Wij leven langer. In het teken van de stier. Dc fiscus amputeerde de dokter. Hypotheek verkrijgbaar tegen j. LENSSEN, MAKELAAR Ook voor Levensverzekering en Lijfrenten. Voetbal. Yv hoort hoortoestel GEERVLIET Gireer Uw abonnementsgeld. L 31| o 12 |0 Vredehofstraat 10 - Telefoon 2169 - Soestdijk Als men de verzekeringsmaatschappijen mag geloven en dat mogen we zeker wel, want deze instellingen hebben daar het meeste mee te maken, dan bedraagt de gemiddelde leef tijd, die een Nederlander op het ogenblik kan bereiken 67 jaar. Voor de vrouwen is het iets hoger en voor de mannen wat minder, want de levenskansen van een man staan er altijd wat minder gunstig voor dan van een vrouw. Als men bedenkt, dat de gemiddelde levens kans in Nederland een 100 jaar geleden nog geen 40 jaar bedroeg, dan is er wel heel wat vooruitgang geboekt. Dat is het gevolg van de uitstekende gezondheidszorg in ons land en de goede woningtoestanden, want zelfs nu nog, ondanks het samen wonen op grote schaal, woont het Nederlandse volk in het algemeen beter, ruimer en goedkoper dan onverschillig welk ander volk in de wereld. Maar onze toenemende levenskansen brengen ook toenemende zorgen voor de ouderdoms voorziening met zich mee, want in feite be tekent een gemiddelde leeftijd van 67 jaar, dat een zeer hoog percentage van de werken de bevolking de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. Tegelijk gaan we hogere eisen aan het pensioen stellen, want we nemen er geen genoegen meer mee, dat de oude gene ratie als zij niet meer werken kan, op een grijpstuiver moet voortvegeteren, tot de dood hen komt verlossen. Het pensioen moet zo da nig zijn, dat men er op behoorlijke wijze van kan leven. Vandaar dan ook, dat de pensioen lasten voortdurend stijgen. Dit is een zware zorg voor de verzekeringmaatschappijen en de pensioenkassen, omdat deze er rekening mee moeten houden, dat lijfrenten en pen sioenen gedurende een belangrijk groter aan tal jaren zullen moeten worden uitgekeerd dan voorheen het geval was. Voor levensver zekeringen, die een kapitaalsuitkering waar borgen bij overlijden, bestaat dit bezwaar na tuurlijk niet, omdat deze doorgaans in ieder geval bij het bereiken van de 65-jarige leef tijd worden betaald en de premies dan ook niet meer verschuldigd zijn. Deze vorm van verzekering zal zelfs goedkoper worden dan vroeger, omdat de kans dat men vroeg over lijdt, hetgeen voor de verzekerende maat schappij een nadeel is, steeds geringer wordt. Terwijl onze samenleving dus steeds meer geld apart moet leggen voor de verzorging van de oude dag, veroorloven wij ons bo vendien de luxe zeer veel kinderen te hebben. Vrijwel nergens is de bevolkingsaanwas zo groot als bij ons. Het geboortecijfer is hoog, het kindersterftecijfer is buitengewoon laag en het is dus geen wonder, dat al onze steden en dorpen krioelen van kinderen en onze scholen bij voortduring overbevolkt zijn. Men zou zo zeggen, dat wij daarmee wel haast een te zware last op ons nemen, omdat het wer kende deel van de bevolking niet alleen moet zorgen voor hen, die niet meer kunnen wer ken, maar ook voor hen, die aan het werken nog niet toe zijn. Maar dit behoeven we niet pessimistisch te bekijken, want een groot aantal kinderen houdt de samenstelling van de bevolking ge zond. Waren we minder kinderrijk, dan zou het percentage ouderen snel toenemen, zoals bijv. in Engeland sterk het geval is, waardoor de bevolkingsopbouw