Minister Lieftink en de rente- DE VELDMUIS* Engelandspiel blijft in de doofpot IN DE HOEK. U1TGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Officiële mededelingen. Burgerlijke stand. SOESTER COURANT Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. 25e JAARGANG No. 21- BureauVau Weedestraal SS Teleioon 2566 - Giro 126156 Abonn. per kwart, f 1.50 - p. post f 1.75 DINSDAG 15 MAART 1949. Minister Liefünck heeft in het parlement nogmaals verklaard, dat hij geen afstand doet van de lage rente. Dit systeem om de rentevoet zo laag mogelijk te houden noemt men de ,,goedkoop-geld-politiek". Nu kan de regering die rente niet geheel beheersen, want wanneer de algemene richting van de economische ontwikkeling naar een hogere rente voert, kan geen enkele regering dat proces geheel tegenhouden. Wij zien dan ook in ons land al langzamerhand de rente ho ger worden. Toch is het opvallend, dat bij de huidige schaarste aan kapitaal de rente- opbrengst nog altijd zo matig blijft. In fi nanciële kringen heeft men daar vele be zwaren tegen, die zonder twijfel grotendeels gerechtvaardigd zijn. Iets dat meer gevraagd dan aangeboden wordt, is nu eenmaal altijd veel waard en het zou dus logisch zijn, dat in een tijd van grote kapitaalbehoefte een hogere rente wordt berekend. Maar ook in tern, d.wa. voor de financiering van de be drijven uit eigen middelen, is een hogere rentevoet van betekenis. Want door de nor male vrucht van het ingestoken kapitaal op een hogere rente te becijferen, kan men grotere reserves kweken. Ook is een hogere rente het beste middel om nieuw geld in de ondernemingen te doen steken, maar zoals de toestand op het ogenblik is, tonen de beleggers niet veel geneigdheid hun geld in bedrijven riskeren. Daarvoor is de ren tevergoeding op 't ogenblik te laag* Vooral wanneer daarmee de dividendstop gecombi neerd wordt, zodat ook bij het dragen van het volle bedrijfsrisico toch maar een be perkt dividend kan worden uitgekeerd, is de atrimo voor geldbelegging te gering. Als er dan toch zo weinig rente wordt gekweekt, neemt men liever obligaties of inleggingen bij spaarbanken, die evenmin veel opleve ren, doch dan ook minder risico dragen. AI deze argumenten pleiten dus voor een hogere rentevoet, maar toch staat daar heel wat tegenover. De Minister heeft ook van zijn kant klemmende argumenten voor de lage rente. Als de interest wordt verzwaard, zou ook de staat alleen tegen een hogere rente kunnen lenen en dus veel meer geld moeten uittrekken om de staatsschuld te financieren. Die hogere interest moet, zoals vanzelf spreekt, betaald worden uit publieke middelen en deze worden met belastinggeld bijeengebracht. Een stijgende rentevoet zou dus in de eerste plaats betekenen hogere belastingen en daar heeft niemand oren naar. Maar ook voor de particuliere onder neming is een stijgende rentevoet lang niet zo gunstig als men dat thans dikwijls voor stelt. Want iedere 'vorm van crediet wordt dan duurder. Onverschillig op welke wijze men geld van anderen gebruikt om een be drijf te laten draaien, altijd zal men duurder uit zijn naarmate de rentestand hoger is. Tal van ondernemers zouden er dan ook ze ker niet bij gebaat zijn als juist nu de- ren tevoet snel ging stijgen. Daarom kunnen wij ons goed voorstellen, dat de regering nog altijd de voorkeur geeft aan het laag- houden van het rentepeil, of beter gezegd aan het remmen van de stijging. Iets geheel anders is echter het handhaven van de dividendstop al wordt die dan ook wat minder dwingend gemaakt want daarbij gaat het om geheel andere vraag stukken. De hoofdzaak is hier een restant vande „verdeelde-armoede-politiek" van Prof. Schermerhorn, waardoor men wil'de voorkomen, dat te