Wij leven langer.
In het teken van de stier.
Dc fiscus amputeerde
de dokter.
Hypotheek verkrijgbaar tegen
j. LENSSEN, MAKELAAR
Ook voor
Levensverzekering en Lijfrenten.
Voetbal.
Yv hoort
hoortoestel
GEERVLIET
Gireer Uw abonnementsgeld.
L
31| o
12 |0
Vredehofstraat 10 - Telefoon 2169 - Soestdijk
Als men de verzekeringsmaatschappijen mag
geloven en dat mogen we zeker wel, want
deze instellingen hebben daar het meeste mee
te maken, dan bedraagt de gemiddelde leef
tijd, die een Nederlander op het ogenblik kan
bereiken 67 jaar. Voor de vrouwen is het iets
hoger en voor de mannen wat minder, want
de levenskansen van een man staan er altijd
wat minder gunstig voor dan van een vrouw.
Als men bedenkt, dat de gemiddelde levens
kans in Nederland een 100 jaar geleden nog
geen 40 jaar bedroeg, dan is er wel heel wat
vooruitgang geboekt. Dat is het gevolg van
de uitstekende gezondheidszorg in ons land en
de goede woningtoestanden, want zelfs nu nog,
ondanks het samen wonen op grote schaal,
woont het Nederlandse volk in het algemeen
beter, ruimer en goedkoper dan onverschillig
welk ander volk in de wereld.
Maar onze toenemende levenskansen brengen
ook toenemende zorgen voor de ouderdoms
voorziening met zich mee, want in feite be
tekent een gemiddelde leeftijd van 67 jaar,
dat een zeer hoog percentage van de werken
de bevolking de pensioengerechtigde leeftijd
zal bereiken. Tegelijk gaan we hogere eisen
aan het pensioen stellen, want we nemen er
geen genoegen meer mee, dat de oude gene
ratie als zij niet meer werken kan, op een
grijpstuiver moet voortvegeteren, tot de dood
hen komt verlossen. Het pensioen moet zo da
nig zijn, dat men er op behoorlijke wijze van
kan leven. Vandaar dan ook, dat de pensioen
lasten voortdurend stijgen. Dit is een zware
zorg voor de verzekeringmaatschappijen en
de pensioenkassen, omdat deze er rekening
mee moeten houden, dat lijfrenten en pen
sioenen gedurende een belangrijk groter aan
tal jaren zullen moeten worden uitgekeerd
dan voorheen het geval was. Voor levensver
zekeringen, die een kapitaalsuitkering waar
borgen bij overlijden, bestaat dit bezwaar na
tuurlijk niet, omdat deze doorgaans in ieder
geval bij het bereiken van de 65-jarige leef
tijd worden betaald en de premies dan ook
niet meer verschuldigd zijn. Deze vorm van
verzekering zal zelfs goedkoper worden dan
vroeger, omdat de kans dat men vroeg over
lijdt, hetgeen voor de verzekerende maat
schappij een nadeel is, steeds geringer wordt.
Terwijl onze samenleving dus steeds meer
geld apart moet leggen voor de verzorging
van de oude dag, veroorloven wij ons bo
vendien de luxe zeer veel kinderen te hebben.
Vrijwel nergens is de bevolkingsaanwas zo
groot als bij ons. Het geboortecijfer is hoog,
het kindersterftecijfer is buitengewoon laag
en het is dus geen wonder, dat al onze steden
en dorpen krioelen van kinderen en onze
scholen bij voortduring overbevolkt zijn. Men
zou zo zeggen, dat wij daarmee wel haast een
te zware last op ons nemen, omdat het wer
kende deel van de bevolking niet alleen moet
zorgen voor hen, die niet meer kunnen wer
ken, maar ook voor hen, die aan het werken
nog niet toe zijn.
