GANDHI. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK W erkeloosheids- verzekering. IN DE HOEK. Plaatselijk nieuws. SOESTER COURANT 'Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. 24e JAARGANG No. 11. Bureau: Vao Weedestraat 35 - Telefoon 2566 - Giro 126156 Abonn. p. kwart, fl.50 - Per post fl.75 DINSDAG 10 FEBRUARI 1948. Goed principe, maar een nieuwe druk kende last voor het bedrijfsleven. De regering heeft het aangedurfd een ont werp in te dienen van een wet, die een alge mene verzekering tegen werkloosheid moet brengen. Wij. kunnen ons indenken, dat Mi nister Drees als oud-sociaal-democraat zijn stelsel van sociale voorzieningen een afron ding wil geven eer de verkiezingen de kans brengen, dat zijn ministerie in andere han den overgaat. Doch het moment voor een verdere verzwaring van de sociale lasten lijkt ons slecht gekozen, want de verschil lende lasten zijn nu al bijna ondragelijk. Ge middeld betekent het voorstel voor de on dernemers een uitgave van 60 cent tot 1 per week per personeelslid méér en waar moet dat geld vandaan komen? Konden we nu nog voorzien, dat in een niet al te ver verwijderde toekomst de marge tussen be- drijfsinkomsten en uitgaven weer aanzien lijk ruimer zou worden, dan was dit niet zo bedenkelijk, maar integendeel zijn onze economische moeilijkheden nog zo groot, dat het bijna onmogelijk is nu reeds te gaan reserveren voor de risico's, van een onbe kende toekomst. Werden er grote winsten gemaakt, terwijl de bedrijven op volle kracht werkten, ja, dan was het zeker het moment om een deel van die winsten te reserveren, teneinde er bij een eventuele crisis de lasten van een massale werkloos heid mee te kunnen opvangen. Want zonder twijfel is het principe, dat men niet moet wachten tot de werkloosheid een feit is, juist en ook is er weinig tegen in te bren gen, dat de ondernemingen, hun personeel en de staat gezamenlijk bijtijds fondsen vormen. Bittere ervaringen in crisisjaren. De werkloosheidskas in van oorsprong een schepping van de vakbeweging. Toen echter de crisis der dertiger jaren een massale werkloosheid veroorzaakte, raakten deze verenigingskassen spoedig uitgeput en toen moest de overheid met subsidies bijsprin gen, totdat tenslotte de vakbonden vrijwel uitsluitend met regeringsgeld werkten. Mem zal zich de termen „uitgetrokken" en „dubbel uitgetrokken" werklozen nog wel herinneren. Honderden millioenen kostte i&èn de werkloosnëid jaarlijks aan de rege ring en dat juist in een tijd van dalende op brengsten der rijksmiddelen, hetgeen de begroting overmatig belastte. De onderne mers daarentegen hadden geen enkele ver plichting jegens hun personeel; ongeacht welke winsten in het verleden aan de aan deelhouders waren uitgekeerd, de werkne mer kon met enkele weken opzeggingster mijn aan de dijk worden gezet. Intussen is er heel wat veranderd in het verantwoor delijkheidsgevoel van de ondernemers. Men beschouwt zijn mensen niet meer als „koop waar" en het feit, dat de fiscus tóch met het grootste deel van de winst gaat strij ken, maakt bovendien de bereidheid om dan maar liever een deel ervan ten behoeve van het personeel te gebruiken, groter. Het werkloosheidsgevaar is daardoor thans af genomen. Voor de arbeiders geen verschil. Voor de arbeiders, die lid zijn van een vak vereniging zal het nieuwe plan weinig ver andering brengen. Zij betalen thans in hun vakbondscontributie de werkloosheids-ver zekeringspremie en wanneer het ontwerp werkelijkheid mocht worden, kan die con tributie dus met een ongeveer gelijk bedrag verminderd worden. De beslissende vraag is echter of het be drijfsleven en de staat onder de gegeven omstandigheden deze nieuwe last kunnen dragen. Voor de ondernemingen