Het rioleringsplan onder de loupe. Het lied der plagen. David Morse geeft zes punten. Ophouden met bouwen wanneer we niet gaan rioleren. „Regner est pourvoir" zegt de Fransman. Wij zeggen „Regeren is vooruitzien". Onwillekeurig moet men aan deze woor den denken als men geconfronteerd wordt met de grote problemen, waarmede onze gemeente al jaren lang worstelt. We willen hiermede niet zeggen, dat on ze gemeente in die jaren bestuurder en ge had heeft, die niet vooruit zagen, omdat het wel zeer moeilijk was de ontwikkeling van ons klein, onbeduidend dorp, dat uit groeide tot de 4e plaats in de provincie Utrecht, bij te houden. Er is het probleem van de straatverlich ting, hetwelk al jaren om een oplossing schreeuwt. Ons drinkwater is veel te duur. Onze hoofdweg dwars door de ge meente is lang, smal en gevaarlijk en de wandel- en rijwielpaden ontbreken gro tendeels langs de meest-bereden weg van Nederland. Wij hebben geen industrie voor onze arbeiders. We hebben als maar gedokterd aan een uitbreidingsplan en op alle mogelijke plaatsen laten bouwen, met het gevolg, dat we een kernbebou wing missen. Het meest urgente probleem spruit echter voort uit het feit, dat Soest geen riolering rijk is, dat we het regenwater van onze daken, het afvalwater uit onze keukens en de faecaliën van onze toiletten, moe ten lozen in zinkputten, overstortputten en beerputten. Het is al bijna regel, dat een woning 4 of 5 putten bezit, hetwelk alleen maar mogelijk is, omdat practisch ieder huis een tuin of erf heeft. Iedere verzadigde put is de oorzaak van het bouwen van een nieuwe put naast de oude, maar hoelang kunnen we dit nog volhouden? Uit een onderhoud, hetwelk wij hadden met de Directeur van Gemeente-werken, de heer Van Noesel, bleek ons, dat het niet zozeer de kwestie is van: hoelang houden we dit vol, doch dat dit probleem doorkruist wordt door andere moeilijk heden. Ophouden met bouwen of rioleren. Dit was het alternatief, hetwelk de heer Van Noesel stelde en hij staafde dit met vele argumenten. De Soester bevolking is verspreid over 'n groot oppervlak en dit brengt, naast een groeiend gemis van een kom of kern, ve le problemen met zich mede. Wij missen de winkelstraten en velen wonen te ver van school en kerk, terwijl de zakenmen sen te veel kosten moeten maken voor de bezorging van hun artikelen door de gro te afstand, welke hen scheidt van hun klanten. Wij denken in dit verband spe ciaal aan de levensmiddelenbedrijven. Doch er is meer. De zeer verspreide be bouwing heeft grote kosten met zich me de gebracht en veroorzaakt c^eze noS da gelijks door de wegen, electriciteit en gas, de wegbeplanting, de plantsoenen en het onderhoud van dit alles. Cijfers zijn in de regel dor, doch wij willen met een enkel cijfer iets verduidelijken. De aanleg van wegen kost 100.tot 200.per strekkende meter, hetgeen zeggen wil, dat daardoor alleen al het ruim-bouwen afgelopen moet zijn. Om de bouwkosten te drukken en het bouwvolume zo intensief mogelijk te be nutten, moeten er huizenblokken worden gebouwd. Dit brengt mede, dat vele ge zinnen op een klein plekje grond moeten wonen en er geen ruimte is om voor ieder gezin 4 of 5 putten te bouwen. Het probleem is dan ook niet te ontwij ken. We moeten rioleren. Niet alleen voor de bestaande woningen is dit noodzake lijk, maar voor de nieuwbouw ontkomen we er in het geheel niet aan. Het is im mers niet mogelijk bij de woningbouw op het hart, voor de 144 woningen 600 of 700 putten te maken. Er zijn verschillende anti-septic-tanks gebouwd bij deze wo ningen, welke slechts enige jaren uitstel van executie geven, en daarna? In dit licht bezien is het alternatief „op houden met bouwen of rioleren" volko men juist gezien. Het riolerings-plan. Het plan om de gemeente te rioleren is al van voor de oorlog. In 1934 is reeds aan de firma