topzwaar wordt. Wan neer er in verhouding tot het aantal oude mensen een te gering aantal kinderen aanwe zig is, dan gaat de fut uit een volk. Dan krijgen we slappe, gemakzuchtige mensen, die de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van een behoorlijk aantal kinderen niet meer aandurven en die eigenlijk alleen aan hun pensioen denken. Heeft men daarentegen een zo grote bevolkingsaanwas, dat ieder jaar een talrijke ploeg jongelui van de scholen komt en in het arbeidsproces kan worden opgeno men, dan blijft de verhouding tussen werkers en pensioentrekkers gezond. In ons land is dit het geval. Nederland is wel niet groot, maar de wereld is groot genoeg en biedt altijd plaats voor mensen, die kunnen en willen werken. Wij behoeven ons niet blind te staren op de nauwe grenzen van ons kleine landje. Zo lang er pit in een volk zit zal het altijd middelen zoeken om voor iedereen een be staan te veroveren. Daarom beschouwen wij het als een moedgevend verschijnsel, dat de Nederlanders zowel een langer leven als een flinkaantal kinderen beschoren is. Beide ver schijnselen wijzen op een krachtig en gezond levend volk, dat voor de toekomst niet bang is. Zo'n volk zal altijd zijn plaats onder de zon wel verdienen. S.E.C. WON MET 3—0 VAN V.V.IJ. S.E.C. is in de running gebleven door op V.V.IJ. met 3-0 te zegevieren in een spor tieve strijd, welke een aangenamer indruk heeft achtergelaten dan de wedstrijd van. de vorige week. Linkshalf Pureveen, wiens rechter arm weer in de kom zit, mocht op medisch ad vies nog niet medespelen en was vervan gen door W. v. d. Broek, terwijl rechts buiten Valk zijn plaats had moeten af staan aan Van Klooster. De zeer grote schare toeschouwers waren vóór de wedstrijd getuige van een wed strijd tussen de S.E.C- en de V.V.IJ.-ju- nioren, waarin de kleine Soesters over winnaars werden. De voorzitter van S.E.C. bood daarna aan Een zeldzame vriendschap. - De lieve lingsleeuw van Mr. Jonts Smith te Sud- bury (Engeland) deelt zijn drinken met Jach en Bill, de twee tamme witte mui zen, die niet in het minst bang zijn voor de leeuw. V.V.IJ. bloemen aan, ter ere van het be halen van het kampioenschap. S.E.C. trapte af, doch V.V.IJ. bouwde de eerste aanval op, meteen afgebroken en overgenomen door S.E.C. en besloten met een ver en te hoog schot van Westerveld. Een flink tempo werd ingezet en aan bei de zijden en de invaller v. d. Broek wist de snelle linkervleugel van V.V.IJ. behoor lijk in bedwang te houden, zulks in tegen stelling met linkshalf Belt, die aanvanke lijk niet sterk bleek, maar zich later her stelde. De gebroeders Maassen waren actief als altijd en kort na het begin dachten we de eerste goal te kunnen noteren, toen midvoor Maassen van de rechtsbuiten plaats een voorzet gaf en de toestormende O. Maassen van links een keihard schot loste, hetwelk net naast ging. De IJsselsteiners lieten zich echter niet in sluiten en hadden eveneens bijna succes, toen Belt niet voldoende wegwerkte. Een hard schot over het S.E.C.-doel was een waarschuwing voor S.E.C. om deze wedstrijd niet te licht op te nemen. Midvoor Maassen kreeg daarna een goe de kans, toen hij op 2 meter van het V.V.IJ-doel de bal door Westerveld goed kreeg aangegeven, doch hij zette niet krachtig genoeg door. Even later werd toch een S.E.C.