Onze Prinses verjaart. Duitsland en Nederland- Prof. Tinbergen over de grenzen der ordening. v- na Blijde Gebeurtenis. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK SOEST. IN DE HOEK. SOESTER COURANT Abonn. per kwart, f 1-50 - p. post f 1.75. DINSDAG 31 IANUAM 1950- Bureau: Van IVeedestraaf SS Teleloon 2566 - Giro 126156 Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. 26e TAARGANG No- 9. Het Duitse probleem is voor West-Europa nog steeds onoplosbaar. De toestand zit vol van te genstellingen, waarvan de moeilijkste wel is, dat de West-Europese landen groot belang hebben bij een herleving van de Duitse pro ductiviteit, maar dat zij daarbij tegelijkertijd bedreigd worden door het weer opengaan van de Duitse grote mond. Duitsland vertoont het merkwaardige beeld, dat het land op het ogen blik bijna anderhalf millioen werklozen telt, terwijl aan de vraag naar uitvoergoederen niet kan worden voldaan. Dat komt natuurlijk, doordat er ten eerste zoveel verwoest is, ten tweede de vraag in het eigen land ontzagge lijk groot is en ten derde de demontage van bedrijven de uitbreiding van de productie in de weg staat. De West-Europese landen, die met dergelijke problemen te kampen hadden na 1945 legden zichzelf grote beperkingen op en pasten een nauwgezet stelsel van toezicht op de invoer toe met het gevolg, dat in al die landen een groot tekort op de handelsbalans ontstond, waarvoor de regeringen aansprake lijk v/aren. Het gevolg daarvan is weer, dat het West-Europese geld „zacht" is geworden, d.w.z. dat men het niet op de vrije markt voor de volle waarde kan inwisselen. De Duitsers doen het nu anders. Nadat in September 1949 de handel vrijgegeven was zijn ze begonnen op grote schaal levensmiddelen en goederen in te voeren. De betaling zou vroeg of laat met Duitse goederen worden geregeld, maar gezien de ontoereikendheid van deze productie is reeds in enkele maanden een geweldige ach terstand ontstaan. Het zijn echter in hoofd zaak de particuliere importeurs, die al die goederen uit de omliggende landen lieten ko men, zodat de Duitse Staat voor het tekort op de handelsbalans niet verantwoordelijk is en de Duitse munt betrekkelijk „hard" blijft, al thans in vergelijking tot de gulden, pond, enz. Dat de andere landen bereid waren zulke grote hoeveelheden goederen naar Duitsland te zenden, hoewel de betaling niet aanstonds in geld of goederen kon volgen, komt doordat al die landen probeerden Duitsland als afzet gebied te herwinnen. Dit land is immers de enige markt, die bijna onbeperkte hoeveel heden goederen kan gebruiken. Zo heeft ook ons land zeer veel geleverd, waardoor de uit- voercijfers prachtig omhoog zijn gelopen. Maar men vergeet, dat dit geen werkelijk Ver diend geld is, omdat de Duitsers er geen uit voer tegenover kunnen stellen. Wij leveren in feite een belangrijk deel van onze productie op de pof aan de Duitsers en moeten maar afwachten hoeveel daarvan werkelijk betaald zal worden. Deze toestand is des te bedenkelijker, omdat niet minder dan 40% van de Duitse invoer voor rekening van de Engelse en de Ameri kaanse regeringen komt en dan voegt de Marshall-hulp daar nog een 20% onbetaalde invoer aan toe. Niettemin wordt de resterende 40%, die uit andere landen komt, niet eens gedekt door de uitvoer. En toch vertrouwt men, dat Duitsland aan zijn verplichtingen zal voldoen, anders zou de koers van de Duitse Mark in de vrije notering niet stijgen. Op 21 September 1949 bedroeg de