il Voedingsvoorlichting Uw eigen belang. De vragen van de dag in de landbouw. Esperanto-nieuws. Ook hoort boortoestel GEERVLIET Voeftoal. HET VREDE-EL Daling inkomen door BELASTINGEN. Verhoogt llw inkomen donr een li;cri.nte en verzekert U een vast inkomen. Advies van FISCALE DESKUNDIGE om Uw belangen te behartigen. J. LENSSEN, MAKELAAR Vredshofstraat 10 - Telefoon 2169 - Soestdijk Behalve aan de ontwikkeling van de atoom energie en de bereiding van geneesmiddelen uit schimmels (penicilline, etc.) heeft de laat ste oorlog ook een flinke stoot gegeven aan een wetenschap, die op het eerste gezicht van oorlogsgeweld wel ver verwijderd schijnt. Dat is de voedingswetenschap, waartoe in de tijd, voorafgaande aan de periode 19391945, slechts betrekkelijk weinig onderzoekers zich voelden aangetrokken. Toen echter voor de oorlogvoerende landen de kracht en het weer standsvermogen van hun burgerbevolkingen een onmiddellijk levensbelang werd, maakten de regeringen een aantal voedingskundigen tot hun raadgevers. In Engeland bijv. gebeurde dit niet alleen in zaken van distributie, maar werd een geheel plan van voedselvoorziening volgens de moderne voedingsleer opgesteld, waaraan ook de invoer en de eigen productie van levensmiddelen ondergeschikt werden gemaakt. Daarmede was het belang van de voedings wetenschap wel officieel erkend! Tegelijker tijd betekende dit voor de moderne voedings leer een prachtige kans om haar waarde in de praktijk te bewijzen. Dit heeft zij dan ook vooral in Engeland op een in het oog lopende wijze gedaan. Dank zij de overheidsmaatregelen is in dat land het gebruik van melk en groente, twee zeer be langrijk geachte voedingsmiddelen, met resp. 28 en 34% gestegen, vergeleken bij dat in de jaren 1934-38. Ondanks de hevige bombarde menten en de slechte hygiënische toestanden, die iedere oorlog meebrengt, is het sterftecij fer der burgerbevolking er in de jaren '39-'45 niet gestegen, doch gedaald. Algemeen wijst men de verbeterde voeding als de oorzaak van dit verbazingwekkende feit aan! Ook andere landen hebben met de „gemoder niseerde" voeding in deze jaren goede erva ringen opgedaan. De gezondheidstoestand van velen in ons land zou zich na de bevrijding zeker niet zo snel hersteld hebben, als bij de distributie gedurende de oorlog niet nog zo veel mogelijk was rekening gehouden met de behoeften (bijv. door het geven van extra rantsoenen melk, kaas, e.d. aan de opgroeien de jeugd, die daaraan bijzonder veel behoefte heeft). Ook zijn er stellig veel voedingstekor ten aangevuld door de melk, de groente, e.d., die bij de boeren gehaald werden ook door hen, die voor de oorlog geen melk en weinig groente gebruikten. De goede ervaringen met de moderne voe dingsleer zijn onder meer tot uiting gekomen in de raad, die de internationale voedsel- en landbouworganisatie, de F.A.O., (eveneens in en door de oorlog tot stand gekomen) aan alle regeringen gegeven heeft. Dat advies luidde: zorgt voor voorlichting, vooral van uw huis vrouwen, omtrent een goede en economische voeding, hoe men die kan samenstellen en be reiden. Voor Nederland was deze aanbeveling niet meer nodig, omdat men het hier juist voor de Duitse inval reeds eens was geworden over de oprichting van een Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad. In de kleine tien jaren, waarin dit bureau nu reeds voorlichting geeft en mondeling, door drukwerken, lessen, tentoonstellingen, films en radiotoespraken, is het dikwijls gestuit op een zekere onverschilligheid bij degenen, die het wilde voorlichten. Vooral na de bevrijding is dit het geval, nu men geen raad meer nodig heeft om uit tulpenbollen brood, uit weipoe der broodsmeersels en uit allerlei twijfelach tige ingrediënten jus te maken. „Wat hebben wij aan die verhalen