Maar dit behoeven we niet pessimistisch te
bekijken, want een groot aantal kinderen
houdt de samenstelling van de bevolking ge
zond. Waren we minder kinderrijk, dan zou
het percentage ouderen snel toenemen, zoals
bijv. in Engeland sterk het geval is, waardoor
de bevolkingsopbouw topzwaar wordt. Wan
neer er in verhouding tot het aantal oude
mensen een te gering aantal kinderen aanwe
zig is, dan gaat de fut uit een volk. Dan
krijgen we slappe, gemakzuchtige mensen, die
de verantwoordelijkheid voor de opvoeding
van een behoorlijk aantal kinderen niet meer
aandurven en die eigenlijk alleen aan hun
pensioen denken. Heeft men daarentegen een
zo grote bevolkingsaanwas, dat ieder jaar een
talrijke ploeg jongelui van de scholen komt
en in het arbeidsproces kan worden opgeno
men, dan blijft de verhouding tussen werkers
en pensioentrekkers gezond. In ons land is dit
het geval. Nederland is wel niet groot, maar
de wereld is groot genoeg en biedt altijd
plaats voor mensen, die kunnen en willen
werken. Wij behoeven ons niet blind te staren
op de nauwe grenzen van ons kleine landje.
Zo lang er pit in een volk zit zal het altijd
middelen zoeken om voor iedereen een be
staan te veroveren. Daarom beschouwen wij
het als een moedgevend verschijnsel, dat de
Nederlanders zowel een langer leven als een
flinkaantal kinderen beschoren is. Beide ver
schijnselen wijzen op een krachtig en gezond
levend volk, dat voor de toekomst niet bang
is. Zo'n volk zal altijd zijn plaats onder de
zon wel verdienen.
S.E.C. WON MET 3—0 VAN V.V.IJ.
S.E.C. is in de running gebleven door op
V.V.IJ. met 3-0 te zegevieren in een spor
tieve strijd, welke een aangenamer indruk
heeft achtergelaten dan de wedstrijd van.
de vorige week.
Linkshalf Pureveen, wiens rechter arm
weer in de kom zit, mocht op medisch ad
vies nog niet medespelen en was vervan
gen door W. v. d. Broek, terwijl rechts
buiten Valk zijn plaats had moeten af
staan aan Van Klooster.
De zeer grote schare toeschouwers waren
vóór de wedstrijd getuige van een wed
strijd tussen de S.E.C- en de V.V.IJ.-ju-
nioren, waarin de kleine Soesters over
winnaars werden.
De voorzitter van S.E.C. bood daarna aan
Een zeldzame vriendschap. - De lieve
lingsleeuw van Mr. Jonts Smith te Sud-
bury (Engeland) deelt zijn drinken met
Jach en Bill, de twee tamme witte mui
zen, die niet in het minst bang zijn voor
de leeuw.
V.V.IJ. bloemen aan, ter ere van het be
halen van het kampioenschap.
S.E.C. trapte af, doch V.V.IJ. bouwde de
eerste aanval op, meteen afgebroken en
overgenomen door S.E.C. en besloten met
een ver en te hoog schot van Westerveld.
Een flink tempo werd ingezet en aan bei
de zijden en de invaller v. d. Broek wist
de snelle linkervleugel van V.V.IJ. behoor
lijk in bedwang te houden, zulks in tegen
stelling met linkshalf Belt, die aanvanke
lijk niet sterk bleek, maar zich later her
stelde.
De gebroeders Maassen waren actief als
altijd en kort na het begin dachten we
de eerste goal te kunnen noteren, toen
midvoor Maassen van de rechtsbuiten
plaats een voorzet gaf en de toestormende
O. Maassen van links een keihard schot
loste, hetwelk net naast ging.
De IJsselsteiners lieten zich echter niet in
sluiten en hadden eveneens bijna succes,
toen Belt niet voldoende wegwerkte.
Een hard schot over het S.E.C.-doel was
een waarschuwing voor S.E.C. om deze
wedstrijd niet te licht op te nemen.
Midvoor Maassen kreeg daarna een goe
de kans, toen hij op 2 meter van het
V.V.IJ-doel de bal door Westerveld goed
kreeg aangegeven, doch hij zette niet
krachtig genoeg door. Even later werd
toch een S.E.C.-doelpunt geboren toen O.
Maasen voorzette en de bal bij de rechts
buiten Van Klooster belandde, die deze
met een hard en strak schot inzond.
