buren gaat
Hoe het bij de
Uit ons eigen land.
Sinds is het bergafwaarts gegaan. Zo kan
het, dat nu ernstig willende mensen als
Ramadier, het volk niet mee krijgen wan
neer het gaat om de hoogste goederen van
de Staat: vrijheid en zelfstandig volksbe
staan. De vicieuze cirkel der loonsverho
ging is oorzaak, dat Minister Schuman
wetsvoorstellen indiende, die, door het Par
lement goedgekeurd, belastingverhoging,
o.a. op tabak, spoor, tram en bus meebrach
ten. Daartegen rijst protest, mijnwerkers,
bankbeambten,
het gaat alles in staking.
Het is een onontkoombare eis, dat naast
belastingverhoging de uiterste zuinigheid
op de Overheidsdiensten moet worden inge
voerd. Enkele afdelingen zullen in haar ge
heel moeten verdwijnen, waardoor ettelijke
miljarden francs bespaard worden. Frank-
rijks laatste reserves van de geldvoorraad
worden aangesproken, en* dan
dreigt het Staatsbankroet
en daarmee Frankrijks ondergang. Trou
wens, Frankrijk staat voor de tweesprong.
Hoe zal het zich richten, naar het Oosten,
waar het in Polen en Tsjecho Slowakije be
langen heeft, maar de Sovjet heerst? Of
naar het Westen, waar het met steun van
Amerika, nog altijd door zijn geografische
ligging tot West-Europa gerekend wordt?
De leider der communisten, Maurice Thö-
rez, deed een felle aanval op het plan-
Marshall. Hij noemde dit het vormen van
een Westelijk "blok, waardoor Europa in
twee helften werd verdeeld. Alsof die ver
deling niet reeds door Rusland bewerkt en
tot stand is gebracht. Fel was zijn rede te
gen Amerika, dat hij vroeg of het dure
Amerikaanse steenkool wil leveren, terwijl
zij in de Roer voor 't grijpen ligt. Dit is
zuiver opzwepen. Een vorige week wezen
we er op, hoe het plan-Marshall bedoelt dit
te voorkomen door de levering van machi
nes voor mijnontginning enz. Straks, bij de
drie mogendheden-conferentie, zal het voor
Frankrijk zijn. óf Moskou óf Washington.
Minister Bidault sprak van een
gespleten vrede,
daarmee bedoelend, dat, indien de gang van
zaken na de oorlog ongewijzigd gehand
haafd blijft, dit zal leiden tot een gespleten
vrede. Wil hij daarmee zeggen: vrede met
Rusland en ook met Amerika? Het Franse
streven is wel altoos bedacht geweest om
een besliste scheuring van het Europese
vasteland te voorkomen. Zal het nu lukken?
Somber is de toekomst en onder dit don
kere zwerk komt nu de drie minister-con
ferentie .bijeen om het „Red-Europa-voor-
stel" van Marshall te behandelen. Amerika
en Engeland zijn de voorlopige besprekin
gen begonnen, hoewel verluidt, dat de Ame
rikaanse minister Clayton de Amerikaanse
lening aan Engeland behandelen zou.
Hoe het zij ook Duitsland wil meedoen.
Het toont zich zelfs optimistisch gestemd
over de kansen 'die het plan aan dit land
biedt. We gaan ze stilzwijgend voorbij
vogels in de lucht; terwijl de naakte feiten
wel eens anders kunnen zijn, dan nu ge
hoopt wordt. Amerika
heeft ook genoeg met eigen kwaad
te doen. Had President Truman zijn veto
uitgesproken over de door het Huis van
Afgevaardigden en Senaat aangenomen wet
betreffende de vrijheid der vakbonden, deze
lichamen hebben de wet opnieuw bekrach
tigd. Dit heeft een golf van stakingen over
de Verenigde Staten gebracht. Honderdr
duizenden mijnwerkers, havenarbeiders leg
den het werk neer. En dit heet nog maar
een begin. Onder dit donkere gesternte
ogende verdrag.
de tweede verjaring van het Handvest
herdacht. 26 Juni 1945 tekenden de vijf
grote mogendheden dit de wereldvrede be
ogende verdrag.