over vita mine en eiwitten, waarom zouden we ons ver diepen in voedingsleer en warenkennis? Als er maar voldoende voedsel te krijgen is, zo dat wij weer gewoon onze gang kunnen gaan, dan hebben wij die geleerdheid niet nodig." Zo is de reactie van een grote groep. Begrij pelijk is dat wel, maar of deze mensen gelijk hebben? Voor de oorlog redden wij ons im mers ook zonder penicilline en dergelijke ge neesmiddelen. Nu weet iedereen in de kring van zijn bekenden wel van iemand, die door penicilline-inspuitingen snel is genezen van een gevaarlijke aandoening. Wij zouden deze reddende stof niet graag meer willen missen. Zomin als de artsen nog zouden willen afzien van het toepassen van penicilline en soortge lijke geneesmiddelen, evenmin willen de voe dingsdeskundigen nu, in vredestijd, de ver breiding van meer kennis omtrent een goede voeding staken. Dat is immers thans het be langrijkste middel om de voedingsgewoonten te verbeteren en daarmee de lichamelijke en geestelijke gezondheid van grote groepen men sen op hoger peil te brengen! Dat de voeding van grote invloed is op het welzijn van ons lichaam, spreekt wel vanzelf voor wie ook maar even nadenkt. Tot aan onze volwassenheid wordt ons lichaam opge bouwd en daarna wordt het in stand gehou den met de stoffen, die het door ons voedsel worden toegevoerd. Vele verschillende stoffen heeft het ingewik kelde organisme van ons lichaam nodig om goed te kunnen functionneren. Die verschil lende stoffen komen in verschillende voe dingsmiddelen voor; er bestaat geen levens middel, dat alle nodige voedingsstoffen in een goede verhouding bevat. Wij moeten onze voeding dan ook samenstellen uit verschil lende bestanddelen. Hoe veel of hoe weinig men eten moet, kan men meestal aan zijn hongergevoel en.„aan de weegschaal wel merken. Maar geen gevoel en geen weegschaal waarschuwt ons, wanneer wij van een of meer voedingsstoffen te weinig of naar verhouding te veel krijgen. Dat open baart zich pas op de duur in een minder goede gezondheid. Het is de wetenschap, die ons daartegen be schermen moet. Sinds iedere moeder leert, dat een zuigeling extra vitamine D en kalk nodig heeft in ons klimaat, komt de Engelse ziekte (rachitis) hier bijna niet meer voor. Scheur buik, vroeger een gevreesde ziekte op lange zeereizen, wordt voorkomen, nu men weet, dat gebrek aan vers voedsel (alleen daarin komt het onmisbare vitamine C voor) er de oorzaak van is. Nog niet zolang geleden ont dekten Nederlandse artsen, dat de tropische ziekte beri-beri genezen en voorkomen wordt door het gebruik van voldoende vitamine B, dat o.m. in de zilvervliesjes van rijst en in granen en peulvruchten voorkomt. Zo zijn er meer ziekten of vatbaarheid voor bepaalde ziekten te noemen, waartegen de voedingswe tenschap, hoewel zij nog jong is, ons reeds beschermen kan. Om die reden is het zo belangrijk, dat men aandacht besteedt aan hetgeen een instaptie, die geen enkel handelsbelang dient, zoals het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad, U vertellen wil, in krantenartikelen en vouw bladen, op tentoonstellingen en lezingen, per film en via de radio. Dat is voor ieder een zaak van nuchter eigenbelang! Behalve de gezondheid is er nog een doel, dat bij de voedingsvoorlichting in het oog wordt gehouden: economie in de voeding. Vooral door een verkeerde of verouderde bereiding gaat er heel veel voedsel nodeloos verloren; daarmee verdwijnt niet alleen een deel van het gezins inkomen in het vuilnisvat of door de goot steen, maar ook wordt, wanneer dit op grote schaal gebeurt (en dat is zeker het geval), de economische positie van ons land, dus van ons allen, erdoor verzwakt. er weer bij mei een modern van Zadelstraat 43 Utrecht Vraagt gratit brochure. S.E.C. VERSPEELDE HET DERDE KLASSER-SCHAP. S.E.C. heeft Zondagavond haar grote aan hang teleurgesteld door de wedstrijd te gen Patria te Zeist met 2-1 te verliezen. Hiermede is aan de enerverende eind spurt van de uitermate zware promotie degradatie-competitie een onverwacht en teleurstellend einde gekomen en is Donar zonder verdere strijd in de derde klasse van de K.N.V.B. gekomen, daar de Hil versummers geen fout maakten en met 1-0 van V.V.IJ. wonnen. Aan een gezonde illusie is een einde ge komen en de S.E.C.