Waarom U niet?
Zweden van nabij»
Uit de Kippen wereld
SOEST.
Het was dan wel als deelneemster aan het
Internationale Zuivelcongres, dat ik in Stock
holm was, maar dat betekende niet, dat wij,
dames-leden, behoefden deel te nemen aan de
sectie-bijeenkomsten van de mannen, waarin
de eigenlijke zuivelvraagstukken werden be
sproken. De leiding van het congres had voor
de dames een bijna even uitvoerig program
ma in elkaar gezet als voor de afgevaardig
den van de verschillende zuivelorganisaties
en dit programma bleek bijzonder belangwek
kend te zijn. Wij kregen de gelegenheid al
lerlei kanten van het Zweedse leven te zien
en al is het natuurlijk niet mogelijk om met
kennis van zaken over dingen te schrijven,
waarmee je maar terloops kennis maakt, toch
hebben we heel veel gezien, dat iedere vrouw
zal interesseren, zoals het ons belang inboe
zemde.
Eén dag van dit programma was gewijd aan
onderwijs en kinderzorg en ik geloof, dat men
hierover wel in de eerste plaats zal willen
horen. Laat ik beginnen met te vertellen, dat
we eenvoudig paf stonden van de mooie scho
len en van de grote zorg, waarmee de kin
deren werden omringd. Op het punt van scho
len weten wij toch in Nederland heus wel wat
iets goeds is en ook de Amerikanen beschik
ken over onderwijsinstellingen die gezien
mogen worden. Maar alle deelneemsters en
wij kwamen uit ik weet niet hoeveel landen
waren het er over eens, dat wij geen van
allen met Zweden kunnen wedijveren. Zwe
den had reeds sinds jaren scholen, die aaA
hoge eisen voldeden, maar men was ér toch
blijkbaar niet mee tevreden en zo werd in
1945 een eerste school van een geheel nieuw
type gebouwd. Dit gebouw werd ingericht
voor 1000 tot 1100 kinderen van 6 tot 14 jaar.
De lagere school heeft 8 verplichte leerjaren,
waarvan de eerste vier geheel kosteloos zijn.
Men is thans aan het uitrekenen of het moge
lijk zal zijn ook voor de andere vier jaar alle
schoolgeld af te schaffen. Practisch gesproken
zijn alle scholen in Stockholm eigendom van
de gemeente. Men heeft in Zweden n.1. maar
één algemene godsdienst, zodat een splitsing
naar religieuze gezindheid niet nodig is. Er
bestaan nog wel enkele particuliere scholen,
maar daarvan zijn er in heel Stockholm maar
twee. Dit zijn erg dure instellingen, die dus
voor het onderwijs in het algemeen geen be
tekenis hebben. De totale stichtingskosten van
de nieuwe school, waarvan ik juist sprak, be
droegen niet minder dan 6 millioen kronen;
2% van de bouwsom, dus 120.000 kronen of
90.000.werd uitgegeven aan versiering,
zodat men wel kan nagaan hoe mooi en ge
zellig zo'n school eruit ziet.
In de twee hoogste klassen is voor de jongens
handenarbeid en voor de meisjes machine-
naaien en weefwerk verplicht. De jongens be
schikken over een compleet ingerichte werk
plaats met draaibanken en alles wat erbij be
hoort; de meisjes hebben bovendien nog uit
voerig onderwijs in koken, waarvoor prach
tige keukens zijn ingericht. Alles gaat er elec-
trisch, zoals ook de moeders thuis electrisch
koken. Op die manier leren de meisjes op een
degelijke manier met moderne keukeninrich
tingen om te gaan.
Ook kookles voor de jongens.
En nu begint men ook aan de jongens kookles
te geven. In de eerste plaats is er daarbij aan
gedacht, dat het voor de jongens heel goed is
behoorlijk te kunnen koken, wanneer zij uit
kamperen gaan. In dit land met zijn einde
loze bossen en ontelbare wateren wordt in de
korte zomer ijverig gekampeerd en dan is het
zeker goed, dat zij allemaal hun potje kun
nen koken. Het merkwaardige is, dat de jon
gens dol zijn op deze kooklessen. Zij vinden
het net zo leuk als de meisjes om in de keu
kens wat klaar te maken. Op die manier wor
den het tegelijk handige huisvaders en dat is
hier wel nodig, want door de schaarste aan
arbeidskrachten, door de hoge huren en door
de zware belastingen, waaruit al deze luxe
moet worden betaald, is het onvermijdelijk,
dat vele getrouwde vrouwen blijven werken.
