Nog altijd de fabel van de boerensteun. Product- en Bedrijfschappen* SOEST. IN DE HOEK. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK SOESTER COURANT Bnretei Van Weedestroat SS - Telefoon 2566 - Giro 126156 Abonn. per kwart, f 1-50 - p. post f 1.75. DINSDAG 14 MAART 1950. De wet op de bedrijfsorganisatie gaat uit van Product- en Bedrijfschappen als zelfstandige organen, waarin de Overheid gemengd wordt in verband met haar leidende en toezicht hou dende taak. Het zijn dus geen openbare licha men van, doch i n de Staat, zoals ook de provincie en de gemeente dit zijn. Sinds de pionier der bedrijfsorganisatie, prof. dr J. A. Veraart, rond 1920 zijn eerste studies over de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie publiceerde, is er veel geschreven en gespro ken over een verticale en horizontale ordening van het bedrijfsleven. De verticale organisatie streeft naar ppti groepering van ondernemingen rondom het product, de horizontale richt zich op de ordening van gelijksoortige bedrijven. Een productschap moet dus alle ondernemin gen die bij de voortbrenging en de verhande ling van -een bepaald product een rol spelen, omvatten. Bij het Productschap voor textiel moet dit b.v. omvatten de importeurs van textielgoederen, de textielfabrikanten, de grossiers en detailhandelaren in textiel, enz. Een bedrijfschap omvat alle ondernemingen die in het bedrijfsleven een gelijke of ver wante functie vervullen. Het bedrijfschap voor het Grafisch bedrijf moet b.v. alle drukkerijen omvatten, onverschillig hun omvang en de zeer verschillende drukprocédé's. Ook omvat het bedrijfschap alle personen, die in een be paalde soort van bedrijven werkzaam zijn. Kantoorbedienden dus even goed als technisch personeel. Het productschap moet bij de wet worden ingesteld, het bedrijfschap kan bij algemene maatregel van bestuur worden ingesteld. De wet op de PJ3.0. bepaalt dat binnen drie jaar de ondernemingen die er voor in aanmer king komen hun Bedrijfschappen moeten heb ben. Taak, samenstelling: en werkwijze der Bedrijfschappen. In het tweede hoofdstuk der wet op de P.B.O. wordt de taak der Product- en Bedrijfschap pen als volgt omschreven: „beide hebben te bevorderen een bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor zij zijn ingesteld, welke het Nederlandse volk zal hebben te die nen en zij hebben het gemeenschappelijk be lang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen tegelijk te behartigen." Product- en Bedrijfschap zullen een bestuur hebben van minstens zes leden, die zullen worden benoemd door die organisaties van werkgevers en werknemers, die naar het oor deel van de Kroon en volgens de wet repre sentatief mogen worden genoemd. In een be stuur van hoofdbedrijf- of bedrijfschap zullen evenveel ondernemers als arbeiders worden opgenomen, tenzij bijzondere redenen op deze regel een uitzondering noodzakelijk maken; maar dan moet zo'n uitzondering in 'n wet worden vastgelegd. Een gelïjkelijke vertegenwoordiging van ondernemers en werknemers in een bestuur van een pro ductschap achtte de Regering niet ge wenst. De Tweede Kamer bleek hierover een andere mening te hebben, toen zij met grote meerderheid van stemmen een amendement van de heer Suurhof aannam, waarin gepleit werd voor een paritaire vertegenwoordiging van ondernemers en werknemers óók in het Productschap. Noopt de eigen aard van het bedrijfschap tot de mogelijkheid, dat het wordt ingesteld bij algemene maatregel van bestuur, zijn karakter maakt het bovendien ook mogelijk, dat het bestuur al dan niet uit zijn midder. zijn