-doelpunt geboren toen O. Maasen voorzette en de bal bij de rechts buiten Van Klooster belandde, die deze met een hard en strak schot inzond. V.V.IJ. toog meteen weer energiek ten aanval, doch zonder succes. Spil De Nooy zette zijn voorhoede met verre trappen aan het werk en M. Maassen schoot een fhrough-pass in één keer door naar het V.V.IJ.-doel, waar de keper de bal niet dadelijk onder controle kon krijgen. Jam mer was het, dat de Soester midvoor niet snel genoeg toeliep om deze kans te be nutten. Nog geen minuut daarna moest de V.V.IJ.- keeper weer zijn talenten tonen toen hij belaagd werd door Van Klooster en De Mink, die beiden een hoge omhaal van M. Maassen wilden inkoppen. V.V.IJ. was niet geïmponeerd door deze snelle aanvallen en ontwikkelde telkenma le een nieuw offensief, waarbij Belt üe rechterveugel van de gasten kansen gaf, waaruit gevaarlijke situaties ontstonden. Karelse en Westerveld en soms O. Maas sen moesten hier al eens assistentie verle nen, hetgeen de aanvalskracht niet ten goede kwam. Hornsveld toonde zijn be trouwbaarheid door een paar maal ener giek in te grijpen. De S.E.C.-aanvallen waren echter gevaar lijker en de Maassen's en Van Klooster losten vurige schoten, welke of naast gin gen of waarmede de talenten van de kee per werden beproefd. Een mooi stalaltje voetbal gaf de Soester voorhoede weg, toen na een switch van De Mink en Van Klooster, de bal door O. Maassen van links hard werd ingeschoten en door de keeper met een zweefduik gered moest worden. Tegen de rust gaf S.E.C. zeer goed voet bal te zien, maar de stand veranderde hierdoor niet. Na de rust waren de eerste aanvallen voor V.V.IJ., doch toen, bij een tegen-aanval van S.E.C., de bal corner werd gewerkt, kwam het tweede doelpunt op fraaie wij ze. O. Maassen nam de corner, hoog en afgemeten en M. Maassen scoorde met een beheerste kopbal. 20. V.V.IJ. vervulde haar sportieve plicht goed door de strijd niet op te geven en Hornsveld moest meteen zijn heiligdom beschermen, door een schot, ten koste van een corner, uit zijn doel te slaan. S.E.C. nam al spoedig weer het initiatief over en snelle aanvallen werden opge bouwd, waarbij het geluk niet aan de Soester kant was, toen er enige schoten over en naast gingen. Zowel De Mink als O. Maassen hadden een doelpunt voor ogen toen zij er in een solo-ren vandooor gingen, doch, alleen voor de keeper staan-; de, respectievelijk over het doel of in de handen van de keeper schoten. De V.V.IJ.-voorhoede bleef echter niet werkeloos en iedere fout van de Soester verdediging werd benut met harde scho ten. Dat het S.E.C.-doel in deze periode niet doorboord werd, was niet te wijten aan de kracht van de Soester achterhoede. In de laaatste 10 min. werd de zege vei lig gesteld, toen Westerveld, na goed door zetten op het middenveld, de bal naar M. Maassen schoot, die zijn vrijstaande broer aan het werk zette. Deze stoof op het vij andelijke doel af, gaf een vliegend schot en de stand was 3-0. Met een opgedrongen S.E.C.-team, waar bij het V.V.IJ.-doel danig belaagd werd, kwam het einde. K.P.S.—POLITIE BAARN. Vrijdagavond werd de zesde nederlaag wedstrijd gespeeld, ditmaal tegen het po- litie-elftal uit Baarn. K.P.S. demonstreerde van de aanvang af een overwicht en kort na de aftrap wist B. Hogeveen met een hard schot de score te openen. Tot kort voor de rust bleef de ze stand ongewijzigd, mede doordat de K.P.S.