Donderdag hebben de leiders, Truffiftn voor
Amerika, Tsjang Kai Shek voor China,
Attlee voor Engeland, Gromyko voor Rus
land, Bidault voor Frankrijk, Spaak, de
eerste, voorziter van het Congres, en Trygve
Lie, de secretaris van de Verenigde Naties,
dit feit herdacht. Vriendelijke, waarschu
wende woorden. De vrede kan gewaarborgd
worden als, daar gaat het juist om
als het ongegronde of gegronde wantrou-
maar verdween. Doch dit is er, en blijft er,
zolang het menselijk hart boos is. Dit zien
we in
Italië,
waar de politie een neo-fascistische orga
nisatie op het spoor kwam, die meer dan
300.000 leden telde en onder alle rangen en
standen aanhangers heeft.
Van zijn positie heeft
'de Japanse keizer Hirohito
voor het eerst sinds het van kracht worden
der nieuwe grondwet gebruik gemaakt. Hij
heeft het Japanse parlement geopend en
verklaard, dat Japan voor een economische
crisis staat, die geen precedent in de ge
schiedenis heeft. Hij deed een beroep op
het volk, om zich te verenigen de crisis te
overwinnen. Bij de opening werd het ge
wone ceremonieel in acht genomen. Alle
parlementsleden bogen zich diep, toen de
keizer de zaal binnentrad
De Sovjet-Unie heeft haar onwillige hou
ding laten varen en de uitnodiging van de
Ministers Bevin en Bidault, om het plan-
Marshall te bespreken, aanvaard. Molotov
was zo welwillend om Parijs als plaats van
samenkomst voor te stellen.
Minister Bevin gaf zijn voldoening over dit
voornemen in het Lagerhuis te kennen,
maar, voegde hij er aan toe, dat hij
geen obstructie-taktiek
en vertraging door procedure-geschillen
zou gedogen. Jammer, dat hij dit bij voor
baat gezegd heeft. Russische oren hebben
het ook gehoord en we weten, die heren
zien overal een tegen-Rusland-zijn in. De
Amerikanen noemden het deelnemen van
de Sovjet bemoedigend, maar hun houding
blijft die van toeschouwers. Zij kijken de
kat uit de boom, of Rusland al of niet mee
doet, laat hun Siberisch koud. Het heeft
geen invloed op het aanbod van Marshall.
De nota van Molotov, waarin Rusland zegt
mee te doen, volgt de eens aangenomen
gedragslijn, die op de eerste samenkomst
van de Economische Commissie voor Euro
pa door haar werd toegepast. Zij stelden
zich op het standpunt, dat aan de ver
woeste landen, waartoe ook Rusland be
hoort, allereerst hulp verleend moet wor
den. Amerikanen laten duidelijk uitkomen,
dat het plan-Marshall iets anders beoogt,
n.1. een algemene hulpverlening en niet aan
afzonderlijke landen, vandaar het aanbod
om een centrale hulpverlening voor heel
Europa, waarin dus ook Duitsland, evenals
Rusland, begrepen is. In de Russische pers
zijn geen toelichtingen op de nota, evenmin
als op het deelnemen aan de conferentie,
verschenen, terwijl Russische regeringsver
tegenwoordigers zeiden, dat
alles zal afhangen
van de aard en de voorwaarden van het
hulpverleningsplan. Zo zal het wel zijn, toch
zijn er, die menen, dat zij een streepje
voor hebben. Dafcr is bijvoorbeeld Italië.