V.V.IJ. toog meteen weer energiek ten
aanval, doch zonder succes. Spil De Nooy
zette zijn voorhoede met verre trappen aan
het werk en M. Maassen schoot een
fhrough-pass in één keer door naar het
V.V.IJ.-doel, waar de keper de bal niet
dadelijk onder controle kon krijgen. Jam
mer was het, dat de Soester midvoor niet
snel genoeg toeliep om deze kans te be
nutten.
Nog geen minuut daarna moest de V.V.IJ.-
keeper weer zijn talenten tonen toen hij
belaagd werd door Van Klooster en De
Mink, die beiden een hoge omhaal van M.
Maassen wilden inkoppen.
V.V.IJ. was niet geïmponeerd door deze
snelle aanvallen en ontwikkelde telkenma
le een nieuw offensief, waarbij Belt üe
rechterveugel van de gasten kansen gaf,
waaruit gevaarlijke situaties ontstonden.
Karelse en Westerveld en soms O. Maas
sen moesten hier al eens assistentie verle
nen, hetgeen de aanvalskracht niet ten
goede kwam. Hornsveld toonde zijn be
trouwbaarheid door een paar maal ener
giek in te grijpen.
De S.E.C.-aanvallen waren echter gevaar
lijker en de Maassen's en Van Klooster
losten vurige schoten, welke of naast gin
gen of waarmede de talenten van de kee
per werden beproefd. Een mooi stalaltje
voetbal gaf de Soester voorhoede weg,
toen na een switch van De Mink en Van
Klooster, de bal door O. Maassen van links
hard werd ingeschoten en door de keeper
met een zweefduik gered moest worden.
Tegen de rust gaf S.E.C. zeer goed voet
bal te zien, maar de stand veranderde
hierdoor niet.
Na de rust waren de eerste aanvallen voor
V.V.IJ., doch toen, bij een tegen-aanval
van S.E.C., de bal corner werd gewerkt,
kwam het tweede doelpunt op fraaie wij
ze. O. Maassen nam de corner, hoog en
afgemeten en M. Maassen scoorde met een
beheerste kopbal. 20.
V.V.IJ. vervulde haar sportieve plicht
goed door de strijd niet op te geven en
Hornsveld moest meteen zijn heiligdom
beschermen, door een schot, ten koste van
een corner, uit zijn doel te slaan.
S.E.C. nam al spoedig weer het initiatief
over en snelle aanvallen werden opge
bouwd, waarbij het geluk niet aan de
Soester kant was, toen er enige schoten
over en naast gingen. Zowel De Mink als
O. Maassen hadden een doelpunt voor
ogen toen zij er in een solo-ren vandooor
gingen, doch, alleen voor de keeper staan-;
de, respectievelijk over het doel of in de
handen van de keeper schoten.
De V.V.IJ.-voorhoede bleef echter niet
werkeloos en iedere fout van de Soester
verdediging werd benut met harde scho
ten. Dat het S.E.C.-doel in deze periode
niet doorboord werd, was niet te wijten
aan de kracht van de Soester achterhoede.
In de laaatste 10 min. werd de zege vei
lig gesteld, toen Westerveld, na goed door
zetten op het middenveld, de bal naar M.
Maassen schoot, die zijn vrijstaande broer
aan het werk zette. Deze stoof op het vij
andelijke doel af, gaf een vliegend schot
en de stand was 3-0.
Met een opgedrongen S.E.C.-team, waar
bij het V.V.IJ.-doel danig belaagd werd,
kwam het einde.
K.P.S.—POLITIE BAARN.
Vrijdagavond werd de zesde nederlaag
wedstrijd gespeeld, ditmaal tegen het po-
litie-elftal uit Baarn.
K.P.S. demonstreerde van de aanvang af
een overwicht en kort na de aftrap wist
B. Hogeveen met een hard schot de score
te openen. Tot kort voor de rust bleef de
ze stand ongewijzigd, mede doordat de
K.P.S.-voorhoede diverse kansen miste.
De rechtsbuiten van Soest maakte voor
de rust het tweede doelpunt.
