Het nieuwe Duitsland
onder oude leiding?
De nieuwe raad doet zijn intrede.
Het Zweden van heden.
Het Verjaardagscadeau.
Meningen van onze lezers.
IN DE HOEK.
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
Officiële mededelingen.
De oude Wethouders herkozen.
Burgwal buiten de commissies.
VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1949.
25e JAARGANG No. 66-
SOESTER COURANT
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
Bureaus Van Weedeslraat SS - Telefoon 2566 Giro 126156
Abonn. per kwart- fl-50 - p. post fl.75.
Dr. Hjalmar Schacht had van 1933-1939
als President van de Duitse Rijksbank
zes jaar gelegenheid het Nazi-bewind van
nabij te bestuderen. Hij was de man, die
op een manier, welke financiële deskun
digen geniaal noemen, er voor zorgde,
dat de Führer zijn liefhebberijen kon
bekostigen als daar waren: de weermacht,
de duikboten, de luftwaffe, de pantser
divisies en al dat fraais meer.
Schacht had dus een goede gelegenheid
om zo'n beetje het hart en de nieren
van de nazi-beweging te proeven. Toen
hij zes jaar had geproefd, kende hij de
smaak en trad af. Om het geheugen op
te frissen: 1933 was het jaar dat Hitier
aan de macht kwam en alles voor hem
voorspoedig scheen te gaan; 1939 was het
jaar van de Tweede Wereldoorlog.
Tien jaar later. Duitsland verloor de oor
log; de nazi-partij ging ten onder; Duits
land is in tweeën gesneden en twee over
winnaars staan er tegenover elkaar.
Nu komt Dr. Schacht met een boekje
„Afrekening met Hitier'', dat even gretig
aftrek vindt als gesmokkelde koffie.
Hij vertelt er in, hoe hij over zijn ba
zen van '33—'39 denkt. De titel zegt al,
dat het niet veel goeds is en hoewel we
meer mensen kennen, die menen, dat er
inderdaad weinig goeds van Hitier en
consorten viel te zeggen, ze hebben er
geen zestien jaar voor nodig gehad om
tot die slotsom te komen.
Toch hebben wij met de verschuldigde
interesse van het boekje van de dokter
kennis genomen. Met de verschuldigde
interesse? Ja zelfs met de verschuldig
de eerbied. Noemt de dokter zichzelf in
zijn voorwoord niet een leidende wereld
staatsman?
Goed. Dr. Hjalmar rekent dus in 1949
met Hitier af. Waarom in 1949? Omdat
in dit jaar West-Duitsland weer een
eerste begin maakte met zijn staatkundig
leven. De Bondsdag en de Bondsraad
van 'Bonn. En de dokter zegt in zijn
boekje zoveel als: probeer het nooit weer
met mannen als Hitier. Dat zijn amateur
staatslieden. Wil je er nog wat van ma
ken, neem dan „een leidende wereld
staatsman".
Neen, dat zegt hij toch niet. Hij' zegt
zelfs helemaal nog niets, maar in een
boekje, dat de volgende maand zal uit
komen en van welks inhoud hij een en
ander heeft verteld aan een vertegen
woordiger van de „Herald Tribune" gaat
hij iets zeggen. En wel dit:
„De Duitse economie kan gemakkelijk
alle problemen oplossen en aan de Duit
sers een heel behoorlijke levensstandaard
waarborgen, wanneer deze maar gelegen
heid krijgt voor haar producten afzet
gebied te krijgen. Ten koste van de ove
rige West-Europese landen vraagt de arg
wanende onder U? Neen, zo wijs is de
„leidende wereldstaatsman" wel. Een
maagdelijk afzetgebied moet hij hebben
en hij noemt er een paar. De Duitse in
dustrie zou het materiaal kunnen leveren
voor de electrificatie van India, voor de
irrigatie-werken van Afrika, voor de aan
leg van spoorwegen in deze en andere
economiscn-achterlijke gebieden, de le
vering van fabrieks-installaties- Die moe
ten gereserveerd blijven voor Duitsland.
Want Duitsland heeft in tegenstelling met
de andere landen geen afzetgebied; het
is een „Habe nichts".
Wie lag dat woord toch ook altijd en al
tijd weer voor in de mond zo tussen
'33 en '39?