Dit zond vorige week reeds een nota, waar
in de eis gesteld werd, dat Italië op voet
van gelijkheid behandeld wil worden. Het
wil aan de conferentietafel deelnemen en is
bereid zijn gehele economie in dienst te stel
len van de Europese wederopbouw. Italië is
bereid te leveren zwavel en kwik, zal hulp
kunnen verlenen op het gebied van scheeps
bouw, electrificatie, textiel, cement, petro-
leum-raffinage en installaties voor zware
industrieën. Royaal aangeboden en dit alles
alleen nog maar in de hoop van de zo lang
begeerde dollars, waardoor de ogen verblind
worden en allerlei
nationalistische verlangens
-oproepen. Zie maar naar Polen. De Oost-
Europese diplomaten mogen zich verheu
gen over Ruslands toetreding, Polen ver
wacht van Amerika heel wat anders. Een
Pools socialist verklaarde, dat Washington
met dollars de vriendschap van Polen kan
winnen, als het dan ook maar de door
Polen geëiste Oder-Neisse-grens wil erken
nen. Dat is het dreigende gevaar, dat het
plan-Marshall oproept, dat nationalistische
eisen gehoord worden, waaraan het plan
geenszins zal voldoen. Vooral de houding
van Rusland en zijn satellieten zal hierbij
van belang zijn. Als dezelfde tactiek van
obstructie gevoerd wordt als
in de Veiligheidsraad,
waarover we lange tijd zwegen, dan wordt
weinig bereikt. Na veertien maanden pra
ten staat de zaak der ontwapening er even
slecht of beter minder goed voor als toen
men begon. De commissie uit de Veilig
heidsraad verwierp indertijd Gromyko's
voorstel om de aanmaak der atoombom te
verbieden, gelijk te behandelen met de op
ruiming der oude afweer- of verdedigings
middelen. Dit voorstel werd van de hand
gewezen en besloten beide zaken afzonder
lijk te behandelen. Na zo lange tijd van
prafen is-de zaak nog even ver. Altijd nog
zweeft het Russische veto-recht boven de
besprekingen, zodat een gehouden be
spreking over de atoom-kwestie geen ander
resultaat opleverde dan vasthouden der
Commissieleden aan het eens ingenomen
standpunt: afhandeling van de bespreking
over en oplossing van de oorlogsbevoorra
ding. Het is, zoals een der leden opmerkte,
een veiligheidsmaatregel,
dat men niet tot ontwapening overgaat,
zonder dat een legermacht, staande onder
de Verenigde Naties, de vrede waarborgt.
We hebben leergeld betaald, dat is de con
clusie waartoe Engeland komt. Terwijl En
geland in 1920 als gevolg van de vredes
besprekingen in de Volkenbond zijn vloot-
plan verminderde, begon Italië zijn lucht
vloot te bouwen, en Duitsland zich in stilte
op de bouw voor te bereiden. Zijn de voor
uitzichten voor de
wereldvrede
dus somber, die van het wereldleven van
elke dag niet minder. Onvrede heerst op
de aarde en we herinneren aan het woord
van William Penn (overleden 1718), waar
we ons vorig overzicht mee sloten: ,,Wie
niet geregeerd wil worden door God, zal
geregeerd worden door tyrannen." Dit zien
we in Frankrijk, waar sinds twee eeuwen
de godloosheid bevorderd wordt en, nog
geen halve eeuw terug, minister Viviani het
uitsprak, dat men
de lichten des hemels
doven zou. Frankrijk is het land waar de
godloosheid in 1792 ten top gevoerd werd
door de offerdienst aan de godin der Rede.
