Worden wij de Japan ners van Europa? Gemeente en Industrialisatie. SOEST. IN DE HOEK. UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTD1JK SOESTER COURANT Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. DINSDAG -1 -AUGUSTUS 1950. Bareant Van Weegeotraat W Telefoon 2566 - Giro 126156 Abonn. per kwart, 1.50 - per post 1.75. 26e JAARGANG No. 57 Vroeger noemde men de Nederlanders dik wijls spottenderwijs de Chinezen van Europa, omdat we zo zelfgenoegzaam en onverstoor baar onze gang gingen. Thans zou men ons misschien met meer recht de Japanners van Europa kunnen noemen, omdat wij belangrijk goedkoper kunnen werken dan de andere Europese volken, doch juist daarom in de in ternationale 'handel bemoeilijkt worden. Men vreest nl. de concurrentie van de goed kope Nederlandse producten, vooral van land bouwproducten, die meer dan de helft van onze exportwaarde opleveren en daardoor be slissend -zijn voor de handelsbalans. In het algemeen kan trouwens worden gezegd, dat Nederland een goedkoop land is. Al vinden w.e .zelf de kosten van levensonderhoud erg hoog, iedere buitenlander staat verbaasd over onze lage prijzen. Dat is bereikt door jaren lang de prijzen te blijven beheersen, door Jonen en dividenden aan een maximumgrens te binden, door de huren en pachten niet te verhogen en door de rentevoet van het geld laag te houden. Wij waren het er na de be vrijding allemaal' met de regering over eens, dat we bij het herstel van de handel de beste kansen zouden maken, wanneer wij tegen lage prijzen konden produceren. Dan immers zouden we goedkoop kunnen exporteren en we meenden in onze argeloosheid nog steeds met het gezonde economische principe van voor de oorlog te kunnen rekenen, dat hij, die goedkoop kan aanbieden altijd de beste kan sen maakt. Nu is het zonderlinge, dat wij ons daarmee juist in een ongunstige positie hebben ge plaatst. Er is nl. nog steeds geen vrije con currentie; het grootste deel van de handel gaat op ruilbasis en wanneer daarbij onze producten laag genoteerd staan, doch die van de andere landen hoog, dan krijgen we voor onze uitvoer een te geringe opbrengst, terwijl cnze invoer teveel kost. Als wij nu door die lage prijzen méér zouden kunnen uitvoeren, zoals bij vrije concurrentie het geval is, dan zou dit niet zo erg zijn. Maar bij de tegen woordige toestanden worden onze lage prijzen aan de grenzen ongedaan gemaakt door het opleggen van heffingen en invoerheffingen. Dit laatste is op kentekenende wijze het geval met de handel pp België en West-Duitsland. Wij woeren o.a. boter en kaas naar België uit en daarqp worden door de Belgen invoerrech ten gelegd van meer dan een gulden per kilo. Dit wordt gedaan om de Nederlandse produc ten in België .even duur te maken als de Bel- gïsdie. Maar die gulden invoerrechten wordt geïnd door de Belgische douane en komt dus in de Belgische staatskas. Zou het niet veel verstandiger zijn, wanneer Nederland zijn ex portprijs eenvoudig met het bedrag van het tegenwoordige invoerrecht verhoogde, want daardoor zou de Bëlgische reden om een in voerrecht te heffen, vervallen, onze export zou dan meer opbrengen en onze handelsver- houding met België dus minder ongunstig worden. Ditzelfde geldt voor verschillende be langrijke producten precies zo voor West- Duitsland. Het feit, dat wij goedkoop werken bevordert onze handel op het moment niet, doch wekt integendeel reacties op, die wel de staatsinkomsten van de andere landen profijt brengen, maar die onze eigen handelsbalans benadelen. In