-spelers zullen voor de, zoveelste maal opnieuw de strijd moeten aangaan in de 4e klasse. Dat de voorwedstrijd van de S.E.C.-ju- nioren tegen de Patria-junioren in een grote nederiaag voor de Soester speler tjes eindigde, was misschien een voorte ken, dat het S.E.C. slecht zou vergaan in deze wedstrijd. Wel waren de eerste aanvallen van S.E.C. dat met de zon in de rug speelde 'bemoedigend. Maassen speelde aanvan kelijk linksbuiten, terwijl zijn broer Otto de midvoorplaats bezette. De nieuwe linksbuiten ging er al spoedig een paar maal met een geweidie vaart van door en loste een paar schoten, welke te hoog of te zacht waren om doeltreffend te zijn. De Patria-mannen, die niets meer te win nen of te verliezen hadden, bouwden al spoedig tegcn-aanvallen op, welke een ge vaarlijk karakter droegen en waarbij Hornsveld, Belt en Koster het hard te verduren kregen. Na 10 minuten verwisselden Otto Maas sen en zijn broer van plaats, zodat de oude opstelling weer werd hervat. De S.E.C.-aanvallen werden hierna gevaar lijker, doch de middenlinie bleef te veel in het defensief om de gebroeders Maas sen en rechtsbuiten van Klooster goed te kunnen steunen. Daarenboven waren de binnenspelers De Mink en Westerveld niet snel en agressief genoeg, om de open ruimte achter het aanvals-trio op te vul len. Dat Patria zich niet liet imponeren bewees wel het krachtige en veilige op treden van de Zeister achterhoede en de gevaarlijke aanvalskracht van de voor hoede. Bovendien kan Hornsveld meepra ten over de combinatiekracht en schot vaardigheid van de Patria-voorhoede, want hij heeft menige safe moeten ver richten. Na een kwartier spelen werd de situatie duidelijker. Patria gaf S.E.C. geen schijn van kans. De Zeistenaren legden hun wil aan onze plaatsgenoten op, gaven het tem po aan en het S.E.C.-doel kwam voortdu rend onder druk. Wel verweerde S.E.C. zich, maar zij mis te de kracht en het moreel om onder de ze depressie uit te komen. O. Maassen werd zwaar bewaakt en M. Maassen greep meerdere malen vertwijfeld in de lucht wegens het ontbreken van de brood nodige steun van zijn binnenspelers. Na een half uur spelen was het linksback Belt, die voor een doelpunt zorg droeg, toen hij, wegens ongeoorloofd aanvallen, een vrije schop tegen zich zag toegewezen. Van ongeveer 20 meter schoot de Patria- spil de bal hoog in de rechter bovenhoek van Hornsveld's doel. Het was 1-0 voor Patria. •Het was ook een ontmoediging voor de toeschouwers, doch blijkbaar een stimu lans voor de S.E.C.-ers. Als wakker ge schud trokken zij meteen ten aanval en het was Westerveld, die met een gloeiende kogel het offensief opende. O. Maassen probeerde het hierna met een hoog schot en de Mink brak door de Patria-defensie heen, werd in zijn ren zwaar gehinderd, doch loste een schot, dat de keper, al val lende, in de linker benedenhoek kon grij pen. M. Maassen ging even later ook al leen op 't vijandelijke doel af en de rech ter back van Patria moest ten koste van een corner een zeker doelpunt voorko men. S.E.C. bleef in de aanval en O. Maas sen schoot, na een uiterst snelle ren, he laas over het doel heen. In de laatste mi nuut van de eerte helft ging Westerveld er nog vandoor. Hij omspeelde de drie verdedigers, kwam alleen voor de keoer, doch inplaats van te schieten zette hij de bal voor, een voorzet, welke niet benul kon worden. Otto Maassen kreeg uitein delijk de bal, maar zijn schot ging iangs het doel. Na de rust waren de eerste aanvallen voor S.E.C., maar de Zeister keper ont nam de Soesters alle illusies door zijn goed ingrijpen. Patria stelde met haaü tegenaanvallen, welke in stootkracht en snelheid veel gevaarlijker waren dan de S.E.C.