De gewone, goed-willende Nederlander kan
aan de Indonesische geschiedeniszo lang
zamerhand geen touw meer vastknopen. Hij
heeft het gevoel, dat hij in een „geestelijk
gedrang" is geraakt in een labyrinth,
waar hij met geen mogelijkheid meer uit
'kan komen. Wij worden overstroomd met
brieven, die te vroeg worden gepubliceerd
met beslissingen, die voorbarig heten te
zijn genomen. Het comité Rijkseenheid
werkt op volle toeren; Sjahrir houdt een
radio-redevoering, waaruit ten onrechte
wordt geconcludeerd, dat de Republiek de
nota van de Commissie-generaal in z'n ge
heel heeft aanvaard. De regering in Den
Haag heeft „Indië-vergaderingen" zonder
dat daar iets over uitlekt, totdat de aide-
memoire" op de proppen komt. Dit echt-
Nederlandse woord zouden wij het liefst
met „opfrissertje" vertalen.
Nu, een opfrissertje hebben wij voor Indo
nesië wel nodig!
De Commissie-generaal had het antwoord
der Republiek
niet bevredigend
geacht. Zij, de C-G, was van mening, dat
de Republikeinse tegenvoorstellen voor
haar geen mogelijkheid boden tot verder
onderhandelen. Zoals de Commissie in haaf
nota van 27 Mei had aangekondigd, legde
zij de regering in Den Haag de vraag voor,
dat er verder moest gebeuren. Over die
vraag vergaderde het kabinet. Laten wij
de geruchten, die daar omheen'liepen, rus
ten, dan zij verder geconstateerd, dat de
„aide-memoire" het resultaat der regerings
besprekingen was. De Republiek werden
daarbij de grondgedachten van Lingga-
djati nogeens uiteengezet, waarna de Re
publiek met nadruk werd uitgenodigd, de
voorstellen van 27 Mei te aanvaarden en
onmiddellijk daarna de in te stellen Fede
rale Raad bijeen te loepen, ten einde aan
hetgeen verder zou moeten gebeuren, lei
ding te geven.
Deze „aidememoire" werd door luit.-gouver-
neurgeneraal Van Mook aan de Indonesi
sche regering overhandigd niet als lid
der Commissiegeneraal, doch als landvoogd.
Zo staan de zaken: het is nu menens!
Opgemerkt zij nog, dat er om de Indonesi
sche kwestie, die tot een geschil is uitge
groeid, inzonderheid bij de Britse en Ame
rikaanse autoriteiten grote belangstelling
bestaat. Zij komen in Indië" een kijkje
nemen zij gaan eens in Djokjakarta pra
ten. Zelfs Marshall, de Amerikaanse, minis
ter van Buitenlandse Zaken, heeft een en
ander over onze verhouding tot Indonesië
gezegd. Hij hoopte, dat men in zake de in
terim-regering in de geest van goed ver
trouwen tot een vreedzame oplossing zou
komen. Reeds zouden Britten en Amerika
nen hebben aangeboden, hun bemiddeling
te verlenen.
Nederland stelt zijn eisen, tot nu toe zonder
de Volksvertegenwoordiging
daarin te kennen. Waarom eigenlijk niet?
Men moge zulks niet urgent achten, omdat
de regering zich h.i. op het oude, aanvaarde
Linggadjati stelt, een openbare behande
ling zou echter veel praatjes en veel ge
ruchten de wereld uit kunnen helpen. Ons
volk zou precies kunnen weten, hoe de
stand van zaken is. Daar heeft men toch
zeker recht op, als men verneemt, dat vol
gens een militair weekoverzicht aan Neder
landse zijde vier doden en 12 gewonden zijn
te betreuren. Ook dit bewijst, dat wij in
Indonesië niet met een
gewoon haiidelsaccoord
Hebben temaken, zoals dat .dezer dagen met
België en Luxemburg weer werd getekend.