feite geven wij eenvoudig mil- lioenen guldens cadeau aan tie landen, waar heen wij producten uitvoeren terwijl die lan den er vervolgens aanmerkingen op .maken, wanneer wij onze invoer uit die landen niet kunnen betalen. Hoe vreemd het ook klinkt, wij worden het slachtoffer van ons streven om zo goedkoop mogelijk te leveren. Dit bewijst wel, dat de internationale economische verhoudingen -vol komen op hun kop zijn gezet, want in prin cipe is het natuurlijk uiterst gewenst, dat ieder land zo goedkoop mogelijk produceert, teneinde de kosten van levensonderhoud te doen dalen. Deze dwaze toestand kan alleen verbeteren, wanneer de zgn. „liberalisatie van de handel" ook doorgevoerd wordt voor pro ducten, die voor de Nederlandse uitvoer van overwegende betekenis zijn. Gebeurt dat niet, dan zal de gehele liberalisatie alleen maar in ons nadeel werken en de Betalingsunie voor ons een dode letter blijven. Het spijt ons te moeten constateren, dat wij tot nu toe de in druk hebben, dat de Nederlanders steeds aan het kortste eind trekken, doordat ze bij inter nationale onderhandelingen te zacht en te meegaand zijn. Het spreekwoord zegt; Al te goed is buurmans gek, en dit spreekwoord kunnen onze buren thans op ons toepassen. Vrijwel iedere gemeente wil er graag indu striële bedrijven bij hebben, ook al brengt de vestiging van nieuwe bedrijven grote kosten met zich mee voor het gemeentebestuur. Die kosten betreffen niet alleen het aanleggen van industrieterreinen, maar ook vele uitgaven, die onvermijdelijk worden, wanneer de bevol king toeneemt. Er zijn immers meer woon wijken nodig met alle daaraan verbonden wil hebben. Wij geloven dan ook niet, dat de richting, die reeds in een enkele van onze grootste gemeenten verschillende industrieën heeft verjaagd door te zware condities te ver binden aan de uit te geven industrieterreinen, de juiste is. De laatste dag van de Vierdaagse. - Voor de slanke lijn is de vierdaagse het aange wezen middel, vooral als men probeert de matrozen van de Koninklijke Marine bij te houden. kosten van straataanleg, riolering, waterlei ding, verlichting, gasvoorziening, enz. Het politiecorps moet uitgebreid worden, de brandweer krijgt versterking nodig, de ge meentelijke geneeskundige diensten groeien met de bevolking mee, enz. enz-, waarbij ge woonlijk de kosten van deze diensten ook per inwoner berekend hoger worden naarmate de gemeenten groter zijn. Men kan zich voor stellen, dat sommige gemeentebestuurders, vooral zij, die in de eerste plaats de verant woordelijkheid dragen voor de gemeentefi- nanciën zich wel eens af vragen of toenemen de industrialisatie geen al te zware lasten op de gemeentelijke huishouding legt. Dit punt maakt inderdaad een onderwerp van discussie uit in de kringen van de gemeentebestuurders en daarbij zien we op het ogenblik drie stro mingen optreden. De eerste stroming zegt: we moeten ieder nieuw bedrijf verwelkomen, om dat we steeds meer arbeidsgelegenheid voor onze groeiende bevolking nodig hebben. Ook al zijn de kosten voor het bouwrijp maken van industrieterrein en de bijkomende uitga ven voor omvangrijker wordend gemeentelijke voorzieningen hoog, dat mag ons niet beletten nieuwe bedrijven aan te trekken. Deze groep gaat zover, dat zij zegt: wij moeten zelfs des noods de bouwrijp gemaakte industriegronden verhuren of verkopen tegen prijzen, die bene den de kosten van het bouwrijp maken liggen. Lijnrecht daartegenover staan zij, die beto gen, dat de nieuwe industrie behalve de kos ten van het