-aanvallen, Hornsveld danig op de proef en deze moest zich een paar maal energiek in de strijd werpen om verder onheil te voorkomen. Een voordeel was, dat de Soester midden linie meer naar voren kwam en Pu- reveen loste zelf een keihard schot tegen de bovenkant van de doellat. S.E.C. gaf nu het tempo aan en na 10 mi nuten probeerde O. Maassen, na goed combinatie-spel van M. Maassen en Wes terveld, het weer eens met een schot, doch ook ditmaal ging de bal over de palen. Patria bleef echter ook nu niet in tem po achter en na deze S.E.C.-aanval schoot de rechtsbinnen var} Patria een ver en hard schot tegen dé doellat. Het eigenaardige was, dat S.E.C. nu wéér een defensieve houding aannam, waar door weer een open ruimte achter het aanvalstrio ontstond. De gebr. Maassen verwisselden daarna weer van plaats, doch het mocht niet baten. De Patria-mannen overspeelden de Soesters en toen bij een Patria-aanval een schot van links voor het doel van S.E.C. kwam, werden Kos ter en Hornsveld door een verkeerd op stellen verrast en de Patria-aanhang kon juichen. 2-0. Er was toen 20 minuten gespeeld en de S.E.C.-mannen probeerden het weer eens anders. Koster werd Spil en de zeer ver moeide De Nooy ging de rechtsback plaats bezetten. De onvermoeibare Pureveen werd op de rechtsbuitenplaats gedirigeerd en Van Klooster werd rechtshalf. Het S.E.C.-elftal heeft daarna de laatste 25 minuten gevochten tegen een sterke te genstander en tegen de zenuwen en de vermoeidheid van zichzelf. Alles trok naar voren om toch nog een zege te forceren, doch dit was te laat. De serie aanvallen, welke S.E.C. opbouwde, demonstreerde duidelijk de grote ver moeidheid van de spelers. Met de moed der wanhoop werd telkens weer een aan val opgebouwd en toen er nog 10 minuten te spelen waren, kwam er een klein beet je hoop, toen Koster van korte afstand doel wist te treffen en de stand op 2-1 bracht. De opsteling van diverse spelers was in middels weer een paar maal veranderd toen de vroegere rechtsbuiten Klompen- houwer in het veld kwam, om Van 't Klooster, die was uitgevallen, te vervan gen, Het baatte echter niet meer. Het einde van deze zware en sportieve strijd kwam met S.E.C. in de aanval. S.E.C. blijft hierdoor 4e klasser en zal nog een jaar moeten vechten om zich on der de derde klassers te kunnen scharen. (Bij de landbouwer van V. te Ede legde een kip een ei in de vorm van de letter V. Beide delen hadden echter geen dooier). De Hen, die steeds, zoals bekend is, met haar geschenken zeer attent is, omdat zij elke dag zich kwijt, van plichten, voor óns goed ont bijt, dat hoen bood eeuwen reeds aspecten, die vreugd en eieren verwekten, en wij beminnen het met reden, maar wat deelt Ede heden mede? ,,Een kip des landbouwers van V, bracht daar een ei, in V-vorm mee," en meri zou denken: een attentie, van kippige intel ligentie, een pluimvee-V, ja, kan het nétter, een ei, gelegd naar juiste letter, niet O, niet dat ovale, maar letter V kwam nederdalen, en sprak een animale tale. Maar tóch komt hier iets anders bij. Dit leg- sel kwam precies 5 Mei, en deze kip gaf zó haar wijding, aan de gedenkdag der bevrij ding. Het teken V, dat nauw ons raakt, door Churchill populair gemaakt, dit schone over winningsteken, deed 't hoen hier spreken zón der spreken. Er kwam alleen een zacht geka kelen toenhet Edese mirakel. En wat is hierbij zo uniek? Het is de stille symboliek, aan