koers van 100 mark in Zwitserland 63 Zw. francs en half December 75. Het vertrouwen in het Duitse geld wordt dus groter. Nederland kan alleen maar hopen, dat de beursmensen het in dit opzicht bij het rechte eind hebben, want an ders zouden we met deze Duitse handel al weer goed geld naar kwaad geld gesmeten hebben. Prof. Tinbergen is een econoom van socialis tische huize, maar hij is geen partijman. Hij is vóór alles de wetenschappelijke onderzoeker en zelfs zijn functie van directeur van het Centraal Planbureau heeft hem de onpartij dige wetenschap niet ontrouw doen worden. Dit is een merkwaardigheid op zichzelf, want hoe licht gebeurt het niet, dat iemand zo door zijn werk wordt meegesleept, dat hij de zwak ke plekken in zijn arbeid niet meer ziet. Het is nu eenmaal heel moeilijk objectief te staan tegenover onze „dagelijkse omgeving en onze dagelijkse taak. Als Prof. Tinbergen met deze moeilijkheid te kampen had gehad, dan zou hij waarschijnlijk de geleide economie door dik en dun zijn gaan verdedigen, zoals dat door zovele minder bekwamen geschiedt. De taak van de professor is om met een staf van medewerkers zo goed mogelijk na te gaan welke economische politiek van de regering moet zijn om met de beschikbare geldmidde len, arbeidskrachten, fabrieken, schepen, boerderijen, enz. een zo hoog mogelijke alge mene welvaart te verkrijgen. Daarbij worden van jaar tot jaar de bereikte resultaten ge toetst aan de vooraf gestelde doelen, terwijl deze laatste zowel worden gericht op het on middellijk noodzakelijke als op verder verwij derde perspectieven. "Wanneer dus de tegen woordige regering de geleide economie aan hangt, dan is het prof. Tinbergen, die daarvan de richting aangeeft. Nu heeft deze laatste in de afgelopen jaren reeds herhaaldelijk laten blijken, dat hij heel goed weet, dat geleide economie geen middel tegen alle kwalen is en dat het middel daar entegen zelf wel buitengewoon onaangename verschijnselen met zich meebrengt. Thans heeft hij in een brochure, uitgegeven door het comité ter bestudering van ordeningsvraag stukken, aangegeven, wat naar zijn mening het voor en tegen van geleide economie, of van ordening zoals men het ook noemt, is. In deze brochure, die getiteld is „De grenzen der ordening" begint de schrijver met mede te de len, dat hij een poging wil doen de grens te trekken tussen goede en slechte ordening. In beginsel acht hij ordening in zekere zin beter dan de blinde werking van vrije krachten. Laat men alles vrij, dan kan men immers in derdaad onderhevig zijn aan grote economi sche nadelen als overstroming met te goed kope producten uit andere landen (waardoor in het eigen land werkloosheid en armoede kunnen ontstaan), terwijl het ook mogelijk is, dat vele artikelen worden ingevoerd, die onder gegeven omstandigheden minder ge wenst zijn. Bij geleide economie heeft men deze dingen in de hand. Als het grote nadeel van ordening noemt hij echter, dat in de praktijk is gebleken, dat zij de doelmatige werking van de bedrijven schaadt. Door te veel bescherming wordt de prikkel tot inspanning, scholing en aanpas sing weggenomen, hetgeen de welvaart doet kwijnen. Zo heeft bijv. ieder kunnen vaststel len, dat de handhaving van maximumprijzen, toen de schaarste op zijn eind liep, leidde tot een verslapping van de concurrentie. In een dergelijke tijd veroorzaakt de distributie eer der een toeneming van het verbruik dan een beperking. Ook bevordert de prijsbeheersing de