De Baarnaars kwamen na de thee meteen
agressief uit de hoek en de Soestdijkse
keeper kon een hard laag schot niet ke
ren, waarmede de stand op 2-1 werd ge
bracht. K.P.S. trok daarop van leer en
Van Soest en v. d. Klooster brachten de
stand al spoedig op 4-1. Ondanks de goe
de verdediging van keeper Koedam en de
-backs Duyser en Jurriens, wist Baarn nog
eenmaal te scoren, 4-2. De eindstand kwam
met 2-5 toen Burgsteden een mooie kop
bal doel zag treffen.
K.P.S. heeft thans 4 wedstrijden gewon
nen en 2 verloren.
WIE WINT DE RACE?
De nek-aan-nek-race tussen S.E.C. en Do-
nar blijft voortduren, daar ook Donar de
wedstrijd tegen D.W.S.V. heeft gewonnen.
Met 5-0 bleef Donar de meerdere, mede
dank zij geringe tegenstand van D.W.S.V.
Voor S.E.C. staan nog twee wedstrijden
voor de boeg t.w. tegen Donar thuis en
Patria uit.
De stand is thans, afgezien
van
het S.E.C.-
protest;
Donar
6 5
1
0 11 19-7
S.E.C.
6 4
1
1 9 16-6
Patria
5 1
1
3 3 5-10
D.W.S.V.
6 1
1
4 3 6-14
V.V.IJ.
5 0
2
3 2 6-14
er weer bij met
een modern
Zadelstraat 43
Utrecht
Vraagt gratis brochure.
1 Juli a.s. gaan de kwitanties voor het
abonnementsgeld voor ons blad wederom
in zee.
Zij, die voorkeur geven aan betaling per
giro verzoeken wij de overschrijving zo
vroegtijdig te doen, dat deze uiterlijk ein
de dezer maand in ons bezit is.
Overgemaakt moet worden een bedrag van
1.50 op girorekening 126156, ten name
van Drukkerij Smit, Soestdijk.
Abonné's buiten Soest en Soesterberg gi
reren 1.75.
DIEPVRIESGROENTE BLIJFT DUUR
Terwijl in Amerika de diepvries-industrie
van groenen en fruit reeds meer dan twintig
jaar een groot afzetgebied heeft veroverd,
blijkt de bestaansbasis voor dit bedrijf in
Europa te smal te zijn. Zowel in ons land als
elders is de verkoop veel te gering, zodat men
met vrij grote voorraden blijft zitten, die ten
slotte tegen sterk verlaagde prijzen moeten
worden opgerutimd. Het product is niet alleen
te duur voor het grote publiek, maar de ver
koop ervan wordt ook gehinderd door het
feit, dat men in Europa in het algemeen niet
over een huishoudkoelkast beschikt. In Ame
rika is de populariteit van de bevroren groen
ten en vruchten gelijk opgegaan met de ver
koop van koelkasten. Als men zo'n kast heeft
kan men Zaterdags diepgevroren groenten of
vruchten in huis nemen om ze eerst Zondags
te gebruiken. Daar komt nog bij, dat wij in
Nederland in het hlgemeen ruim voorzien zijn
van verse groenten, die wij ook aan West-
Europese landen rondom ons in grote hoeveel
heden kunnen leveren. De overeenkomst, die
de Nederlandse diepvriesindustrie had ge
maakt met de Engelse verbruikscoöperaties is
dan ook vrijwel totaal mislukt en met een
groot verlies tot een ontijdig einde gekomen.