d' Overwinning evenredig. Het ei was immers niet volledig, precies men kome tot bezinning als ééns de grootste overwinning. Want is dat overwinningsteken, in verre en nabije streken, niet slechts een Ideaal gebleken? Is, elders, Vrijheid niet be zweken? Victorie? Ja! Maar Vrede.Vrij heidterwijl men onder slavernij lijdt, dat bracht tot heden nog geen Vredeen dat wist óók die kip in Ede. Symbolisch, en ver vuld van meelij, bracht bij dit incomplete V-ei, als wou zij door dit leggen zeggen: „Gaat, mensen, ernstig overleggen, h o e de Victorie te voltooien, door vredeskrachten te ontplooien." Zo mocht het deze kip gelukken, zich zonder spraak, goed uit te drukken..__ De ganse wereld zit te smachten, en wil met alle krachten trachten, de koude dreiging te verzachten. En nunu moeten wij maar wachten. Stil wachten, tot dit Wonder-Hoen, symbolisch weer een daad zal doen. Totdat zij weer een ei gaat leggen, in V-vorm, dat iets heeft te zeggen, maar dan een ei, completer, mooier; een Vruchtbaar Vredes-ei, mét dooier. Zo kijkt de wereld uit naar Ede, naar deze Hen, de Hen van Vrede. Ik zie al, in een reeks visioenen, toerisme, lopend in millioenen van 's ochtends zes tot 's avonds tien, wil men die kip in Ede zienterwij zij daar tevre den staarteen Bedevaart wordt Ede vaart. O Hoen. de wereld rekent op je. Ont plooi je krachten dus. Ontpop-je. Want anders wordt (o bitter mopje), de aard één groot, leeg eierdorpje In het Buitenland wordt Esperanto thans aan verschillende Hogescholen en Universiteiten gedoceerd. De staat Minos Gerais (Brazilië) steide het vorige jaar een subsidie van 30.000 kr. beschikbaar voor het nationale Espe- ranto-congres in Belo-Horizonte, terwijl de stad zelf en gelijk bedrag beschikbaar stelde. Congresbezoekers ontvingen van de Spoorwegen een reductie van 65 Aan de school voor tolken te Gengenbach (Baden) is Esperanto verplicht leervak. In 1949 is het N.V.V. begonnen zijn inter nationaal informatief bulletin ook in het Esperanto te laten verschijnen. Het Slowaakse Bureau voor Voorlichting en Onderwijs geeft een gratis maandelijks blad „Kultura Revuo" uit, dat artikelen bevat over het Slowaakse culturele leven. UW WASGOED WORDT BESCHERMD Kortgeleden werden op een internationale wasserij-tentopnstelling vergelijkingen ge maakt tusSén in Nederland behandelde was met die uit Engeland, Amerika en andere lan den, Daarbij bleek, dat merkwaardig genoeg Nederland óp het ogenblik aan de spits staat van de wasserij-industrie. Men schrijft dit goede resultaat toe aan het wetenschappelijke werk, dat de wasserij-industrie in samenwer king met het Rijksvezelinstituut heeft ver- r'cht. De industrie heeft gezorgd voor de op-, richting van een proefstation, terwijl de re gering een zelfde bedrag ter beschikking stel de als de wasserij-industrie gezamenlijk voor dit werk opbracht. Min of meer onder druk werd in 1943 door het Rijksbureau voor Che mische Producten een nieuw Duits wasmiddel ingevoerd, dat in ons land bij de wasserijen bekendheid heeft gekregen onder de letters C M.C. (dat is de afkorting van Carboxyl methycellulose). De wasserijen hadden daarin aanvankelijk niet veel fiducie, maar thans werken ze er vrijwel allemaal mee. Onze be hoefte aan dit product wordt momenteel gro tendeels gedekt door binnenlandse productie, o.a. levert AKU veel C.M.C. Bij het proef station zijn op het ogenblik 160 wasserijen aingesloten, waardoor men alle practische vraagstukken, waarmee de wasserij te maken krijgt, aan een grondig wetenschappelijk on derzoek onderwerpt. Vindt men verbeteringen in de behandeling van de was, dan worden deze m de vorm van adviezen aan de aange slotenen doorgegeven. Het is deze methode, die aan de Nederlandse wasserijen de voorste plaats in de wereld gegeven heeft. DE