Dat over zulk een accoord de grote trom
niet wordt geroerd, is te begrijpen. Zo ook,
dat KLM en fCNILM in den vervolge één
zullen zijn. Er zijn nu eenmaal dingen, die
wij zonder meer aanvaarden die wij wel
aanvaarden moeten. Wij denken aan de
scheepsramp op de Westerschelde, waar
door een verkeerde manoeuvre een Engelse
sleepboot kapseisde wij denken ook aan
minder ernstige dingen, als de landdagen
van het Rode Kruis, die. door stromende
regens niet tot hun recht kwamen..aan
de strijd om de aether, die weer eens werd
gestimuleerd door het Stichtingscongres,
dat Radio Werkend Nederland te Amster
dam hield. Ook de communistische omroep
wil zijn geluid doen horen erf een uitvoerig
telegram werd daartoe aan de betrokken
minister en aan de voorzitters van Eerste
en Tweede Kamer gezonden. Zal die Tweede
Kamer gebruik maken van haar recht van
enquête inzake het Londense en vóór-Lon-
dense regeringsbeleid? De fractievoorzitter
van de PvdA, de heer M. v. d. Goes van
Naters, deed er het voorstel toe.
Een zelfstandig onderzoek door eèn Twee
de-Kamer-Commissie is na hetgeen over
het vroegere regeringsbeleid bekend werd,
zeer zeker op zijn plaats.
Moge een dergelijke enquête later niet over
Indonesië nodig zijn!
VECHTPARTIJ.
Tussem de dames M. en K., beiden in
hetzelfde huis wooinachtig aan dé Bunt-
weg, omtstond eeai ruzie, die na eni^e
tijd zo hevig werd, dat Mevr. M. Mevr.
K. met eetn pan op het hoofd sloeg,
waardoor deze geheel versuft geraakte.
De hulp van de politie wérd ingeroepen.
BRANDEN.
Langs de spoorlijn SoestDen Dolder
brak een heidebrand uit. Daar de politie
iuist ter plaatse was, kom, met mede
werking van enige burgers, het vuur
spoedig worden geblust.
De brandweer moest uitrukken naar hef
hef Berkenlaantje langs de spoorlijn
Baarn-Utrecht, waar een stuk heide in
lichter laaie stomd. Een oppervlakte van
I zes RA. ging verloren.
HET HANDELSVERDRAG TUSSEN
NEDERLAND EN DENEMARKEN
Volgens het voor de periode van 1 April
1947 tot en met 31 Maart 1948 vërlengde
handelsverdrag tussen Denemarken en Ne
derland, zal Denemarken o.m. aan Neder
land leveren: slachtvee, graszaad en andere
landbouw-, tuinbouw- en bosbouwzaaizaden,
paling en andere zoetwatervis, blazen, dar
men, enkele sierteeltproducten en machines,
waaronder landbouwwerktuigen en machi
nes voor de voedingsmiddelenindustrie.
Hiertegenover zal Nederland o.m. naar De
nemarken exporteren: groenten en bloem
zaden, boomzaden, zaailijnzaad, wilgenhoe
pels, boomkwekerijproducten en andere
sierteeltproducten en veredelde darmen.
Tevens is voorzien in de mogelijkheid tot
uitwisseling van Deense gerst tegen gelijk
waardige Nederlandse producten.
Het belangrijkste punt der onderhandelin
gen was wel de Deense levering van slacht
vee in verband met onze vleespositie. Tegen
de verwachtingen, bleek Denemarken niet
in staat te zijn met haar leveringen in be
langrijke mate het Nederlandse vleestekort
aan te vullen.
Hoewel het verdrag als geheel gezien het
maximum der op dit ogenblik bestaande
mogelijkheden weergeeft, kan de voedsel -
voorzieningssector niet als ten volle bevre
digend gekenmerkt worden. Echter is in
het bij de overeenkomst gevoegde protocol
de mogelijkheid tot een latere verhoging
van de Deense leveringen van slachtvee
opengelaten.