industrieterrein ook nog een deel van de toenemende gemeentelijke lasten moet dragen. Er bestaan inderdaad voorbeelden van gemeenten, waar men deze gedragslijn volgtmet het gevolg, dat ondernemingen zich liever elders vestigen! Tussen beide uitersten in staat een groep, die redeneert, dat de industrieterreinen nooit duurder aan de ondernemingen mogen worden berekend, dan deze grond zou komen, indien de onder nemingen zelf voor het bouwrijp maken zou den zorgen. Inderdaad zit in deze redenering veel redelijks, want de industrie zal zich dan niet gedupeerd achten. Het gaat o.i. niet op de financiële gevolgen van de groei van een gemeente gedeeltelijk te verhalen op nieuw te vestigen bedrijven. De groep, die deze methode verdedigt voert als argument aan, dat wanneer een industrie bv. 100 arbeiders te werk stelt, de gemeentelijke kosten belast worden met vestiging van 500 personen. Men redeneert aldus, dat gemiddeld 100 arbeidskrachten worden geleverd door een be.volkingstoeneming van 250 personen. Maar er komen nog eens zoveel mensen bij, omdat er meer gemeentepersoneel, meer winkeliers, e-d. vereist worden om de bevolkingsgroei bij te houden. Doch wie zo redeneert, draait de zaken eigenlijk om. Deze mensen vergeten, dat de gemeenten en de overheid in het al gemeen er zijn ten dienste van de bevolking en dat men niet de bevolking mag beschou wen als in dienst van de overheid. De dienen de functie van de overheid mag nooit verloren gaan, anders komen we terecht bij staatssla- vernij. Men moet ook nooit uit het oog ver liezen, dat nieuwe bedrijven niet in de eerste plaats arbeidskrachten van buiten betrekken, doch hoofdzakelijk de arbeidsgelegenheid ver groten voor de reeds aanwezige bevolking. De taak van de gemeente is het zoveel mogelijk bij te dragen tot de vestiging en uitbreiding van ondernemingen, waardoor de bestaans middelen van een bevolking toenemen. Wie dit vraagstuk alleen beschouwt uit de ge zichtshoek van de gemeentelijke financiën, neemt zonder twijfel een kortzichtig stand punt in, want toenemende welvaart, die het gevolg is van toenemende arbeidsgelegenheid, geeft een bloeiende gemeente, terwijl het ge meentelijk beheersapparaat juist verschrom pelt, wanneer men het onderste uit de kan CONCERT IN DE TENT. In het kader der V.V.V.-week geeft de Harmonie P.V.O. Vrijdagavond, te 8 uur, een concert in de tent in het rosarium. Het navolgende programma zal worden uitgevoerd. 1. The Stars and Stripes for ever, mars, Sousa. 2. Egmont, ouverture, Beethoven. 3. Le Song Viennois, Wals, Joh. Strauss. 4. Staccati, Polka voor piston, Voussure. 5. Watermuziek, suite, G. HandeL 6. Het licht tegemoet, mars, E. Laukien. 7. Atilla, caprice sur 1'opera de Verdi, P. F. de Kort. 8. Les Patineurs, wals, E. Waldteufel, Witman. 9. Gladiator, cortège de ballet, A. Adriot. 10. Steadfast and Treu, mars, C. Feike. GELD UIT DE CIRCULATIE. Met ingang van 15 Augustus worden ver schillende muntstukken uit de circulatie genomen. Het zijn de zilveren en zinken kwartjes, alsmede de zinken en nikkelen stuivers. Voor inwisseling van deze mun ten kan men zich wenden tot het post kantoor in de gemeente van inwoning. Men doet er goed aan tijdig na te gaan of men de omschreven muntstukken in zijn bezit heeft, ten einde te zijner tijd niet tot de ontdekking te komen, dat men waar deloos geld heeft. DE FLIKKERLICHTEN AAN DE MOLENSTRAAT. Hedenmorgen, te 12.00 uur, zijn de flik kerlichtinstallaties in dienst gesteld aan weerszijden der spoorwegovergang in de Molenstraat. Hoewel