Wanner dit niet mocht gebeuren en hier
heft Hjalmar half vermanend, half drei
gend de vinger op, zou het onmogelijk
worden op de duur voor de Duitsers
een redelijk bestaan op te bouwen we
gens gebrek aan? neen niet aan Lëbens-
raum natuurlijk, maar aan afzetruimte.
En wat zouden ze dan anders kunnen
doen dan zich te wenden tot Rusland
om dat land te laten profiteren van het
technische vernuft en het organisatiever
mogen van dit miskende volk? Ook dit
Nederlandse communisten
Hebben centen opgespaard,
Voor een aardig klein cadeautje,
Als oom Joseph straks verjaart.
't Zal een bronzen beeldje worden
Van één meter dertig hoog,
't Is dus niet bepaald gigantisch
En het valt niet in het oog.
Wat moet Joseph nou wel denken?
Welk idee krijgt hij van ons?
Even groter dan een meter...
Wat een prutsfiguur in brons.
Straks leert men in Sovjet-boeken,
Want U weet hoe russen zijn,
Daar in Holland zijn de mensen
Allemaal zo raar en klein.
Of heeft Gortzak willen doelen
Op de kleinheid der partij?
'k' Zou hem deze raad nog geven
Stuur er maar een briefje bij:
„Lieve Stalin, hier dit beeldje
Als cadeautje-.- Bovendien
Merkt U, dat de communisten
Voor zo ver ze 't zelf niet wisten
Voor vól niet worden aangezien."
geluid menen we vaker te hebben ge
hoord
In elk geval is bet wel goed, dat Schacht
zijn landslieden vertelt, dat Hitier heeft
iefaald en dat hij te verstaan geeft, dat
ïij het beter verstaat, Duitsland zijn kan
sen te hergeven. Het is ook goed, dat wij
buitenlanders weer eens horen wat de
oud-president van de Rijksbank daarover
te zeggen heeft. Het verschilt weinig van
wat rijn baas indertijd vertelde.
Toen Schacht in 1939 aftrad, schreef
iemand eens, dat hij in zijn loopbaan
telkens wist te verdwijnen, wanneer de
zaken mis gingen, gelijk een rat het
schip verlaten gaat als het dreigt te zin
ken.
Zou de rat deze keer hebben bevonden,
dat het nazi-schip, hoewel gehavend, toéh
nog wel zeewaardig is?
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Soest,
brengen ter openbare kennis, dat op 5
September 1949 bij hen is ingekomen 'n
verzoekschrift van P. M. van Angeren,
van beroep brood- en banketbakker, wo
nende te Soesterberg, om een verlof B in
de voor(winkel)-localiteit van het per
ceel, plaatselijk gemerkt no. 25 en ge
legen aan de Rademakerstraat aldaar.
Binnen twee weken na de dagtekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen het
verlenen van dit verlof schriftelijk be
zwaren bij B. en W. inbrengen.
STEMMEN BIJ VOLMACHT.
Burgemeester en wethouders van Soest
maken bekend, dat een kiezer bevoegd
is om bij volmacht te stemmen indien
zijn beroep of werkzaamheden medebren
gen, dat hij herhaaldelijk werkzaam
pleegt te zijn buiten de gemeente op
welker kiezerslijst hij voorkomt, mits zijn
afwezigheid als regel telkens langer dan
drie dagen duurt.
Mede is bevoegd bij volmacht te stem
men de echtgenote van hem, die voldoet
aan de bovenvermelde voorwaarden,
voor zover zij met deze afwezig pleegt te
zijn.
De kiezerslijst wijst aan, welke kiezers
bevoegd zijn bij volmacht te stemmen en
voor welke verkiezing zij daartoe be
voegd zijn-
De aanwijzing geschiedt niet dan nadat
de belanghebbende een daartoe strek
kend en met redenen omkleed verzoek
schrift aan het gemeentebestuur heeft in
gediend. De indiening moet geschieden
vóór 1 Januari en niet eerder dan 1 Oc-
tober van het voorafgaande jaar. For
mulieren voor de bedoelde verzoek
schriften zijn van heden af ter gemeen
te-secretarie kosteloos voor de kiezers
verkrijgbaar.
ET L'HISTOIRE SE RÉPÈTE.
Hitier is dood, maar gelukkig staan er
nieuwe dictators opde bond van
melkboeren.
Heren slagers, kruideniers enz., wanneer
volgt U nun voorbeeld? Geen concur
rentie meer, maar ook geen kans meer
door harder te werken een beter bestaan
te krijgen.