betekent het opnieuw een kleine 100 millioen gulden per jaar, die voor de staat opgebracht moet worden. Hoewel wij alle waardering voor de goede bedoeling hebben, menen wij toch, dat het plan thans niet te verwezenlijken is. Men kan zich ook ruïneren aan zeer nuttige doch te zware verzekernigen. Voorlopig hebben we al meer dan genoeg aan de 250 millioen extra belastingen, die ae Oorlogsschade regeling ons binnenkort op de schouders zal leggen. IDEALIST EN BEZIELEND VOLKSLEIDER Als Godheid vereerd. Churchill, de grote sterke conservatieve Churchill, had niet veel op met de „Ma- hatma," de grote ziel hij zag in hem een lastige eigenwijze advocaat, die hjj minach tend een „half-naakte fakir" noemde en ook de Engelse koning Edward mocht deze prins van het pacifisme niet erg lyden. Gandhi moet eens gezegd hebben dat hij een vriend der Engelse bleef, maar een vijand van Engeland. Deze 78-jarige volksleider heeft de Engelse regering lang niet alleen vele handen vol werk gegeven, maar heeft met een ontzag gelijke energie meermalen de politiek van het Engelse empire doorkruist en de wet ten van het koloniale bestuur overtreden. Hij stond voor niets en hij, de kampioen der nietsbezitters, der ontrechten, ontplooi de het vaandel van het recht, de liefde en van de vrijheid. In die strijd is hij in het harnas gestorven, biddend voor zijn volk heeft een jonge Hindoe hem als een dolle hond neergescho ten en is de wereld beroofd van een der grootste idealisten, die ooit op de wereld geleefd hebben. Met bezorgdheid en angst zien de tegen woordige leiders de toekomst tegemoet. Wat zullen de Hindoes en Mohammedanen thans gaan uitspoken? Wie was toch eigenlijk Gandhi, de man die 200 millioen Brits-Indiërs als een halfgod vereren, voor wie zij door het vuur zouden gaan, wiens wil voor hen wet was en die zulk een invloed op de ongetelde massa's van Indië oefende, dat zij met vreugde en in heilige verrukking hun leven zouden hebben gegeven onder aanvoering van de heilige Mahatma? Wie was deze kleine oude man, asceet en mysticus, halfnaakt en voor de rest gehuld in goedkope katoenen zelfgeweven gewa den, levend van water en. het eenvoudigste voedsel, die voor ons Westerlingen om straald was door een waas van geheimzin nigheid Toen Rudyard Kippling schreef dat „East is East and West is West and never the twain will meet" (Oost is Oost en West is West en nooit zullen die twee elkaar be grijpen) heeft hij bepaald niet aan Gandhi gedacht, ofschoon hij hem kende. Want Gandhi verenigde ten volle de Oosterse mystiek en gedachtensfeer en de Westerse cultuur in zich. Hij studeerde aan de beroemde Oxford Uni- versity en als jongeman van 22 jaar sprak hij zo vloeiend Engels en gedroeg zich zo danig als Engelsman, dat niemand in de slanke jongeling met het beschaafde uiter- lijd, de hoofse omgangsvormen en de voor die leeftijd verrassende kennis van de rechtsgeleerdheid, de philosophie en de ge schiedenis der staatkunde, een Indiër ver moed zou hebben, hoewel de donkere tint het Oosterse type kon verraden. De vrijheidsheld geboren. Gandhi was van zeer goede huize. Zijn ouders waren vermogend. Zijn volledige.- naam was Mohandes Karantschad Gandhi. Hij kreeg een opvoeding, die hem voorbe stemde om een der leiders te worden van zijn volk. Toen hij negentien jaar was, werd hij ingeschreven als student te Oxford, in de rechtsgeleerde faculteit. Zijn aanleg dreef hem naar de studie der wijsbegeerte en vijf jaar later promoveerde hij in beide wetenschappen, rechtgeleerdheid en philo sophie en verwierf de doctorstitel. Zijn professoren dweepten met de jonge In diër, met zijn buitengewone aanleg, harts tochtelijke rechtvaardigheidszin, de fijnbe- schaafde Oosterling, die mysticus