reeds vele flikkerlichtinstallaties in het land in gebruik zijn, blijkt nog steeds, dat de weggebruikers over het al gemeen slecht op de hoogte zijn met de be tekenis van de lichten. Wij laten daarom een toelichting volgen over de betekenis der lichten en het belsignaal. Aan het bekende Andreaskruis is een kast met lichtseinen aangebracht. Wanneer geen trein op komst is, brandt het witte lichtsein met 45 flikkeringen per minuut en kan de overweg dus zonder vrees ge passeerd worden. De komst van een trein wordt aangekon digd op een bepaalde afstand vóór de overweg door het branden van het rode lichtsein met 90 flikkeringen per minuut, terwijl bovendien een wekker aan de paal begint te luiden. Het verschil in aantal flikkeringen van 't lichtsein dient voor personen die kleuren blind zijn. Het blijven branden van het rode licht en het blijven luiden der wekkers, wanneer een trein is gepasseerd, duidt er op, dat 'n trein van de tegenovergestelde richting op komst is. Boven het witte en rode licht bevindt zich nog een derde lichtsein, oranje, met daarin leesbaar, indien brandende: „Sein buiten dienst". Wanneer dus in een of ander onderdeel der installatie een storing optreedt, waardoor een trein zich niet door het rode flikkerlicht zou aankondi gen, dan treedt het oranje storingssein in werking. Dit betekent dus: „opletten, want de trein kondigt zich niet meer aan". Dit sein is, ter onderscheiding van de bei de andere, geen flikkerlicht. HOUDT UW KINDEREN BIJ HUIS. Zondag heeft de electrische trein Utrecht- Baarn tweemaal moeten stoppen, omdat er kinderen speelden op het baanvak tus- sen Soest en Soest-Zuid. RIJWIEL-PUZZLE-TOCHT PALEIS SOESTDIJK. Begunstigd door goed weer had de derde rijwiel-puzzle-tocht plaats, welke geor ganiseerd werd door leden van K.P.S. De tocht ging door Mooi Soest en Baarn en de afstand van 26 k.m. moest worden afgelegd met een gemiddelde van 12 k.m. per uur. Mevr. Fits werd winnares. De verdere winnaars waren: 2e prijs: Mej. Ossenbrug gen, 3 strafpunten. 3e prijs: P. Luyten, 5 strafpunten. 4e prijs: C. van Ginkel, 5 str.- punten. öe prijs: Mej. Zimmerman, 5 straf punten. 6e prijs: Mej. B. Sitter, 5 strafp. 7e prijs: J. W. Boumans, 5 strafpunten. Een troostprijs werd toegekend aan de heer E. de Kruyff, die het hoogst aantal strafpunten had verzameld, n.1. 96. De vierde en vijfde rit zullen worden ge houden in September. LEERLINGEN-UITSTAPJE CHR. SCHOOL DRIEHOEKSWEG. Zonnig was de natuur en niet minder zonnig het humeur der kinderen, toen zij Vrijdag j.1., des ochtends om acht uur, in een bus van Tensen stapten, om onder leiding van een viertal dames en heren Een woordvoerder der Amerikaanse re gering heeft, op vragen van journalisten, of de hulp, die tot nu toe door leden der Verenigde Naties werd aangeboden in het Koreaanse conflict, niet is tegengevallen, geantwoord, dat Amerika niet ontevreden is. Het is natuurlijk mogelijk, dat dit waar is. Misschien hadden zij nóg minder ver wacht. Mij persoonlijk valt het, eerlijk gezegd, echter tegen. Met een corvet van Frank rijk, een Rode Kruis-colonne van Zweden, een stel officieren van ik weet niet pre cies wie en wat morele steun van nog een ander land, jagen ze heus niet die Noord- Koreanen naar hun 38e breedte graad te rug. Zelfs de hulp van onze Evertzen doet daar niet veel aan toe. Nee, ik kan er in komen, dat het Amerikaanse publiek vindt, dat zij alleen de kastanjes uit het vuur moeten halen. Toch is het niet zo gek te veronderstellen, dat Amerika niet anders