BOODSCHAPPERS UIT GRIJZE OUDHEID. Zweden's Derde weg, WERELDTAAL. IN DE HOEK. SOESTER COURANT Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Abonn. per kwart» f 1*50 - p. post fl.75. DINSDAG 6 SEPTEMBER 1949. Bureau: Van Weedestraat 25 Teleloon 2566 - Giro 126156 25e JAARGANG Na. 65- Heeft men te hoog gegrepen? In vrijwel alle democratische landen zoekt men naar de z.g. „Derde Weg", waaronder verstaan wordt de midden weg tussen Kapitalisme en Communis me. Enerzijds wil men de toestanden van het oude ongebreidelde kapitalisme niet terug, maar anderzijds schrikt men terug voor een staatsvorm, waarbij zo wel op stoffelijk als op geestelijk gebied alle persoonlijke vrijheid verloren gaat. De socialisten menen, dat het mogelijk is op economisch terrein grote macht aan de Staat te geven, zonder dat de geestelijke vrijheid in gevaar komt. Maar nog talrijker zijn zij, die aan deze mogelijkheid niet geloven. Vandaar dat men in verschillende landen middelen zoekt om tot een betere staatsvorm te komen zonder in uitersten te vallen. In Zweden heeft men, evenals in geheel West-Europa, na de oorlog aanvanke lijk sterk gewerkt in socialistische rich ting, die zich in de eerste plaats uitte in verbetering van de sociale zorg. Te gelijk was men voornemens snel voort te gaan op de weg van nationalisering en socialisering van bedrijven, doch in de meeste gevallen heeft de ontwikke ling van de financiecl-economische toe stand aan de uitvoering van die plannen een halt toegeroepen. Voor een democratisch-socialistisch ex periment was Zweden zonder twijfel een zeer geschikt land. Ten eerste kent men er geen godsdienstige verschillen, ten tweede hadden de sociaal-democraten in de Volksvertegenwoordiging een vol strekte meerderheid en ten derde werk ten de sociaal-democraten reeds sinds de landbouwcrisis met de boeren samen. Bovendien beschikten de arbeiders, zo wel als de boeren, over machtige coöpe ratieve instellingen. Als men zich nu afvraagt, in hoeverre dit experiment in Zweden geslaagd is, moeten we beginnen met onderscheid te maken tussen sociale en economische maatregelen. Bij de sociale voorzienin gen heeft men te doen met de verde ling van de welvaart, bij de econo mische met de schepping van die welvaart. Of, met andere woorden, het bedrijfsleven moet eerst het geld ver dienen, dat vervolgens voor sociale doeleinden wordt uitgegeven. Nu is uit geven altijd gemakkelijker dan verdie nen en het is dan ook geen wonder, dat alle Staten meer succes hebben geboekt op sociaal dan op economisch terrein. Zo ook in Zweden. De sociale zorgen zijn daar nagenoeg perfect. Ze omvat ten zorg voor het jonge gezin, voor de jeugd, voor de werkers en huismoeders en zorg voor de ouderdom. Ook wij ken nen deze drie groepen, maar in Zweden gaat men nog veel verder. Daar heeft men bijv. ook rusthuizen voor huismoe ders en een aansluitende dienst voor ge zinshulp, waardoor de moeders van tijd tot tijd zonder zorg het huis kunnen verlaten. Geen wonder dan ook, dat van de totale rijksuitgaven van 3775 millioen kronen 1338 millioen zijn bestemd voor het Departement van Sociale Zaken. Prachtig sociaal werk, maar waarvan toch talloze Zweden zich afvragen of het in deze omvang op den duur te be talen is. De ontwikkeling van de na-oor- logse economie is n.1. totaal anders ver lopen dan de regering en de economen verwacht hadden. Niemand had de ge weldige prijsstijging voorzien, noch de ontwrichting van de internationale fi nanciële verhoudingen. Daardoor heeft de Zweedse regering haar na-oorlogs so- siaal-economisch programma belangrijk moeten besnoeien, hoewel Zweden in de oorlog enorm veel had verdiend op hout, papier, ijzer, enz., terwijl het land geen schade geleden had. Niettemin smolten de voorraden deviezen in de laatste ja ren snel weg, zodra het dollartekort en de andere internationale