en geleer de tegelijk was en als Gandhi gewild had, zou hij de eervolle positie van professor aan een der beroemdste universiteiten verkre gen hebben en nooit zou de wereld gehoord hebben van Gandhi als de leider der Brits- Indische nationaliteitsbeweging. Dat is een kleine halve eeuw geleden. Gandhi heeft toen zeker nog niet zijn latere lotsbestemming vermoed. Hij voelde zich aangetrokken tot de' advocatuur en vestig de zich in zijn geboortestad als advocaat en wel in de grote stad Bombay. Zijn werk voerde hem toen enkele jaren naar Zuid- Afrika, waar hij een paar landgenoten zou verdedigen, die in een proces gewikkeld waren. Hier vond Gandhi de inleiding tot zijn taak, vrijheidsheld en verdediger der rechten en belangen van zijn landgenoten te zijn. In die dagen heerste in Zuid-Afrika een verbitterde strijd tussen de eigenlijke bevol king en de Brits-Indische kolonisten, die in massa naar Zuid-Afrika geëmigreerd waren en verdrukt en vervolgd werden door de Zuid-Afrikaners, die daarbij de bescherming der Engelse autoriteiten genoten. Gandhi werd de held, die met niets ontziende moed, met algehele overgave en met groot talent en scherpzinnigheid voor zijn landgenoten opkwam. Meermalen was zijn leven in ge vaar en enkele keren ontkwam hij ternau wernood aan de dood, toen aanslagen op zijn leven beraamd werden. Strijder voor het recht. In de bloedige gevechten, welke geleverd werden tusen Engelsen en Afrikaners aan de ene kant en de vervolgde en op alle manieren teruggezette en gesarde Indiërs, was Gandhi, de jonge advocaat, steeds tus sen zijn volk. Maar zijn machtigste wapen ontplooide hij in zijn blad „The Indian Opinion," dat hij met eigen geld uitgaf en waarin hij jaren achtereen steeds weer met de macht van een scherpe pen en grote kennis van zaken hartstochtelijk opkwam voor de rechten van zijn rasgenoten, die door de beruchte knevelwet ongeveer ge lijk gesteld waren met slaven voor de Zuid- Afrikaanse wet en een onmenselijk bestaan moesten lijden. Gandhi had een heilige eed gezworen, dat hij niet zou rusten eer zijn 'vrienden recht gedaan was, alles offerde hij voor hen op en om de middelen te kunnen vinden om de strijd voort te zetten, begon hij als een as ceet te leven, at niets dan plantaardig voed sel, dat hem kosteloos verstrekt werd, dronk water, ging als een bedelaar gekleed en leefde in een hut. Hij wilde niets meer zijn dan de minste van zijn landgenoten. Hij behaalde een volkomen overwinning, de gehate wetten werden ingetrokken en de Brits-Indische kolonisten werden ongeveer gelijkgesteld met de Zuid-Afrikaners. Die bijna bovenmenselijke strijd duurde meer dan tien jaren voor Gandhi. Maar die jaren en de overwinning van deze ongewone mens op geweldige machten, legden de grondslag voor zijn weergaloze populariteit. Velen hunner beschouwden hem als een heiland, een godheid, en alleen de naam Gandhi en de herinnering aan zijn daden ontvonkte in de hoofden en harten van millioenen Indiërs een onbeschrijflijk enthousiasme en een liefde en verering, die geen grenzen kende. Toen hij terugkeerde naar zijn land, werd hij als een Uebermensch begroet, mannen, vrouwen en kinderen wierpen zich overal waar hij verscheen in het stof, kropen naar hem toe en fusten zijn voeten. Gandhi was toen in de kracht van zijn leven en nog geen veertig jaar. Hij had zijn taak gevonden. Hij was de leider van zijn volk geworden in de stryd voor de vrijheid, met het einddoel volstrekte onafhankelijkheid voor zijn land te verwerven. Om dat doel te dienen nam hij in de Wereldoorlog dienst in het Engelse leger als tolk en hulp bij de Hospitaaldienst stichtte later zelf een Hospitaal en gaf daarmede het voor beeld om zich aan de zijde van Engeland