Nieuwe Industrie*
Plaatselijk nieuws.
henri j. kaiser, de man, die een
SCHIP KON BOUWEN IN ZEVEN DAGEN,
begint thans een autofabriek
te Rotterdam.
Zo juist heeft de oprichting plaatsge
vonden van de KaiserFrazerfabriek
te Rotterdam, die met een aanvangs-
kapitaal van 5 millioen gulden zal
werken. Wij geven hier een korte
schets van de merkwaardige levens
loop van de stuwende kracht in deze
onderneming.
De man, die eens zou helpen de duikbootoor
log te overwinnen door sneller schepen -te
bouwen dan de Duitsers ze tot zinken kon
den brengen, is na de oorlog begonnen met
de productie van auto's. Henri J. Kaiser
werd in 1882 geboren in een klein plaatsje
in de omgeving van New York. Hij was de
zoon van een schoenlapper en moest al da
delijk na de lagere school meehelpen de kost
te verdienen. Een fotograaf nam hem in de
leer, maar dit bedrijf kon de jonge, actieve
Kaiser niet boeien. Toch bleef hij er ver
scheidene jaren en hij is dus niet begonnen
als krantenverkoper, schoenpoetser of bor
denwasser, de beroepen, die volgens de Ie-,
gende de kweekplaats vormen voor million-
nairs. Hij bleef in de fotografie tot zijn
24ste, maar had er. toen schoon genoeg van
en trok naar het Westen op avontuur. Het
toeval wilde, dat het eerste baantje, dat hij
noodgedwongen moest aanvaarden, tegelijk
zijn levensloop bepaalde. Op een dag, dat hij
hongerig stond te kijken bij een groep ar
beiders, die bezig waren een asfaltweg te
leggen, klampte een voorman hem aan: ,,Als
je werken wil, stap er maar in!" En vijf
minuten later stond Henri grint te lossen in
een betonmolen. In minder dan geen tijd
kende hij niet alleen het hele bedrijf, maar
had hij ook allerlei methoden uitgedacht om
het werk vlotter en beter te laten verlopen.
Hij wist tenslotte wat geld te lenen, kocht
daarmee het meest noodzakelijke materiaal
tweede-hands en begon daarmee aannemings-
werken voor eigen rekening. Zijn gehele
systeem en zijn gehele succes berustte een
voudig daarop, dat hij iedere overbodige ar
beid vermeed. Al heel spoedig wist hij een
kilometer weg te leggen in de helft van de
tijd, die iedere andere aannemer er voor
nodig had; hij was het, die de eerste krui
wagens met luchtbanden en kogellagers in
voerde en die het eerst zijn betonmolens op
rupsbanden zette. Voor zijn veertigste was
hij de grootste wegenbouwer in het Westen
van Amerika. Het gehele moderne wegennet,
dat bij het populair worden van de auto
omstreeks 1921 in Californië werd aange
legd, was zijn werk. Op het ogenblik, dat
men hier in Nederland nog beton stond te
mengen met schoppen en gieters, had hij
rporis alles gemechaniseerd en gemotori
seerd. En steeds sneller ging het. In 1926
trok hij o.a. naar'Cuba en voorzag dat berg
achtige eiland in vijf jaar tijd van 500 K.M.
autowegen, waarin niet minder dan 200 brug
gen.
Steeds sneller.
Van de wegen stapte hij over op stuwdam
men. Hij begon met de Boulderdam, waar hij
vier jaar over bouwde; doch dat was twee
jaar eerder dan zijn contract hem voor
schreef! Onmiddellijk daarop kreeg hij op
dracht voor het bouwen van een dam door
de Grand Canyon, die hij in 26 maanden
opleverde. Voor dergelijke werken had hij
enorme massa's grint en cement nodig,
waarvan de levering door andere zaken hem
te langzaam en te duur was. Hij begon dus
in Californië een grinthoeve, waarvan hij
de productie wist op te voeren tot 10.000
per dag, terwijl er niet meer. dan negen ar
beiders bij betrokken waren. Toen hij de ce-
mentindustrie ging aanpakken, kostte dit
materiaal hem nog 1,65 per vat, maar toen
zijn bedrijf vier maanden draaide, kon hij
cement leveren voor 1,19 dollar. De laadtijd
van een schip cement wist hij tot een zesde
te verminderen door het cement los in de
ruimen te storten en het er later eenvoudig
weer uit te zuigen. Voor het transport van
grint van groeve naar de bouwput, bouwde
hij ergens een transportband van 16 km.
lang, waarmee hij alle auto-transporf en een
paar duizend man personeel uitspaarde.