En dan is het maar heel goed, dat ook de man
nen zich in de keuken kunnen redden. Laat
ik er hierbij even aan toevoegen, dat de be
lastingen niet minder dan een derde van het
inkomen opvorderen, wat nog meer is dan in
Nederland, maarde Zweden kunnen zeg
gen, dat zij er iets voor terug krijgen.
De dokter op school.
Ook staan alle kinderen voortdurend onder
geneeskundige controle. Een verpleegster is
er altijd op school en de inrichting beschikt
ook de gehele dag over een tandarts. Er is dus
ook een volledig ingerichte tandheelkundige
kliniek. Die tandartsen zijn meestal getrouw
de vrouwen, die elkaar in de kliniek afwisse
len. Zij werken om beurten een paar uur in
de schoolkliniek, verdienen daarmee een be
hoorlijk bedrag en houden dan toch nog ge
noeg tijd over voor de verzorging van hun
eigen huishouding. Voor de verdere lichame
lijke zorg houdt een gewone dokter iedere
week één dag zitting. Alle kinderen worden
doorgelicht op t.b.c. en worden ook getuber-
culineerd om na te gaan of er geen verborgen
besmettingshaardjes in het lichaam voorko
men. Als dit niet het geval is en het kind dus
volkomen vrij van t.b.c. is, wordt het ingeënt
met een serum, waardoor het kind 5 jaar lang
is beschermd tegen t.b.c. besmetting. Na 5
jaar wordt die inspuiting herhaald. Zo kweekt
men een volkomen gezond jong geslacht op.
De school, die wij bezochten, was de eerste
van deze soort, maar het is niet bij die ene
gebleven. Stockholm bouwt thans 2 a 3 van
dergelijke scholen per jaar en de bedoeling
is in zo snel mogelijk tempo het gehele lager
onderwijs op deze leest te schoeien. Het was
dus geen reclame-school, die wij bezochten,
maar wel degelijk het schooltype van de naas
te toekomst.
De zorg voor babies en kleuters.
Nu zullen onze lezeressen zich natuurlijk af
vragen, wie er op de kinderen past, als de
moeders buitenshuis werken. Huishoudelijke
hulp kent men in Zweden helemaal niet meer,
althans niet in de steden. In ons eigen land
zien we dat immers ook. De meisjes bedan
ken er feestelijk voor om dienstbode te wor
den en er zit niets anders op, dan dat we ons
daarbij aanpassen. In Zweden heeft men dat
al gedaan. In de eerste plaats worden de hui
zen zo ingericht, dat men er zo min mogelijk
werk aan heeft. Doordat parketvloeren en
centrale verwarming algemeen zijn, is het
huishoudwerk al belangrijk verminderd en
de overvloed van heet water, die de centrale
verwarming met zich meebrengt, heeft bijv.
ook het afdrogen van de vaten doen verdwij
nen. Alles wordt gewassen met volop heet
water en dan in rekken gezet om te drogen.
Ook dat scheelt al weer in het werk.
Maar kleine kinderen kan men nu eenmaal
niet alleen laten en daarom heeft ook al weer
de stad gezorgd voor kinderverzorgingshuizen,
waar men de kleintjes kan brengen van de
leeftijd van 4 maanden af tot dat ze naar de
lagere school gaan. Ook een dergelijke in
stelling hebben we kunnen bekijken en ik ben
ervan overtuigd, dat ook de meest zorgzame
moeder met het volste vertrouwen haar kin
deren daar zal brengen gedurende de uren,
die zij zelf buitenshuis werkt. De moeders
zijn trouwens niet de hele dag weg, er zijn
wel duizenden getrouwde vrouwen, die wer
ken, maar daaronder zijn er tallozen, die niet
meer dan halve dagen werken, of maar enke
le uren per dag. Het is dus ook weer niet zo,
dat vader en moeder de kinderen nauwelijks
zien, want de arbeidsuren zijn kort genoeg
om het gezinsleven er niet onder te laten
lijden.