FISCUS OP HET FEEST De fiscus is onze hedendaagse Mijnheer Nurks, die steeds weer kans ziet om ook bij prettige gebeurtenissen iets onaangenaams te doen. Zo vordert de fiscus zelfs belasting, wanneer men bij een feestelijke gebeurtenis, een jubileum of iets dergelijks, een geschenk krijgt. Tot voor kort ging de fiscus daarbij zelfs heel hardhandig te werk, want de be lasting werd reeds gevorderd, wanneer een geschenk in dienstbetrekking meer dan 10. waard was. Wanneer dus iemand bij een jubi leum iets bijzonder kreeg, dan diende hij zijn jubileumgeschenk in geld te taxeren en als inkomsten bij de belasting aan te geven. Later is dit een tikje soepeler gemaakt door daarbij geschenken in natura, verleend wegens trou we dienst, zoals een medaille, een potlood of horloge, niet als „loon" aan te merken. Maar kortgeleden heeft de belastingdienst dan toch eindelijk een ietwat royaler standpunt inge nomen. Met ingang van 1 Mei j.1. is nl. een regeling ingevoerd voor jubileum- of af scheidsgeschenken. Daarbij is verband gelegd tussen het bedrag, dat belastingvrij voor een geschenk mag worden besteed en de dienst tijd van de betrokkene. Bij een diensttijd van 12% jaar mag een be lastingvrij geschenk worden gegeven ter waarde van een kwart maand of één week loon; bij 25 jaar een halve maand of twee weken, bij 40 jaar een maand of vier weken en bij 50 jaar twee maanden of 8 weken loon. Bii huwelijk zal een geschenk tot een waarde van een halve maand of twee weken loon eveneens buiten de belasting vallen. Onder het loon wordt verstaan het normale basis- loon van het inkomen. Ontvangt men een legpenning of een portret van de werkgever, dan blijven deze geheel buiten beschouwing' Het zou trouwens niet meevallen om de gelds waarde van het portret van de baas te becij feren! Sinds meer dan 100 jaar, met een korte on derbreking tijdens de oorlog, wordt jaarlijks een twee-daags landbouwcongres gehouden, het Landhuishoudkundig Congres, waar zich gewoonlijk een honderdtal mensen verzamelt, die in de meest uiteenlopende functies in de landbouw werkzaam zijn. Zoals men reeds ge lezen zal hebben, was dit jaar Middelburg de plaats van samenkomst en het gezelschap was als gewoonlijk weer zeer gemengd. Men trof er echte landbouweconomen aan, maar ook land- en tuinbouwconsulenten, tal van figuren uit de landbouworganisaties, practi sche landbouwers, oud-leerlingen van land bouwscholen, enz. Dit gemengde karakter van de deelnemers is een van de grootste aan trekkelijkheden van dit congres. Men komt hier niet in een besloten kringetje, zodat de meningen en ervaringen van mensen, die op zeer uiteenlopend gebied werken en toch alle een taak in de landbouw te vervullen hebben, kunnen worden uitgewisseld. De onderwerpen, die op dit congres worden behandeld, hebben doorgaans betrekking op de grote vraagstukken van de dag en ook ditmaal was dat het geval. De eerste dag was gewijd aan de vraag hoe de toenemende ver zouting van het binnenwater kan worden te gengegaan en welke mogelijkheden de land aanwinning biedt, de tweede dag begon met een lezing van de directeur van het Recobaa, Ir N. H. Blink, over de Nederlandse afzet markten, waarna de secretaris van de Cen trale Gezondheidscommissie voor Dieren, de heer L. P. de Vries, het plan tot bestrijding van de runder t.b.c. besprak. Verdiept men zich in de strekking van deze lezingen, dan heeft het congres zich ten zeerste bezig gehou den met de fundamentele kwestie van het be houd van de vruchtbaarheid van de bodem door aandacht te besteden aan de kwaliteit van het grondwater, waarmee de afsluiting van zeegaten en de inpoldering van nieuwe gebieden samenhangt. Van even groot actueel belang is de sanering van onze veestapel, ter- Wijl een gezonde bodem en een gezonde vee stapel