VREES VOOR DE
TOEKOMST.
SLECHTE LECTUUR.
Ingezonden stukken.
Voetbal.
IN DE HOEK.
Plaatseliik nieuws.
SOESTER COURANT
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijda'g. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Abonn. p. kwart, f 1.50 - p. post f 1-75
24e JAARGANG No. 92. Bureaus Van Weedestraat SS - Teleloon 2566 - Giro 126156 DINSDAG 14 DECEMBER 1948.
Onlangs schreven wij over het dalend ge
boortecijfer en knoopten daaraan de opmer
king vast, dat de mensen de oorzaak eerder
toeschrijven aan de kar^s op oorlog, dan aan
zulke directe oorzaken als woningnood en
hoge kosten van levensonderhoud. Een lezer
is daartegen opgekomen in deze zin, dat hij
het zeer verklaarbaar en verstandig vindt,
wanneer men de kinderrijkdom liever be
perkt dan de kans te lopen ook de nieuwe
jeugd weer aan de eerstvolgende oorlog te
moeten offeren. Wij kunnen zijn opvat
ting niet onderschrijven. Zij gaat vol
komen langs de feiten heen. Ten eerste zul
len de kinderen, die thans geboren worden,
pas over 20 jaar voor militaire dienst in aan
merking komen en de vrees, die op het ogen
blik door de wereld trekt, is niet de angst
voor een oorlog over 20 jaar, maar voor een,
die zeer spoedig, althans binnen enkele ja
ren zou kunnen uitbreken. Men denkt niet
in de eerste plaats aan de gevaren, die het
volgend geslacht zal lopen, wanneer dat een
maal volwassen is, maar aan de ontberingen
en de gevaren, die de burgerbevolking juist
nu met kleine kinderen te doorworstelen
zou hebben in geval van een nieuwe oorlog
in de naaste toekomst. Bovendien, wanneer
de redenering van de briefschrijver juist
was, zouden duizenden gezinnen, die in de
na-oorlogse jaren tot stand gekomen zijn,
geheel kinderloos blijven. Dat dit niet met
de feiten klopt, kan iedereen dagelijks waar
nemen. Onze huizen en onze straten krioelen
van de kleine kinderen, die er vrijwel zon
der uitzondering gezond, fleurig en goed ver
zorgd uitzien. Ook de jonge gezinnen blijven
niet lang kinderloos de beperking, voor
zover die bestaat, betreft meer de vrees voor
eventueel volgende kinderen.
Europa en de oorlog.
Intussen redeneerde de bovengenoemde
briefschrijver verder en zei, dat oorlogen
worden veroorzaakt door ,,hoge omes", die
het later niet over de verdeling van de buit
eens kunnen worden. Laten we hier tegen
over stellen, dat ieder volk de bestuurders
heeft, die het verdient. Natuurlijk geldt dit
alleen voor de zelfstandige volken, niet voor
hen, die door buitenlands geweld overwel
digd zijn. Maar in landen, die hun eigen
"boontjes doppen, zien 'we steeds, dat de re
geringen een afspiegeling zijn, van hetzij de
eensgezindheid, hetzij de geestelijke ver
warring van het volk. Wanneer men dus be
stuurders, hetzij militaire, dan wel burger
lijke. meent te moeten laken, dan moet men
de oorsprong van hun falen zoeken in het
eigen volk. Dit is schijnbaar in tegenspraak
met hetgeen wij destijds schreven over het
oorlogsgevaar, want in het bovenaangehaal
de artikel stond: De bestrijding van het oor
logsgevaar ligt geheel buiten onze invloed.
Dit sloeg op het feit, dat wij als klein volk
geen stem in het kapittel hebben. Niet om
dat wij onze mond niet wijd genoeg open
zetten en niet omdat wij onbekwaam zijn,
maar eenvoudig omdat onze economische
macht in het niet valt tegenover die van de
grote rijken.