En is het nu in Zweden alles rozegeur en ma
neschijn? Wel, ik zou het niet durven zeggen.
Daarvoor zijn we er te kort geweest en ik
weet dus niet welke schaduwzijden er zijn.
Maar daar licht onvermijdelijk schaduw met
zich meebrengt, zal er tegenover al deze aan
trekkelijke dingen ook wel iets staan, dat min
der plezierig is. Ik kan alleen zeggen, dat in
alle wijken van de stad, waar wij kwamen,
ook in de gedeelten, waar uitsluitend fa
brieksarbeiders en kantoormensen wonen, alle
winkels er even aantrekkelijk uitzagen en
alle mensen even goed gekleed waren. Ik heb
verder nog nooit een stad gezien, waar men
zo overal verspreid gezellige speelplaatsen
voor de kinderen vindt midden in de parken.
En als we zo in de vluchtige gesprekken, die
we met enkele Zweden, uit verschillende krin
gen, konden hebben, probeerden te ontdek
ken, wat men er zelf over dacht, dan kreeg
ik toch wel de indruk, dat de hele Zweedse
bevolking, van hoog tot laag, hierachter staat.
Ik geloof, dat ik mijn artikel hiermee moet
besluiten. Op onze reis naar Zweden toe, wa
ren we een tijd lang. in het gezelschap van
een arbeiderszangvereniging, die juist uit Ne
derland kwam en wij waren dus ook getuige
van de aankomst. En wat wij daarbij zagen
was opgewektheid, gezondheid en een alge
mene indruk van welvaart, zowel bij de zan
gers met hun witte petten op, als bij de tien
tallen mensen, die de reizigers kwamen af
halen. Ik had dan ook stellig de indruk, dat
practisch gesproken het gehele Zweedse volk
goed leeft, tevreden is en bovendien zo goed
mogelijk voor de jonge generatie zorgt.
Wat kan men eigenlijk meer verlangen!
Wij, mensen, houden er allerlei liefheb'
berijen op na, vaak van zeer uiteenlopen
de aard. Om maar te blijven bij de lief
hebberijen met betrekking tot de dieren:
de een kijkt elke dag met plezier naar
zijn konijnen; zijn buurman heeft meer op
met kippen; een derde houdt alleen van
honden of (dit meer in de dames-afde
ling) van katten; velen zijn dol op dui
ven; er zijn er ook, die sleohts belang
stelling hebben voor mooie vissen in 'n
aquarium; nog anderen.--
Dezer dagen kwamen we in gesprek met
iemand, die met veel liefde sprak over
de twee maal honderdduizend dieren,
waaraan hij zijn hart heeft verpand. En
in de zomer heeft hij er nog veel meer,
vertelde hij. Het was n.1- een bijenhouder.
Er is ook in Soest een afdeling van
de Vereniging tot Bevordering der Bij
enteelt in 'Nederland. Deze afdeling stdlt
zich voor, een uitgebreide propaganda te
gaan voeren om meer personen ertoe te
brengen de bijenteelt te gaan beoefenen.
De imkers zijn van oordeel, dat aan het
houden van bijen zóveel genoegens en
voordelen zijn verbonden, dat zij reden
hebben om te vragen: Waarom begint
er niet mee?
In een serie advertenties, waarvan men
de eerste in dit nummer vindt, zal wor
den duidelijk gemaakt, wat voor liefheb
berij het imkeren eigenlijk is en tevens
zal men daarin de adressen aantreffen,
waar alle gewenste inlichtingen zijn te
bekomen. De plaatselijke afdeling van
bijenhouders vertrouwt, dat door die ad
vertenties en door andere propaganda
middelen velen ertoe gebracht zullen wor
den om zich zelf af te vragen: Ja, waar
om begin ik er eigenlijk niet mee?
SPELENDE KINDEREN OP
DE HOOFDWEG.