te scharen. Als leider van ambulance-trans porten bewees Gandhi grote diensten en al weer diende hij daarmede een vaderlands doel, want door de Engelse regering waren hem beloften gedaan ten opzichte van de zelfstandigheid van Brits-Indië, terwijl hij door zijn houding in die kritieke dagen de trouw van zijn land aan het moederland hielp verzekeren. De wijze waarop Engeland die beloften hield of beter niet hield, de ontgoochelingen, die Gandhi in de wereld oorlog onderging, en de tanende koloniale macht van Albion, waren redenen, die een sterke onafhankelijkheidsbeweging in Brits Indië verwekten en Gandhi was de aange wezen leider. Hij heeft over de geweldige Hindoe-bevol king van Brits-Indië, die op 200 millioen mensen geschat wordt, want op millioenen na is het moeilijk te zeggen hoeveel mensen in deze ontzaglijke gebieden wonen, een bijna onbeperkte invloed en men stelde een onvoorwaardelijk geloof en vertrouwen in hem, de „Mahatma". Hij is de man geweest, die zonder geweld de onafhankelijkheid van het land verkregen heeft, zijn middelen om Engeland tot toegeven te bewegen waren geestelijke wapenen, n.1. de ongehoorzaam- heidsprediking en de leuze der non-coöpe ratie. Zonder zijn machtige invloed op het Brits-Indische volk zou het waarschijnlijk tot massa-bloedvergieten gekomen zijn. Gandhi werd een oud man en zijn verschij ning, zijn magere, gedeeltelijk naakte en benige gestalte, zijn spichtige vogelkop met de kale schedel en de lelijke bril, beroofde hem voor onze Westerse begrippen van alle aantrekkelijkheid en imponeerde niet het minst. Maar in dat onaanzienlijke lichaam, dat van ongelooflijke taaiheid moet zijn ge weest, zoals gebleken is bij zijn vele vasten dagen en bij de lange marsen, die Gandhi aflegde bij zijn ongehoorzaamheidspredi- king, zijn tocht naar de zee (om vrij zout te winnen) dwars door het land in een tropi sche temperatuur, terwijl hij zich voedde met dadels en het sap van planten, in deze povere figuur huisde een machtige geest, een sterke ziel, een mentale kracht, waarvoor het machtige Engeland groot respect had Ahimsa (geweldloos verzet). Het bekendst is Gandhi voor ons Wester lingen ongetwijfeld geworden door zijn pre diking van „Ahimsa", d.i. „geweldloos ver zet". Minder bekend is het misschien, dat hij voor een goed deel tot deze principes gebracht werd doorde Russische schrij ver Tolstoi. Een vriend leende hem eens Tolstoi's boek „Het koninkrijk Gods is in u" en het waren diens ideeën over het geweld loos verzet tegen de onderdrukking, die op de jonge Gandhi grote indruk maakten. Voor zijn volk werden de begrippen Gandhi en Waarheid een geheel. Hij hield zich in zijn uitspraken altijd afzijdig van politiek: „Als het soms lijkt, dat ik aan politiek doe, is dat zo, omdat de politiek ons tegenwoor dig omslingert als een slang. Ik wil met die slang worstelen Hij wilde voor alles steeds de godsdienstleider van zijn volk blijven. „Maar," zo zei hij eens, „om millioe nen mensen discipline bij te brengen is geen grap." Ook gedurende de laatste oorlog stond hij pal voor de belangen van zijn' volk. Engelse vertegenwoordigers vroegen hem: „Als Ja pan India zou bezetten, zoudt gij dan met de Japanners samenwerken?" Gandhi ant woordde: „Ik zal niet met hen samenwer- Ik denk niet, dat er eqn kre,e$ van af grijzen zal opgaan, als ik precies vertel, hoe ik onwillige eigenaren van in de weg staande hekken aan de hoofdwas zou behandelen, wanneer ik hef voor het zeggen had. Eerst moet er weer een knoifis van een ongeluk gebeuren en natuurlijk ©en m'et dodelijke afloop, om in te zien, dat we met te ver doorgevoerde respectering van het privaatbezit niet de juiste wi$g be wandelen. Er moet een tijdstip zijn, dat de