In de scheepsbouw.
Toen Amerika in 1941 vlak voor de oorlog
stond, begon hij met de scheepsbouwer Todd
samen zijn organisatie-talenten op een nieuw
terrein te beproeven. In 85 dagen werden
zeven nieuwe hellingen gebouwd. En hij
voerde een geheel nieuw systeem van con
structie in. Inplaats van schip voor SC™P
af te werken, waarbij op iedere helling 800
tot 900 arbeiders werkzaam waren, liet hij
grote onderdelen van de schepen in serie
vervaardigen aan de lopende band en op de
helling aan elkaar lassen. Ieder schip be
stond uit 9300 gestandaardiseerde onder
delen. Zijn eerste schip kostte nog 197 bouw
dagen, maar dat zou spoedig veranderen.
Begin 1942 ging hij een contract aan met de
regering, waarbij hij zich verplichtte vóór
31 December 1943 te leveren 679 vrachtsche
pen (Liberty-ships). 56 tankschepen en 30
transportschepen; samen 8 millioen ton .of
ruim driemaal de omvang van de vooroor
logse Amerikaanse handelsvloot. Zes nieuwe
werven werden uit de grond gestampt, waar
op ieder uur van de dag 250.000 arbeiders
aan het werk waren. In Juni 1942 kostte het
bouwen van een schip nog 72 dagen, in
Augustus 46 dagen, in September 14 dagen
en in November nog maar 7 dagen. Daarvan
waren nodig 4 dagen voor het bouwen van
de onderdelen, 15*4 uur voor de montage en
2V2 dag voor de afwerking. En deze schepen
waren niet slecht, want vele ervan varen nu
toe te behoeve van de wederopbouw van
Europa. Intussen bouwde hij op een andere
werf nog 12 vliegdekschepen en legde hij
een marine-basis van 80 millioen dollar aan.
Zoals hij vroeger zijn eigen grintgroeven en
cement-fabriek geëxploiteerd had, zo bouw
de hij nu eigen fabrieken voor de vervaardi
ging van staal en lichte metalen. In 1942
begon hij ook met vliegtuigbouw, doch daar
mee schijnt hij geen succes te hebben gehad.
In 1946 wierp hij zich op de automobielin
dustrie, in samenwerking met Frazer en
hierin schijnt hij weer iets bijzonders te zul
len bereiken. Thans heeft deze tak van zijn
ondernemingen ook vaste voet gezocht op
het vasteland van Europa en voor vestiging
Rotterdam uitgekozen. Wij zijn benieuwd of
de constructie van de fabriek en het tempo
van aflevering ook zulke fantastische resul
taten te zien zullen geven als de vroegere
ondernemingen van deze merkwaardigste
figuur uit de Amerikaanse industrie na Hen
ri Ford.
BENOEMING.
Onze plaatsgenoot, de heler J. A. Pij
pers, leraar in de Franse taal !en lletteren
aan de H.B.S. te Utrecht werd m/ejt in
gang van 1 November tevens fcienoemd
tot leraar aan het avondlyceum aldaar.
BERT BRUGMAN VOOR
SOEST-VOORUIT.
Nadat Bert Brugman's Marionetfienthea
ter Zaterdagmiddag voor de jeugd een
geslaagde vertoning had getjeven van die
avonturen van „Buffalo BilT", had Zater
dagavond» meer speciaal voor leden van
Soest-Vooruit ;en ,Het Nut" tien verto
ning plaats van vDr. Faust".
Op uitnemende wijze wlerd in vijf tafe
relen een uitbeelding gegevfen van die in
houd van dit stuk, waarin Faust voor
alle door hem gewenste genietingen van
het leven, zijn ziel vlerkoopt aan Mephi-
stophelgs.