productie van allerlei prullaria, omdat de noodzakelijke goederen alleen tegen beperkte prijzen verkocht mochten worden. Verder noemt hij als nadelen van de ordening, dat het toewijzen van productievergunningen oude, maar trage zaken beschermt ten koste van jonge levenskrachtige bedrijven. De toe wijzingen geschieden n.1. op grond van het geen de zaak in vroeger jaren omzette. Ook al de paperassen, die ingevuld moeten worden, zijn een belemmering voor een werkelijk doel matige productie. Tenslotte is er het grote be zwaar, dat bij de geleide economie, fouten gemaakt door de betrokken ambtenaren kwade gevolgen hebben voor het gehele be drijfsleven, terwijl zij, die de fouten maakten, daarvan het risico niet behoeven te dragen. Prof. Tinbergen acht het daarom onjuist, wan neer de overheid zich te veel in details met de productie bemoeit. Hij wil liever „conjunc- tuurpolitiek" volgen. Dat betekent, dat hij in tijden van welvaart door het heffen van be lastingen een te snelle uitbreiding van de productie wil voorkomen en dat hij in tijden van dalende arbeidsgelegenheid grote werken wil doen uitvoeren door de regering. Het hoofddoel is daarbij, dat de totale vraag naar goederen gelijk blijft door de arbeidsgelegen heid en de koopkracht zoveel mogelijk op peil te houden. Tegelijk kunnen sociale maatrege len worden genomen om het volksinkomen evenredig te verdelen, maar dit moet volgens de schrijver niet zover gaan, dat de prikkel tot grotere inspanning en tot het dragen van risico's wordt weggenomen. De grens daar van hebben wij z.i. reeds vrijwel bereikt, mis schien zelfs wel overschreden. Wij hebben de indruk, dat Prof. Tinbergen met het schrijven van deze kleine brochure een uitstekend werk heeft gedaan en dat de grote meerderheid der bevolking volkomen met zijn zienswijze kan instemmen. FEESTAVOND GECOMBINEERDE MOTORCLUBS Zaterdagavond waren de leden van de motorclubs uit Baam, 's Graveland, Doorn. Hilversum, Soest, Soesterberg en Zeist met hun dames in de zaal van Eemland bijeen voor het houden van een gezamenlijke feestavond, als besluit van het geslaagde zomerseizoen. Het feestprogramma, dat verzorgd werd door de toneelgroep „Thalïa" uit Hil versum, bracht 'behalve zang. enige vro lijke schetsen en één-acters. Na de pauze sprak de heer Stoel, hoofdbestuurslid van de K.N.M.V. een propagandistisch woord en drong op aansluitig bü de K.N.M.V. aan. Ver volgens reikte de voorzitter van de combinatie, met enige welgekozen woor den de behaalde prijzen "van de in het seizoen 1949 verreden puzzle- en prestatieritten aan de winnaars uit, waarbij ook de duorijders en rijdsters niet werden vergeten- De dames ont vingen o.a. bloemen. Een gezellig ball met medewerking van „De Boers Me- lodisten" besloot deze bijeenkomst- OLYMPIA HIELD GOED GESLAAGD CLUBFEEST. Het wordt zo langzamerhand een tra ditie van de» Herv. en Geref. jeugd raden uitgaande gymnastiekvereniging, om in Tanuarï de leden boven 14 jaar in gebouw „Eltheto" bijeen te roepen- De voorzitter, de heer C. Tak', opende op de gebruikelijke wijze en gaf een korte uiteenzetting over 't gelezen bij belwoord, een opwekkend woord, om beide: „Lichaam en Geest" op te voeden. Hierna kreeg de voorzitter van de Foto Meyboom. Onze oudste Prinses Beatrix, die he den haar 12e verjaardag viert Voor ons, Soesters, is zij nog iets meer dan Prinses- Zij is een der onzen en daarom fe liciteren alle inwoners hun „buurmeis je" met deze blijde dag- Dat we ook haar