Eni^e kinderen waren, aan de kant van
de "Burgern. Grothestraat aan het spelen
en juist op het momen;t, dat een zware.
vrachtauto naderde, kwam één van de
kinderen al stoeiende van achter de bo
men op de rijweg met de vrachtauto in
aanraking, waardoor het een verwonding
aan het achterhoofd bekwam. Het kind
werd naar de ouderlijke woning overge
bracht.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Bruin-wit-gele shawl, wollen kindermuts,
want, portemonnaie, kunstgebit, rozen
krans in doosje, grijze kind er wantjes, br.-
gele rechter want, dameshandschoen, gla
cé herenhandschoenen, jachthond, serge
ant (timmermans gereedschap), bruine
ceintuur, sokophouder, bruin gestreept
kinderjasje, linker herenhandschoen, wit-
zwart gevlekte jachthond, onafgewerkte
blauwe gebreide jurk met wol en brei
pennen, bril met hoorn montuur, groene
portemonnaie met geld, zwarte wollen
want en portemonnaie. Inlichtingen elke
Woensdag en Zaterdag van 14 tot 16 uur
aan het politiebureau.
NU DE SOESTER KNOLLEN RIJPEN.
Nu de knollen weer rijp zijn moet he
laas weer worden geconstateerd, dat die
jeugd, vooral op de velden van de Eng,
danig huishoudt en zich knollen toe
eigent. Bij een controle werden enige van
deze baldadige jongelui betrapt met al-
le gevolgen van dien.
VOETBALUITSLAGEN.
BDC adsp. BSoesterberg adsp- A 32.
KVVA adsp. B—BDC adsp- C 2-1-
Actif jun. AB.D.C. jun. B 31.
BDC jun. DAP WC jun- C 4-2-
SDO jun. C—BDC jun- C 2-2-
TAFELTENNIS.
Na een enerverende kamp werdendoor
Soestdijk 1 en Rivendi 4 de punten ge
deeld. Het werd 55 gelijk-
De beide thuiswedstrijden kenmerkten
zich door spanning. Zowel door Soestdijk
2 als Soestdijk 3 werd een kleine 6-4
zege bevochten, resp. op P-V-H. 2 en
Jaffa 3. Soestdijk 4 liet een steek val
len, door in Zuilen tegen het leidende
Z.T-T.V. 2 een 73 nederlaag te lijden.
Het programma voor deze week luidt:
Maandag 7 Nov. M-H-S. 2Soestdijk 1.
Woensdag 9 Nov. V.R.A. 4Soestdijk 4-
Donderdag 10 Nov. G-M-U. 2Soestd- 1'.
Zaterdag 12 Nov. Soestdijk 2Barna 8-
Zaterdag 12 Nov. Soestdijk 3G-M.U- 3.
Het inenten der kippen tegen diphteritus is
van groot belang. De veearts doet dit met
serum van de Veeartsenijschool te Utrecht.
Het geschiedt op de dijen, waar men eerst
een paar veertjes uittrekt en de open plek
vervolgens met entstof bestrijkt. Het is dus
zo te zeggen pijnloos. In de practijk is geble
ken, dat het serum tot drie jaar duurt. De
kosten zijn niet hoog. Wie wil daarvoor het
risico lopen, steeds in onrust te moeten zitten
als hij hoort, dat hier of daar diphteritis is
uitgebroken? Is er diphterie in de buurt, dan
geen dakgootwater te drinken geven, want
door de uitwerpselen der mussen, die de be
smetting kunnen brengen, is dat te riskant.
Wanneer het hok op een vochtige bodem
staat, is het raadzaam dit op een stenen muur
tje te zetten, dat minstens 30 a 40 cm. boven
het terrein uitkomt en dan binnen aan te
vullen met rivierzand. Door de dikke laag
rivierzand trekt het water niet op. Wordt het
heel slecht weer, dan kunnen de dieren bin
nenblijven. Een goed verlicht, ruim droog hok
is des winters van zeer grote betekenis.
Raadzaam is aan de Noordkant, b.v. tegen
het vlechtwerk (buitenkant) een rietmat te
bevestigen om de Noordenwind te keren. Nog
beter is een levende haag zien te krijgen, die
ontsiert de omgeving niet en is niet aan slij
tage onderhevig. Deze plant blijft 's winters
groen, schiet vlug op en vormt spoedig een
dichte haag. Men plant op 15 cm. onderlinge
afstand, ook plm. 15 cm. buiten het vlecht-
draad. De eerste tijd kunnen rietmatten die
nen. n.1. tot de tijd, dat de groene haag dicht
genoeg is, al is het maar gedeeltelijk, in de
nabijheid van het hok. Vocht en koude zijn
twee doodsvijanden van de kippen. Men
merkt het al met de kuikens. Bij koud en
regenachtig weer groeien ze niet; ze worden
triestig en sterven ten slotte een langzame
doch zekere dood.