voorzitter kiest; daartegenover staat weer, dat de voorzitter van het productschap op advies van de S.E.R. benoemd zal worden door de Kroon. Eén of meer plaatsvervangen de voorzitters kunnen echter zowel bedrijf schap als productschap uit hun midden kiezen. Voorzitters en bestuursleden treden gelijk de leden van de S.E.R. om de twee jaar af; na tuurlijk zijn zij herkiesbaar of herbenoem baar. De werkwijze der organen komt in veel op zichten overeen met die van de S.E.R. Van be lang is evenwel de bepaling, waarin voorzien wordt in het geval, dat in een bestuur waarin meer werkgevers dan werknemers zitten, de stemmen van de laatsten niet genoeg tot gel ding komen, wanneer het om sociale aangele genheden gaat, om de begroting van een hoofdbedrijf- of bedrijfschap en enkele andere punten, waarbij de arbeiders belang hebben. In dit geval brengen de werknemers een ge lijk aantal stemmen uit als de ondernemers en ook doen zij dit reeds, wanneer gestemd zal moeten worden over de vraag of een of an dere kwestie wel tot de sociale aangelegenhe den behoort. De grootste aandacht wordt in het hoofdstuk over de product- en bedrijfschappen gewijd aan de wijze, waarop zij hun taak vervullen mogen. De besturen van product- en bedrijf schappen hebben verordeningsbevoegdheden ten aanzien van die onderwerpen, welke hun bij algemene maatregel van bestuur of bij de wet ter behartiging zijn toevertrouwd. Natuurlijk mag men bij het maken van ver ordeningen niet in strijd komen met de wet, die in bepaalde gevallen uitsluitend aan an dere instanties het maken van verordeningen kan hebben opgedragen. Er zijn vele onderwerpen, waarvan de rege ling bij algemene maatregel van bestuur kan worden overgelaten aan een der openbare lichamen waarover het hier gaat. Wij noemen slechts: voortbrenging en afzet, lonen, arbeids voorwaarden, vakopleiding, scholing, omscho ling en herscholing, rationalisatie, concurren tie, verruiming van werkgelegenheid, voorko ming van werkloosheid, mechanisatie, onder zoekingen op sociaal, technisch en economisch gebied enz. Uitgesloten zijn hiervan met name de vesti ging en de uitbreiding van ondernemingen. De wet zwijgt over prijsvorming. Het is we derom bij de wet of bij algemene maatregel van bestuur, dat kan worden vastgesteld, of een verordening, door een schap gemaakt ter behartiging van zijn taak, de goedkeuring ver dient van een minister of van de S.E.R. De weg naar een nieuwe maatschap pelijke ontwikkeling. Wie de eenheid van het Bedrijf erkent als een compositorisch element in de maatschappij, ziet in de totstandkoming van de P.B.O. en de instelling der Bedrijfschappen de weg naar een nieuwe maatschappelijke ontwikkeling. De arbeider zal door de P.B.O. de plaats in het bedrijf krijgen, die hem als mens toekomt; hij zal mede verantwoordelijkheid te dragen krijgen voor de economische gang van zaken der onderneming waar hij in dienst is. Een geneesmiddel tegen alle mogelijke eco nomische kwalen is de P.B.O. echter niet. Wel zullen, dank zij haar instelling, de economi sche moeilijkheden van ons land doeltreffen der aangepakt en overwonnen kunnen worden, zodat voor ons volk in de komende jaren, die op economisch terrein moeilijk zullen zijn, een redelijk voorzieningsniveau gehandhaafd zal kunnen blijven. Het Algemeen Handelsblad schreef onlangs een hoofdartikel, waarin de redactie eens uit de doeken zou doen, wat er toch wel de oor zaak van was, dat er zoveel margarine in ons land wordt gegeten en zo weinig boter. In dat artikel werd beweerd, dat onze hoge bo- terproductie het gevolg is