Niet in geld, maar in goed. Hitier s erfenis. Roof en drankzucht! Officiële mededelingen. IN DE HOEK. Meningen van onze lezers. SOEST. SOESTER COURANT Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Abonn. per kwart- f 1-50 - p. post f 1.75. DINSDAG 23 AUGUSTUS 1949. Bureau: Van Weedestraat *5 - Telefoon 2566 - Giro 126156 25e JAARGANG. No- 61- „Zit er geen tegenspraak in de redene ring, dat een waarde-verlaging van de dollar een voordeel voor Europa zou zijn?" schrijft een onzer lezers, naar aanleiding van ons artikel „Het hoge woord is er uit." „Want," zo gaat hij voort, „als de dollar in waarde wordt verlaagd, zullen de prijzen in Amerika stijgen en dan is er eigenlijk niets ver anderd. Wat wij dan winnen door de la gere goudwaarde, gaat weer verloren door de hogere prijzen." Dit lijkt volkomen logisch en op den duur zou dit effect ook zeker optreden, maar zo eenvoudig als de lezer het stelt is dit toch niet. In de eerste plaats moet men steeds in aanmerking nemen, dat de Ver. Staten veel meer uitvoeren dan invoeren. Daardoor is het voor de Ame rikaanse prijzen niet van directe invloed wanneer de goudwaarde van de dollar wordt verminderd. Dit is ook de oor zaak, dat de internationale wisselmarkt op de Amerikaanse prijzen lang niet die overwegende invloed heeft, welke wij in Europa kennen. Europa voert immers meer in dan uit. Daardoor zou een prijsstijging zich in Amerika slechts langzaam voltrekken en intussen Euro pa voldoende lucht geven om uit de moeilijkhdeen te komen. Maar ook zonder dat ingrijpen komt er onvermijdelijk meer lucht, alleen zal het nu met meer spanningen gepaard gaan. Want het is in laatste instantie niet het geld, dat de wereldhandel be heerst, maar de productie. Een van de vergissingen van na de oorlog is juist geweest, dat men meende met finan ciële voorschriften en regelingen de eco nomie te kunnen beheersen. Thans is wel gebleken, dat men hiermee alleen bereikt heeft, dat niemand meer weet wat hij aan geld bij internationaal ver keer heeft. Ondanks alle vaststelling van wisselkoersen bij internationale overeenkomsten is het geld in het inter nationaal verkeer nog nooit zo weinig waardevast geweest als op het ogenblik. Wat voor de oorlog alleen van de Duitse mark gezegd kon worden, en waarvoor de financiers uit andere landen de neus optrokken, dat geldt nu voor de munt van vrijwel alle landen: niemand weet meer, wat de werkelijke waarde eigen lijk is. Soms hoort men plotseling van leveranties tegen abnormaal lage prij zen, maar later blijkt dit samen te han gen met „tegenprestaties" die al even duister zijn; zo bijv. de boter-tegen- steenkool-overeenkomst tussen Enge land en Denemarken. Maar terwijl De nemarken volgens deze overeenkomst boter aan Engeland verkoopt tegen de prijs van 2.85 per kg, gaat de Deense boter naar Zwitserland voor 3.80. Hierdoor blijkt wel, dat de pogingen om het geld te stabiliseren door vastlegging op een goudprijs volkomen gefaald hebben. Niemand minder dan de grote Engelse econoom Keynes zelf, die min of meer de vader van het systeem is ge weest, sprak aan het eind van zijn leven twijfel uit aan de juistheid van zijn eigen theoriën, die trouwens door de feiten op hardhandige wijze waren ge logenstraft. Herziening in aantocht. Maar de wereld zit met de gebakken peren en niemand weet meer hoe de chaos moet worden opgeredderd. Intus sen neemt overal in Europa de produc tie toe, waardoor de druk op de gelds waarde groter wordt. Een stijgende pro ductie betekent, dat er meer waarde wordt voortgebracht, waardoor de in trinsieke waarde van het betaalmiddel stijgt. In gewoon Hollands betekent het, dat de prijzen moeten dalen. Maar deze toenemende productie betekent ook, dat juist door de tegenstelling van het Eu ropese geld tot het Amerikaanse Euro pa meer en meer tot onderlinge handel zal moeten komen. Daartoe moeten echter de boeien, die de internationale muntbevriezing aan de onderlinge han del heeft opgelegd, verbroken worden. Dit is wat thans ongetwijfeld voor de deur