteld.
Een eeresaluut brengen wij verder aan de
gijzelaars, de joden en hen, die om edele
motieven in de concentratiekampen werden
ingesloten, meer in het bijzonder aan de
personen uit onze gemeente, die vaak ge
durende langen tijd moedig hun lot hebben
gedragen en waarvan er door den vijand en
zijn aanhangers werden gedood.
Wanneer wij hiermede onze hulde besluiten,
weten wij zeer onvolledig te zijn en dat er
buiten de door ons genoemden nog velen
zijn, die wij persoonlijk de hand zouden
willen drukken voor het vele en vaak zeer
Nu ons land spoedig geheel van vijanden
zal zijn gezuiverd en onze geliefde Konin
gin, vergezeld van haar niet minder bemin
de dochter, Prinses Juliana, weldra in ons
land kan worden terugverwacht, gevoelen
wij het als een groot voorrecht hieraan een
enkel woord te mogen wijden.
Bijna vier en half jaar is het geleden,
dat bruut geweld onze Koningin noopte
haar volk alleen te laten om met haar re
geering een plaats te zoeken bij een on
zer meest bevriende naties, een gang, wel
ke Haar als vrouw wel dubbel zwaar moet
zijn gevallen.
Het was niet de eerste maal, dat ons volk
zijn vrijheid in vreemde overheersching
zag ondergaan. Tot driemaal toe moest een
Oranje, om het herstel van de vrijheid van
het volk weer voor te bereiden, naar het
buitenland uitwijken en ook ditmaal liet
de traditie van ons Oranjehuis, om zich
nimmer aan vreemd geweld te onderwerpen,
aan onze Koningin geen andere keus.
De vrijheid is geen speciaal Nederlandsch
voorrecht, het is gemeengoed van alle na
ties, wier bestaan in de democratie ver
ankerd ligt, maar wij vragen, is er buiten
Oranje wel een vorstenhuis ter wereld dat
zijn eigen lot hechter verbonden heeft aan
de vrijheid van zijn volk
Het was vooral daarom, dat onze Koningin
liever het vaderland verliet, dan zich te lee-
nen als vazal van den gehaten overheerscher,
die het Koningschap tot een marionettenspel
zou hebben gemaakt.
Deze uiting, maar ook de persoon van on
ze Vorstin zijn het, dat ons thans met nog
grooter eerbied doet opzien tot de Draag-
gevaarlijke werk, dat zij gedurende jaren,
met inzet van hun leven, voor onze bevrij
ding hebben verricht.
De voldoening echter, welke zij in hun werk
hebben gevonden, zal voor hen een groter
dank zijn, dan wij hen kunnen betuigen.
ster van de Kroon.
Meer misschien nog dan wij zelf weten de
vreemdelingen met geestdrift te spreken
over den constitutioneelen zin, over het be
toonde regeeringsbeleid, over het uitermate
scherpzinnige oordeel, de onmiskenbare gra
tie en nog tal van andere eigenschappen,
die de Koningin sieren.
Maar wat juist wij weer beter beseffen is
de vlekkeloosheid van het leven, de gelou
terde opvatting van, de vorstelijke roeping en
de onbuigzaamheid van eigen vasten wil,
die onze Vorstin zoo ten volle bezit.
Niet voor niets heeft onze Koningin zich
haar voorvader Willem den Zwijger tot
voorbeeld gesteld.
Diens vrijheidszin, diens afkeer van dwang,
zijn onze Landsvrouwe juist in de afgeloo-
pen jaren tot een groot sieraad geworden.