van de Marshall dollars en van de melkprijzentoeslag. Met die Marshall-dollars wordt dan bedoeld de invoer van voedergraan, waarvoor onze regering niet behoeft te betalen en die melkprijs-toeslag zou, volgens het Handelsblad, bovendien nog een 210 millioen gulden per jaar in het boe- renlaadje brengen. Daaruit moet de lezer wel de indruk krijgen, dat onze veehouderij zijn tegenwoordig productiestelsel alleen dankt aan kunstmatige middelen en aan een be langrijke regeringssteun. Zowel het een als het ander is echter volkomen onjuist. Er is hoegenaamd geen sprake van steun aan de boeren. Integendeel, de prijzen, die onze land bouwproducten op de wereldmarkt kunnen maken, worden in vele gevallen afgeroomd om geld in het Landbouw-Egalisatiefonds te brengen, terwijl het ook voorkomt, dat in het binnenland beneden wereldmarktprijzen moet worden verkocht. Uit dit Landbouw-Egalisa tiefonds worden geen bedragen getrokken om de landbouw te steunen, doch subsidies gege ven aan de verbruikers in deze vorm, dat men in het binnenland onze landbouwproducten beneden productiekosten verkoopt. Dat de landbouw extra zou profiteren van de Marshall-dollars is ook een verkeerde voor stelling van zaken. Want wanneer onze rege- Parïjse lentemode 1950 De rechter foto toont een zwart-wit geruite wol len japon met korte mouwen en lange omgeslagen manchetten om de kleur goed weer te geven. De linkerfoto toont de nieuwe lenteja pon „Cashe-Cashe" genaamd. Zij is een namiddag-japon van geel-zwarte stof. ring dit graan kosteloos van Amerika krijgt, wil dat nog niet zeggen, dat de boeren het ook voor niets krijgen. Integendeel, zij hebben er de normale prijs voor voedergraan voor te be talen. Het is waar, dat uit het Landbouw- Egalisatiefonds subsidies worden gegeven om de gemiddelde prijs van ingevoerd veevoeder betrekkelijk laag te houden, doch daarmee worden de productiekosten van de boeren slechts heel weinig verlaagd, daar verreweg het grootste deel van het veevoeder door onze eigen bodem wordt geleverd. Bovendien moet men niet uit het oog verliezen, dat door deze ^geling ook de prijs van het binnenlandse veevoeder wordt gedrukt, zodat als het puntje bij het paaltje komt de boer tengevolge van ue subsidiëring van de voederimport eerde. Hinder dan meer inkomsten krijgt. Dat deze subsidiëring toch een boerenbelang is, vindt zijn verklaring hierin, dat men aldus de pro ductiekosten laag kan houden, wat nodig is am onze binnenlandse markt zo goed mogelijk te behouden en om in het buitenland te kun nen concurreren. Door de schaarste in andere landen hebben wij tot nu toe onze veehouderij producten in het buitenland veel duurder kunnen verko pen dan in het binnenland. De boterprijs va rieert bijv. in de andere Europese landen (behalve Denemarken) van 6.tot 9. per kilo. Maar al is onze binnenlandse boter prijs aanmerkelijk lager, de prijs, die in ons land voor consumptiemelk wordt betaald, ligt daar nog een heel stuk beneden. Terwijl de richtprijs van melk voor de boeren op het ogenblik 18 cent bedraagt bij een vetgehalte van 3,5%, neemt het Bedrijfschap voor Zuivel als basis voor de berekening van de con sumptiemelkprijs een melk waarde aan van 13 Vz cent voor melk van 3,3% vet. Die prijs klopt reeds sinds jaren niet meer met de wer kelijkheid, maar de kleinhandelsprijs voor de consumptiemelk is daarop nu eenmaal geba seerd. Om nu de melk van de hogere werke lijke productieprijs terug te brengen naar de theoretische basisprijs van het Bedrijfschap, wordt daarop een subsidie uit het Landbouw- Egalisatiefonds gegeven. Zonderling