economische moeilijkheden, waaronder geheel West- Europa lijdt, optraden. De grote bouw plannen van staat, gemeenten, vereni gingen en particulieren moesten met 30% beknot worden en het aantal flat woningen, dat jaarlijks wordt gebouwd werd, verlaagd tot 50.000. Daardoor konden 45.000 tot 50.000 arbeidskrach ten worden overgeheveld naar andere bedrijven. Het bleek dus, dat de Zweeds- socialistische economie aan precies de zelfde schokken bloot stond als die in andere landen. Dit heeft het vertrouwen in de stabiliteit van het Zweedse sy steem aanmerkelijk verminderd. Men vreest thans, dat, indien na de periode van hoge prijzen een geweldige prijsda ling komt, Zweden te kampen zal krij gen met bijna verpletterende vaste las ten, die voortgevloeid zijn uit de kost bare investeringen onmiddellijk na de oorlog. Dit heeft ertoe bijgedragen, dat men slechts schoorvoetend verder gaat op de weg van nationalisering der be drijven. Reeds heeft de Staat overwe gende invloed op het transport, de ijzer mijnen, de houtindustrie (en daarmee ook de papierindustrie), op de handel in tabak, alcohol, wijn en suiker, op de graanmarkt, enz. enz. Maar men hui vert er voor nu ook de plannen tot uit voering te brengen om bijv. de produc tie van geneesmiddelen, de lederwaren- industrie, de glasfabricage, enz. onder staatscontrole te brengen. Men begint het gevoel te krijgen, dat de Zweedse Staat reeds rijkelijk veel hooi op zijn vork genomen heeft. Weliswaar is dit tot nu toe op zeer re delijke wijze geschied, zodat men geen overmaat van bureaucratie heeft gekre gen en ook geen overheidsdwang bij het verbruik, maar men beseft thans dat de nationale welvaart ook nog van andere factoren afhankelijk is dan van de vraag of de Staat dan wel de parti culier de eigendom der bedrijven heeft. Wat men een tijd lang heeft gezien als de vrucht van een socialistisch staats bestuur, begint men thans te beschou wen in het licht van een na-oorlogse hoogconjunctuur, die voor een groot deel op oorlogswinsten berustte. De Zweden zelf, ook de sociaal-democraten, zijn echter nuchter en bekwaam genoeg om niet te beseffen, dat het algemeen maatschappelijk welzijn voor moet gaan bij de uitvoering van partij-dogma's. II. De lezers van de rubriek „Op de korte golf'' in de Volkskrant van Zaterdag 27 Augustus zullen hun slaperige ogen heb ben uitgewreven ten ze daar het volgende lazen: „En Maandag is het alweer veer tig jaar geleden, dat in het Bossche Con certgebouw de Nederlandse Bond van Katholieke Esperantisten werd opgericht. Wist u, dat pater Henri de Greeve Espe rantist is en prof. Dr. Gerlach Royen? Ook de Chinese bisschop mgr. Yu Pin, mgr. Beran in Praag, mgr. Tnéas in Lourdes, kardinaal Tien in China spre ken Esperanto. In het verleden waren o.a. Prof. Dr. Jac. van Ginneken, de priester-dichter Willem Smulders Espe rantisten. Waarmee we maar willen zeg gen, dat de arbeid van „Nederlanda Ka- toliko" zeer te loven valt. Voor ons, die de 40 jaar strijd ja strijd tegen domheid en eigenwaan hebben meegestreden in alle rangen van de laagste tot de top, is dat alles geen nieuws. Wij hebben het er gaarne voor over gehad om voor een weinig getikt te worden aangezien. Nu zijn de bakens ver zet en de „getikten" vergaderen elders, met tolken. Het internationaal Esperantistencongres EEN PRAATJE OVER „ARTIS" Slechts hier en daar treffen we nog en kele reptielensoorten aan, die wij als overblijfselen van een eeuwenoude die renwereld (fauna) kunnen beschouwen. De reuzenschildpadden nemen onder de ze relicten (d.i. overblijfselen van een oude fauna) een belangrijke plaats in. Zoals te verwachten is vindt men der gelijke oude vormen op plaatsen waar zij niet door „moderne" dieren ver drongen konden worden, zoals de Gala- pagos-eilanden en Madagaskar met om liggende eilanden. Deze eilanden zijn reeds zeer lang door zee