n Panama en de K.L.M. Het Rode Kruis in Indonesië» Het lied der goedaardigheid. UIT CROMWELL'S TIJD. •9» panama City is met ingang van 3 Januari j.1. ook opgenomen in het West Indische net der K.L.M. Tweemaal per week zullen de Vliegende Hollanders op de dienst Curagao- Aruba-Barranquilla-San José ook op het vliegveld Tocumen, 15 minuten van Panama City gelegen, landen. Tocumen is een der grootste en modernst geoutilleerde luchtha vens van Centraal Amerika en is door een prachtige verkeersweg met Panama City verbonden. Door deze nieuwe luchtverbin- ding verkrijgt Panama, dat behalve een mid delpunt van scheepvaartwegen, ook een centrum is van grote luchtvaartwegen, een uitstekende verbinding met het Caraïbisch gebied, waar de K.L.M. thans een luchtnet exploiteert van bijna 12.500 km lengte. De republiek Panama dankt haar ontstaan en haar welvaart aan het 80 km lange ka naal, dat van de Caraïbische Zee dwars door de landengte naar de Stille Oceaan loopt en het land in twee helften verdeeld. Reeds in de eerste jaren na de ontdekking door de Spanjaarden bestonden de kanaal plannen, die echter eerst in het begin van deze eeuw werden verwezenlijkt. Van 1881 tot 1891 heeft Ferdinand de Lesseps, bekend door de aanleg van het Suezkanaal, tever geefs aan het Panamakanaal gewerkt. Toen hij in 1891 bijna 30 km gereed had, moest hij het plan opgeven. Besprekingen van de Franse Kanaal Maatschappij met de rege ringen van de Verenigde Staten en Colum- bia. waartoe Panama toendertijd behoorde, stuitten af op bezwaren van Columbia. Dit had tot gevolg dat in Panama, dat het be lang van het kanaal zeer goed inzag, een revolutie uitbrak, met als resultaat dat het zich in 1903 van Columbia afscheidde. Terstond sloot de jonge republiek met'de Verenigde Staten een overeenkomst. De laat ste zouden het werk uitvoeren. Een zone van 8 km breed aan weerszijden van het ka naal werd Amerikaans eigendom. Panama ontving hiervoor 25.000.000 ineens en 600.000 per jaar. Dit laatste bedrag is thans bijna verdubbeld. Op 15 Augustus 1914 werd het Panamaka naal voor de scheepvaart opengesteld. Hoe groot het voordeel voor de scheepvaart was, blijkt wel uit het feit, dat een bootreis van New York naar San Francisco met ongeveer 14.000 km werd bekort. Een reis van New York naar Valparaïso met 6000 km. Behalve de directe financiële voordelen, wa ren aan het tot stand komen van het kanaal ook belangrijke economische voordelen voor Panama verbonden. Immers voor het onder houd, de exploitatie en de bescherming van het kanaal hadden de Amerikanen talrijke werkkrachten nodig. Niet minder dan 50.000 Panamezen vinden bij de technische dienst, het leger en de marine werk. Een ander voordeel voor Panama is, dat het de aangewezen leverancier is van velerlei producten, waaraan in de Kanaalzone be hoefte bestaat. Het land met zijn ongeveer 700.000 inwoners is echter niet in staat om aan de grote vraag naar levensmiddelen en andere producten te kunnen voldoen. Landbouw De republiek bestaat uit twee bergketens, die zich over de gehele lengte van het land uitstrekken, geflankeerd door kustvlakten. De vlakten worcTen door talrijke rivieren doorsneden en zijn doorgaans bedekt met een dicht oerwoud. De bergketens omsluiten vruchtbare valleien en plateau's, uitermate geschikt voor landbouw en veeteelt. Slechts een klein deel van het land wordt echter ge cultiveerd. De voornaamste land- en tuinbouwproducten zijn bananen, cacao, cocosnoten, koffie, sui ker en rijst. Koren, tabak en katoen worden eveneens verbouwd, alsmede een grote ver scheidenheid van tropische groenten en vruchten. Maar van al deze .producten kan alleen de bananenoogst geheel aan de vraag voldoen. Alle andere producten worden in te geringe hoeveelheid geteeld en moeten dan ook door import worden aangevuld. Daaren boven worden de behoeften aan vlees, melk, boter, steike drank, leer, kleding, zijde, hout, machines, petroleum, electrotechnische acti- kelen, cement, staaiwaren, chemische en me dische artikelen, zeep, cosmetische produc ten, parfums en snuisterijen in de meeste gevallen geheel door import gedekt. Industrie Er zijn ongeveer 200 fabrieken, die aan onge- veer 8000 