Huygen Wessels te Amers foort opdracht gegeven een kosten begro ting te maken, maar enige jaren later is de opdracht weer ingetrokken. We zijn rustig doorgegaan met het bou wen van putten in onze tuinen en de ge meentelijke faecaliën-auto bleef een ver trouwde figuur in onze straten en lanen. In 1947 is het rioleringsplan weer ter hand genomen en verschillende ingenieurs hebben hieraan gewerkt. Zeer begrijpelijk is het ook geen toeval ligheid, dat het nu gevormde riolerings plan rekening houdt met 't uitbreidings plan. In bedoeld uitbreidingsplan wordt een doelbewuste bouwpolitiek gevoerd. Door het volbouwen van diverse open stukken grond worden in de toekomst de woon kernen Soest en Soestdijk gevormd, be nevens Soestduinen en Soesterberg. Het rioleringsplan is opgezet in drie etap pes. De eerste etappe beoogt aansluiting voor 13.000 inwoners, de tweede etappe eveneens voor 13.000 en de derde voor 12.000, dus in totaal 38.000 inwoners. De eerste moeilijkheid was het verschil in hoogte van de diverse delen der gemeen te te onderkennen. Men heeft daartoe eerst een water pas-tekening van de ge meente gemaakt en precies berekend, hoeveel de wegen boven Amsterdams peil liggen. Daardoor is het mogelijk gewor den te bepalen hoe diep de buizen moe- te*» worden ingegraven. Uiteraard was het niet mogelijk de riole ringsbuizen boven op de Julianalaan op gelijke hoogte te leggen als op Nieuwer- hoek. Dit zou betekenen, dat op het hoog ste punt Vdn de Julianalaan een onge^ veer 20 meter diepe sleuf zou moeten worden gegraven. Ook bleek hierdoor, dat de Beckeringh- straat het laagste punt was, waarom al daar het beginpunt van de riolering ligt. Dit feit is tevens aanleiding om de urgen tie van een riolering van een andere zijde te belichten. Industrie en Riolering. Onze gemeente heeft weinig industrie, zeer weinig zelfs en we betreuren nog de besluiten, waardoor jaren geleden belang rijke industriën werden geweerd, maar al zouden we nu nog zo gaarne werkgele genheid willen scheppen door aantrek king van industrieën, we kunnen het niet. Het is ook hier het gemis, van riolering, hetwelk ons parten speelt. Ook hier geldt een alternatief, n.1.: Eerst riolering, dan industrie. Hoe zou immers het afvalwater moeten worden weggewerkt zonder riolering. Een typisch voorbeeld hieromtrent geeft de foto-film-fabriek te Soestduinen. Deze fabriek laat jaarlijks honderdduizenden liters water in de Soester grond zinken, doch met het water spoelen tevens giftige stoffen mee. Hierbij zijn stoffen, welke niet door zand of grindlagen worden te gengehouden en welke niet ontbinden. Het gevaar is dus niet denkbeeldig, dat de Soester Waterleiding dit afvalwater op de duur weer uit de grond oppompt en het is dus de volksgezondheid welke gebaat is met riolering. Ook het Sanatorium „Zonnegloren" heeft een dringende behoefte aan riolering om aan verdere kostbare puttenbouw te ont komen. Van een belangrijke uitbreiding van een fabriek t.er plaatse moest worden afgezien, ook al weer, wegens het gemis van riolering. Argumenten zijn er te over aan te voe ren, maar wat zijn de kosten van riolering. Overeenkomstig de plannen, vervat in het Uitbreidingsplan, is er een rioleringsplan gemaakt voor de woonkernen Soestdijk en Soest. Ontworpen is een ringleiding vanaf Beckeringhstraat over Beukenlaan, Nieuweweg, Parklaan, naar het moeder riool op de' Lange Brinkweg enerzijds en vanaf Beckeringhstraat, Koninginnelaan, Noorderweg naar Lange Brinkweg. Van daar zal een leiding moeten komen naar de Maatweg om in de Eem uit te monden. Daar echter het Waterschap geen toestem ming geeft voor lozing op de Eem, wegens de thans reeds heersende vervuiling van het Eemwater, is een zuiveringsinstallatie nodig, waarin het afvalwater, na een ge compliceerde chemische bewerking, als schoon water de Eem kan instromen. Kosten-begroting. Door het Rijksbureau van Afvalstoffen is geadviseerd uit te trekken voor de bouw van een zuiveringsinstallatie ten behoeve van c.a. 23.000 inwoners een bedrag van 750.000.