Koninklijke Ouders en beminde Zusjes onze gelukwensen aanbieden, spreekt wei van zelf- 31 Januari 1938* Het is gebeurd- Thans is het waar. De spanning is verdreven- 't Beklemd gevoel maakt plaats voor vreugd, Voor 't jonge, nieuwe leven- Want te Soestdijk, in Nederland, Daar heeft, nog onverwacht, De ooievaar reeds lang verbeid, Het eerst een Prinsesje gebracht- In 't wiegje van satijn en kant, Slaapt rustig 't Vorstenkind- Beseft nog niet, dat Zij het is, Die nu reeds wordt bemind- Zo bleef ook eens een Sterre staan In 't verre, verre Oosten En Herders kwamen aangesneld, Te knielen en te troosten- Giï Koningskind, Gij dierbaar pand, Moge God U verder zeeg'nen; Gü loot der tak Oranjeboom, De stam moge het beleven, Dat Gij opgroeit in ons Vorstenhuis, Tot heil voor volk en land, Uw leven lang, Prinses Beatrix, Geleid door wijs verstand- Wiï danken U, o Kroonprinses, Voor al Uw goede gaven, Want aan de mildheid van Uw hart Kon menig mens zich laven- Uw loon? De hoogste decoratie, Waarvoor 'k eerbiedig 't hoofd ontbloot, Is U thans door God gegeven, Geen goud. geen diamant. Gij koestert lï I i in Uw scihoot- Bovenstaand gedicht werd,, bij de ge boorte van Prinses Beatrix gemaakt en toegezonden aan onze Koningin (toen nog Kroonprinses), door een alleenstaan- en alleenwonende kleermaker te Win schoten, die als kind door kinderver lamming werd getroffen en zich sinds dien. daar hij aan beide benen is ver lamd, in een driewielig invalide wa gentje voortbeweegt. Hii schreef dit gedicht niet alleen uit grote eerbied voor ons vorstenhuis, maar tevens uit dankbaarheid aan Prinses Wilhelmïna (toen nog Konin gin). van wie hij 15 jaar geleden, een motor voor zijn naaimachine teru ge schenke kreeg, welke motor, naar hij schrijft, nog steeds perfect loopt- Van Koningin Tuliana mocht hij inder tijd een hartelijke dankbetuiging voor zijn gelukwens ontvangen- Hii verzoekt ons aan zijn ontboezeming in ons nummer van heden een plaats te geven, aan welk verzoek wij gaar ne voldoen- feestcommissie, de heer K- van de Flier, de touwtjes in handen voor de rest van de avond en het mag gezegd worden, de volle zaal heeft genoten van de schetsen en voordrachten, van de muziek, van de speciaal voor deze avond gevormde band en de eigenge maakte liedjes met refrein, betrekking hebbende op Olympia's verenigingsle ven- Kostelijk was de Baby-klas, gevormd door de diames met als slot 'n Olym- pialïed met refrein; de humoristische rhythmïek der adspïrant-dames en niet te vergeten No- 18 Toekomstmuziek „Tamboer- en Pijpercorps". Het toppunt van vrolijkheid bracht wel de spraakwaterval en de schets „Het is nu mijn vrouw". Ieder weldenkend mens zal het voor hoofd fronzen wanneer hij hoort van rebellie tegen het wettig gezag en foei zeggen, of iets anders, naar gelang het vogeltje gebekt is. Toen ik dan ook hoorde van het hu zarenstuk van Westerling, die Ban- doeng binnen wandelde of er geen wet tig gezag was en er weer uit wegtrok toen hem dit gelegen kwam, heeft Oek- man z'n wijze hoofd geschud en te gen z'n ega gezegd: „Zo'n Turk toch". Al zal het onze Ministers Götzen en Van Maarseveen ijskoud laten wanneer ze dit horen, ik was het met hun eens toen zij oordeelden, dat dit ernstige gevolgen voor Indonesië zou hebben. Maar ik dacht het op andere gronden dan onze Ministers. Wii zullen de kwestie Westerling moe ten bekijken door de bril var* de millioenen Soendanezen, Ambonezen' enz- enz. Wat verstaan die onder wettig gezag? Dacht