van het vaste land gescheiden. Tengevolge van deze iso latie hebben hoger ontwikkelde dier- groepen deze eilanden niet kunnen berei ken, zodat vele primitieve dieren zich vrij van concurrentie konden handhaven. Behalve de grote, het land bewonende schildpadden, vinden we ook in zee ver tegenwoordigers van deze dierengroep, die door hun grootte opvallen. Reeds ja renlang bezat „Artis" een aantal kleinere exemplaren van zeeschildpadden; door een prachtig geschenk van de B.P.M» is deze collectie nu. met een volwassen dier van ruim 1 meter langte uitge breid. Hun gehele leven verblijven de zeeschild padden in het zeewater, alleen de wijf jes komen af en toe voor korte tijd op het land om eieren te leggen. Onmid dellijk na het leggen der eieren keren ze weer naar zee terug, van broedverzor- ging is dus geen sprake bij deze dieren. Wel graaft het wijfje een nestkuil; waarin de eieren gedeponeerd worden en vér- De pas aangekomen reuzen landschilpad van Seychellen, rechts een gewone Griekse landschildpad. Op deze eilanden vinden we dan ook de reuzenlandschildpadden, die daar tot voor enige eeuwen nog in zeer grote ge tale leefden. Met de komst van de Euro pese zeevaarders was het echter met hun rust gedaan. Zij werden soms bij honder den tegelijk gevangen om de voedselvoor raden van de schepen aan te vullen. De reuzenlandschildpadden van Mauri tius, Seychellen, Alaabra en andere ei landen in de Indische Oceaan zijn dan ook practisch geheel uitgeroeid, terwijl zij op de Galapagos-eilanden steeds zeld zamer worden. De reuzenlandschildpadden, die men in dierentuinen regelmatig kan zien, beho ren bijna altijd tot soorten, die op de Ga lapagos-eilanden voorkomen, de enige nu nog levende soort van de eilanden in de Indische Oceaan is uiterst zeldzaam. Sinds enige weken bezit „Artis", dank zij de K.L-M-, een 150 k.g. wegend exemplaar van deze zeldzame dieren. Op een der laatste vluchten via Mauritius van onze luchtvaartmaatschappij werd het dier als geschenk voor „Artis" meegebracht. Volgens betrouwbare gegevens kunnen deze schildpadden minstens 150 jaar*oud en tot 200 k.g» zwaar worden. volgens met zand bedekt. Door de in de tropen heersende hoge temperatuur worden de eieren „uitgebroed". De uit gekomen jonge zeeschildpadjes begeven zich onmiddellijk naar zee,, waar zij hun verdere leven zullen slijten. Zij zijn dan ook van meet af aan prachtig aangepast aan het verblijf in het water- Zoals wij bij vele tot zeebewoner gewor den landdieren zien, zijn hun poten tot roeispanen omgevormd, terwijl het li chaam geheel gestroomlijnd is. Wel een groot verschil met de landschildpadden, waarbij het logge lichaam gedragen wordt door brede poten met klompvoeten. (Oli fantspoten). De zeeschildpadden zijn in tegenstelling tot de reuzenschildpadden een veel „modernere" groep en zijn ge lukkig niet zo zeldzaam. Enfin, lezers, zowel de reuzenlandschild- pad als de enorme zeeschildpad is wel zo merkwaardig, dat het een bezoek aan „Artis" overwaard is. En dan kunt u te gelijk nog eens even de andere aanwin sten bewonderen. Dat is een feest op zichzelf, zoals trouwens elk bezoek aan „Artis" een feestdag vormt, een feeste lijke vlucht in de levende natuurlijke his torie. Het is steeds een pijnlijk te verwerken ervaring, wanneer iemand, waar je een haast onbeperkt vertrouwen in stelde, ineens anders blijkt te zijn dan je altijd hebt gedacht. Voor mij was tenminste de boodschap, die onze Ambassadeur in Amerika, bij zijn terugkeer naar dat land, meende te moeten afgeven, wel 'n erg koude douche. Mr. van Kleffens, die nog niet zo lang geleden in de zittingen van de Veilig heidsraad, gloedvol van leer trok en toen een geluid liet horen, waarop we als Nederlanders trots konden zijn, blies bij zijn terugkeer uit de V.S 'n gans an dere partij. Nu lijden volgens hem de mensen, die in het conflict met