grote verschillen in in komen op zouden treden tussen de beleg gers en de bezitloze massa. Daardoor is ech ter de natuurlijke controle op de rentahili- teit van de bedrijven grotendeels uitgescha keld terwijl tegenover de toenemende risi co's niet voldoende compensatie staat. Naar mate wij verder van 'de oorlogseconomie verwijderd raken, zal het de regering niet meevallen om in dit opzicht zo dwingend te blijven optreden. In oorlogstijd diende de di videndstop als hoeksteen van de prijsstop. Nu langzamerhand de overheidsbemoeienis sen met de prijzen verdwijnen, is het niet anders dan natuurlijk, dat ook da beperking van de dividenden verdwijnt. Wij verwach ten dan ook, dat in een niet al te ver ver wijderde toekomst Minister Lieftinck de di videndstop zal moeten prijsgeven. Noig voor de behandeling van de zaak Van der Waals voor de Raad van Cassatie het Smeulende vuoir van de discussie kon 'doen oplaaien, heeft het invloedrijke Engelse dagblad „Mandhester Guardian" verse brandstof aangesleept om de vlammen weer hoog op te j^gen. Er is in de afgelopen jaren veel gepubli ceerd over het ,,Engeland-spiel" of „Nord- polspiel", zoals het ook wel genoemd wordt, maar ons volk is-er weinig wijzer «door ge worden. Naar onze mening js het enige re sultaat van de artikelenlawine geweest, dat illegale strijders zich verbitterd hebben af gevraagd waarvoor ze nu gevochten had den en verder in brede kringen de opinie heeft post gevat, dat de Nederlandse dien sten in Londen er niets van hebben terecht gebracht. In zijn geheel heeft deze spion- nage-affaire de indruk gevestigd, dat er terwille van persoonlijke relaties of posi ties vele dapperen zijn opgeofferd. Mr v. d. Starp, de verdediger van Van der Waals, heeft in zijn brochure over het Eng- land-spiel de veronderstelling aan de hand gedaan, dat de 'Engelse Geheime Dienst willens en wetens de beste krachten van West-Europa heeft opgeofferd om Groot- Brittannië na de oorlog weer de eerste plaats in de rij der volkeren te kunnen ver schaffen. Het is mogelijk, dat mr v. d. Starp dit oprecht meent, doch deze suggestie lijkt ons toch al te naief. Immers, de positie >van een land wordt vooral direct na een oorlog, meer bepaald door zijn economi sche kracht dan door het beschikbaar zijn van jonge, opofferingsgezinde mensen. En dat Engeland -ons, vooral direct na de .be vrijding, juist economisch heeft gesteund, zal zelfs mr v. d. Starp niet durven ont kennen. Het artikel in de „Manchester Guardian" is meer een opwekking om opening van de boeken, dan een recapitulatie van de feiten. Ook dit Engelse blad tast pog in het duis ter omtrent de ware toeloop van de ge schiedenis. In ons laoid wordt -gewacht op het rapport van de parlementaire enquête-commissie. Dit wachten lijkt ons overbodig. Naar onze mening zal ook dit rapport geen volledige opheldering geven, omdat er geen enkele instantie of regering zich verantwoordelijk wil verklaren voor de wijze waarop dit Ne derlands-Engelse drama zich heeft vol trokken. In het kort komt het hierop neer. In Enge land werden vrijwilligers opgeleid tot agent van de -geheime dienst. Na hun training werden zij per parachute boven Nederland neergelaten om hier te lande een goed functionmerend spionnage-net op te 'bou wen. In 1942 kreeg de Duitse Sicherheits- dienst de eerste mensen van deze groep in handen. Zij dfwongen enkele van deze agen ten naar Engeland te seinen en zodoende uit te lokken, dat er meer agenten werden gestuurd, die dan door Schreieder en zijn dienst werden gearresteerd. Door handig optreden van enkele agenten werd Londen gewaarschuwd', dat de Sicherheitsdienst hen had gevangen. Toch werden nieuwe agenten gestuurd. Waarom? Laten wij ons eerst