Is het niet belachelijk dat aan ons de
keus niet gelaten wordt van onze leve
ranciers?
Namens vele Huisvrouwen, V. B.
Dinsdagmiddag kwam de raad onzer ge
meente voor het eerst in zijn nieuwe for
matie bijeen onder leiding van Burge
meester Bentinck. Daar tijdens de ver
gadering geen punten aan de agenda wer
den toegevoegd en zelfs geen rondvraag
werd gehouden, kwamen alleen die pun
ten in behandeling, welke in de eerste
vergadering van een nieuwe raad aller
eerst aan de orde komen.
Het bleef dus bij de beëdiging der leden,
benoeming van de Wethouders, de sa
menstelling der raadscommissies en de
verdeling van de raad in twee afdelingen
voor de behandeling van de gemeente
begroting.
Nadat de vergadering op de gebruikelijke
wijze is geopend en de voorzitter heeft
medegedeeld, dat de heer Schaafsma ver
hinderd is deze vergadering bij te wo
nen, leggen alle leden in handen van de
Voorzitter de zuiveringseed en gewone
eed af, waarvoor enkele leden volstaan
met het doen van de belofte.
De Voorzitter wenst hierna alle leden
geluk met hun benoeming tot lid van
de raad, welk lichaam in de komende 4
jaren de belangen van de gemeente en
haar inwoners naar best vermogen zal
hebben te behartigen.
Spr. hoopt, dat de goede toon steeds
bewaard zal blijven, dat men achting zal
hebben voor elkanders argumenten en
steeds de wil aanwezig zal zijn om el
kander te vinden.
De raad, aldus spr., geeft in haar samen
stelling een weerspiegeling der bevolking,
waarom dit lichaam een voorbeeld moet
zijn voor hen, die onder dit bestuursor
gaan Zijn gesteld.
Spr. went allen toe, dat zij genoegen
en bevrediging zullen vinden In 't werk',
dat hen de komende jaren wacht
Dit werk zal in de raadsvergaderingen
naar buiten treden, maar te voren zult
U, aldus spr., steeds veel voorbereidend
werk moeten verrichten.
Met de bede, dat God het werk van de
raad moge zegenen, besluit spr. zijn
woorden.
Nadat de voorzitter hierna de gelegen
heid geeft het een en ander met betrek
king tot de wethouders-verkiezing te
zeggen en geen der leden hiervan ge
bruik maakt, wordt tot bedoelde ver
kiezing overgegaan.
In drie afzonderlijke stemmingen met de
navolgende uitslagen worden de drie af
tredende wethouders herkozen.
W. G. van Zadelhoff 17 stemmen en 1
blanco; J. van den Arend 16 stemmen,
J. .W. Ooms 1 stem en 1 blanco; K. de
Haan 13 stemmen, M. M. van Wely 2
stemmen en 3 blanco.
De heer BURGWAL deelt hierna mede,
dat hij in deze stemmingen zijn stem
blanco heeft uitgebracht, omdat hij niet
is betrokken geworden in de voorbespre
kingen inzake de Wethouderskeuze.
De vergadering wordt hierna geschorst
om B. en W- gelegenheid te geven zich
te beraden over de verdeling der func
ties en de samenstelling der raadscom
missies.
Als bij heropening der vergadering aan
de leden een voordracht voor de vorming
van bedoelde commissies wordt voorge
legd, zegt de heer BURGWAL, dat deze
voordracht is opgemaakt in strijd met al
le democratische begrippen. Wij hébben
allen, aldus spr., zo juist de eed oef de
belofte afgelegd en hiermede plichten op
ons genomen.
Wij hebben niet alleen plichten, maar
ook rechten en die rechten worden mij
onthouden, omdat, zoals uit de voor
dracht blijkt, ik uit alle commissies
wordt geweerd. In de afgelopen periode
heb ik in enige commissies zitting gehad;
ik heb mij steeds ten volle voor bet
werk gegeven, terwijl de communistische
fractie zich daarin nimmer heeft mis
dragen. Spr. doorziet deze aangelegen
heid zeer goed. Steeds meer verslechte
ringen staan de arbeiders te wachten en
die wenst men natuurlijk binnenskamers
af te doen. Spr. geeft toe, dat sommige
zaker beter in de commissies kunnen wor
den behandeld, maar waar hij thans niet
in de gelegenheid is zijn mening in de
oommissies te laten gelden, zal hij dit
doen in de openbare vergaderingen.