Uitspraak, voordracht en de natuurlijke
bewegingen dezier poppen maakten deze
als tot levende weziens. De kleding der
poppen en de fantastische belichting
maakte hiet gehcjel bovendien tot een
avond van groot genieten.
Jammer, dat de zaal slechts voor de hielft
was bezet.
GESLAAGD.
Dezer dagen slaagde te Amsterdam aan
de mode-academie Die Leieuw van Rees
onze plaatsgenoot Mej. Cilia Brouwer
voor het diploma lerarres-ooupeusle.
INTERNATIONAAL
SCHAAKTOURNOOI.
Op het Internationale Schaakt,ournooï
van de Soester Schaakclub behaalden de
navolgende Soesternaren ondisirstaand|e
prijzen:
le Prijs G- J. Roosen, 4V2 punten uit 5
wedstrijden, le Prijs J. J. W. Blom 4
punten uit 5 wedstrijden. 3e Prijs A.
Poot, 3 punjten uit 5 wiedslfrijden. 2e Prijs
J. C. Thomasze, 21/2 punten uit 3 wed
strijden. 2e Prijs J. Hoek, 2 punten uit
3 wedstrijden.
BENOEMING.
Naar wij vernemen is onze plaatsgenoot
de heer Bührmann, bekend als oud-ath-
leiet, door het bestuur van de KNVB be
noemd als scheidsrechter.
SDESTERBERG.
UITREIKING E.H.B.O.-DIPLOMA'S.
In hotel Het Zwaantje had de uitrei
king plaats van de EHBO-diploma's aan
de cursisten der afdeling Sclesterbeirg, die
dezer dagen voor het diploma slaagden.
In zijn toespraak wees de voorzitfldr, Dr-
Splinter, er op, dat de gediplom(ecird|eo
trouw de oefeningen moeten blïjvien vol
gen. Vervolgens werdlen diploma's met
insigne en een vjerbanddoosje van <die ver
eniging uitgereikt aan Mevr. v. d. Weide-
Bakker, Mej. A. Pas, Mej. Busschers, Mie
vrouw E. J. Bruin, Mej. P. C. Jongsten
en d>e heer J. v. d. Weide.
Onder aanbieding van een boekwerk aan
Dr. Splinter ten aan de vcrband!/eraar> de
heer Drost, gaf de twtiede voorzit(|e(r, de
heer Haars, namens de cursisten uiting
aan de gevoelens van dankbaarheid voor
de prettige en Iieerzam|e wjjze, waarop de
cursussen werden gebeid.
AFSCHEID VAN ZUSTER REIJNDERS.
Na twee en twintig en leen half jaar in
dienst te zijn geweest der Vereniging
Huis ter Heide en Omsitneken, waartoe)
ook Soesterberg behoort, is Zuster Reijn-
ders óp 1 October j.1. met pensioen ge
gaan. Met volle toewijding en inziet van
al haar krachten heeft zij den goed deel
van haar leven gewijd aan het liefdevol
le werk der wijk ver pT|e ding. Zij had roe
ping voor haar taak, waarvoor zij door
aanleg en opleiding in alle opzichten de
geschiktheid had. In 1921 behaalde zij, op
21-jarige leeftijd het diploma zfiekenvier-
plegïng van hiet Witte Kruis, in 1924 dat
voor kraamverplieging, in 1925 voor Wijk
verpleging en in 1926 dat voor etiqoejjri-
ce van de Ned- Centr. Vier. tot bestrijding
der Tuberculose. Toen d|e Ver. Wijkver
pleging in 1936 ook' de tHe.-bestrijding
ter hand ging nemen, vond Zusifer R. in
dat werk een uitbreiding van haar taak.
1 November 1944 moest Zuster Reijndersl
om gezondheidsredenen haar taak als
wijkverpleegster nieerl|eggenzij bleef
evenwel nog werkzaam als wijk kraamver
pleegster. Gedunende dje moeilijke jaren
van de oorlog» bij schier onoverkometilij-
ke omstandigheden, ble'ef ide zuster pp
haar post en steeds heieft zij dan ook al
leen het belang van haar patbnt(en in
het oog gehouden. Dat alles heeft haar
de sympathie van de geh|ele bevolking
doen verwerven.