eens afvragen welke waarde de S.D. aan deze nieuwe agenten kon hechten. Wisten zij iets over de toe stand in Engeland? Neen, want gedurende hun opleiding werden deze mensen geïso leerd. Maar Schreieder en zijn chef Giskes maakten telkens een uitstekende beurt, door een Nederlandse agent uit Londen te kunnen arresteren. Daarom ligt de veronderstelling voor het grijpen, dat Van der Waals op één punt niet liegt, n.1. dat Schreieder voor de Engelse Intelligenoe Service heeft gewerkt. De vijftig Nederlanders, die werden geofferd, waren de prijs, die Londen betaalde aan Berlijn om man nen als Schreieder en Giskes te dekken. De trage uitlevering van Van der Waals, die na de bevrijding in Duitsland voor de jFntelligence Service werkte, wijst boven dien in die richting, evenals de opzienba rende uitspraken als „onschuldig" en „cor rect" over Scihreieder. Daarom hadden ook de twee Nederlanders, die uit de Duitse gevangenis in Haren ont snapten en naar Engeland ontkwamen, geen succes met hun waarschuwingen. Zij wer den als „verdacht" gebrandmerkt en zelfs gedegradeerd! In de oorlog wordt het individu Opgeofferd aan de massa. Daar valt -niet aan te ontko men. Wanneer een bataljon in een wanho pige positie verkeert, kan een peleton van dertig man opgeofferd worden oan de rest van de manschappen te redden. Wanneer het besluit daartoe wordt genomen, wijst de commandant het peletan aan. Maar er blijft een theoretische kans dat zij het le ven behouden of als krijgsgevangene het einde van de oorlog kunnen afwachten. Het geval met de Nederlandse agenten ligt anders. Zij boden zich vrijwillig aan om gevaarlijk werk te doen. Zij hadden ook een andere taak kunnen krijgen, maar neen, Zij vroegen om de moeilijkste. Echter, zij vroe gen niet om rechtstreeks voor het vuur- peleton te worden gebracht! Zij die opge offerd zijn in het England-spiel is dit wel overkomen. De hoogste chefs in Londen hebben gewe ten wat er plaats vond. Zij waren uitste kend geïnformeerd. Giskes en Schreieder wérkten immers voor hen en bovendien» hadden Nederlandse agenten reeds waar- 'Schuwingen doorgegeven. Zo kregen de vrijwilligers, die naar Neder land, werden gevlogen, niet de kans waarop zij recht hadden. Zij waren kinderen des doods, reeds tijdens hun opleiding. Niet als dienstplichtig soldaat aa»n het front, doch als vrijwilligers, die ook een rustig leven hadden kunnen leiden. De verantwoordelijkheid daarvoor durft niemand openlijk te n.emen. Niet de leiding van de Intellïgence Service, noch enige re gering. Daarom zal het England-spiel in de doofpot blijven, als een sombere tragedie, waarover zelfs het licht der waarheid niet mag schijnen. Dit blijkbaar onschuldige diertje gebruikt per dag 35 gram. Op zichzelf vormt dit geen reden voor vernietiging, maar wan neer U weet, dat het rantsoen hoofdzakelijk uit graankorrels bestaat en dat deze dier tjes op het ogenblik in millioenen exem plaren onze akkers bevolken, dan wordt het aannemelijk, wanneer hierop nog eens extra de aandacht wordt gevestigd. Inderdaad, het is noodzakelijk, dat men aan dit vraatzuchtige dier, de veldmuis, meer aandacht schenkt. De boer kan er zeker van zijn, dat zijn oogst een lelijke tegenvaller zal geven, wanneer de veldmuizen vaste voet hebben gekregen op zijn akkers. Be halve dat zij de graankorrels eten en ver spillen, vernielen zij de wortels van het gras- en klaverdek. En de tuinder zal er rekening mee moeten houden, dat er van zijn gewas weinig overblijft, wanneer de veldmuizen het hierop hebben gemunt. Zelfs de vruchtbomen laten zij niet met rust. Dit jaar bestaat er alle kans, dat de veld muis zijn vernietigend werk op grote schaal zal verrichten. De zachte winter heeft de voortplanting