de Re publiek niet op alles ja en amen zeggen en zich niet in de luren willen laten leg gen, plotseling aan een geestelijke in digestie Het mooiste vond ik, dat Mr. v. Kleffens vertelde, dat wij moesten inzien, dat je nimmer de gang der tijden kunt tegen houden. Waar hoorden wij dit argument al eens eerder? Herinnert U het zich niet? Het nationaal-socialisme verkondigde dit bij iedere denkbare gelegenheid. Maar in die tijd had iedere weldenkende Nederlander alleen maar een hoongelach voor deze theorie over. Maar met een hoonlach schieten we nu niets op. Het is bedroevend te constate ren, dat onze ambassadeur in Amerika in zo'n betrekkelijk korte tijd overstag is gegaan en nu een lied zingt, dat hem geleerd zou kunnen zijn door voorman nen van Washington. Misschien is het ook wel waar, wat een kennis van mij kort geleden beweerde, n.1-, dat we Mr. v. Kleffens niet meer als een gewoon Nederlander moeten zien, maar als een zeer veramerikaanste Ne derlander, die de dingen door de bril van Uncle Sam is gaan bekijken. In ieder geval, we weten nu wat de hui dige mening van onze ambassadeur is. Ik kan niet zeggen, dat hij de Nederland se zaak in het Indonesische conflict er een dienst mee heeft bewezen. Als Mr. v. Kleffens in diezelfde af scheidsrede zegt, dat het nooit tot iets kan leiden als twee partijen in een con flict halsstarrig op hun standpunt blijven staan, vraag ik me in gemoede af of Mr. van Kleffens de Indonesische kwestie wel gevolgd heeft daar helemaal in Washing ton. Misschien had hü iets anders aan zijn hoofd, anders had hij kunnen weten, dat Nederland helaas in geen enkel opzicht op zijn standpunt is blijven staan, inte gendeel. Onder UncS-druk gaf men steeds toe en haalde men bakzeil waar het maar «mogelijk was, terwijl de Repoeblik, heer- jlijk gesterkt door onze houding, steeds meer eisen toevoegde aan haar program, eisen, die elke rechtgeaarde Ne derlander het schaamrood op de kaken bracht. Waar is de geest van onze voorvaderen, waarop we nog zo graag prat gaan? H. OEKMAN. te Boumemouth deze plaats is als vroeger radiostation wel bekend was het 34ste bewijs, dat Esperanto zich 'n plaats verworven heeft naast de andere „levende" talen. Want inderdaad is het Esperanto een levende taal, door millioe- nen gesproken met meer elegantie en vlotter dan de moderne talen, die wij op school trachten te leren. j In Harwich aangekomen abusievelijk vermeldden wij de vorige maal Green- wich hadden de Esperantisten zich voorgenomen, de stad te gaan bezoeken, doch de afstand daarheen en de slechte verbinding noopten hen in de nabijheid der boot te blijven. De avond werd door het internationale gezelschap aan dek doorgebracht met diverse aardige spelle tjes. De nacht werd aan boord doorge bracht in de kajuiten met twee of vier bedden naast en boven elkaar. De volgen de morgen reden we naar Londen, waar we een uurtje rondtoerden in toeringcars terwijl een Engelsman ons in vlot Es peranto alles uitlegde. Niemand kan zich de drukte voorstellen in Oxfordstreet en Trafalgar Square. We bezochten o.m. de bekende Downingstreet, het gebouw der BBC, de bruggen over de Theems en za gen hele happen weggebombardeerd door de Duitse bommen. Op het Waterloo-station was het een ge weldige drukte. Het was Zaterdagmiddag, als wanneer heel Londen uittrekt naar de Zuidkust, om daar te weekenden. En toch, het verkeer was zo schitterend gere geld, dat we met vele honderden in en kele minuten een plaats hadden in de comfortabele treinen, welke prompt el ke tien minuten naar het Zuiden ver trokken. In snelle vaart bereikten we na drie uur sporens o-m- langs Southampton de badplaats Boumemouth. In de hal van het station werden we ontvangen door 't plaatselijk comité, dat ons de nodige inlichtingen verstrekten. P- H-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1949 | | pagina 1