—. Ingenieur Verhey rapporteerde een kos ten-begroting voor de riolering der eerste etappe, dit is de bouwkern Soestdijk ('t Hart tot aan de spoorbomen Soestdijk) of tewel Soest-West, met een totaalbedrag van 964.000. Resumerend komt men dan tot de conclu sie, dat om de helft van de gemeente te rioleren en te zuiveren een bedrag nodig is van c.a. 1.700.000. Daarbij moet worden rekening gehouden, dat de exploitatie van de zuiveringsin stallatie jaarlijks 53.000.zal bedragen. De financiële medewerking van het Rijk zal in deze dus nodig zijn, maar helaas zo ver zijn we nog niet. Wordt het plan dan maar weer opgebor gen zult u vragen? Gelukkig niet. Er is, zolang tot het uitvoeren van dit grote werk niet kan worden overgegaan, een een tussenweg gekozen. In elke weg, die vernieuwd moet worden en bij aanleg van nieuwe straten wordt de riolering al reeds gelegd en dankzij de waterpas- kaart kan dit op de goede diepte gebeu ren. Daarom wordt b.v. binnenkort, tij dens "Se verbetering van de Beetzlaan ook de riolering direct gelegd. Na een 5- tal jaren hoopt men op deze wijze de ge deelten welke gereed zijn, met elkaar te verbinden en het reeds gereed zijnde deel in werking te stellen. Wij zijn niet aan de indruk ontkomen, dat er in dit opzicht èn bij het Gemeentebe stuur èn bij Gemeentewerken harder ge werkt wordt, dan de gemiddelde Soeste- naar veronderstelt. Wij horen alle dagen klagen, dat plagen steeds ons land belagen, dat dieren hier aan wortels knagen, en hele oogsten wèg doen vagen. Wij lezen, vol van onbehagen, van kevers, die voorzien van zagen, het voedsel voor de men senmagen, met zaag-tong gans'lijk doen ver vagenals wij die zagen zagen zagen (per foto's, die de aandacht vragen). Ja, „hoe genoeg'lijk rolt het leven" zo zong Poot, in 't dicht bedreven „des gerusten landmans heen". Maar thans is er vaak ge ween, in de goede lage landen, met de kner- singhe der tanden. Neen, geen waanzin is 't, geen kolder, de Noord-Oostelijke polder, werd door muizen kaal gevreten, 'n aanslag op het mensen eten! Ook in Friesland huizen muizen, en aan 't slablad zijn de luizen, elders wordt de oogst weer schraaltjes, door gevreesde wor telaaltjes.-.. En dan verscheen er ook een rat, die lust in ondergraving had, de bisamrat komt telkens kijken, waardoor de dijken gaan bezwijken. Een kruising is 't van rat en bever En dan die coloradokever! Jaja, dat dier uit Colorado. Zijn kleur is niet van 't Haagse A.D.O, maar meer geel-zwart, als H.V.V heet eet van onze stamppot mee. Maar 't min- der-aangename is: het komt véél eerder aan de dis, en 't eet de aardappels, de mooie, reeds lang voor wij ze kunnen rooien. Vervolgens nog de langpoot-mug. Dat dier is uitermate stug; dat weet een kind zelfs, dat nog school gaat. De larven loeren op ons koolzaad. De Staat, in vlijtige bemoeiing, roept door de radio: „Besproeiing!" De goede landman doet zijn besten dan komt weer de vogelpest, en met een klacht op aller lippen, zien wij de kippen ons ontglippen Maar als door wijs beleid, bezonnen, de pla gen toch zijn overwonnen, dan komt de Plaag van mens-tot-mensdan sluit men plot seling een grens. De landman, vlijtigaard en noesterd, heeft maandenlang 't product ge koesterd, besproeid, ontluisdwat men maar wilen danstaat plots de export stil. De boer wist, waar de kever zat, streed tegen muis en beverrat. Hij trok vol dapper heid ten strijde, als ongedierte hem deed lij den. Maar nu verschijnt er een invasie, van verse kropsla en spinazie, hetgeen de toestand niet verfraait! De hele boel wordt doorge draaid! De moeilijkheden worden groter, want buurman A zegt: neen, geen boter! En