Het merkwaardige van de diepvriesindustrie
in Nederland is, dat zij tijdens de oorlog on
der Duitse druk is ontstaan. De Duitsers
wensten nl. ten behoeve van hun legers steeds
te kunnen beschikken over eerste klas verse
groenten. In hun eigen land waren zij daar
mee reeds in 1939 begonnen. Toen zij de rest
van Europa onder de voet liepen, lieten zij
ook in de bezette landen diepvriesinrichtingen
bouwen. Hoe duur de producten kwamen,
kwam er natuurlijk niet op aan, want voor de
kosten draaiden de overwonnen volken wel
op. Het is voor de heren maar een vreugde
van korte duur geweest. Na de bevrijding had
de Nederlandse tuinbouw aanvankelijk grote
verwachtingen van de installaties, die toen in
onze eigen handen kwamen, maar tot nu toe
hebben deze fabrieken niet gerendeerd. Ook
in Duitsland zelf is het diepvriezen trouwens
vastgelopen, vooral nu er weer verse zuid
vruchten aan de markt komen. De welvaart
schijnt in West-Europa nog lang niet hoog ge
noeg te zijn om een rendabele diepvriesindu
strie mogelijk te maken.
DE GROOTSTE WERKGEVER
De grootste werkgever in Nederland is de
overheid; tenminste als men alle overheids
diensten bij elkander neemt. Daar vallen dan
niet alleen het rijk onder, maar ook de pro
vincies en de gemeenten, de Staatsspoorwe
gen, de Staatsmijnen enz. Telt men al deze
groepen bij elkaar, dan werken er in ons land
380.000 man voor de overheid, waarvan
320.000 mannen en 60.000 vrouwen. Als men
nu weet, dat de totale werkende bevolking
van Nederland 2.400.000 personen omvat, dan
volgt hieruit, dat ongeveer een 2esde in over
heidsdienst is. Tot de eigenlijke ambtenaren
en het overheidspersoneel in dienst van rijk,
provincies en gemeente rekent men ongeveer
230.000 mensen, terwijl in verschillende tak
ken van verkeer 53.000 personen als over
heidspersoneel te boek staan. Over geheel Ne
derland werken er 260.000 mensen in het
transportwezen, zodat bij deze beroepen iets
minder dan een vierde deel in overheidsdienst
is. Dit is dus meer dan het gemiddelde, maar
dat komt, doordat de spoorwegen geheel en al
een overheidstransportbedrijf zijn. In het
mijnwezen komen we dit verschijnsel nog in
sterker mate tegen. Bij deze groep van be
roepen rekent men behalve de steenkolenmij
nen, ook de turfgraverijen, e.d. en in deze tak
van bestaan vinden bijna 50.000 mensen em
plooi, waarvan ruim 22.000 in overheidsdienst.
Hier zien we zeer sterk de overheersende po
sitie van de staatsmijnen. Aangezien het
transport- en het mijnwezen tot de recht
streeks productieve beroepen mogen worden
gerekend, betekent dit, dat het zuiver admi
nistratieve overheidspersoneel niet overmatig
groot is. Wanneer er op iedere tien arbeids
krachten in Nederland één in dienst is van
rijk, provincie of gemeente, dan is dit geen
ongunstige verhouding. Het blijkt dus, dat
het overdreven is te zeggen, dat Nederland
een ambtenarenstaat wordt.
STEEDS MEER DUITSE AUTO'S
De Duitse automobielindustrie neemt na Ame
rika, Engeland, Frankrijk en Italië alweer de
vijfde plaats op de wereldmarkt in. De pro
ductie wordt bovendien voortdurend opge
voerd, zodat het niet onwaarschijnlijk is, dat
Duitsland binnen afzienbare tijd nog hoger op
de ranglijst zal komen. Alleen in West-Duits-
land werken reeds weer 149.000 personen
rechtstreeks aan de vervaardiging van auto's,
terwijl deze industrie zelfs werk geeft aan
811.000 personen als men er de onderhouds
bedrijven en de verkopers bijrekent. Hoewel
in 1949 de productie nog lang niet op volle
toeren draaide, bracht de industrie een devie-
zenwinst op van 97 millioen mark. Intussen
breidt de productie zich snel uit, wat ook wel
kan, want Duitsland heeft zelf een groot te
kort aan auto's, terwijl de Duitse wagens een
goed exportartikel zijn. Hoe groot de Duitse
behoefte aan auto's is blijkt wel uit de vol
gende cijfers: in de Ver. Staten heeft men
één auto op iedere 3 Yz inwoner, in Engeland
1 op 18, in Frankrijk 1 op 24 en in Duitsland
1 op 82. De voornaamste fabrieken zijn mo
menteel de Volkswagen, Ford, Opel (G.M.),
Daimler Bentz, Tempo, Borgward (Hansa) en
Büssing.