eigenaar van eem tuintje of hekje niest meer kan zggen: ik ga niet eerder ach teruit voor ik gekregen heb wat ik wil. We waren en zijn ^t er in ons dorp alle maal wel over eens, dat er fiets- en wandelpaden moe tem komen langs de hoofdweg. We hebben 'n poosje gemopperd, want het gaat nu eenmaal nooit vlug genoeg naar onze zin. Maar we moeten de Ge meente nagevein, dat er nu schot in zit en als het dan nu nog niet gaat zoals we het graag zouden zien, ligt het niet aan de Gemeente. Zien we eens naar de wijze, waarop het fiets- en voetpad-vraagstuk bij de Auto- kluis in de Van Weedestraat is opgelost. Onze pet af. Maar net voorbij de Autokluis hebben we weer een eigenaar, die het doortrek ken der paden ophoudt door zin weinig vlotte houding. Als ik hef nu voor het zeggen had, trap te ik dat hekje in elkaar. Ik zou tegen de eigenaar zeggen, dat 't me speet, maar dat het nu eenmaal nodig was en de zaak lang genoeg getraineerd had. Er zitten nog enkele itrage eigenaren ijni dat rijtje, die schijnbaar op n soortge lijke oplossing wachten. Maar er schijnt nu gelukkig bij de Gemeente iets in de maak te zijn tegen dat soort obstakels. We hopen maar, dat hiermee spoed zal worden betracht, want de te verwachten verordening, dat we over een poosje c>p de fiets- en wandelpaden moeten blij ven, heeft geen waarde, als die ondingen er nog staan. Het wordt dan zelfs veel gevaarlijker, omdat de autorijder er niet op rekent, dat er plotseling fietsers en wandelaars op de rijweg moeten ko men, omdat die hun weg versperd vim- den. H. OEKMAN. ken." „Zoudt gij ook niet met hen samenwerken, indien bleek, dat zij non-coöperators ver moordden?" „Non-coöperatie betekent nu eenmaal een invitatie tot executie. Zeker zal ik liever worden gedood, dan mij te onderwerpen aan Japan. Of aan welke andere macht ter wereld ook En thans werd Gandhi door revolverscho ten gedood, nadat kort tevoren een bom aanslag op hem gepleegd werd. De held van •het geweldloos verzet moest uiteindelijk een gewelddadige dood sterven. Zijn dood zal voor zijn gehele land niet zonder gevolgen blijven. Godsdiensthaat, wraakzucht, fana tisme, zij zullen opnieuw oplaaien. De grote voorganger is heengegaan en het zal blij ken, dat met hem de geweldloosheid ver dween OM DEN BRODE. Voornamelijk om redenen van sociale aard was de 56-jarige H. R. in 1938 toe getreden tot de N.S.R. Hij was n.I. een slachtoffer van de toenmalige werkloos heid en verwachtte van de N.S.B. ver betering in de soc.-economische toestan den. Met diezelfde geest bezield trad hij kort na het uitbreken van -de oorlog toe tot het Ned. Arbeidsfront. Veel pro fijt heeft een en ander hem echter niet gegeven. Na korte tijd aan de Wach- und Schu,flz- dienst van de N.S.B. verbonden te zijn geweest, werd hij weer werkloos en hij was blij', toen een baantje op het vlieg veld Soesterberg te kunnpn, vinden. Voor deze feiten had R. zich Vrijdag j.1. voor de le Kamer van hef lltrechtste Tribunaal te verantwoorden. Het bleek» dat hij door uitputting en e Heinde onder het nat.-soc. regime Lb.c. had opgelopen en thans verpleegd wordt in de zieken barakken van hef kamp te Vughf. Zijn verdediger» Mr. Derks, pleitte voor een onmiddellijk ontslag van rechtsver volging en een straf, gelijk aan het on dergane arrest. Het Tribunaal wees het verzoek tot on middellijk ontslag af en bepaalde de uit spraak op over viertien dagen. SLECHTE DAG. Een woonwagenbewoonsfer verloor ;een tas, waarin een bedrag van f4.75 en niet minder van 19 distribufiekaariftin w.o. 5 fexfielkaarfen, 1 gecombineerde ein 3 snoepkaarten. De ledige tas werd door een inwoner gevonden en bij de politie aangegeven.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1948 | | pagina 1