zodanig bevorderd, dat nu reeds in verschillende streken van ons land van een veldmuizenplaag kan worden ge sproken. De mogelijkheid voor uitbreiding over alle provincies is niet gering. Zodra men zijn aanwezigheid op de akker constateert, dient men de plantenziekten- kundige dienst te Wageningen hiervan di rect in kennis te stellen. U kunt de bestrij ding zelf ter hand nemen door in de mui zengaten vijf tot tien muizenkorrels te strooien, bij voorkeur uit een fles, opdat door de geur niet wordt verraden, dat de korrels door mensenhanden zijn gelegd. De muizen zijn dan slim genoeg de korrels te versmaden! Treden de diertjes op uw akker of in uw tuin in groten getale op, dan zal de plan- tenziektenkundige dienst de bestrijding op zich nemen. Weest dus gewaarschuwd en overtuigt u er van, dat uw akker vrij is van deze vraatlustige kostgangers. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter algemene kennis, dat ter se cretarie van Soest ter inzage is gelegd een verzoek met bijlagen van H. Woud, Veldweg 47, Westzaan, om vergunning tot het oprichten van een mrïchiiiing tot verwerking van kaas tot poedervorm» in welke inrichting zullen worden ge plaatst 10 eiectromotoren mei een geza menlijk vermogen van 48i/2 P.K., ïin per ceel Middelwijkstraat 38, kadastraal be kend in sectie H no- 6442. Op 25 Maart 1949 zal gelegenheid be staan om bezwaren tegen dit verzoek itn te brengen. Daartoe zal op die dag des voormiddags elf uur ter secretarie zit ting worden gehouden. STILLE OMGANG. In de nacht van Zaterdag 26 e,n Zondag 27 Maart a-s- zullen de deelnemers aan de Stille Omgang uit Soestdijk, Soest, Sioesteibcrg en Hoogland wederom hun nachtelijke tocht door Amsterdams stra ten maken. Naar schatting zullen ook dit jaar weder om pl.m. 400 personen aan de Omgang deelnemen. GESLAAGD. Voor het examen Maatschappelijk Werk ster» uitgaande van de Nederlandse Ver eniging "voor Gemeentebelangen» slaagde onze plaatsgenote Mej. E. Sègers. DE BAZAAR IN EEMLAND. Zoals reeds gemeld wordt door de C-O.V. „Beatrix" morgen en Donderdag in Eem- land een grote bazaar gehouden. Morgen middag te 3 uur zal de opening plaats hebben door onze Burgemeester, Mr. S P. Baron Bentinck. Vooraf echter zal Z- Edelachtbare worden geïnstalleerd als ere-voorzittex van de C-O.V. „Beatrix", waarom de ledien wor den verzocht zoveel mogelijk aanwezig te zijn. CHR. LYCEUM. VOOR AMERSTOORT E.O. Waar ook de Christelijke Soastenaren lang op gewacht hebben, staat nu fc ge beuren. Ruim 25 jaar geleden toch werd reeds een poging gewaagd, om in Amers foort éen Chr. inrichting te krijgen voor Middelbaar en Voorbereidend Hoger On derwijs- Deze poging leed echter volko men schipbreuk. Vlak voor de oorlog wilde men weer een poging wagen, doch de vijandelijke over val in 1940 maakte, dat men allo werk moest staken. Onmiddellijk na de oorlog werd de zaak weer aangevat en op 31 October kwam de Stichting voor Chr- Middelbaar en Dat er rare snijbonen op onze aardbol rondwandelen» daarover zijn we het wél eens- Kortgeleden ontdekte ik in onze gemeente een wel zeer bijzonder exem plaar. Het stopbord der bewaakte overweg bij station Soestdijk wordlt omgetrokken en langzaam komen de spoorbomen omlaag. Misschien, dat de man achter het stuur ergens door afgeleid werd, hoogstwaar schijnlijk was hij ook niet bekend mte(t de plaatselijke situatie. In ieder geval verminderde de naderende auto niet z'n vaart en een botsing niet de neerkomen de bomen was onvermijdelijk. Met een akelig geluid van scheurend me taal komt de auto tol staan en wat even te voren nog Oen behoorlijke wagen wa% is nu een hoop verwrongen ijzer en al tijen nog maar goed voor de sloper. De bestuurder klimt uit de wrakstukken