staat en wat hoogstwaarschijnlijk in het komende najaar zal plaats vin den onder de term „algemene valuta herziening". Dit is een mooi woord, waar het brede publiek weinig van zal begrij pen, doch dat eigenlijk alleen de erken ning inhoudt, dat de economie het geld beheerst en niet het geld de economie. Eén onzer dagbladschrijvers keerde dezer dagen terug van een reis door West-Duitsland. Bij zijn terugkomst hebben wij thuisblijvers hem vra gen gesteld, vragen, waarvan wij ver onderstellen, dat ze in iedere Nederlan der opkomen, die dit geteisterde gebied nog niet zag. En natuurlijk kwam als eerste de vraag bij ons op: „Zie je nog veel puin? Of verrijzen er al nieuwe straten?" „Ik ben in Keulen, Wiesbaden, Frank fort en Dtisseldorf geweest, zelden zag ik een nieuw gebouwde woning, maar er is nog veel puin, puin en nog eens puin. Af en toe ziet men uit de brokstukken een los gebouw oprijzen; hier heeft dan een particulier een puinhoop opgekocht, waarvan nog een paar muren bruikbaar zijn en op eigen kosten laat hij hier een kantoorgebouw of winkel van maken. Vanzelfsprekend laat geen particulier hier een woonhuis optrekken en de over heid doet niets, absoluut niets. De stra ten. voor zover het de hoofdwegen be treft, zijn vrijgemaakt een bomtreeh- tertje hier en daar vindt men overigens nog heel gewoon en de zijstraten zitten meestal nog „dicht". Geen verkeer mag hier door." Onvermijdelijk rees toen onze vraag: „Is de bevolking arm?" „Ja, de mensen maken een uiterst sjo fele indruk. Hier, waar de wind het stof van het puin over mannen, vrouwen en kinderen stuift, hier nog in het aange zicht van de dood, die voorbijtrok, siert men zich nog niet op. De vrouwen lopen niet in new-look en hebben niet de laatste eold wave in de haren, hief dra gen de mannen nog geen nylon-sokken en hier zijn de kinderen kleine havelo zen. Maar ook al zouden de mensen weer lust krijgen meer aandacht te gaan be steden aan hun uiterlijk, het geld ont breekt hun ten enenmale. De winkels liggen vol luxe artikelen en er is niets, dat men er niet kan kopen, doch de prijzen zijn dermate hoog, dat vrijwel niets verkocht wordt. Goed gesitueerde lieden met een vrij beroep, zijn reeds lang uit deze puinstreek vertrokken en hebben elders een heenkomen gezocht; de arbeidersbevolking die niet weg kan trekken, alsmede de ambtenaren ook de hoge ambtenaren hebben lage lo nen. De inkomens liggen lager dan in Nederland, vooral de arbeiderslonen, terwijl men er bovendien minder voor kan kopen dan hier. Ik sprak een hoog geplaatst ambtenaar, die mij vertelde dat hij twee maanden geleden nog voor zijn hele maandsalaris slechts één pond zwarte boter kon kopen." „Is er nog veel op de bon?" „Nee, bijna alles is vrij. Als vreemde ling kreeg ik een grote levensmiddelen kaart maar geen hotel heeft een bon gevraagd?" „Merkt men veel van vluchtelingen uit de Oostzone?" „Ik heb er geen ontmoet, maar volgens de verhalen is dit aantal niet zo groot; het zijn bovendien practisch nooit „ge wone" burgers, maar fabrikanten e.d., die hun bezit trachten veilig te stellen tegen nationalisaties." „Is de bevolking van West-Duitsland anti-Russisch?" „Ja, uitgesproken, maar men krijgt het gevoel, dat zij dit niet zozeer uit eigen overtuiging zijn. In de eerste plaats is er heel wat van de Goebbelspropaganda blijven hangen en ik moet zeggen, dat, of men nu in de Franse of in de Ame rikaanse zones komt, de kranten als 't ware er een soort sport van maken el kaar te overtreffen in een dagelijks anti Sovjetartikel." „En hoe is het nu met de jeugd? Zijn de verhalen waar, die men hier in Neder land altijd weer hoort over de gedemo raliseerde jonge Duitse generatie?" „Die verhalen zijn maar al te waar. Voor de jeugd tussen 15 en 20 jaar zijn er veel te weinig scholen, werk is er niet, gezonde ontspanningsmogelijkhe den als sport zijn er niet het gevolg is een jeugd, die vrachtwagens over valt en leegplundert, een jeugd die rooft, leegloopt en verziekt. Daar komt bij dat er teveel drank vloeit in het