De samenstelling der commissies acht
spr. niet juist, waarom hij zich van stem
men zal onthouden.
Met algemene stemmen worden de com
missies hierna als volgt samen gesteld:
Financiële en Belastingcommissie.
Voorzitter weth. J. van den Arend. Leden
Mevr. S- G. Landweer-de Visser en de
heren J. W. Ooms, W. Schimmel, M.
M. van Wely en J. D. L. Zoetelief.
Commissie Openbare Werken.
Voorzitter weth. W. G- van Zadelhoff.
Leden de heren T. Dorresteijn, A. P.
Hilhorst, G. Kruijff, J« A. Schaafsma en
A. A. van Winden.
Commissie Grondbedrijf en Uitbreidings
plan.
Voorzitter weth. W- G. van Zadelhoff.
Leden de heren A. P. Hilhorst, R. Hil
horst, G. Kruijff, Mevr. S- M. Polet-Mus-
ler en de heer J. A. Schaafsma.
Commissie Gasbedrijf.
Voorzitter weth. J. van den Arend. Le
de heer H. J- S. Clemens, Mevr. S|. M.
Polet-Musler en Mevr. H. A. E. K. van
der Swan-de Kiewit.
Commissie Sociale Zaken.
Voorzitter weth. K. de Haan. Leden
de heren R. Hilhorst, J. A. Schaafsma, C.
J. Schaddelee, Mevr. H. A. E. K. van der
Swan-de Kiewit en de heer A. A. van
Winden.
Commissie Strafverordeningen.
Voorzitter de Burgemeester. Leden de
heer H. J. S. Clemens, Mevr. S. G. Land
weer-de Visser en de heren J. W- Ooms
en C. J. Schaddelee.
Onderwijscommissie-
Voorzitter weth. K- de Haan. Leden
de heer H. J. S. Clemens, Mevr. S. G.
Landweer-de Visser, de heer J. W. Ooms,
Mevr. S« M. Polet-Musler en de heer
M. M- van Wely.
Agrarische commissie.
Voorzitter weth. W- G. van Zadelhoff.
Leden de heren T. Dorresteijn, A. P- Hil
horst en W. Schimmel.
Commissie georganiseerd overleg.
Leden de heren R. Hilhorst en J- A.
Schaafsma; plaatsvervangende leden Me
vrouw H- A. E. K. van der Swan-de Kie
wit en de heer G. Kruijff.
Als hierna nog, door loting de raadsleden
in twee afdelingen zijn ingedeeld en de
voorzitters dezer afdelingen uit de wet
houders zijn aangewezen, welke afdelin
gen alleen nodig zijn voor de behandeling
der begroting, sluit de voorzitter de ver
gadering.
Het Zweden van vandaag moet een heel
ander land zijn dan dat van een 100 jaar
geleden. In de vorige eeuw trok onge
veer een kwart van de bevolking weg,
vooral naar Amerika, en dat gebeurde
natuurlijk niet zonder reden. Het land
was arm, het klimaat niet bepaald ruw,
maar toch ook niet zo, dat er gemakke
lijk een bestaan kon worden verdiend
en de verhoudingen tussen de vermo
gende groepen van de bevolking en de
brede laag van kleine boeren en arbei
ders, waren geenszins gunstig. Honderd
jaar is sinds verlopen en thans is Zwe
den een land met een buitengewoon
hoog niveau van sociaal-economisch en
intellectueel leven. Men kent er geen
proletariaat", geen sloppen en prac-
tisch gesproken geen standen. De meis
jes, die in de winkels en in de restau
rants bedienen, zien er allen keurig
uit en maken de indruk van ijverige
dochters uit gegoede middenstandsge
zinnen.
En deze mensen wonen dan ook werke
lijk, althans in Stockholm, in royaal ge
bouwde buitenwijken met hoofdzakelijk
moderne woningen, die wel klein zijn,
doch uitstekend ingericht. Modelkeu
kens, ijskasten, liften, telefoons, par
ketvloeren zijn zo de gemakken, die hier
tot de normale levensstandaard beho
ren. Dat kost echter geld. Een normale
huishuur voor een arbeidersgezin is 125
kronen per maand, dat is ruim 90.