DENEMARKEN WEER EEN-
BELANGRIJK EXPORTLAND
In de eerste vier maanden van het jaar
voerde' Denemarken naar Engeland uit
10.000 ton boter, 10.000 ton bacon, 3000
ton kaas, en 124 millioen eieren. Daarna
werd het land in de maand Mei door een
catastrophale droogte bedreigd, waarvan
men aanvankelijk een grote terugslag op de
export vreesde. De regens zijn gelukkig nog
op tijd-gekomen om een ramp te voorko
men. Het is echter op het ogenblik moeilijk
bijzonderheden over de toestand in Dene
marken te krijgen, doordat de Deense typo
grafen sinds twee maanden staken en er
al die tijd nagenoeg geen kranten of tijd
schriften uitgekomen zijn. Zelfs op het
Deense gezantschap te Den Haag, waar wij
met de handelsattaché spraken, beschikte
men niet over economische inlichtingen van
de laatste maanden.
Dat de Denen reeds weer zoveel kunnen ex
porteren, komt ten eerste doordat het land
anderhalf maal zo groot is als het onze,
terwijl het slechts tweevijfde van onze be
volking heeft. De bevolkingsdichtheid is
daardoor niet meer dan ruim een vierde van
de Nederlandse. Bovendien heeft het land
van de oorlog nagenoeg niet geleden; het
is niet verwoest, niet uitgeplunderd en de
organisaties van de boeren zijn ongemoeid
gelaten. De coöperatieve beweging, die in
Denemarken altijd heel sterk is geweest,
is na een inzinking in 1941 snel gegroeid
en heeft thans met een jaaromzet van 3
milliard kronen een nieuw record bereikt,
45 tot 50 pet. van de bevolking is dan ook
lid van hetzij een verbruiks-, hetzij een
landbouwcoöperatie. De landbouwcoöpera
tie is zo sterk, dat 91 pet. van de melk,
88 pet. van hét bacon, 54 pet. van de boter-
export, 50 pet. van de veevoederhandel en
36 pet. van de kunstmestomzet in handen
van coöperaties zijn.
AGRARISCHE EXPORT NAAR
FINLAND
De Finse economische positie kan, ondanks
het feit, dat er het afgelopen jaar een ver
betering is ingetreden, nog niet rooskleurig
genoemd worden. De deviezenpositie is
zwak en als gevolg hiervan kan de Finse
regering de haar ter beschikking komende
deviezen slechts besteden aan de aankoop
van essentiële producten. Bovendien tracht
men zoveel mogelijk zelf te produceren
teneinde deviezen te besparen. Voor export
komen ook alleen essentiële producten in
aanmerking, (hout, papier en papiergrond
stoffen), artikelen, die zo schaars zijn op
de wereldmarkt, dat ze geheel in „hard
currency" om te zetten zouden zijn, indien
Finland niet tot goederenruil zou wensen
over te gaan.
De import van agrarische prtWucten, op
grond van het voor de tijd van één jaar,
n.1. van 1 Juni 1947 tot 31 Mei 1948 met
Finland gesloten handelsverdrag, uit Fin
land zal practisch te verwaarlozen zijn. De
agrarische export naar Finland bestaat
vóór het grootste deel uit superfosfaat, ter
wijl verder o.a. land- en tuinbouwzaden,
boomkwekerijproducten, aardappelmeel,
dextrine, glucose, andere aardappelmeelpro-
ducten, stijfsel, appelpulp, wilgenhoepels en
plantenziêktenbestrijdingsmiddelen uitge
voerd zullen kunnen worden. Het is begrij
pelijk dat, in verband met de genoemde
economische situatie, de invoer van meer
luxueuze producten: fruit, verse en gecon
serveerde grenten enz. door Finland niet
kon worden geaccepteerd. Ook weigerde de
Finse regering haring in het handelsver
drag te doen opnemen, daar de eigen vis
sersvloot dit jaar weer zou uitvaren en
verwacht werd, dat de vangst voldoende
zou zijn om in de binnenlandse behoefte te
voorzien.
Over het geheel genomen is het verdrag
voor de agrarische sector bevredigend. De
totale agrarische export naar Finland zal
dit jaar ongeveer 11 millioen gulden kun
nen bedragen, hetgeen bijna tweemaal zo
veel is als in het afgelopen jaar.