arbeiders werk verschaffen. In hoofdzaak zijn het bedrijven, die zich toeleg gen op consumptie-artikelen en verbruiks- ai tikelen, zoals levensmiddelen, schoen- en meubelfabrieken. Ofschoon het land rijk is aan delfstoffen, is de exploitatie ervan door velschillende factoren niet lonend. In vele gevallen worden zij in bijna ontoegankelijke gebieden aangetroffen, waardoor de trans portkosten te hoog worden, terwijl ook de lonen vrij hoog zijn. Er zijn rijke mangaan en bauxit bergen, maar alleen goud wordt op commerciële basis gewonnen. Wellicht is er geen land ter wereld, waar de economische aspecten zo gunstig zijn als in Panama. Het beschikt over een blijvende af nemer in de Kanaalzone, wiens behoeften zeer groot zijn. Het bezit een rijke bodem, die terstond voor land- en tuinbouw en vee teelt geschikt te maken is. De Panamese re gering is er dan ook op uit om de economie op een hoger plan te brengen. Allereerst op het gebied van de agrarische productie, want aan deze artikelen is op het ogenblik wel de meeste behoefte. Toerisme Panama trekt jaarlijks duizenden toeristen. Het is een paradijs voor liefhebbers van vis sen, terwijl Panama City een cosmopoliti- sche hoofdstad is met een aparte bekoring. De schoonheid van het tropische landschap is bekend, terwijl uiteraard het ingenieuze kanaal, waardoor jaarlijks meer dan 2000 schepen varen, een van de voornaamste trek pleisters is. De luchtvloot Op 1 Januari 1949 bestond de luchtvloot van de K.L.M. uit: 37 Douglas DC-3, 11 Douglas C-54, 4 Douglas DC-4, 6 Douglas DC:6, 5 Lockheed L-49, 12 Lopkheed L-749, 7 Con- vair-liners, 2 Auster J-l. Totaal 84 vliegtui gen. Besteld zijn nog: 5 Convair-liners en een Douglas DC-6, die in 1949 zullen worden afgeleverd. Elf teams van het Nederlandsche Roode Kruis zijn op het ogenblik druk aan het werk om hulp te verlenen in de ontsloten gebieden van Indonesië. In hoofdzaak wijden zij hun krachten aan de burgerbevolking, die hun hulp het allermeest nodig heeft. De verwaarlozing, de besmetting en de onder voeding hebben in die streken immers zo veel langer geduurd dan in de rest van In donesië, waar het Nederlandsche Roode Kruis nu reeds drie jaar heeft gewerkt en waar het nog steeds niet „klaar" is. Voor iemand, die het niet gezien heeft, is het moeilijk zich een voorstelling te vormen van wat de Rode Kruis teams vinden. Dat is slechts met ontoereikende woorden te om schrijven: bergen van menselijke ellende. Zweren ter grootte van een flinke mannen hand zijn kleinigheden, wanstaltig opgezwol len en ontstoken ledematen komen dagelijks voor, oedeem en schurft zijn normale ver schijnselen. De tuberculose tiert welig en malaria heeft ontelbare slachtoffers de laatste krachten geroofd. En dan de talloze door ondervoeding tot op het geraamte ver magerde kinderenHet is een bovenmen selijke taak, waarvoor de Rode Kruis-wer- kers in die gebieden gesteld zijn; maar het is een dankbare taak tevens, omdat zij in zoveel gevallen kunnen helpen. Met kinine pillen kan men de malaria onderdrukken, met drie of meer injecties kunnen ze de framboesia genezen, met zalf kunnen ze de scabiës de kop indrukken. Vol vertrouwen komen de zieken naar de geïmproviseerde poliklinieken, waar de witte vlag met het rode kruis wappert: „Help ons!" Bij honderden komen ze, van heinde en ver. Soms uren lang strompelend over slecht on derhouden wegen en hobbelige bospaadjes. Soms gedragen op een bamboe-brancard door hulpvaardige dessagenoten. Ze worden niet teleurgesteld. De elf teams werken van de vroege morgen tot de late avond in Djocja, in Solo en in Blora. In Assahan zijn drie teams aan de arbeid en in het Tapanoelische twee. Van Batavia uit wordt Bantam verzorgd en de Rode Kruis-afdeling in Bandoeng zorgt voor de eigen omgeving; er is ook een team naar Oost-Java gezonden. Tien verpleegsters, die op het punt stonden om met de „Ruys" te repatriëren, zijn gebleven, toen de actie be gon; haar ervaring was te veel waard op dat ogenblik en die werd met liefde en toe wijding opnieuw beschikbaar gesteld. Op het ogenblik werken voor het Nederlandsche Roode Kruis in Indonesië 24 artsen en 300 verpleegsters, benevens 200 Rode Kruis- werksters en -werkers, die als verpleeghulp, als analyste, als apothekersassistente, als chauffeur of bij de administratie dienst doen. Honderden, neen duizenden injecties worden dagelijks gegeven. Duizenden wonden wor den gereinigd en tienduizenden lijdenden verzorgd. Neen, de bevolking van Indonesië vertrouwt niet tevergeefs op de hulp van het Rode Kruis; dat wil zéggen zolang het Rode Kruis kan rekenen op de hulp van het Nederlandse volk. Want de voorraden geneesmiddelen minde ren snel en als zij niet op tijd kunnen wor den aangevuld, dan kan het Rode Kruis óók niet veel meer doen. „•Simavi" en „Neder land helpt Indië" hebben het Nederlandsche Roode Kruis reeds enige malen geholpen door geneesmiddelen of gelden voor aan koop daarvan beschikbaar te stellen, doch er is altijd -méér nodig. In de allereerste plaats het kostbare neo-alasphine voor de framboesia bestrijding. Kostbaar in de dub bele zin van het woord; want dit wonder middel is in staat een der vreselijkste tro pische ziekten afdoende te genezen, maar het kost ruim ƒ11.000.per kg. Ook sca- biëszalf is nodig om de schurft de kop in te drukken en daarbij geconserveerde melk voor de kinderen, de lijders aan t.b.c. en de vele, vele ondervoeden. Deze hulp in de vorm van de hoog nodige geneesmiddelen moet uit Nederland komen! Er is voor dat doel een aparte postgiroreke ning geopend op no. 5840 ten name van het Nederlandsche Roode Kruis. Door de medewerking van de P.T.T. zal het echter ook mogelijk zijn voor diegenen, die slechts één gulden of minder kunnen bijdra gen, hun gaven te zenden. Daartoe kunnen ze op één of meer briefkaarten een bedrag tot 1 gulden aan postzegels plakken, dat door de P.T.T. aan het Nederlandsche Roode Kruis zal worden gerestitueerd. Deze brief kaarten moeten geadresseerd worden aan het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis, Prinsessegracht 27, Den Haag, met de vermelding: Hulp aan Indonesië. Het is in deze tijden moeilijk om in finan cieel opzicht te doen waartoe het hart dringt, maar met vele kleine bijdragen kan óók de grote som bijeengebracht worden, die nodig is om het onzegbaar leed te verzachten. Bedreigt de griep u? Weest berustend! de griep-bacil, ons allen lustend, stemt ons volstrekt niet verontrustend. Want professo ren, plechtig, waardig, zij zeggen: „Hij is zéér èoedaardigv" Natuurlijk zijn die profes soren, nog zélf door griep niet uitverkoren. Zij, (stoer), zij dienen „wind en weder" 'en staan nog achter hun catheder. Maar tóch: wij mogen hen bedanken, voor die bemoedigende klanken, omdat zij zeggen: „U moogt leven, bent niet te dode opge schreven, bij eindstand: Achtendertig7." En daar die uitspraak stereotiep is, (of schoon de ziekte typisch griep is), begrijpt u, wat de griep te doen vraagt: dat u slechts wol, en geen katoen draagt. Dus wacht niet eerst op de symptomen, maar flink wat Jaegertjes genomen, bedekt u warm met die Patent-wol, en met een laagje zalf, (van Menthol). Zeg niet: ,,'t Is allemaal verspil lingzeg niet: hij komt tóch wel, die rilling, die spieren-trilling, lijf-verkilling, o neen! want als hij mócht verschijnen, ver mindert het toch wél uw pijnen. Maar ja: ik kan niet garanderen, dat hij uw huisdeur zal passeren. Als nog normaal uw temp'ratuur is, en de bacil pas 'bij uw buur is, dan kan het komen tot een poging, een poging, zonder mededoging, dat hij (met koortsen of verhoging), ook u bezoekt, on danks adviezen, want -niemand heeft het voor het kiezen, 't Begint met een onschul dig niezen, en weldra komt het droevig knie zen, gevolgd door dokter's analyse: „Ontste king slijm- en and're vliezen" (gelukkig kost het geen deviezen). Ook uw privé-griep is verschenen, u rilt, van 't hoofd tot in de tenen. De spier verstrakt'r en verzwakt'r, maar tóch (een zeer voorna me factor), die griep is édel van karakter! „Jaja(zegt de Gezondheidsraad, die speurend door Europa gaat), „die griep is soepel, vlot en vaardig, en zijn karakter is goedaardig. Ontvang hem met wat aspirine, maar niet met nytro-,glycerine, vermijdt dat véél te scherpe spul. Een lobbes is 'teen goeie sul!" Welnu, wat kan men méér verlangen? Wie zou dan weig'ren, te ontvangeneen wezen, aardig en