DE BURGERLIJKE STAND VAN DE
AARDAPPELEN
In de afgelopen dagen hebben alle aardappel
telers een formulier ontvangen, waarop zij
moeten invullen hoeveel aardappelen zij telen
en waar de percelen liggen. Dit wordt dus min
of meer een burgerlijke stand van de aard
appelen, want ieder perceel aardappelen wordt
geregistreerd. Deze registratie ih noodzakelijk
om de aardappelmoeheid zo radicaal mogelijk
te bestrijden. Deze ziekte, die veroorzaakt
wordt door een heel klein parasiet je, heeft in
ons land nog slechts op enkele plaatsen enige
uitbreiding gekregen, maar in Engeland zijn
er al streken, waar door verwaarlozing van
de bestrijding de infectie tot een ramp is uit
gegroeid. In grote delen van dat land zal men
de eerste jaren in het geheel geen aardappelen
meer kunnen telen. Het is dus in ons aller be
lang, dat deze ziekte hier geen vaste voet
krijgt en daarvoor is het nodig, dat men
slechts eens in de drie jaar en liever nog min
der, aardappelen op hetzelfde stuk grond ver
bouwt. Om dit te kunnen controleren is de re
gistratie nodig en het is ieders persoonlijk be-
iang, dat hij de formulieren nauwkeurig in
vult.
De registratie van de aardappelen kan boven
dien van grote betekenis worden voor het
Aardappelfonds, waarmee dit jaar een begin
wordt gemaakt. Wel heeft men daarvoor nog
niet nodig te weten hoeveel aardappelen op
de kleine en gemengde bedrijven worden ver
bouwd, maar het zal toch heel nuttig zijn een
dverzicht te krijgen van de teelt van aardap
pelen op alle bedrijven. Ook in dit opzicht
is het voor de boeren van belang, dat zij loyaal
aan de registratie medewerken.
Wij ontvingen dezer dagen een brief van een
kennis, die op Australië vaart en daarin
schreef hij, dat „iedereen" in het buitenland
ervan overtuigd is, dat wij binnen drie maan
den in een oorlog zullen zitten. Nu, zo
dramatisch nemen wij de wereldsituatie niet 1
op, maar het is een feit, dat vooral de Ameri-
kaanse bladen steeds vol staan met berichten
over toenemende spanning, terwijl ook de re
devoeringen van verschillende staatslieden
dreigend genoeg klinken. Ondanks al dat sa-
belgekletter zijn we zo vrij niet aan een oorlog
te geloven om de doodeenvoudige reden, dat
geen enkel land klaar is voor een oorlog en
iedereen de nog ongekende verwoestingen, die
zo'n catastrofe met zich mee zou slepen,
vreest. De staten, die elkanders tegenstanders
zijn, houden elkander trouwens te stevig om
klemd om een van hen de gelegenheid te ge
ven tot een bliksemsnelle en overrompelende
stoot. Maar onder invloed van al die kranten-
oorlogs-sensatie en het opzetten van al die
politieke biceps is in grote delen van de we
reld, vooral buiten Europa, een nieuwe en
uiterst gevaarlijke prijsstijging begonnen. Niet
alleen duurzame landbouwproducten trekken
aan, maar ook metalen, rubber, chemicaliën,
enz. De scheepsvrachtenmarkt blijft daaren
tegen uiterst kalm, waaruit wel blijkt, dat die
prijsstijgingen niet voortvloeien uit een ge
zonde toeneming van de handel. Wij kunnen
er niets anders in zien dan de gevolgen van
speculatie en bewapening.
Vooral in de Verenigde Staten is een specu
latie-golf losgebarsten, zoals men sinds het
beruchte jaar 1929 niet meer had beleefd. De
laatste jaren waren de koersen en dividenden
ten opzichte van de bruto-winsten matig ge
weest en de gewone man speculeerde niet.
Sinds enkele maanden vertonen de koersen
er een scherpe en constante neiging, waardoor
steeds meer kopers op de beurs verschijnen.