en is schijnbaar ongedeerd- Hier en daar heeft een schrikkreet ga- klonken, maar pal achter mij hoor ik een geluid, dat niet op schrik duidt Integendeel, het is een min of miaer ge nietend gesnuif. Als ik me omdraai staat een man handewrijvend het tafreel in zich op te zuigen. In het eerst dact« ik, dat dit de wijze van reageren was van deze man op dit ongeluk» maar spoedig wist ik beter. Als hij ziet, dat ik hem aankijk, zegt hij: „Prachtig was dat he? Wat een botsing. Jammer, dat hij niet een klein beietje meer naar links zat, dan was de hole bovenoouw er af gerukt"- Als ik de man vol stomme verbazing blijf aankijken, zegt hij: „dat is nu het mooi ste, dat ik Itan meemaken. Dat mag ik graag zien. >k Vind het een prachfgezicht als zon auto zich te pletter rijdt". U vindt het onwaarschijnlijk lezer, maar het is zo- Het js misschien niet woorde lijk hetgeen die man zei» maar hier kwam het toch op neer. Hij vond het „heerlijk", hij vond het „prachtig". Op mijn veronderstelling, dat het toch mensenlevens had kunnen kosten, ant woordde hij een beetje stug, waarschijn lijk omdat hij in mij geen meegenietee voelde» dat zo iets vreemd genoeg, mteost- al goed afliep. U weet het dus auto- en taxi-rijdende Soesters. Als u straks ergens in schot ven wordt gereden, staat er een dorpsge noot in zijn handen te wrijven en zegt in extase: „wat een pracht, walt een heer lijkheid". H. OEKMAN. Voorbereidend Hogeronderwïjs tot stand. Ondanks alle moeilijkheden werd deae poging bekroond, want op 28 Februari 1949 ontving het Bestuur der Stichting van de Minister van Onderwijs, K- en W. bericht, dat hij de rijkssubsidie M-O. aan een te openen Lyceum voor Amersfoort en omstreken zou bevorderen, bi de op 5 Maart 1949 gehouden be stuursvergadering is dan ook besloten, het Chr. Lyceum te Amersfoort zo mo gelijk 1 Sept. a-s. te openen. Dat bete kent, dat het bestuur nu reeds zo onge veer moet weten, voeveel leerlingen mpt 1 September de school zal moeten her bergen, Daarom verzoekt het bestuur nu reeds aangifte van candidaat-lcerlinge»*' Bovendien zal het bestuur spoedig moe ten overgaan tot bet benoemnn van een rector en straks van leraren. Door medewerking van de voorstanders van Chr. onderwijs, ook in onze gemeen te kan veel bereikt worden in betrekke lijk korte tijd. Men vraagt nog al eens: „Wat is eigenüjk een Lyceum?" Kort samengevat: Een Hogere Burgerschool en een Gymnasium in een onderwijsinrichting! Hoe dat kan? De le en 2e kl. zijn voor alle leerlingen gelijk. Daarna worden de klassen ge splitst. Een deef, dat wordt opgeleid voor hét einddiploma H.B.S. en een ander deel, dat vanaf de derde klas een gym nasiale opleiding ontvangt- Het gro#e voordeel daarvan is, dat de ouders niet terstond, wanneer hun kind de lagere school gaat verlaten, moeten beslissen, welke studierichting ze voor hun kind zullen kiezen. Ze kunman daarmede nog twee jaar wachten en hebben dan dus tevens gelegenheid, om te zien, waarvoor hun kind het meest geschikt is, HBS. of Gymnasium. Dit voordeel wordt al- lerwege zo belangrijk gevonden, dat de Lycea in ons land overal meer dan vol zitten. Zijn er dan geen nadelen. Zeker en zeer belangrijke. Een kind, dat in de derde klas komt en een gymnasiale opleid ia»;-' moet hebben, moet nu voor oude talen Latijn en Grieks dezelfde leerstof, waar een gymnasium zes jaar over doetj nu in vier jaren verwerken. Velen vooral mensen van hef gymnasium meenden, dat zulks onmogelijk was co voorwaar 't is moeilijk en zwaar, maaa; de vele Lycea in ons land hebban getoomd, dat het uitstekend kan. Voor aangifte van leerlingen zie mem de advertentie in ons laatsjte nummer.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1949 | | pagina 1