heeft verwacht. Zij kennen zo zoetjes aan de moeilijkhe den der West-Europese Staten en hoogst waarschijnlijk zou het niet eens zo wei- kom zijn geweest, wanneer wij en de an dere landen op dit halfrond landstrijd krachten hadden aangeboden. Het schijn tje aan militaire macht aan deze kant van het ijzeren gordijn is toch al niet zo in drukwekkend groot en onttrekking van strijdkrachten hier zou wel juist eens een deel der opzet kunnen zijn geweest van de lui, die ..rudderen zoeken", als U weet wat dat is. Dit brengt mij weer op het vraagstuk waarover ik al eens eerder schreef, namelijk, waarom de geallieer den een der beste soort soldaten, de Duit sers, ongebruikt laten in dit spel. Ja. ik weet het wel, angst, vooral van Frankrijk, voor een gewapend Duitsland, is de hoofd factor, maar ik vind, dat wat het zwaarst is, ook het zwaarst moet wegen en wan neer de Westerse mogendheden er met hun neus bovenop zitten, het toch ondenk baar is, dat Duitsland kwaad zou kunnen stichten. Aangenomen dat ze nog eens zo idioot zouden worden, wat ik niet geloof. De duitsers zouden de kans hebben veel goed te maken van wat ze aan dit deel van Europa misdreven en goodwill te kweken, die voor een samenwerkend Eu ropa onmisbaar is. De duitse regering voelt het krankzinni ge der situatie ook en in dit licht moet U ook zien hun verzoek aan de Westerse mo gendheden om hun veiligheid te garande ren Wanneer het niet zo'n ernstige zaak was, zou je er om moeten lachen. Duitsland, die om een garantie tegen „be zetting" vraagt. H. OEKMAN van het personeel hun jaarlijks school-uit- stapje te maken. En dat zonnig aspect heeft heel de tocht behouden. Het werd een dag van onver deeld genot, waaraan het nut zich niette min op overtuigende wijze paarde. Het doel van de tocht werkte dit laatste wel zeer in de hand: wat valt er in een stad als Rotterdam niet te zien en te Be leven! Een diepe indruk werd verkregen van Rotterdams aandeel in de oorlogsellende, de uitgestrekte havens met hun koop vaardij- en oorlogsschepen, lichters en kranen kregen tijdens een rondvaart met deskundige toelichting een welverdiende beurt, de machtige Maastunnel wekte ie ders bewondering. De diergaarde „Blij- dorp" bood een les in Natuurlijke Histo rie, om nimmer te vergeten. Hoe een ring- siag een kikker verslindt b.v., dat moet ie niet alleen verteld worden, dat moet je zier.. In de omgeving van de stad trokken o.a. nog de moderne tuinbouwbedrijven en de grootscheepse bebossing de aandacht, alles te samen indrukken te over voor één schooi-uitstapje, om te verwerken. Intussen werden in een tweetal goed ge outilleerde speeltuinen het directe ver maak en de nodige lafenissen niet verge ten en liet gedurende de tocht de radio niet na er de goede stemming in te hou den, zodat des avonds tegen achten de knapen en meisjes wel iets minder pro per, maar niet minder opgewekt, weer aan de Driehoeksweg arriveerden. Nog eens: een hoogst prettige en pittige dag. ALTIJD HETZELFDE Een militaire auto reed Zaterdagmiddag op de Van Weedestraat en daarachter re den twee personen-auto's. De bestuurder van de militaire auto moest plotseling stoppen met het gevolg, dat 'n botsing tussen de drie wagens ontstond. De vrachtauto kon de klan wel verdragen, de personenauto's waren beschadigd. TWEE WIELRIJDERS IN BOTSING. Op de hoek van de Kerkstraat-Peter v. d. Bremerweg reden Zaterdag 2 wielrijders op elkaar in. Van een der rijwielen be zweek het voorwiel.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1950 | | pagina 1