buur man B zegt: „Ach, helaas, ik heb geen afzet voor uw kaas." Daar komt van overzee een schok. Wij zijn te duur voor 't sterlingbloc! Nee, neer, er valt niet meer te praten. Daar zitten we, met de tomaten Het goede buurschap? Theoretisch! Want buurman sluit zijn grens hermetisch. Want onverstand gaat hand-in-hand, met 't egoïs me van èlk land. Totdat de Dageraad gaat da gen, die alle plagen wèg zal vagen. Dan wordt de mens een opgewekte. Hij overwon niet slechts insecten, hij overwon zichzélf, werd schranderen dacht ook aan de buiten lander. De landman, die zijn strijd alléén strijdt, ziet dan de Europese eenheid, en voelt zich niet meer eenzaam strijder, maar deel van 't heel, en weg-bereiders! David Morse is de Amerikaan, die enige jaren geleden benoemd is tot Directeur- Generaal van het Internationaal Ar beidsbureau te Genève. In tegenstelling tot zijn rustige en bescheiden voorgan ger vat hij zijn taak nogal Amerikaans op en komt dan ook telkens met tame lijk sensationeel aangekondigde voor stellen voor de dag. Zo heeft hij thans weer een voorstel gepubliceerd, dat op 7 Juni in Genève in behandeling zal ko men bij de opening van de 33e Jaarver gadering van bovengenoemd instituut, waaraan 60 landen zullen deelnemen. Binnenkort zal men dus overal over deze voorstellen van Morse spreken. De voorsteller heeft de overtuiging, dat een algemene verhoging van de produc tie er belangrijk toe zal kunnen bijdra gen de internationale spanningen te ver minderen. Wanneer er meer wordt ge produceerd, zo redeneert hij, dan zal de welvaart stijgen en welvarende landen hebben minder reden om elkander te lijf te gaan dan wanneer men elkander de bestaansmiddelen betwist. Dit is een uitgangsstelling, die voor betwisting vatbaar is, want er zijn in de loop der eeuwen juist talrijke oorlogen gevoerd doordat landen met een hoge producti viteit met geweld toegang zochten te krijgen tot afzetgebieden in het buiten land. Overtuigend kunnen we het argu ment dus niet vinden, maar we laten hieronder toch de zes punten volgen, waarop Morse de aandacht wenst te ves tigen. 1. Vrijheid van vestiging. Wanneer de landen aan eikaars onderdanen moge lijkheid van vestiging bieden, dan zal men, volgens Morse, de mensen naar de streken kunnen krijgen, waar zij ge bruikt kunnen worden, terwijl een in ternationale uitwisseling van vakkennis het gevolg zal zijn. 2. Investering in het buitenland. Hier door kan kapitaal uit het ene land ar beidsgelegenheid scheppen in het ande re land. 3. Selectie van arbeidskrachten. Wan neer men de juiste man op de juiste plaats zet, kan blijkens onderzoekingen op grote schaal, de productie stijgen met 10 tot 40 pet. 4. Twee-ploegenstelsel. Nachtwerk wil hij afschaffen, maar wel beveelt hij een algemeen gebruik van een twee-ploegen stelsel aan, waardoor de productie aan zienlijk stijgt en de kosten dalen. 5. Afschaffing handelsbelemmeringen. De handel tussen de Europese landen moet zoveel mogelijk ongehinderd kun nen geschieden, waardoor voor iedere industrie een groter marktgebied wordt verkregen. De ondernemingen kunnen zich daardoor beter specialiseren. 6. Gezondheidszorg en algemene ont wikkeling. De prestaties van de arbei dende bevolking blijven in vele gevallen op een te laag peil door een lage levens standaard, onvoldoende voeding en een tekort aan algemene ontwikkeling en beroepsopleiding. Wij zullen niet ontkennen, dat dit zes fraaie wensen zijn, maar wij vrezen, dat zij voor het merendeel ook vrome wen sen zullen blijven. Op het ogenblik zien we bij toenemende productie, dat de be reidheid van de verschillende landen om samen te werken weer minder wordt. Ieder begint zijn binnenlandse afzetge bieden te beschermen om de eigen in dustrieën en de eigen landbouw een be staan te kunnen verzekeren. Daarom zullen de punten 1 en 5 dan