Het gebeurt wel meer, dat dieren op de leef
tijd van 4 a 5 maanden zwak op de poten
worden, al zijn ze eerst buitengewoon goed
opgegroeid. In dat geval is het raadzaam aan
het ochtendvoer twee procent voederkalk toe
te voegen en onder het hardvoer wat ruwe
levertraan te mengen. Het lichaam is op die
leeftijd nog niet volgroeid, er is heel wat
phosphor nodig, ook ruien de dieren waar
schijnlijk, wat ook weer veel van het dier
vergt. De dieren lopen in dit geval vaak op
één poot het meest, vandaar dat deze ene
poot doorgaans wat opzet, vooral aan de ge
wrichten.
Ook kan dit euvel ontstaan door een te natte
en vochtige bodem. Dan zou ik aanraden de
poten eens te penselen met jodium-tinctuur.
DE LEVENSSTANDAARD
VAN DE MIDDENSTAND
Als een vervolg op de berekening, die het
Centraal Sociaal Werkgeversverbond had op
gezet over de koopkracht van de arbeiders
gezinnen heeft het Verbond thans een bere
kening gepubliceerd over de positie van ver
schillende groepen middenstanders. Daar
onder worden niet in de eerste plaats ver
staan gezinnen uit de winkeldrijvende mid
denstand, doch de hoger gesalarieerde groe
pen, dus ambtenaren, onderwijzend perso
neel en leidinggevend personeel bij handel
en industrie. De salarissen varieerden, al
naar de positie voor de oorlog tussen 4000.-
en 10.000.-. Wie in 1940 een bruto-salaris
had van 4000.- ontving daarvan netto
3650.- wegens aftrek van pensioen, e.d.
Voor dezelfde functie bedraagt het netto-sa
laris thans 5350.-, wat een vermeerdering is
met 46%%. Percentsgewijs is dit dus belang
rijk minder dan voor de arbeiderssalarissen;
die meer dan verdubbeld zijn. Naarmate dc
salarissen hoger zijn is de stijging van de
inkomens geringer geweest. De voor-oorlogst
salarissen van 6000.- vertonen een stijging
van 33%%, die van 8000.- 23%% en die
van 10.000.- 14%%. Intussen zijn voor deze
groepen natuurlijk de kosten van levenson
derhoud ook aanzienlijk gestegen en wel in
dubbele mate, doordat ten eerste de belastin
gen verzwaard zijn en verder alle andere
lasten sterk progressief verhoogd worden
naarmate men meer verdient. De werkelijke
koopkracht is daardoor voor de groep, die
voor de oorlog 4000.- verdiende, thans
slechts 71%% van 1938, voor de ƒ6000.-
groep 64%, voor de ƒ8000.- groep 57%% en
voor de 10.000.- groep 52%.
Hieruit volgt, dat de voordelen van het ver
dienen van een hoog salaris in zeer belang
rijke mate zijn afgeroomd ten behoeve van
de lagere inkomens.
BELGISCHE MIJNEN MOETEN
OP EIGEN BENEN STAAN
De Belgische kolenmijnen verkeren in een
heel moeilijke positie, doordat zij veel te
duur produceren. De kostprijs van een ton
kolen bedraagt in Belgische francs voor de
Belgische mijnen 680 francs (terwijl de mijn
eigenaren menen dat deze prijs eigenlijk 790
franc zou moeten bedragen), daarentegen
zijn de productiekosten in Frankrijk 582 fr..
in Nederland 480 fr., in Duitsland 473 fr. en
in Engeland 420 fr. Niettemin geeft de Bel
gische Staat ieder jaar nog 1800 millioen
francs steun aan de steenkolenmijnen, waar
uit wel blijkt, dat zij abnormaal duur wer
ken. Niet alleen de uitputting van de mijnen
en de ongunstige ligging van de kolenlagen
zijn hiervan de oorzaak, maar ook de enorme
sociale lasten, die na de bevrijding zijn inge
voerd om de productie weer op gang te bren
gen. Het gevolg van deze hoge kosten is, dat
er thans een voorraad van 3 millioen ton ko
len ligt, die wegens te hoge prijzen niet ver
kocht kan worden, zodat men in sommige
mijnen het werk reeds een of twee dagen
per week heeft moeten stilleggen.