In verband met het ht|engaan van Zuster
Reijnders heeft het bestuur djer vereni
ging een afscheids-recleptie georganiseerd
op Zaterdag 30 Octolber a.s.» 's middags
van 3 to,t 5 uur, in het wijkgebouw Dol-
derseweg 24 te Huis ter Heide.
TEGENSTRIJDIGHEDEN AAN ONZE
OOSTGRENS
Drie oorzaken zijn er van de verarming van
Nederland en dus van de schaarste en van
het dure leven. Dat is ten eerste de oorlogs
verwoesting en de uitplundering van ons
land, ten tweede de verwarring in Indonesië
en ten derde de ruïnering van Duitsland.
Die oorlogsschade zullen we wel nooit ver
goed krijgen, want, zoals professor Gou-
driaan onlangs uitrekende, hebben wij tot
nu toe niet meer dan ongeveer 250 millioen
gulden uit Duitsland terugontvangen, wat
slechts enkele procenten van de schade is.
De tweede oorzaak, Indië wordt iets minder
benauwend, omdat de Indische Eilanden
weer beginnen te produceren. Het kost nu
nog wel honderden millioenen, maar deze
tropische gebieden beloven toch nog een
ruim arbeidsveld voor de Nederlandse ener
gie te blijven. Als Duitsland nu nog eens
beter geordend en weer tot welvaart kwam,
zouden we weer wat meer vaste grond onder
de voeten voelen.
Enerzijds weruien we dus, dat de Duitse wel
vaart weer zal worden hersteld, maar ander
zijds vreest men over de gehele wereld, dat
een herstel van de Duitse economie ook een
terugkeer van de Duitse machtswellust be
tekent. Het is deze tweeslachtigheid, deze
tegenstelling tussen grotere verwachtingen
van Duitsland en tegelijk vrees vóór Duits
land, die voor een groot deel oorzaak is van
de chaos in Europa. Enerzijds is men bezig
de Duitsers tot hogere productie aan te zet
ten, maar anderzijds gaat de afbraak van
de Duitse industrie verder.
Zo zijn de Engelsen, ondanks waarschuwin
gen van Minister Marshall, zeer onlangs be
gonnen met de demontering van de grote
staalfabrieken van Thyssen in het Roerge
bied. Men wil deze enorme bedrijven ver
plaatsen naar andere landen. Het demon
teren zal echter vijf jaar duren en de weder
opbouw van dezelfde fabriek elders waar
schijnlijk tien of meer jaren. Het ligt voor
de hand, dat dit een geweldige belemmering
is voor het herstel van de productie in ge
heel West-Europa, want daardoor wordt
juist in deze jaren van grote behoefte, de
productie van staal, rails, machines, enz.,
sterk verminderd* Er is thans door de Duit
se bestuurders van het Roergebied een me
morandum overhandigd aan de Amerikaanse
Generaal Clay, waarin dit alles nogmaals
wordt uiteengezet. Economisch bezien heb
ben deze Duitsers zonder twijfel gelijk, maar
het is de vrees voor een herlevend Duits
land, dat de afbraak doet voortgaan. Hoe
men uit deze onoplosbare tegenstelling moet
komen, is eenvoudig niet te voorspellen.
SNELLE ECONOMISCHE VOORUITGANG
IN NEDERLANDS-INDIë
Ondanks de politieke spanning in Indonesië
is er in het laatste jaar grote economische
vooruitgang geboekt in het door Nederlan
ders bestuurde gedeelte van de Indische Ar
chipel. Terwijl de uitvoer van Nederlands-
Indië in het gehele jaar 1947 niet meer dan
322 millioen gulden opleverde, steeg deze
uitvoer in de eerste zes maanden van 1948
reeds tot 520 milllioen. Deze stijging maakt
het niet onmogelijk, dat dit jaar reeds een
evenwicht tussen invoer en uitvoer zal wor
den bereikt en dat terwijl 1947 nog een te
kort op de uitvoer van 400 millioen vertoon
de. In de maand Juli j.1. beliep de uitvoer
zelfs een hoeveelheid van 559.000 ton, met
een waarde van 110 millioen gulden. Daar
van ging voor 50 millioen naar de Verenigde
Staten en voor 40 millioen naar ons eigen
land. De belangrijkste uitvoerproducten wa
ren aardolieproducten, rubber, copra, tin en
suiker. Overal waar het bestuur in Neder
landse handen is, komt het land weer tot
bloei en neemt de productie snel toe. Er is
voldoende lonende arbeidsgelegenheid voor
de bevolking, wegen worden hersteld, zie
kenhuizen heropend, kortom, daar heerst in
het algemeen welvaart brengende vrede. In
het belang van het herstel van de gehele
wereld is het, dat deze ontwikkeling zich
voortzet, want de Indische producten zijn
onmisbaar voor alle volken en het is reeds
gebleken, dat de productie daarvan alleen
onder Europees bewind voldoende verzekerd
is.