Dit is een toestand, die even beschamend als
benauwend is. In West-Europa wonen meer
mensen dan in Rusland of in de Verenigde
Staten van Amerika en deze Europese be
volking is gemiddeld ontwikkelder dan van
die andere landen gezegd kan worden. Ame
rika overtreft ons verreweg in industriële
organisatie en daardoor in productie-capa
citeit, maar wat de landbouw betreft, kan
(Europa de toets van iedere vergelijking ten
jvolle doorstaan Het peil van de scholen, de
rijkdom aan culturele bezittingen, het gees
telijk leven in het algemeen, is in de West-
Europese landen zeker zo rijk als waar ook
ter wereld. Niettemin wordt over vrede of
oorlog buiten ons om beslist. En de oorzaak
daarvan is alleen onze versnippering. Wan
neer de Europese volken zich op konden
werken tot het trekken van één lijn, het voe
ren van één politiek, zowel staatkundig, als
sociaal-economisch, dan zou dit thans ver
splinterde. verarmde en machteloze Europa
het sterkste, het rijkste, kortom het eerste
land van de wereld zijn. Willen wij de oorlog
bestrijden, dan kunnen wij dat alleen indi
rect doen door de een-wording van Europa
te bevorderen.
De jeugd van vandaag heeft onze steun no
dig. Deze dient niet in de eerste plaats te
bestaan uit een bestraffing van „de jeugd
op de helling", maar uit bescherming tegen
de grote gevaren van deze tijd. In het bij
zonder dient gewezen te worden op het ge
vaar van slechte boeken en films, "welke
maar al te gaarne gelezen en bewonderd
worden. Een stel niets ontziende geldzoe-
kers schrikt er niet voor terug boeken en
geschriften uit te geven, welke een slechte
invloed op de moreel van de jeugd hebben
en op ongezonde wijze prikkelen.
Zedepreken helpt niet, maar wij moeten
onze hand reiken aan de jongelui van van
daag, die door de vervlakking en verdwa
zing van deze tijd dreigen te verzinken, in
een moeras.
Het gevaar van het slechte boek, de perfide
blaadjes en de pornografische lectuur is zeer
groot en een veldtocht tegen deze rommel is
dan ook hard nodig. Tot ons genoegen lazen
wij dan ook een circulaire van de Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
gericht aan de schoolbesturen, waarin ge
waarschuwd wordt tegen het lezen van de
„Beeldromans" door de schooljeugd. Deze
strips zijn van een sensationeel gehalte, zij
hebben totaal geen waarde voor de vorming
van de jeugd en brengen de kinderen in een
sfeer van heldenverering, misdaad en sen
satie. De minister dringt er bij de leerkrach
ten op aan, er op toe te zien, dat de leer
lingen de beeldromans niet op school bren
gen of onder makkers verspreiden.
Deze taak van het onderwijzend personeel
kan inderdaad een stap betekenen op de
goede weg, hoewel wij een „verbod" opvoed
kundig niet van grote waarde achten. Beter
lijkt het ons, dat door een rustig praatje
gewezen wordt op het zinloze van al die
fraaie lectuur en de jeugd de weg wordt ge
wezen naar het betere boek, dat zeker niet
„zwaar" behoeft te zijn. Ouders, onderwij
zers en opvoeders hebben een belangrijke
taak, door de jeugd de weg te wijzen en hen
te leren lezen in de brede betekenis van het
woord. Wanneer wij de jongeren aan hun
lot overlaten, zoeken zij hun eigen weg, die
wel eens een verkeerde kan zijn, omdat een
stel onverantwoordelijke elementen in de
jeugd een pracht afzetgebied voor hun
rommel ziet.
Nu denkt u misschien, dat het gevaar van
die „beeldromans" niet zo groot is, maar
dan raden wij u aan eens iets van dat moois
te lezen. U zult al heel gauw tot de conclusie
komen, dat hierin voor de jongeren een ge
vaar schuilt. Ons fs een geval bekend van
een knaapje van omstreeks 10 jaar, dat voor
een kwartje een beeldromannetje koopt, hel
eerst zelf met aandacht leest en dan aan
zijn vriendjes het boekje uitleent a raison
van 5 cent. Wanneer hij 5 klanten heeft
gehad, koopt hij een nieuw boekje en het
spelletje begint opnieuw. Of de extra-op
brengst zo groot is. dat zijn bibliotheek reeds
uitgebreid is, weten wij niet, maar wel kon
den wij constateren, dat dit soort lectuur de
grote aandacht van de kinderen heeft, die
het uitleenbibliotheekje beklanten.
Helaas kan men tegen de drukkers, uitge
vers en verspreiders van deze „romans" niet
strafrechterlijk optreden en evenmin kan
men langs de weg van de papierdistributie
het kwaad bestrijden, omdat het papier dat
voor de uitgifte wordt gebruikt, op de vrije
markt verkrijgbaar is.