-voorhoede diverse kansen miste. De rechtsbuiten van Soest maakte voor de rust het tweede doelpunt. De Baarnaars kwamen na de thee meteen agressief uit de hoek en de Soestdijkse keeper kon een hard laag schot niet ke ren, waarmede de stand op 2-1 werd ge bracht. K.P.S. trok daarop van leer en Van Soest en v. d. Klooster brachten de stand al spoedig op 4-1. Ondanks de goe de verdediging van keeper Koedam en de -backs Duyser en Jurriens, wist Baarn nog eenmaal te scoren, 4-2. De eindstand kwam met 2-5 toen Burgsteden een mooie kop bal doel zag treffen. K.P.S. heeft thans 4 wedstrijden gewon nen en 2 verloren. WIE WINT DE RACE? De nek-aan-nek-race tussen S.E.C. en Do- nar blijft voortduren, daar ook Donar de wedstrijd tegen D.W.S.V. heeft gewonnen. Met 5-0 bleef Donar de meerdere, mede dank zij geringe tegenstand van D.W.S.V. Voor S.E.C. staan nog twee wedstrijden voor de boeg t.w. tegen Donar thuis en Patria uit. De stand is thans, afgezien van het S.E.C.- protest; Donar 6 5 1 0 11 19-7 S.E.C. 6 4 1 1 9 16-6 Patria 5 1 1 3 3 5-10 D.W.S.V. 6 1 1 4 3 6-14 V.V.IJ. 5 0 2 3 2 6-14 er weer bij met een modern Zadelstraat 43 Utrecht Vraagt gratis brochure. 1 Juli a.s. gaan de kwitanties voor het abonnementsgeld voor ons blad wederom in zee. Zij, die voorkeur geven aan betaling per giro verzoeken wij de overschrijving zo vroegtijdig te doen, dat deze uiterlijk ein de dezer maand in ons bezit is. Overgemaakt moet worden een bedrag van 1.50 op girorekening 126156, ten name van Drukkerij Smit, Soestdijk. Abonné's buiten Soest en Soesterberg gi reren 1.75. DIEPVRIESGROENTE BLIJFT DUUR Terwijl in Amerika de diepvries-industrie van groenen en fruit reeds meer dan twintig jaar een groot afzetgebied heeft veroverd, blijkt de bestaansbasis voor dit bedrijf in Europa te smal te zijn. Zowel in ons land als elders is de verkoop veel te gering, zodat men met vrij grote voorraden blijft zitten, die ten slotte tegen sterk verlaagde prijzen moeten worden opgerutimd. Het product is niet alleen te duur voor het grote publiek, maar de ver koop ervan wordt ook gehinderd door het feit, dat men in Europa in het algemeen niet over een huishoudkoelkast beschikt. In Ame rika is de populariteit van de bevroren groen ten en vruchten gelijk opgegaan met de ver koop van koelkasten. Als men zo'n kast heeft kan men Zaterdags diepgevroren groenten of vruchten in huis nemen om ze eerst Zondags te gebruiken. Daar komt nog bij, dat wij in Nederland in het hlgemeen ruim voorzien zijn van verse groenten, die wij ook aan West- Europese landen rondom ons in grote hoeveel heden kunnen leveren. De overeenkomst, die de Nederlandse diepvriesindustrie had ge maakt met de Engelse verbruikscoöperaties is dan ook vrijwel totaal mislukt en met een groot verlies tot een ontijdig einde gekomen. Het merkwaardige van de diepvriesindustrie in Nederland is, dat zij tijdens de oorlog on der Duitse druk is ontstaan. De Duitsers wensten nl. ten behoeve van hun legers steeds te kunnen beschikken over eerste klas verse groenten. In hun eigen land waren zij daar mee reeds in 1939 begonnen. Toen zij de rest van Europa onder de voet liepen, lieten zij ook in de bezette landen diepvriesinrichtingen bouwen. Hoe duur de producten kwamen, kwam er natuurlijk niet op aan, want voor de kosten draaiden de overwonnen volken wel op. Het is voor de heren maar een vreugde van korte duur geweest. Na de bevrijding had de Nederlandse tuinbouw aanvankelijk grote verwachtingen van de installaties, die toen in onze eigen handen kwamen, maar tot nu toe hebben deze fabrieken niet gerendeerd. Ook in Duitsland zelf