De Belgische regering heeft thans eindelijk
besloten de kolenmijnen niet langer als kas
plantjes te behandelen. De steun aan het be
drijf zal onmiddellijk worden ingetrokken
voor alle mijnen, die in het eerste halfjaar
van 1949 geen verlies boekten, waar tegen
over deze mijnen niet langer behoeven bij te
dragen in het steunfonds van de niet ren
dabele mijnen. De steun aan deze laatste
na 20 maanden geheel ophouden. De bedrij-
groep zal geleidelijk worden verminderd en
ven, die ook dan nog verliezen opleveren
zullen worden gesloten. Om de werkloosheid
te beperken zal men de buitenlandse mijn
werkers naar hun land terugsturen. Alleen
een verdere devaluatie van de Belgische fr.
zou het mijnbedrijf op korte termijn uit de
moeilijkheden kunnen helpen.
FABRIEKEN OP AFBETALING
De uit de oorlog bekende bouwer van Ame
rikaanse transportschepen, Henri Kaiser, die
de laatste jaren ook auto-constructeur is ge
worden, begint bovendien een man van be
tekenis te worden in de Amerikaanse alumi-
niumindustrie. Het schijnt, dat hij daarbij de
grote steun van de Amerikaanse regering
heeft. Deze heeft hem bijv. fabrieken voor
bauxiet-ontginning en aluminiumfabricage
verkocht voor 36 millioen dollar, terwijl de
oorspronkelijke bouwkosten van deze bedrij
ven, die uit de oorlog dateren, 90 millioen
dollar bedroegen. Bovendien behoeft hij
maar 5% van de koopsom neer te tellen en
kan het restant betaald worden in 25 jaar
termijnen met 5% rente. En of dat nog niet
genoeg is, is hem1 nu nog bovendien toege
staan zijn afbetalingen te doen in de vorm
van producten van de fabriek. Als eerste af
betaling zal hij dan ook in het volgend voor
jaar 10.700 ton staaf-aluminium leveren, ter
wijl aan zijn maatschappij het recht is ge
geven in de komende jaren 40% van het
aluminium te leveren, dat het Amerikaanse
leger voor strategische doeleinden opslaat.
Een soortgelijke overeenkomst is gemaakt
met de aluminium-maatschappij van Rey
nolds, die 60% van de strategische voorraden
mag leveren. Men beweert dat deze begunsti
ging van beide maatschappijen een poging is
om het aluminium-monopolie te breken van
de „Alcoa", d.x. de Aluminium Company of
America, een der eigendommen van de ban
kiersfamilie Mellon. Maar men fluistert, dat
Kayser zelf al betrokken is bij de Alcoa. Het
is dus de vraag of al deze protectie tot het
gewenste doel zal leiden.
BROOD, DAT KUNSTMATIG VERS BLIJFT
Er is een onderzoek ingesteld naar de oor
zaak van het oudbakken worden v$n brood.
Men wil nl. trachten de geur en de knappe
righeid van vers brood langer te bewaren.
In navolging van Amerika heeft daarom
T.N.O. een aantal proeven genomen met het
mengen van een bepaalde chemische stof
door het deeg. Onlangs is het verslag van die
proeven, uitgebracht in samenwerking met de
Centrale van Nederlandse Verbruikscoöpera
ties, verschenen in het Chemisch Weekblad.
De stof, die men hierbij gebruikt, luistert naai
de aantrekkelijke naam van „poly-oxy-aethy-
leen-distearaat". Een toevoeging van een half
procent van deze stof aan het deeg gaf in
derdaad volgens het rapport smakelijker
brood, dat langer mals bleef; maar de krui-
migheid en de snijdbaarheid werden slechter.
Wij vragen ons af hoe zich dat laat rijmen
met een grotere smakelijkheid. En als we dan
nog lezen, dat het de vraag is of deze stof
wel volkomen onschadelijk is, worden we
toch een beetje huiverig van een dergelijk
middel om het brood vers te houden. Wij
kennen trouwens een beter middel, waarmee
hetzelfde doel wordt bereikt. Een middel, dat
sinds jaar en dag beproefd is en dat is: bak
iedere dag vers brood.