West-Duit se land. De Duitsers hebben een zieke lijke neiging naar feestvieren en te pas en te onpas wordt er gefeest. Tijdens mijn reis heb ik ontelbare dronken feest gangers gezien, men vierde carnaval (of het er de tijd voor was deed er niet toe) en wat al niet meer. Om het andere dorp waar ik door reed, was het kermis. Dit alles draagt er niet bepaald toe bij de jeugd op waardige wijze groot te bren gen." „Heb je veel militair vertoon gezien?" „Nee, alleen in Wiesbaden zag ik enige militaire activiteit, maar over het alge meen ziet men weinig machtsvertoon. In de Franse zone moet je elkaar be paald aanstoten, zo van: „Hé, kijk, daar gaat een soldaat!" „Hoe is het met de kunst? Is er iets te bespeuren van tentoonstellingen of van een schouwburg?" „Bioscopen en schouwburgen zijn er nog maar zeer weinig. Mede daardoor is het volk zo „op eigen initiatief" gaan feest vieren; er valt niets andres te beleven. Ik heb tijdens mijn hele reis slechts één tentoonstelling aangekondigd gezien dat was in Wiesbaden, waar de terug gekeerde meesterwerken tentoongesteld zouden worden." „Hoe staat het met de Duitse literatuur. Zie je veel nieuwe werken in de etala ges van de boekwinkels liggen?" „Nee, het is opmerkelijk, dat, in welke stad en bij welke boekenzaak je ook komt, je geen nieuwe Duitse literatuur ziet. Zelfs geen moderne buitenlandse werken in het Duits vertaald." „Schrijf je dit toe aan papiergebrek of tekort aan drukkerijen?" „Beslist niet. Er is papier in overvloed in Duitsland en ook drukgelegenheid. M.i. zijn de West-Duitse boekenetalages symptomatisch voor de West-Duitse geestesgesteldheid: men ziet tal van, voor de jeugd in de eerste plaats on gezonde sensatieliteratuur over „Liebe und Ehe" en op de tweede plaats nog wat Heine, Goethe en Nietzsche en boeken over astrologie." „Hoe staat het met het fascisme in het Westen Denk je dat er nog fascistische activiteit is?" „Ongetwijfeld zal er een neo-fascistische activiteit zijn, hoewel ik als vreemdeling daar natuurlijk niet veel van kon mer ken. Maar uit de gesprekken, die ik met alle soorten Duitsers had is mij wel ge bleken, dat vele vormen van nazisme weer uiterst welkom zijn. De partij, die weer een Hitlerjugend opricht, krijgt onmiddellijk een grote aanhang; met weemoed in de stem spreken vele Duit sers nog over de „H.J," „Is er inderdaad een vrouwenover schot?" „Ja, dat is zeer groot en zowel door deze factor als door de ongezonde wo ningtoestanden, neemt de bevolking niet alleen enorm toe, maar het aantal meis jes van dertien, veertien jaar, die nog kinderen zijn, is ontstellend gering. De armoede die alleen al bewezen wordt door het feit, dat 30 pet. van alle Duit sers geen eigen bed heeft, dat 14 pet. daarvan op een geimproviseerd bed slaapt en 4,6 pet. zelfs geen matras heeft het uitzichtloze leven in het puin en de werkeloosheid veroorzaken een met de dag groter wordende demo ralisatie." „Hoe gaat het met de handel van de kleinere zakenlieden?" „Alles is zo onregelmatig. De ene week krijgt men een partijtje goederen van het ene soort en als dat weer uitver kocht is, komt er een partij totaal an dere goederen, wat dat betreft is West- Duitsland net een grote markt." „Heb je nog wat gezien van het platte land? Hoe staat het met de landbouw?" „Overal waar ik doortrok was het land bebouwd en zag ik zeker niet minder vee dan men in Nederland ziet. Als slot- indruk moet ik zeggen dat het iedere buitenlander reeds na een dag verblijf op West-Duitse bodem opvalt, hoe cor rupt land en volk hier zijn. Wil men dit volk ooit weer gezond krijgen, dan zul len de zaken anders aangepakt moeten worden en dan zal men moeten begin nen dit gruwelijke puin dat dag en nacht in herinnering roept wat mensen elkaar aan kunnen doen, verwijderd moeten worden, dan zullen heldere straten en scholen moeten verrijzen. Maar zoals het nu is, nu iedere puinhoop nog net zo ligt als toen de laatste bommenwer per het strijdtoneel verliet, kan men niets van West-Duitsland verwachten." GEEN SPREEKUUR. De