is het diepvriezen trouwens vastgelopen, vooral nu er weer verse zuid vruchten aan de markt komen. De welvaart schijnt in West-Europa nog lang niet hoog ge noeg te zijn om een rendabele diepvriesindu strie mogelijk te maken. DE GROOTSTE WERKGEVER De grootste werkgever in Nederland is de overheid; tenminste als men alle overheids diensten bij elkander neemt. Daar vallen dan niet alleen het rijk onder, maar ook de pro vincies en de gemeenten, de Staatsspoorwe gen, de Staatsmijnen enz. Telt men al deze groepen bij elkaar, dan werken er in ons land 380.000 man voor de overheid, waarvan 320.000 mannen en 60.000 vrouwen. Als men nu weet, dat de totale werkende bevolking van Nederland 2.400.000 personen omvat, dan volgt hieruit, dat ongeveer een 2esde in over heidsdienst is. Tot de eigenlijke ambtenaren en het overheidspersoneel in dienst van rijk, provincies en gemeente rekent men ongeveer 230.000 mensen, terwijl in verschillende tak ken van verkeer 53.000 personen als over heidspersoneel te boek staan. Over geheel Ne derland werken er 260.000 mensen in het transportwezen, zodat bij deze beroepen iets minder dan een vierde deel in overheidsdienst is. Dit is dus meer dan het gemiddelde, maar dat komt, doordat de spoorwegen geheel en al een overheidstransportbedrijf zijn. In het mijnwezen komen we dit verschijnsel nog in sterker mate tegen. Bij deze groep van be roepen rekent men behalve de steenkolenmij nen, ook de turfgraverijen, e.d. en in deze tak van bestaan vinden bijna 50.000 mensen em plooi, waarvan ruim 22.000 in overheidsdienst. Hier zien we zeer sterk de overheersende po sitie van de staatsmijnen. Aangezien het transport- en het mijnwezen tot de recht streeks productieve beroepen mogen worden gerekend, betekent dit, dat het zuiver admi nistratieve overheidspersoneel niet overmatig groot is. Wanneer er op iedere tien arbeids krachten in Nederland één in dienst is van rijk, provincie of gemeente, dan is dit geen ongunstige verhouding. Het blijkt dus, dat het overdreven is te zeggen, dat Nederland een ambtenarenstaat wordt. STEEDS MEER DUITSE AUTO'S De Duitse automobielindustrie neemt na Ame rika, Engeland, Frankrijk en Italië alweer de vijfde plaats op de wereldmarkt in. De pro ductie wordt bovendien voortdurend opge voerd, zodat het niet onwaarschijnlijk is, dat Duitsland binnen afzienbare tijd nog hoger op de ranglijst zal komen. Alleen in West-Duits- land werken reeds weer 149.000 personen rechtstreeks aan de vervaardiging van auto's, terwijl deze industrie zelfs werk geeft aan 811.000 personen als men er de onderhouds bedrijven en de verkopers bijrekent. Hoewel in 1949 de productie nog lang niet op volle toeren draaide, bracht de industrie een devie- zenwinst op van 97 millioen mark. Intussen breidt de productie zich snel uit, wat ook wel kan, want Duitsland heeft zelf een groot te kort aan auto's, terwijl de Duitse wagens een goed exportartikel zijn. Hoe groot de Duitse behoefte aan auto's is blijkt wel uit de vol gende cijfers: in de Ver. Staten heeft men één auto op iedere 3 Yz inwoner, in Engeland 1 op 18, in Frankrijk 1 op 24 en in Duitsland 1 op 82. De voornaamste fabrieken zijn mo menteel de Volkswagen, Ford, Opel (G.M.), Daimler Bentz, Tempo, Borgward (Hansa) en Büssing. DE BURGERLIJKE STAND VAN DE AARDAPPELEN In de afgelopen dagen hebben alle aardappel telers een formulier ontvangen, waarop zij moeten invullen hoeveel aardappelen zij telen en