Het vele ook, dat onze vorstin vooral in de
ze jaren van scheiding heeft gewrocht en
hetgeen in dien tijd onder Haar leiding voor
het volk werd verricht, is in wezen niets"
anders dan de consequente en letterlijke
uitvoering van de woorden, gesproken bij de
aanvaarding van Haar levenswerk op den
£en September 1898 in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam, toen zij, de laatste Oranjetelg,
bezit nam van Neerlands troon: „Oranje
kan nooit - neen nooit - genoeg voor Ne
derland doen
Ook in de 46 jaren van regeeren, die nu
achter Haar en Haar volk liggen, is wel af
doende bewezen, dat zij getrouw is geweest
aan het zich zelf gestelde levensdoel: te re
geeren, zooals van een Vorstin uit het Huis
van Oranje mag worden verwacht
Onze vreugde over de bevrijding is groot,
maar grooter nog wordt deze, nu wij onze
Vortsin en de Prinselijke familie spoedig in
ons midden weten.
Vele heilwenschen zullen onze Koningin in
deze dagen bereiken en wij prijzen ons
gelukkig hieraan de onze te mogen toevoe
gen.
iiiiiiiiiiii*
Holland is een heerlijk landje
Aan het strand van de Noordzee, §f
Waar de leeuw met scherpe klauwen p
Waakt voor het „Je Maintiendrai".
Holland moest de vlaggen strijken, jj
Dat had niemand ooit verwacht, j§
't Kleine Nederland moest zwichten §j
Voor een groote overmacht.
Nederland zal Neerland blijven,
Vrij van vreemde heerschappij;
Holland wil slechts Holland heeten, j
Onafhankelijk en vrij
Waarom moest men ons ontnemen m
Wat door d'eeuwen was gewrocht? J
Waarom werd ons dierbaar landje
Door den oorlog zwaar bezocht?
Vochten de Geallieerden
Niet met waren leeuwenmoed?
Waarom stroomde er in Holland
Zooveel kostbaar heldenbloed?
Nederland zal Neerland blijven,
Vrij van vreemde heerschappij;
Holland wil slechts Holland heeten,
Onafhankelijk en vrij!
Gode dank is 't uur gekomen,
Na vier jaar van dwinglandij,
Dat het strijdend volk van Neerland
8 Weer zal leven, frank en vrij! jj
jj 't Vaderland is zwaar getroffen
1 En de tol is duur betaald,
jj Maar de lieve Koninginne
g Wordt uit Engeland gehaald!
B Nederland zal Neerland blijven,
jj Vrij van vreemde heerschappij; jj
B Holland wil slechts Holland heeten, g
fi (Jnaihankeiijk en vrij":
g Weldra zal zij arriveeren,
g Wilhelmina van Nassau,
jj Want de echte Vaderlanders
g Bleven aan Oranje trouw,
g Spoedig heeten wij haar welkom jj
jj Op den Vaderlandschen grond. jg
g Nederland eert zijn Oranjes
jj Door het eeuwenoud verbond
8 Nederland zal Neerland blijven,
Vrij van vreemde heerschappij; m
Holland wil slechts Holland heeten, j|
Onafhankelijk en vrij!
Nederland zal weer herrijzen,
Zich ontlasten van den druk,
Want de echte Vaderlanders
Eischen vrijheid en geen juk.
Rechtgeaarde Nederlanders,
Blijft wat goed was eeuwig trouw, j
Hijscht de vlag der Nederlanden, g
Het Oranje-Rood-Wit-Blauw
jj Nederland zal Neerland blijven,
g Vrij van vreemde heerschappij; jf
g Holland wil slechts Holland heeten, g
g Onafhankelijk en vrij! gj
E. v. Eeden. T
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
de veilige haven met heel het schip en de
volledige bemanning. Er is nimmer door zijn
schuld een man overboord gegaan; hij heeft
ook niet zelf het schip met een reddingboot
verlaten; hij is gebleven.
Dit was niet de gemakkelijkste weg, zeker
niet voor wie hem principeel wil gaan.
Geschipperd met principes heeft hij niet,
wij kunnen het getuigen. Hij woog zijn be
slissingen met de grootste nauwgezetheid
van een Christelijk en nationaal geweten, hij
kleedde ze in den hoffelijken vorm van
den diplomaat, hij bleef ze trouw met de
standvastigheid van den militair.