genoeg heet de overbrugging van dit verschil in de officiële stukken nog altijd de melkprijs-toe slag, hoewel het eigenlijk een melkprijsaftrek is, om de consumptiemelk goedkoper te maken dan ze eigenlijk moet zijn. Blijkbaar heeft de redactie van het Handelsblad niet geweten of begrepen, wat met melkprijs-toeslag eigen lijk wordt bedoeld. Tenslotte is het onjuist dat de hoge boterpro- ductie het gevolg is van de prijspolitiek, want zij is het gevolg van de aangroei en de verbe tering van onze melkveestapel en van de toe nemende veevoederverbouw. Hoe de prijzen ook zouden zijn geweest, onze boeren zouden in ieder geval getracht hebben het uiterste uit hun bedrijf te halen. De boer kan nu een maal niet, zoals een fabrikant, zijn bedrijf in krimpen als de prijzen slechter worden. Daar om zal ook wanneer wellicht in de toekomst de zuivelmarkt zwakker wordt, de zuivelpro- ductie om die reden niet verminderen. Intussen blijkt uit dit artikel in het Handels blad nogmaals hoe moeilijk het is een einde te maken aan de fabel, dat de boeren met het geld van de gemeenschap worden gesteund. HET OOST-EUROPESE VOLKSLIED. Door de Volksuniversiteit werd 'n avond gehouden, welke gewijd was aan het Oost-Europese volkslied. Enige maandten geleden sprak Dr. B. Raptschinskv oven de Oost-Europese mens. Het volkslied biedt de gelegen heid! nader met die mlens in contact te komen. In Oost-Europa bestaat nog een levendie volkslied-kunst en ook thans nog worden nieuwe volksliederen gebo ren. Dit is vooral hieraan te danken, dat de moderne techniek hier nog niet die gelijkschakelendte invloed heeft, welke zich in West-Europa doet gelden. Dr. Raptschinskv gaf een uiteenzetting over het Oost-Europese volkslied in 't algemeen. Onder Oost-Europa dient in dit opzicht te worden verstaan: Rus land, Polen. Oekraine en Tsjecho-Slo- wakije. Dit gebied vormt een culturele eenheid, waarin Rusland de leiding heeft. Dit laatste is niet altijd zo ge weest. Lang heeft Polen de leiding ge had1- Behandeld werden achtereenvolgens het Russische, het Oekrainse, het Poolse, het Tsjechische en het Slowaakse volkslied. Dr. Raptschinsky gaf steeds een korte algemene inleiding, waarin hij bepaalde eigenaardigheden aangaf en de aandacht vestigde op invloeden van buiten. Hierna zong Mej. Dra. J. L- Teengs, na eerst de inhoud van het te zingen lied te hebben verteld. Zonder ook maar enigszins te kort te doen aan de duidelij ke en interessante toelichting van Dr. Raptschinskv, kan toch vermeld wor- iden, dat de zang van Mei- Teengs het hoogtepunt van deze avond vormde. Mej. Teengs is een talentvol zangeres, die de liederen zong op een wijze, waar uit bleek, dat zij inhoud en sfeer van die liederen geheel doorvoeld had. Haar grote verdienste op deze avond was ongetwijfeld, dat zij haar gehoor bin- Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag- 26e JAARGANG No. 21. Over mijn artikeltje van vorige week waarin ik zeide voor te staan geen mil- lioenen subsidie te geven aan instellin gen als Concertgebouworkest, Nederland- landse opera e.d., zolang we feitelijk met onze staatskas in staat van faillisement verkeren, heb ik nogal wat te horen ge kregen en wanneer ik sommigen mag geloven, ben ik nog maar weinig boven het kannibalenpeil uitgekomen. Het zij zo. Dan desnoods maar een kannibaal. Of ik niet trots was op ons Concertge bouworkest? Maar natuurlijk, zelfs een kanibaal kan wel ergens trots op zijn. Waarop ik al leen niet trots ben is, dat er zo'n bom duiten bii moet. Wanneer dan wordt opgeworpen, dat het Concertgebouworkest toch