waar de percelen liggen. Dit wordt dus min of meer een burgerlijke stand van de aard appelen, want ieder perceel aardappelen wordt geregistreerd. Deze registratie ih noodzakelijk om de aardappelmoeheid zo radicaal mogelijk te bestrijden. Deze ziekte, die veroorzaakt wordt door een heel klein parasiet je, heeft in ons land nog slechts op enkele plaatsen enige uitbreiding gekregen, maar in Engeland zijn er al streken, waar door verwaarlozing van de bestrijding de infectie tot een ramp is uit gegroeid. In grote delen van dat land zal men de eerste jaren in het geheel geen aardappelen meer kunnen telen. Het is dus in ons aller be lang, dat deze ziekte hier geen vaste voet krijgt en daarvoor is het nodig, dat men slechts eens in de drie jaar en liever nog min der, aardappelen op hetzelfde stuk grond ver bouwt. Om dit te kunnen controleren is de re gistratie nodig en het is ieders persoonlijk be- iang, dat hij de formulieren nauwkeurig in vult. De registratie van de aardappelen kan boven dien van grote betekenis worden voor het Aardappelfonds, waarmee dit jaar een begin wordt gemaakt. Wel heeft men daarvoor nog niet nodig te weten hoeveel aardappelen op de kleine en gemengde bedrijven worden ver bouwd, maar het zal toch heel nuttig zijn een dverzicht te krijgen van de teelt van aardap pelen op alle bedrijven. Ook in dit opzicht is het voor de boeren van belang, dat zij loyaal aan de registratie medewerken. Wij ontvingen dezer dagen een brief van een kennis, die op Australië vaart en daarin schreef hij, dat „iedereen" in het buitenland ervan overtuigd is, dat wij binnen drie maan den in een oorlog zullen zitten. Nu, zo dramatisch nemen wij de wereldsituatie niet 1 op, maar het is een feit, dat vooral de Ameri- kaanse bladen steeds vol staan met berichten over toenemende spanning, terwijl ook de re devoeringen van verschillende staatslieden dreigend genoeg klinken. Ondanks al dat sa- belgekletter zijn we zo vrij niet aan een oorlog te geloven om de doodeenvoudige reden, dat geen enkel land klaar is voor een oorlog en iedereen de nog ongekende verwoestingen, die zo'n catastrofe met zich mee zou slepen, vreest. De staten, die elkanders tegenstanders zijn, houden elkander trouwens te stevig om klemd om een van hen de gelegenheid te ge ven tot een bliksemsnelle en overrompelende stoot. Maar onder invloed van al die kranten- oorlogs-sensatie en het opzetten van al die politieke biceps is in grote delen van de we reld, vooral buiten Europa, een nieuwe en uiterst gevaarlijke prijsstijging begonnen. Niet alleen duurzame landbouwproducten trekken aan, maar ook metalen, rubber, chemicaliën, enz. De scheepsvrachtenmarkt blijft daaren tegen uiterst kalm, waaruit wel blijkt, dat die prijsstijgingen niet voortvloeien uit een ge zonde toeneming van de handel. Wij kunnen er niets anders in zien dan de gevolgen van speculatie en bewapening. Vooral in de Verenigde Staten is een specu latie-golf losgebarsten, zoals men sinds het beruchte jaar 1929 niet meer had beleefd. De laatste jaren waren de koersen en dividenden ten opzichte van de bruto-winsten matig ge weest en de gewone man speculeerde niet. Sinds enkele maanden vertonen de koersen er een scherpe en constante neiging, waardoor steeds meer kopers op de beurs verschijnen. Iedereen wil een graantje meepikken van de papieren winsten van de koersstijgingen en zo worden de noteringen steeds verder opgedre ven. In het verschijnsel