Burgemeester van Soest brengt ter kennis van belanghebbenden, dat hij ver hinderd is om op Wonsdag 24 Augustus Verdient eerlijkheid beloningV Naar mijn mening, wèl, evenzeer als on eerlijkheid een bestraffing verdient. Hieruit leest U dus al dadelijk, dat ik het met de Heer Ortt, die Vrijdag j-1- een ingezonden stukje over dit onder werp in deze courant plaatste, niet eens ben. Ik voel precies wat de heer Ortt bedoelt en heb er alle respect voor, maar het is me niet practisch genoeg. Juist omdat we in deze wereld met „zoveel niet- eerlijke mensen zijn", zoals mijnheer Ortt het zegt, moeten wij proberen er iets tegen te doen en naar mijn mening be reiken wij juist het tegendeel van hetgeen wij bedoelen, wanneer wij volstaan om ene vinder van 8 mille, om dit bedrag nu maar aan te houden, een sigaretje te presenteren of een goedkeurend klopje op de schouder te geven. Nu kunnen we moraliseren en zeggen, dat het niet nodig moet zijn eerlijkheid te belonen, maar „men" verwacht iets an ders dan een „dank U wel" en een hand druk. De verliezer, die door de eerlijk heid van de vinder zo ineens maar weer acht duizend pegulanten rijker is, want daar komt het op neer, doet in het ge heel niet aan liefdadigheid of overdreven verspilling, wanneer hij een, in verhou ding tot het gevondene, klein bedrag als „vind loon" afstaat. De eerlijke vinder behoeft zich in zo'n geval in het geheel niet als een strand jutter te voelen. Ik geloof, dat wij op deze wijze prac- tischer werken en het „eerlijk vinden" méér bevorderen, dan er ons af te maken met de weliswaar mooie opvatting, dat we geen beloning mogen verwachten. „Men" is helaas anders mijnheer Ortt en met „men'' moeten we rekening hou den. Ik geef U op een briefje, dat er heel wat lezers van het door U gewraakte stukje, óók graag die prachtchauffeur de hand hadden gedrukt, maar er dan bij hadden gezegd: „Heeft die vent jou even tuk gehad?" H- OEKMAN- a.s- zijn gewone wekelijkse spreekuur te houden. Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat de kantoren van de dienst van Gemeentewerken, L. Brink- weg 49b, op Woensdag 24 Augustus 1949 voor het publiek zijn gesloten. Tevens wordt bekend gemaakt, dat op die dag geen as en vuilnis door deVuil- nisdienst zal worden opgehaald. KORTE BERGSTRAAT EXIT? Waarom? Omdat er geen Lange Berg straat meer is, heeft een Korte geen re den van bestaan meer. Inderdaad. Maar was het dan niet eenvoudiger om „Korte" te schrappen en er Bergstraat van te ma ken? Dan bleef het begrip „Berg" ook behouden. Het voorstel luidt om deze straat Hel- lingweg te noemen. Deze naam is eigen lijk niet passend in 't stratencomplex van Soestdijk. Het doet zo denken aan een Scheepstimmerbedrijf, een Scheepshel ling. Neen, dat is geen fraaie oplossing. Zou het niet passender zijn om beide wegen, die bij de Lazarusberg oplopen en in eikaars verlengde liggen „Bergweg" te noemen? Een bewoner van de Korte Bergstraat- WlfZIGING ABONNEMENT RADIODISTRIBUTIE. Met ingang van 1 October a-s- wordt het abonnement op de radiodistributie in overeenstemming met het vooroorlogse peil van f2.per maand gebracht- Dit betekent, dat met inbegrip van de luister bijdrage f 3.per maand zal moeten wor den betaald. Deze maatregel moest worden genomen, omdat de zeer sterk gestegen exploitatie kosten door de ontvangsten niet konden worden gedekt. Hoewel het peil van de ze kosten thans aanmerkelijk boven het v.o- niveau ligt, beperkt de wijziging in het abonnement zich tot het herstel van de oude toestand. Voor de aangeslotenen op een radiodis tributienet, dat nog niet over een ont vangstmogelijkheid voor de 2 binnenland se omroepprogramma's beschikt, blijft 't abonnement f 1.25 plus fl-luisterbij drage, is f2.23 per maand- ZEEPOST VOOR DE WEST. Op 26 Augustus a.s- vertrekt het s-s. „Baarn" naar Willemstad (Cura^ao). Met dit schip kan zeepost worden mee gezonden, mits de correspondentie uiter lijk 24 Augustus a.s- ter post bezorgd wordt.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1949 | | pagina 1