De circulaire van de minister alleen kan het
niet doen en ook het onderwijzend personeel
is niet in staat, met een verbod deze rom
mel in school te brengen, het kwaad aan te
tasten, maar voor alles moet er naar ge
streefd worden voor te lichten en te wijzen
op het verkeerde van al die lectuur.
De ouders kunnen hierbij de helpende hand
bieden door er op toe te zien wat hun kin
deren lezen, wanneer men dit niet doet, zal
iedere bestrijding op niets uitlopen.
Het grootste effect zal echter bereikt wor
den, wanneer verkopers van deze strip-ver
halen het foutieve van hun daden inzien cn
de verkoop stopzetten.
Geacnte Redactie.
Het artikel van de heer Oekman in uw
courant van Dinsdag 7 December is voor
mij aanleiding, om hierop eens dieper in
te gaan. De heer O. klaagt o.m. over de
hoge prijzen, speciaal van ds spe;elgoedi£l-
ren, welke hij zijn zoontje bij het afge
lopen Sint Nicolaasfeesf had toegedacht,
zeer terecht overigens. Een artikel van
diverse kolommen zou men hieraan kun
nen wijden. Met een. door Minister Lief-
tinck uitgedunde portemonnaie gaat hr.
O. heen en koopt zijn zoontje een pis
tooltje.
En daar heb je het nu; er zijn waarschijn
lijk meer van die Oekmannen.
Onze kinderen, voor het merendeel op
gegroeid in een wereld vol haat en t°g.in
stellingen, zijn hun geestelijk evenwicht
kwijt. Vraag ér patidagogen, geestelijken,,
politie en andere opvoeders naar en zij
bullen antwoorden, dat de criminaliteit
onder de jeugd schrikbarend is. Een
voorbeeld is het gebeurde te Maartens
dijk, waar jongelui een trein met stenen
bekogelden, zodat de bestuurder aan de
ogen gewond raakte- Welke ontzetten
de gevolgen hadden kunnen voortvloeien
uit een dergelijke daad! Ook het spelen
met gevonden munitie behoort tot de
misdadige liefhebberijen der jeugd.
Het aantal ongelukken? Elke dag op
nieuw kunt u ervan lezen in de dagbla
den. Bij wie de schuld? Het is gemak
kelijk de schuld af te schuiven op Mof
fen, Russen of Amerikanen. Maar ligt
daar niet een grote schuld op ons? In
plaats van opvoedend speelgoed, dat er
legio is en minder duur dan pistooltjes
e.a., gaat de hr. Oekman heen en koopt
zijn zoon een pistooltje, een andere k'ei?r
een windbuks of een katapult, zonder
zich waarschijnlijk zijn daad te reali
seren. Kinderachtig, om te gaan ageqen
tegen hèt spelen met pistooltjes? Mo
gelijk, maar wanneer het erom begonnen
is de toekomst, i.c. de jeugd te verbe
teren is vermeende kleinzieligheid ge-
oorloofd. Een erfenis van vijf jaren Hit-
ler-Jugend, Balilla en Jeugdstorm ver
plicht ons daartoe.
Wanneer U feest viert miet en voor uw
kinderen, laat hèt dan een feest zijn zon
der wangeluid van klappertjes-pistool en
sabeltjeis-gèkletter. Tot heil van onze kin
deren.
Met dank voor de afgestane plaatsruimte,
Uw abonnee
B. C. LITTOOIJ.
BONTE KRAAI?
Dat 1 bonte kraai nog geên winter maakt
leren we al op de schoolbanken. Mogjen
we deze wijsheid overbrengen op gehiefs.1
ander gebied? In dit geval: Mogen we
hopen, dat het bij dé ene „dronken da
me"' zal blijven? (Soester Courant 10
Dec. 1948). Geheel gerust zijn we daar
niet op. Vrouwen bezoeken tegenwoor
dig de cafe's en „laven'zich daar aan
meerdere borrels. (Arme man en kindfe-
ren! En... arme vrouw!)
Lezer, wenst ook gij geen dronken man
nen of vrouwen op dè straat, of achter
het stuur? Kies dan dé beste weg daar
toe: Gehèel-onthouding! Daardoor veili
ger vejrkêer, beter gezinsleven,, gelukki
ger maatschappij. G. O.