U. dat zij bedoelden, de men- sen, die Indonesië zogenaamd vertegen woordigden tijdens de Rondetafelconfe rentie? Wanneer deze afgevaardigden waren gekozen als vertegenwoordigers van Indonesië, uitverkoren door alge mene verkiezingen of desnoods bij ple- besciet, had U gelijk. Niet één Soen- danees, Menadonees of wie ook heeft echter door vrije verkiezing aan de keuze der afgevaardigden kunnen me dewerken. Die werden benoemd door een commissie, waarin Djokja sterk domineerde- Dat steekt zelfs de In landse bevolking van het voormalige Indië. al hebben zij van Europese de mocratie niet zoveel kaas gegeten- Het Is ook niet zo eenvoudig als die meneer voor de Radio zei, n.1., dat Westerling NIEMAND vertegenwoordig de en alleen maar een avonturier is, die zich niets aantrekt van e-v. ge volgen die uit zijn actie voortkomen. Het is ook niet zoals Vrijdag in on ze eigen Soester Courant stond, dat Westerling „nergens voor, maar overal tegen is". Hii en zijn volgelingen zijn tegen de ze uit de lucht gevallen regering, die plechtig overeenkwamen ,.de Verenig de Staten van Indonesië" te handha ven. maar reeds van de eerste dag van haar optreden af, alle deelstaten proberen weg te rangeren en hun de wil der Repoeblik Djocia op te leggen. Westerling is VOOR de Federale Sta ten met medezeggingschap van alle deelstaten en dit zou ons tot naden ken moeten stemmen. De troebelen in'Indonesië worden Ne derland in de schoenen geschoven. Dat was te voorzien. Wij zijn 4 laar lang een prachtig kop van Jut geweest en misschien hebben we ook wel schuld, al is het op een andere manier als de heren bedoelen. Onze regering treft schuld en Amerika tevens, daar zii nooit hebben willen luisteren naar de mensen die Indïë door en door kennen. Zij deden of de ze mensen gek waren, toen die be weerden, dat de souvereïnïteSts-over- dracht veel te spoedig en onder veel de grote druk geschiedde van landen, die niet de minste notie hadden van toestanden en verhoudingen in Indo nesië- Wanneer het de bedoeling was chaos te verwekken, hadden zij het niet handiger kunnen aankleden. Iemand beweerde, dat dit eigenlijk een Heilige Oorlog was. Dat is het gelukkig (nog) niet. Wan neer het daartoe zou komen, dan zij Hemel Indonesië en zijn bewoners genadifi-H. OEKMAN prachtige tombola wiste bovendien alle geldzorgen weg. Tot slot verzorgde de secretaris de dagsluiting, waarnaar met gespannen aandacht werd geluis terd en waarin deze ieder lid op wekte in elk lid z'n zuster of broe der te zien en niet na te laten deze tot een hulp en een sterkte te zijn, wanneer deze 't moeilijk heeft- Reeht voldaan over de prestaties van de feestcommissie gingen allen, bestuur, leiding en leden te ongeveer 12 uur huiswaarts- GEVONDEN VOORWERPEN. Grijze das, stuk tuinslang, actetas, lin ker glacé herenhandschoen, huissleutel, (gem- Vachette), lederen motorhand schoen, donker blauw windjack, paar bruine wanten, grote zwart bruine hond, wit wollen wantje, gymnastiekschoen, zwarte vulpen, koper gewicht 500 gram, rood-blauw kinderwantje, khakïkleurige sjaal, schaap, kinderbeursje mtöfc in houd. bruin lederen portemonnaïe met inhoud, groen blauwe want, houten sle de, halsband, schaats, bruine want, blauw-grijskleurige bouvier, grijze wol len sjaal, imitatie parelcollier, rood kin- der tasje- Inlichtingen Woensdag en Zaterdag tussen 14 en 16 uur aan het politiebureau, Van Weedestraat-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1950 | | pagina 1