Het is noodig dit alles tijdig vast te leggen
ten overstaan van de gehele burgerij.
Immers, er zijn lieden, die 4 jaar lang bin
nenshuis erg flink zijn geweest. Zij hebben
naar den Engelschen zender durven luisteren
(bij de buren), zij hebben af en toe een
illegaal blaadje gelezen, zij hebben hevig
durven schelden op den bezetter, zij waren
werkelijk goede vaderlanders. Zij dragen
nu de grootste oranj estrik en hebben den
grootsten mond. Toen er gewerkt moest wor
den waren zij nergens te vinden, nu er vrij
er gepraat kan worden, staan zij vooraan
met overtollige raadgevingen en met critiek
op personen en hun daden. Het is daarom
goed voor eens en voor altijd vast te stel
len, dat niet zij het zijn geweest, die op
de brug stonden in storm en regen, of
zwoegden aan de pompen. Hen past wel
eenige bescheidenheid.
Er zijn overigens niet veel dergelijke lieden
in Soest. De burgerij als geheel heeft reeds
spontaan haar houding bepaald: zij staat
stram en brengt haar burgemeester een eere
saluut. Wij brengen bij deze het onze.
Soest is bevrijdEerst nu zal een einde
kunnen worden gemaakt aan de geheimzin
nigheid, waarmede het georganiseerd verzet
ter plaatse noodzakelijk moest worden om
geven. Eerst nu zal het ook mogelijk zijn
voor het forum der burgerij de overheids
dienaren te meten naar den eenigen maat
staf, die werkelijke waarde heeft. Hebben
zij hun plicht gedaan? Hebben zij Konin
gin en Vaderland gediend, zooals dit van
hen moest worden geëischt? Het vaderland
eischte steun aan de geallieerden, steun aan
allen, die moesten onderduiken, steun aan
illegale pers en aan de verzetsbeweging.
Wat velen misschien bij geruchte bekend
was, kan eerst nu openlijk worden getuigd:
Soest heeft ruimschoots zijn deel bijgedra
gen aan den ondergrondschen arbeid van
strijdend Nederland.
Ieder illegaal werker in dit land wist, dat
het in Soest voor elkaar was. Hij wist ook,
dat er nog een „goede" burgemeester zat.
en „goed" heeft hier niet beteekent „slap"
of „meegaand".
Men zal misschien trachten hen, die op
hun post bleven, verdacht te maken, om
dat men zich nauwelijks kan voorstellen,
dat iemand 4'/2 jaar lang een gemeente in
bezettingstijd kan besturen, zonder aan de
principen van een waarlijk nationaal gedrag
te kort te doen.
Als men dit dan een wonder wil noemen,
in Soest is het geschied en zij, die den bur
gemeester van nabij mochten meemaken,
hebben het voor hun oogen zien gebeuren.
Zij zullen als getuigen staan: een onwankel
bare phalanx van jongeren en ouderen, die
risico's hebben durven nemen en-dit-in-som
mige gevallen met den dood hebben bekocht.
Er gebeurde in Soest niets van belang op
illegaal terrein, of de burgemeester wist er
tevoren van en had de plannen gekeurd.
Vele plannen werden op zijn bevel ontwor
pen en uitgevoerd. Het kompas van alle
Soester illegale werkers wees telkens op
nieuw het Noorden in de richting van den
man op de brug. Daar was altijd belang
stelling, daar was goede raad, daar was
een gezonde humor, die van het bitter ern
stig illegaal werk dikwijls den sportieven
kant ontdekte.
De man op de brug. Hij was het door zijn
ambt ook voor alle Duitsche en Nederland-
sche politie- en partij-instanties, die hem
scherp in het oog hielden.
Sipo en S.D., Ortskommandant en N.S.B.
vormden even zoovele gevaarlijke of lasti
ge klippen, die slechts ontweken werden,
dank zij het kunnen van een man, die alle
zinnen heeft gescherpt op het bereiken van