HOE ER GESPEELD IS.
De uitslagen van dë gespeelde compdri-
tiewedstrijiden waren:
BDCVoorwaarts 31
HamersveldScêster Boys 24
SEC 2—Quic'k 2 7—0
't Gooi 3—SEC 3 1—1
SEC 4Amersfoortse Boys 4 11
Soester Boys 2En Avant 4 50
HVC 7—BDC 3 1-14
Veenendaal 4BDC 4 52
Jeugdvoetbal.
Baarn jun. ASEC jun. A 20
BDC jun. AHoogland jun. A 30
BDC heeft door haar 31 ovêrwinning
op Voorwaarts volledig revanche geno
men voor de indertijd te Rhenien gele
den nederlaag en is door ideze overwin
ning een plaatsje op de ranglijst geste
gen.
De Soester Boys stelde onze verwach
tingen niet teleur en bracht Ham'ersveld
een verdiende 42 nederlaag toe ie>n stel
de zich daarmede vrijwel veilig voor de
laatste plaats.
De SEC-reserves blevien op het goed|a
pad en haalden, door met 70 van
Quick 2 te winnen, hun doelgemidldelide
enigszins op.
De Gooi-ploegen zijn op eigen terrein al
tijd lastige tegenstanders en dat onder
vond SEC 3 j.1. Zondag. Het werd een
11 gelijk spel. Hierdoor ging voor SEC
een kostbaar punt verloren.
Zowel de Soester Boys 2 als BDC 3
wisten met sprekende cijfers hun tegen
standers te kloppen.
Voor de overige wedstrijden verwijzen
wij naar de hierboven vermelde uitsla
gen.
BDC—VOORWAARTS 3—1.
In een spannende wedstrijd is BDC er
Zondag in geslaagd een verdiende 31
overwinning te behalen op het bezoe
kende Voorwaarts uit Rhenen.
Hoewel de blauwwitfen voortdurend in
de meerderheid waren, kunnen we toch
van een spannende wedstrijd spreken,
omdat pas tegen het einde de derde goal
gescoord werd
Reeds direct na de aftrap moest de
Voorwaarts-keeper handelend optreden,
hetgeen hij deze middag nog vele male',n
met succecs zou doen. Geholpen door
zijn achterhoede wist hij het eerste
half uur het hoofd te bieden aan de tal
rijke BDC-aanvallen. Al te moeilijk
maakte de thuisclub het de Voorwaarts-
verdediging niet. Daarvoor verliepen hun
aanvallen te traag en bovendien waren ze
te doorzichtig om de goed spelende ach
terhoede voor moeilijke problemen te
zetten. Ook werd hef spel te korf gehou
den. Verschillende malen werd er wel
aardig veldspel gedemonstreerd, maar
de combinaties werden te lang doorgezet,
'i Was pas na 30 min., dat Ben De-
rickx zijn zwoegen beloond zag en met
een hard schot voor het verdiende doel
punt zorgde. 1—0.
Twee minuten lafer waren de partijen
alweer op gelijke voet, toen Bep Epskamp
na een onverwachte aanval der gasten de
bal niet voldoende onder controle kon
krijgen en de rechtsbinnen van Voor
waarts hiervan profiteerde. 11.
Nog voor de rust wist Gcrard v. d. Berg
door de Voorwaarts-achferhoede heen te
glippen en de uitstekende doelman na
tweemaal schieten de eerste klesr wist
hij het schot van de Soester midvoor
keurig te stoppen te passeren.
Ook in de tweede helft bleek de thuis
club sterker, hoewel de sporadische
aanvallen der gasten, juist doordat ze
hierna bleef de Gemeenteraad nog
bijeen voor een geheime zitting.
Ik hou m'n hart vast, want dat loopt na
tuurlijk weer uit op aankoop van een
of ander gebouw of buitengoed, om daar
van dan weer een park te maken of eem
cultureel centrum.
We hebben meer geheime zittingen ge-
had en steeds kwam er zoiets uit de
bus.
In dat soort zaken zijn we in Soest erg
voortvarend. Alleen als het de jeugd be
treft volgen wé niet zo'n erg vlot tempo
en waar de jeugd me erg na aan hief
hart ligt, erger ik mé daar steeds weer
over.