van de stijgende goe- derenprijzen ziet men geen inflatie, maar al leen maar de belofte van nog hogere prijzen en nog grotere winsten in de naaste toekomst. Wanneer de beurs snel en regelmatig stijgt èn men geen daling in het vooruitzicht ziet, spreekt men in Amerika van een „bull-mar- ket", een stier van een markt! Slaat de markt daarentegen om tot een even snelle daling, dan spreekt men van een beer, maar iedere speculant leeft altijd in de gelukkige overtui ging, dat de beer voor onbeperkte tijd door de stier is verjaagd. Tal van betrekkelijk onbe kende aandelen staan thans tweemaal zo hoog genoteerd als enkele maanden geleden, het kopen van televisie-aandelen is plotseling een mode geworden, terwijl men voordien de tele visie-vooruitzichten niet al te hoog aansloeg en onder invloed van allerlei optimistische verklaringen breidt de speculatie-woede zich steeds verder uit. Officiële sprekers, figuren uit het bedrijfsle ven, financiers en economen verklaren om strijd, dat Amerika er nog nooit zo goed voor gestaan heeft. Ze weten wel, dat ze hetzelfde zeiden tot op de dag, dat in 1929 de grote crisis uitbrak, maar deze keer is de toestand I heel anders, zeggen ze, omdat er minder aan delen op crediet worden gekocht (de helft van de aankoopsom moet contant betaald worden) en omdat Amerika zulke geweldige spaar- reserves heeft. Men meldt zelfs met voldoe ning, dat ook de pensioenfondsen, die door tal van industrieën de laatste tijd zijn gesticht, met het kopen van aandelen zijn begonnen. Dat dit in strijd is met ieder voorzichtig be heer van zo'n fonds, schijnt men niet te besef fen. En evenmin, dat iedere dolzinnige stij ging altijd op windhandel berust. Voor de rest van de wereld is deze speculatiegolf een groot nadeel, omdat hierdoor op het meest onge wenste moment de prijzen nogmaals omhoog- geschroefd worden. Wij ondervinden thans in Nederland reeds de gevolgen door de stijging van de prijzen van textiel, papier, enz. Het is dan ook te hopen, dat men weer tot bezin ning zal komen en dat deze ongezonde stij ging spoedig zal ophouden. Ons prijsniveau mag niet in beweging komen, anders worden de Europese financiën nog verder ontwricht. Wat ons betreft, mag deze stier reeds mor gen naar het economisch abattoir worden ge,- bracht, waar hij onvermijdelijk eens terecht zal komen. Het „Weekblad der Belastingen" vermeldt in zijn laatste nummer* een amusante geschiede nis, die wij onze lezers niet willen onthouden. Ter gelegenheid van het zilveren jubileum van een arts, schreef een collega in een plaat selijk blad een artikeltje, waarin hij de lof van de dokter zong. maar waarin hij tegelijk de fiscus een veeg uit de pan gaf. Hij be schreef hoe men in het algemeen niet begrijpt, welk een zware verantwoordelijkheid op een dokter rust en in welk een spanning hij leeft. Maar, zo vervolgde hij, behalve deze gebrui kelijke zorgen, voelt de dokter ook de aller modernste „nu de fiscus onze brutaalste huis genoot is geworden, die de breedste plaats aan tafel inneemt en dagelijks meer onverzadig baar wordt." De Inspecteur van de Belastingen zond daar op aan de jubilerende dokter de volgende felicitatie: Onderwerp: Plaats aan tafel! Geachte Jubilaris, De onverzadigbare fiscus wenst, als brutaal ste huisgenoot niet achter te blijven bij de velen, die U bij gelegenheid van Uw jubileum zullen feliciteren.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1950 | | pagina 2