boetvaardig, wie wordt dan niet, als hij, goedaardig? Dus, toen hij ook bij mij verscheen, (wat wankel, en vermoeid ter been, zei ik beleefd: „Meneer Bacil! Kom binnen! Volg uw eigen wil! Jajaga zitten, en kom binnen, we zullen met citroen beginnen. Nee, u bezorgt volstrekt geen last. de hete kwast staat op de kast!" „Gaan zitten?" zei hij, „niks d'r van! Gaat u maar liggen, beste man!" En als de alleroudste Opazo lig ik thansèn heel Europa! Maar één ding kan ons allen troosten: als van het Westen tot het Oosten, Europa warm te bedde ligt, dan wordt er niet veel kwaad gesticht! Als alle Europese volken, te bed het vredeslied vertolken, verrijst charmant, van land-tot-land, de eenheid, door het ledikant! En doden vallen er niet veel. Geen doden. Neen. Integendeel. GOUD TE KOOP Een makelaarsfirma in New York biedt goud te koop aan en dat heeft nogal wat sensatie verwekt, omdat de handel in goud reeds sinds 1934 in Amerika verboden is. Dit verbod betreft echter alleen „fijn goud", waaronder men het edele metaal in staven of munten verstaat; voor industrieel ge bruik, voor het juweliersbedrijf en voor de tandtechniek worden aankoopvergunningen gegeven. De bovenbedoelde makelaarsfirma is nu op de listige gedachte gekomen goud aan te Jjieden in de vorm, waarin het in de natuur wordt gevonden. Dit is dus ongeraf fineerd stofgoud en goud in korrels, dat een gehalte heeft van 850 gram zuiver goud op een kilogram van het materiaal. Het gehalte van het geraffineerde goud is belangrijk ho ger en bedraagt 995 tot 990 gram per kilo. Nu is het merkwaardige, dat dit ruwe goud aangeboden wordt voor 39,50 dollar per Engels ons (31 gram), terwijl de officiële prijs voor fijn goud 35 dollar bedraagt. Dit wil dus zeggen, dat de officiële goudprijs, berekend naar het gehalte aan zuiver goud 23% lager is dan het ongeraffineerde goud in de vrije verkoop, m.a.w. de officiële goud prijs is te laag. Hieruit blijkt, dat ook de dollar voor een belangrijk percentage gede valueerd is. Dat de goudprijs te laag is, wordt trouwens voortdurend betoogd door de eigenaren van de goudmijnen in Zuid-Afrika, die bij de thans geldende dollarkoers het goud niet te gen lonende prijs kunnen winnen. Waar schijnlijk zal het Amerikaanse departement van financiën zich echter verzetten tegen een vei hoging van de goudprijs, omdat daar grote internationale gevolgen aan verbonden zouden zijn. Verwacht wordt dan ook, dat men nu ook de handel in het ongeraffineer de goud zal verbieden. DE GROOTSTE STAD VAN DE WERELD De grootste stad van de wereld is niet Lon den of New York, maar Kiruna in het uiter ste noorden van Zweden. Deze stad heeft n.1. een oppervlakte van 13000 vierkante ki lometers, wat -meer dan een derde van ge heel Nederland is. Aan inwoners is deze stad niet zo rijk, want de totale bevolking bedraagt maar 19.000, waarvan er 14.000 in de eigenlijke stad wonen en de rest dunne tjes verspreid over de geweldige uitgestrekt heid. Toch is Kiruna een plaats van grote betekenis, want men vindt op haar grondge bied de rijkste ijzermijnen ter wereld. Er liggen daar ware ijzerbergen van een bijzon der hoog ertsgehalte. Niet alleen bestaan de bergen geheel uit ijzererts, maar ook de on dergrond. Men heeft al tot 1000 meter diepte geboord en nog steeds is het al ijzer, wat men vindt. Dagelijks vertrekken dan ook uit Kiruna 25 treinen, met ieder 35.000 ton erts, die grotendeels worden verscheept in de Noorse haven Narvik, die in de oorlog zo bekend is geworden. In het laatste boekjaar maakte de Kiruna IJzer Maatschappij een winst van niet minder dan 126 millioen Kr. i64 Daarna werd hij op de grond ge worpen, terwijl de vijanden zich van de paarden metester maakten en er in draf van door gingen. 265. Toen de schildwacht er eindelijk in geslaagd was de mantel van zijn hoofd te ifrekken, was er geen spoor van de vijanden meer te bekennen en maast hij zijn te hulp gesnelde kameradien viertel len wat er was gebeurd. 266. Vooral toen bleek, dat bijna alle paarden waren gestolen, begreep majoor Byng dat een vervolging nutteloos was, en dat men voor de zoveelste maal was beetgenomen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1949 | | pagina 3