Parken, waarin vermoedelijk nooit een
Soester zal wandelen, stampen we uit
de grond, maar aanleg van speelplaatsen
voor de jeugd, waaraan een schreeuwend
gebrek is, wordt aan hèt initiatief van
buurtverenigingen overgelaten en waar
die buurtverenigingen allemaal erg krap
bij kas zijn, is, met alle lof voor dè goe
de wil en hèt werk dat verzet wordt, dit
streven gewoonlijk van korte duur.
Behoorlijk gymnastiekonderwijs op de
scholen bestaat niét en van een poging
om ook de grotere jeugd na schooltijd ge
zond bezig te houden, heb ik in Soest
nooit gehoord, om de eenvoudige reiden,
dat er geen enkel sport- of speelterrein
voor hen openstaat.
Een afgezaagd onderwerp? Dat geef ik
toe, maar dat is juist heit droeve van hef
geval. Terwijl we net doen of we mililioe-
nen te verteren hebben en links e'n Hechts
parken dreigen aan te leggen, kan er
niets voor onze jèugd af en als een der
raadsleden vraagt hoé het staat meit de
vitamine-verstrekking aan de jeugd op
school, wordt de raad korsejig en men
verwijst hem naar het dokterstrapport,
dat er nog niet is. Hopelijk maakt die
dokter een beetje voort, want aansftondp
is het lente en heeft de vitaminer-vea*-
strekking niet veel zin meer. Gezien die
ervaring met dè melkverstrekking op
school, stel ik me ook van dit géval niet
veel voor.
Een klein beetje meer voortvarendheid
in jeugdzaken vinldl ik, zou onze raad
best aan de dag kunnen leggen.
H. OEKMAN.
onverwacht kwamen, geenszins van gevaar
ontbloot waren. De Soester achterhoede
was deze middag echter goeid op dneef
en uitstekend geholpen door de hard
werkende middenlinie werd steeds re
soluut ingegrepen.
Veel van de Soester aanvallen strandden
op buitenspel, totdat Wim Huurdièman er
10 minuten voor het einde schijnbaar ge
noeg van kre,èg en er alleen tussein uit
trok. Verschillende tegenstandiers pro
beerden tevergeefs hem d/e toegang tot
het doel të beletten en ook de keieper
kreeg déze keer geen schijn van kans.
Met BDC in de aanval kwam het einde
van deze weliswaar spannende maar ove
rigens matige wedstrijd.
DIERENBESCHERMING.
Het rapport over November van de in-
specteur vermeldt o.m. het volgende:
Enige kettinghonden waren slecht be
huisd. Een hond had tot ligplaats een
oude kist met nat stroo, zonder behoor
lijke afdekking. Eén andere liep in e,eP
ren vol uitwerpselen.
Ook konijnen waren slécht onderge
bracht, in natte, vuile èn veel te kleine
hokken. In een en ander werd vêrbrite-
Ting gebracht.
Een woonwagenbewoner kreieg een /ern
stige terechtwijzing voor het feit,
dat hij zijn oververmoeid paard door
slaan tot sneller voortgaan drong. Bij an
dere paarden werd een los hoefijzer aan
getroffen en oogkleppen, die zo verktferd
waren aangebracht, dat zij druktën tegen
de ogen van hèt dier, hetgeen oogontste
king veroorzaakt. Gezorgd wérd, dat een
kreupel paard tijdelijk rust kreeg.
Een Soester ingezetene gaf tien hond,
die met hem medegielopcn was vanaf
Den Dolder, aan een kind hier ter plaat
se. Dit kind mocht de hond niet thuis
houden en zette het dier op straat- Nu
is het dier zwervende en mist de eige
naar in Den Dolder zijn viervoeter. Dit
had voorkomen kunnen worden, indien
inspecteur Van Baak (Kêrkpad Z-Z. 71,
Tel. 2501)) even gewaarschuwd was ge
worden! Zet geen dieren onverzorgd op
straat. Wendt U tot de Dierenbescher
ming.
TER NAVOLGING.
De penningmeesferes van de UNAC, mei
vrouw Van der Swan-dc Kiewit, ontving
van dc Ontwikkelings- en Ontspanjnings-
verepiging van hét personeel der Ruso-
fabriek alhier, de som van f30.17, zijnide
de opbrengst van een verloting ten bate
van de UNAC, welke op het St. Nicolaas
feesf werd gehouden.