EMIGRATIE NAAR ARGENTINIË.
Mooie kansen voor veehoudersgezin
nen, melkknechts en anderen.
Een nieuwe mogelijkheid is geschapen voor
energieke leden onzer landbouwende bevol
king, die het hier te eng wordt en die hier
niet voldoende toekomstmogelijkheden zien,
zij het voor zich zelf, of voor hun kinderen.
Na de oorlog was „emigratie" voor de boer
vrijwel gaan betekenen „naar Canada gaan".
Thans echter komt ook Argentinië aan bod.
Wat toch is het geval? De Stichting Land
verhuizing Nederland heeft in Argentinië
belangstelling weten te wekken voor de
kwaliteiten van onze boeren, hun vakkennis,
ijver en betrouwbaarheid. Bovendien heeft
zij haar vertegenwoordiging daar uitgebreid
en is nu in staat honderden gezinnen en ook
ongehuwden te plaatsen.
Voorlopig voornamelijk veehoudersgezinnen,
ook gezinnen uit het gemengd bedrijf, voorts
een aantal ongehuwde melkers-veeverzor
gers. De gezinnen moeten liefst een paar
zoons omvatten die al de leeftijd hebben mee
te werken; gezinnen met alleen een aantal
kleine kinderen zijn minder gewild.
Geboden wordt of vrij wonen en kost met
een behoorlijk salaris, of vrij wonen plus
een percentage (bijv. 30 pet.) van de bruto
melkopbrengst. Bovendien desgewenst een
stuk grond om eigen groente en aardappe
len te telen en kleinvee te houden. De Ne
derlanders, althans de gezinnen, krijgen
meestal direct een met die van bedrijfslei
der vergelijkende positie. Zij komen n.1. in
dienst van rijke grondeigenaren, die een of
meer bedrijven hebben waarvan zij de ex
ploitatie willen intensiveren en verbeteren.
Een prachtkans voor wie vooruit wil komen
in het buitenland, of zijn zoons op den duur
als zelfstandige landbouwers wil zien.
Ook voor bekwame bloembollenkwekers die
op contractbasis willen werken is er gele
genheid geplaatst te worden.
Men moet zijn reis kunnen betalen; medene-
men hoeft (en ook mag) men slechts huis
raad en een paar honderd gulden per per
soon. Het vertrek is afhankelijk van de
scheepsgelegenheid, die nog beperkt is.
Voor nadere inlichtingen moet men zich
wenden tot de Stichting Landverhuizing Ne
derland, Lange Voorhout 20, 's Gravenhage.
ARGENTINIë EN DE MARSHALL
LEVERANTIES
Zolang Argentinië hoge prijzen blijft vragen
voor tarwe en maïs, zal de administratie van
de Marshall-hulp geen granen in Argentinië
kopen. Wel is men op het ogenblik in onder
handeling over het aankopen van oliezaden,
vetten, blikvlees, huiden en caseïne, maar
ook daarbij wordt de conditie gesteld, dat
Argentinië deze producten tegen een nor
male wereldmarktnotering zal leveren. Ook
moet Argentinië zich verplichten bij recht
streekse leveringen aan West-Europese lan
den geen hogere prijzen te bedingen. Argen
tinië heeft nog een schuld aan de Ver. Sta
ten van ruim 200 millioen dollar en deze
schuld zou kunnen worden afgelost met pro
ducten, doch de Amerikanen wensen die pro
ducten tegen redelijke prijzen te berekenen.