Iedereen wil een graantje meepikken van de
papieren winsten van de koersstijgingen en zo
worden de noteringen steeds verder opgedre
ven. In het verschijnsel van de stijgende goe-
derenprijzen ziet men geen inflatie, maar al
leen maar de belofte van nog hogere prijzen
en nog grotere winsten in de naaste toekomst.
Wanneer de beurs snel en regelmatig stijgt
èn men geen daling in het vooruitzicht ziet,
spreekt men in Amerika van een „bull-mar-
ket", een stier van een markt! Slaat de markt
daarentegen om tot een even snelle daling,
dan spreekt men van een beer, maar iedere
speculant leeft altijd in de gelukkige overtui
ging, dat de beer voor onbeperkte tijd door de
stier is verjaagd. Tal van betrekkelijk onbe
kende aandelen staan thans tweemaal zo hoog
genoteerd als enkele maanden geleden, het
kopen van televisie-aandelen is plotseling een
mode geworden, terwijl men voordien de tele
visie-vooruitzichten niet al te hoog aansloeg
en onder invloed van allerlei optimistische
verklaringen breidt de speculatie-woede zich
steeds verder uit.
Officiële sprekers, figuren uit het bedrijfsle
ven, financiers en economen verklaren om
strijd, dat Amerika er nog nooit zo goed voor
gestaan heeft. Ze weten wel, dat ze hetzelfde
zeiden tot op de dag, dat in 1929 de grote
crisis uitbrak, maar deze keer is de toestand I
heel anders, zeggen ze, omdat er minder aan
delen op crediet worden gekocht (de helft van
de aankoopsom moet contant betaald worden)
en omdat Amerika zulke geweldige spaar-
reserves heeft. Men meldt zelfs met voldoe
ning, dat ook de pensioenfondsen, die door tal
van industrieën de laatste tijd zijn gesticht,
met het kopen van aandelen zijn begonnen.
Dat dit in strijd is met ieder voorzichtig be
heer van zo'n fonds, schijnt men niet te besef
fen. En evenmin, dat iedere dolzinnige stij
ging altijd op windhandel berust. Voor de rest
van de wereld is deze speculatiegolf een groot
nadeel, omdat hierdoor op het meest onge
wenste moment de prijzen nogmaals omhoog-
geschroefd worden. Wij ondervinden thans in
Nederland reeds de gevolgen door de stijging
van de prijzen van textiel, papier, enz. Het
is dan ook te hopen, dat men weer tot bezin
ning zal komen en dat deze ongezonde stij
ging spoedig zal ophouden. Ons prijsniveau
mag niet in beweging komen, anders worden
de Europese financiën nog verder ontwricht.
Wat ons betreft, mag deze stier reeds mor
gen naar het economisch abattoir worden ge,-
bracht, waar hij onvermijdelijk eens terecht
zal komen.
Het „Weekblad der Belastingen" vermeldt in
zijn laatste nummer* een amusante geschiede
nis, die wij onze lezers niet willen onthouden.
Ter gelegenheid van het zilveren jubileum
van een arts, schreef een collega in een plaat
selijk blad een artikeltje, waarin hij de lof
van de dokter zong. maar waarin hij tegelijk
de fiscus een veeg uit de pan gaf. Hij be
schreef hoe men in het algemeen niet begrijpt,
welk een zware verantwoordelijkheid op een
dokter rust en in welk een spanning hij leeft.
Maar, zo vervolgde hij, behalve deze gebrui
kelijke zorgen, voelt de dokter ook de aller
modernste „nu de fiscus onze brutaalste huis
genoot is geworden, die de breedste plaats aan
tafel inneemt en dagelijks meer onverzadig
baar wordt."
De Inspecteur van de Belastingen zond daar
op aan de jubilerende dokter de volgende
felicitatie:
Onderwerp:
Plaats aan tafel!
Geachte Jubilaris,
De onverzadigbare fiscus wenst, als brutaal
ste huisgenoot niet achter te blijven bij de
velen, die U bij gelegenheid van Uw jubileum
zullen feliciteren.