ook wel niet meer dan theoretische betekenis krijgen. Het bezwaar van een plan als dit is, dat men alle landen over één kam scheert, terwijl zij de meest uiteenlopende toe standen te zien geven. Men vervalt daardoor in vage algemeen heden en bereikt tenslotte niets. Maar in al die punten roert Morse hele maal niet het vraagstuk aan van de ver deling van de opbrengst van de bedrij ven, dus de voor Europa uiterst belang rijke vraag, hoe de verhouding zal zijn tussen kapitaal en arbeid. Als men het daarover niet eens wordt, zal men ook over de andere punten blijven vechten. Wij hebben de indruk, dat het Interna tionaal Arbeidsbureau op deze manier te veel op het terrein komt van wel op zienbarende, doch practisch weinig be tekenende voorstellen, die aan de goede traditie van dit bureau alleen maar af breuk kunnen doen. Het is te hopen, dat men in Genève weer wat meer met zijn voeten op de begane grond terecht zal komen. EEN STUKJE ARBEIDSSTATISTIEK In ons land overheerst ook in handel, indus trie, verkeer en bankwezen het kleinbedrijf. Volgens de laatste cijfers, die van 1948, von den in deze bedrijven een kleine 2 millioen man een bestaan en zij waren verdeeld over 218.872 ondernemingen. Gezamenlijk verdien den zij 3820 millioen gulden. Van deze ruim 278.000 ondernemingen behoren niet minder dan 172.000 bedrijven tot de groep met min der dan 5 man personeel. Dit zijn dus de echte kleinbedrijven. Toch gaven deze kleine ondernemingen nog aan 228.000' man werk. Maar aan de andere kant hebben we in Ne derland ook grote bedrijven, nl. 94 fabrieken en 43 kantoren, banken, en dergelijke onder nemingen met ieder meer dan 1000 man per soneel. Zoekt men naar de groep, die kan gelden als het bemiddelde bedrijf, dan vindt men deze zowel bij de industrie, als bij de handel, verkeer, enz., bij de ondernemingen met 10 tot 50 man personeel. Er blijkt dus in Nederland een bestaansmogelijkheid te zijn voor iedere vorm van bedrijf en het is altijd nog mogelijk, dat uit een éénmans-zaakje tenslotte een onderneming groeit, die duizen den mensen in dienst heeft. NEDERLANDSE MINIATUUR - FOTOGRAFIEËN Na Amerika en Duitsland is Nederland sinds enige tijd het derde land ter wereld dat een dienst bezit, die miniatuurfoto's maakt van boeken en documenten. Het is de Nederlandse Document Reproductie N.V. te Den Haag, die dit belangrijke werk heeft aangepakt en die een eigen techniek heeft opgebouwd, uitgaan de van het Duitse systeem. Bij deze methode wordt het te fotograferen materiaal verkleind van 1 op 20, waardoor men een gehele blad- zij van een boek op een heel klein plaatje kan brengen. Deze plaatjes worden vastgelegd op een doorzichtige vlakke film. Wil men lezen, wat er op het gefotografeerde materiaal staat, dan legt men de kaarten, waarop een groot aantal van deze bladzijden is opgenomen, in een apparaat, dat de tekst weer op normale grootte op een wit blad projecteert. Met deze methode kan men geweldige aantallen docu menten in heel klein bestek verzamelen en bovendien zoveel afdrukken maken als men wil. Betreft het kostbare wetenschappelijke werken, dan zijn deze miniatuurfotocopiën meestal veel goedkoper dan het oorspronke lijke werk. De camera, waarmee men deze opnamen maakt, kost echter niet minder dan 9000.-. Het toestel, waarmee teruggelezen kan worden, kost 250.-. Toch heeft dit sy steem ook zijn nadelen, dat men in de ver zameling doorzichtige kaarten niet kan bla deren zoals in een boek, zodat men bij terug zoeken, steeds de platen weer in het projec tie-apparaat moet leggen. Verder staat en valt het systeem natuurlijk met de zorvuldige op berging van de kaarten volgens nummer. Toch verwacht men van deze methode belangrijke vereenvoudigingen voor het archief- en docu mentatiewerk.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1950 | | pagina 3