alleen kunnen renderen wanneer er vol doende afzetkansen zijn. De onderwerpen vormden dus een samenhangend geheel. In alle provincies is de t.b.c kwestie reeds uit voerig besproken, maar het zal de veehouders interesseren te vernemen, dat de heer de Vries mededeelde, dat spoedig een beslissing kan worden verwacht over het al of niet verplicht merken van de reageerders. Er is een stro ming, om alleen een indirecte verplichting op te leggen, waarbij men het recht op subsidie en op terugbetaling van de spaarheffing ver speelt als men reageerders niet laat merken, terwijl een meer algemene stroming er op aan dringt alle reageerders zonder onderscheid op afdoende wijze van een duidelijk merk te voorzien. De toewijzing van regeringsgeld is thans zo goed als in kannen en kruiken, ter wijl over de besteding van het boerenkwartje wel overeenstemming bereikt zal worden. De heer Blink legde er de nadruk op, dat van onze totale landbouwproductie ruim tweeder de in het binnenland wordt gebruikt; van de meeste akkerbouwproducten natuurlijk een veel hoger percentage, terwijl de voortbreng selen van de veehouderij en van de tuinbouw meer op export zijn aangewezen. Van die ex port blijft het grootste deel, eveneens weer ongeveer twee derde in West-Europa en de rest vindt zijn weg naar alle mogelijke lan den van de wereld. Als Engeland niet zoveel boter en kaas uit de Overzeese gewesten van het Britse Gemenebest aanvoerde, zou West Europa voldoende afzetgebied vormen voor het Nederlandse en Deense zuiveloverschot. Maar doordat de Australische en Nieuw-Zee- landse boter nu eenmaal vooral naar de En gelse markt komt, hebben wij vrij grote af- zetzorgen. Spreker deelde mede. dat er on langs een nieuw contract met Engeland was afgesloten, doch toen later de vraag werd ge steld, wat die overeenkomst betekende voor de zuivelexport, kon hij daarop geen antwoord geven. Hij bevestigde wel het bericht van de Stichting voor de landbouw, dat geen eieren zullen worden geleverd wegens de te lage prijzen, die Engeland wilde betalen. Wij kon den ons de weelde veroorloven die prijzen te weigeren, daar Duitsland op het ogenblik een goede afnemer is. Uit andere bron vernamen wij, dat de levering van een belangrijke hoe veelheid boter is overeengekomen, waarvan de prijs echter niet bevredigend is. Dit schijnt samen te hangen met de behoefte, die Neder land op het ogenblik aan sterlingvaluta heeft. Intussen wordt onze landbouw bedreigd door niet-economische gevaren, waaronder de ver zouting van het binnenwater wel een der be langrijkste is. De inleider, die dit onderwerp behandelde, Ir A. Volker, deelde mede. dat het brakke water in het noordelijk deel van Noordholland bijv. vrijwel geheel wordt ver oorzaakt door het zout, dat door Norton-put- ten en gaswellen van grote diepte naar boven komt. Voor het slaan van dergelijke putten moet men afsluitende kleilagen in de onder grond doorboren en dat werkt precies op de zelfde wijze als een gat, dat men in de bodem van een schip boort. Ook diepe ontwatering voor nieuwe polders, diepe bouwputten en zandzuigerijen kunnen dergelijke „perforaties" van de ondergrond veroorzaken. Alle waarne mingen tonen dan ook aan, dat het zoute wa ter van de kust uit steeds verder het land in dringt. Belangrijk zou het dan ook zijn als we de zeegaten tussen de eilanden konden slui ten, waardoor grote zoetwaterreservoirs in de plaats zouden komen van het zeewater van thans. De andere inleider over deze kwestie, Ir J. A. Bruggeman, besprak hetgeen op dit gebied zou kunnen worden gedaan en gaf daarbij een middel aan om een deel van de daaraan ver bonden grote kosten bijeen te brengen. Ieder jaar gaat in ons land ongeveer 2500 ha land

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1950 | | pagina 2