ook een de- vïezenwinner is, waarbij men dan wijst op de toer door Engeland zeg ik: dat is nog te bezien- Ze hebben mij nooit ver teld hoeveel deze toer aan buitenlandse deviezen heeft opgeleverd, maar als er aan de andere kant toch een slordige millioen bijmoet, hadden we misschien beter buitenlandse valuta op de zwarte markt kunnen kopen. We vestigen er „goodwill" mee in hef buitenland? Kom, kom, laten we dit nu niet zo breed uitspinnen. Dit is wel een veel gebruikte gemeenplaats, maar ik vraag u in gemoede: dacht u dat b.v. een soheepvaartdïrectie een opdracht voor het bouwen van een schip in Ne derland zou plaatsen omdat het Con certgebouworkest zo'n mooie uitvoering in Engeland heeft gegeven? Dat gelooft u toch zelf niet? Bestelden wij ooit iets in Italië omdat de Italiaanse Opera zo goed is? Of in Oostenrijk, omdat de Wienersangerkna- ben zo aandoenlijk „Schlafe mein Prinzehen schlaf eïn" kunnen zingen? Nee, we moeten „goodwill" niet overal bijslepen. Goodwill kweken gebeurt op een andere manier. Een andere aan mij opgeworpen vraag is, of ik het er niet mee eens ben, dat een Concertgebouworkest, Ned. Ope ra e.d. in stand moeten worden gehou den. Ik zou zeggen: ja, maar niet ten koste van een berooide schatkist. Laten diegenen deze instelling in stand houden, die in staat zijn de voorstellin gen te bezoeken en verder zij, die me nen, dat ons land ten gronde gaat op cultureel gebied zonder deze instellingen. Léfer, wanneer we het ooit beleven, wan neer de deksel van onze schatkist niet meer dicht kan, zien we wel weer. H. OEKMAN. nen de sfeer van de liederen bracht, terwijl men toch onbekend was met de taal, waarin de liederen werden gezon gen. Als toegift zong zij nog een Jid disch lied, hetgeen door het gehoor zeer op prijs werd gesteld. Een zeer hartelijk applaus was de be loning voor haar prachtige zang. Op deze avond terugziende kan men ongetwijefld zeggen, dat dit een der tnooiste avonden van de V.U. is ge weest. TERUG UIT DE TROPEN. Met het troepentransportschip „Water man", welke boot 24 Maart te Rotter dam wordt verwacht, keren uit de tro pen terug: G- J Haarman, Schoolstraat 25- A. van de Bunt, Koninginnelaan 52. L. P. J. Rokebrand, Gen. Winkelmanstr- 80, Soesterberg. C-. Pastunink, Amers- foortsestraatweg 48, Soesterberg. Naast de reeds gemelde personen, welke morgen met de „Sibajak" worden thuis verwacht, keert met deze boot ook te rug F. N. de Lange, Vredehofstraat 22. NED. VER. VAN HUISVROUWEN. In Hotel Zeiler te Baarn had 'n gewes telijke vergadering plaats van de Ned. Ver. van Huisvrouwen, afd. Baarn, Soest en omstreken. Behalve enige hoofdbe stuursleden waren afgevaardigden van afdelingsbesturen uit 17 verschillende ge meenten aanwezig. De vergadering werd geleid door Mevr. Bijntema, presidente der afdeling Bus- sum. De zaal bood een gezellige aan blik en van de gelegenheid om over 'dte verschillende in bespreking gebrach te onderwerpen te debatteren, werd druk gebruik gemaakt. Na afloop van de bijeenkomst werd een telegram aan Hare Majesteit de Koningin, de Beschermvrou we der Vereniging, gezonden, als blijk van hulde aan de eerste Huisvrouwe Idies Lands. BEVEILIGING ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Vorige week heeft de technische dienst van de Ned. Spoorwegen een aanvang ge maakt met de voorbereidende werkzaam heden aan de onbewaakte overweg aan de Molenstraat, alwaar binnen enkele dagen een flikkerlicht-installatie, ter waarschuwing van de weggebruikers, zal worden aangebracht.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1950 | | pagina 1