Met de reusachtige aankopen voor de Mars
hall-hulp als rugsteun wil men nu blijkbaar
Generaal Peron tot een redelijker houding
brengen. Wanneer dit gelukt en daardoor de
reusachtige voorraden van Argentinië met
belangrijke prijsverlagingen voor Europa
beschikbaar komen,zal een grote stap op
de weg van betere internationale toestanden
gezet zijn.
„VREDE DOOR OVERVLOED",
ZEGT SIR JOHN ORR
Als de regeringen van de verschillende gro
te landen bereid waren om inplaats van
iedere tiende bommenwerper het daarvoor
bestemde geld uit te geven voor bevorde
ring van de landbouw, dan zou de wereld er
in weinige jaren veel beter voorstaan, om
dat honger en gebrek nergens meer zouden
voorkomen, aldus Sir John Boyd Orr, de-op
richter en vroegere Directeur-generaal van
de F.A.O. (de Landbouw- en Voedselorgani-
satie van de Verenigde Volken). Als men
maar meer kapitaal en arbeid voor de voed
selproductie beschikbaar stelt, kan men de
landbouw in alle landen op voldoende hoogte
brengen om de welvaart te verzekeren. Bo-
vendien zouden dan fondsen bijeengebracht
kunnen worden om 'n wereldvoedselreserve
op te bouwen, waarmee men de wereld
marktprijzen zou kunnen stabiliseren op een
redelijke hoogte. Sir John klaagde erover,
dat de Britse en Amerikaanse regeringen
geen enthousiasme voor deze plannen toon
den. De oorzaak zal wel zijn, dat de plannen
van Sir John B. Orr, hoe goed ook bedoeld,
weinig geschikt zijn voor practische uitvoe
ring.
MEER VOER DAN VARKENS
Toen in het begin van de zomer van dit jaar
het houden van fokzeugen werd vrijgegeven,
was dat blijkbaar toch alweer te laat. Ten
minste, er zijn op het ogenblik lang niet ge
noeg biggen. Natuurlijk had men ten de-
partemente niet kunnen voorzien, dat 1948
zo'n overvloedige groei te zien zou geven,
maar wel wist men, dat er buitengewoon
veel aardappelen zouden worden verbouwd
en daarom was het nodig geweest reeds in
het vroege voorjaar van 1948 de uitbreiding
van de varkensstapel te gaan bevorderen,
zoals wij destijds herhaaldelijk schreven.
Men heeft echter maanden nodig gehad om
tot dit besluit te komen, met het gevolg, dat
er op het ogenblik niet voldoende biggen zijn
om aan de" vraag te voldoen. Wij menen ech
ter, dat het aanbod vrij snel zal toenemen.
Door de vraag zijn de biggen niet goedkoop
en bovendien is er in de zomermaanden
langzamerhand wat meer schot in de var
kenshouderij gekomen, zodat ook in de ko
mende maanden vrij wat biggen zullen wor
den aangeboden. De grote toeneming zal
echter eerst in de loop van het volgend voor
jaar komen. De varkensfokkers zullen met
het oog op de enorme veevoedervoorraden
zoveel mogelijk zeugen laten dekken en wij
verwachten om die reden in de zes maanden,
die voor ons liggen, een geleidelijke toene
ming van het aanbod van biggen, zodat
reeds aan het eind van de stalperiode zeer
veel varkens in de hokken zullen liggen. In
tussen kan men ook aan het rundvee met
voordeel aardappelen vervoeren en dus be
sparen kop meel, mits men er een eiwitrijk
voer bijgeeft. Een zekere dosis grasmeel van
goede kwaliteit laat zich uitstekend combi
neren met gekookte aardappelen, waarbij
men een voer krijgt, waarop men zowel kan
melken als mesten. Eens te meer is echter
weer gebleken, dat er van geleide economie
in de practijk weinig terecht komt. Juist
hier was leiding van de productie nodig en
mogelijk geweest en toch heeft men de mo
gelijkheden, noch de behoeften, noch de ge
volgen voorzien.