Daarvoor heeft men dan een zitkamer,
een eetkamer, een keuken en één of
twee slaapkamers. In het algemeen zijn
de woningen klein en naar onze begrip
pen bijna onbetaalbaar duur. Een mid
denstandswoning van 5 kamers komt
b.v. op 2100.huur per jaar. Geen
wonder, dat deze toestanden geleid heb
ben tot een sterke beperking van het
kindertal, waardoor Zwedens bevolking
gedurende de laatste tientallen jaren
nauwelijks groeide. Eerst de laatste
jaren is in dit opzicht een verbetering
opgetreden, maar het is nog te vroeg
om te zeggen of dit een blijvende groei
van het Zweedse volk betekent. Wel
wordt er zoveel mogelijk gedaan om de
kinderrijkdom van de gezinnen te be
vorderen door ruimere woningen te
bouwen en door belangrijke verminde
ring van huur te geven, wanneer men
3, 4, 5 of meer kinderen heeft.
Het aantal inwoners van het land be
draagt op het ogenblik ongeveer 7 mil-
lioen, dat is ruim tweederde van Neder
land. Maar het land, dat niet meer dan
1574 km. lang is en op het breedste
punt 500 km. breed (de afstand Gro
ningenDen Haag is maar 270 km.)is
14 maal zo groot als Nederland. De be
volkingsdichtheid is dus per vierkante
kilometer veel geringer; in Zweden wo
nen op iedere vierkante kilometer
slechts 16 mensen, tegen in Nederland
bijna 300. Het land is dus zeer dun be
volkt en dat heeft zijn gegronde reden,
want in grote trekken kan men zeggen,
dat slechts een tiende gedeelte van de
oppervlakte geschikt is voor de land
bouw, terwijl ruim de helft is bedekt
met bos, 34%, dus een derde van de
gehele oppervlakte wordt ingenomen
door rotsen en water; er zijn niet min
der dan 96.000 meren, die met de rivie
ren samen 8.7% van de oppervlakte in
nemen.
In de Zweedse landbouw is het kleinbe
drijf overheersend. Het gemiddelde is
ongeveer 9 ha. grond per bedrijf, maar
van de ruim 400.000 landbouwbedrijven
is een kwart kleiner dan 2 ha, het vol
gende kwart heeft een gemiddelde op
pervlakte van 2 tot 5 ha., nogmaals een
kwart, dus eveneens 100.000 bedrijven,
zijn 5 tot 10 ha. groot, zodat slechts
één kwart groter is dan 10 ha. Deze
kleine bedrijven leveren op de schrale
bodem, die in de meeste streken over
heerst, geen voldoende bestaanskansen
op. Wie door Zweden reist, wordt voor
al getroffen door de steenachtigheid van
de grond. Het algemene beeld is, dat het
land bedekt is met bos met hier en daar
open stukken of voor landbouw geschik
te rivierdalen er tussen in. Er zijn
slechts enkele grote vruchtbare vlak
ten. Maar ook die cultuurgrond is op de
meeste plaatsen bezaaid met stenen.
Bijna overal steken grote en kleine rot
ten boven de oppervlakte uit. Bij het
bouwland ploegt men er maar om heen
en als er gras groeit, zwerven de koeien
tussen rotsen en bomen door om hun
dagelijks maal bij elkaar te zoeken.
Steentjes van de maat van onze hune
bedkeien betekenen hier weinig meer
dan „grof grint". Om nu te zorgen dat
de bestaanskansen in de landbouw be
ter worden, is men in het vorig jaar be
gonnen met het samenvoegen van be
drijven. Het plan van de regering is
minstens 100.000 van de kleinste boer
Met een goede kennis had ik nog niet
zo lang geleden een verschil van mening,
toen ik onze militaire leiding verdedigde
in haar eis ter verkrijging van meer en
betere oefenterreinen op de Veluwe.
In zijn ogen was ik een vandaal in opti-
ma forma. Op mijn vraag, waar hij onze
soldaten dan wilde laten oefenen, wist
hij niet beter te zeggen dan: „kan me
niets schelen, wanneer ze het maar niet
op ons enige plekje ongerepte natuur
doen".
Tja, dan wordt het lastig. .We kunnen
ze toch ook niet het Amsterdamse Von
delpark insturen, want dan zou je nog
Wat anders horen.
Dat onze jongens moeten oefenen, daar
over zijn we het wel eens dacht ik'. De
oorlog ligt nog te dicht achter ons en
de dreiging is helaas nog te acuut om
ons de weelde te veroorloven er, zoals
in 1939, een ongeoefend leger op na te
houden, of zoals er waarachtig ook al
weer zijn, over „gebroken geweertjes" te
spreken.
Het vreemde en tegenstrijdige van mijn
kennis is, dat hij zich nu weer kwaad
heeft gemaakt, omdat onze jongens, die
Woensdag met de Johan van Oldenbar-
nevelt uit Indonesië thuis kwamen, op
hun verzoek, ook met een „samba" wer
den verwelkomd. Dat was niet waardig
genoeg. Nou vraag ik U- Geen oefen
terreinen vanwege de natuur en geen
.samba" vanwege de „waardigheid".
Wat kan het ons toch schelen, waarmee
onze jongens verwelkomd willen worden.
Die jongens varen na ruim- 3 jaar weer
thuis, ze hebben er gelukkig het leven
afgebracht, ze zijn blij en gelukkig Hol
land weer te zien en mag het dan geen
„samba" zijn? Moet het dan persé „Stars
and stripes for ever" wezen of „Koning-
Voetbal" of iets dergelijks?
Daarover is mijn kennis nou ontstemd.
Hij behoort overigens tot de mensen,
die zeggen: „daar gaan mijn belasting
centen", wanneer er een militaire co
lonne passeert en ook tot hen, die maar
het liefst vergeten, dat we in Mei 1940
milliarden zouden hebben willen geven,
als we daarmee een beetje beter in ons
militaire gereedschap hadden kunnen
komen, li weet zo zoetjes aan wel, dat
een belastingbiljet op mij werkt als een
rode lap op een stier, maar wat de be
steding van onze belastingpenninge-n aan
gaat, ben ik er mee verzoend, dat de
uitgaven voor ons militaire apparaat, des
noods met oefenterreinen op de Veluwe
en een samba, in deze tijd helaas nog
een bittere noodzakelijkheid zijn.
H. OEKMAN.
derijen te doen verdwijnen, waarbij fi
nanciële hulp wordt verleend. Deze sa
menvoeging van bedrijven is trouwens
hard nodig, omdat steeds meer jonge
boeren en boerendochters van het land
wegtrekken. Daardoor ruimen vele be
drijven hun vee op of krimpen in ieder
geval de veestapel in. Onlangs bleek,
dat sinds 1945 het aantal landbouwbe
drijven, waar in het geheel geen vee
wordt gehouden, is toegenomen van
10.000 tot 21.000. De oorzaak daarvan
is hoofdzakelijk, dat men geen perso
neel kan krijgen voor de verzorging van
het vee.
Dit is dan ook de reden, dat de Zweedse
landbouwpolitiek zich niet richt op zo
danige vergroting van de productie,
dat landbouwvoortbrengselen in aan
zienlijke hoeveelheden zouden moeten
worden uitgevoerd. Het spreekt vanzelf,
dat een beperking van de landbouwpro
ductie tot hetgeen in eigen land kan
worden verbruikt, in belangrijke mate
kan bijdragen tot het stabiliseren van
de prijzen. Zweden zal dus proberen
meer bestaansmiddelen voor zijn bevol
king te krijgen in de industrie, waar
voor het alle voorwaarden bezit. Het
land is rijk aan ijzer en andere metalen,
maar ook aan hout en aan waterkracht.
Alleen steenkool mankeert, doch de mo
gelijkheden om electrische stroom op te
wekken zijn zo groot, dat dit geen be
letsel behoeft te zijn.
De hoge levensstandaard van de Zweed
se bevolking spreekt duidelijk uit het
geen men hier op tafel ziet verschijnen.
De winkels zijn vol met een overvloed
van lekkere dingen, het wemelt er van
restaurants en z.g. konditoriën, waar
men koffie of thee met gebak kan krij
gen en waarbij men te kust en te keur
kan gaan in de verscheidenheid van lek
kers. Naar onze begrippen is het wel
niet goedkoop, maar men schijnt zich
dat te kunnen permitteren.
De bevolking is vrijwel geheel coöpera
tief georganiseerd. Daardoor hebben de
boeren en arbeiders een belangrijke in
vloed op de economische politiek. Men
houdt het inkomen van de boerenstand
zoveel mogelijk in overeenstemming met
de werkelijke productiekosten en wan
neer deze te hoog worden geacht voor
de gemiddelde verbruiker, betaalt de
staat een subsidie op de prijzen. Ook in
dit land worden dus de verbruikers ge
steund, als middel om de levensstan
daard van de boeren te beschermen.