Voor sparen is
vertrouwen nodig*
Wees een heer
in 't verkeer.
Nederlands tweeslachtige
positie.
SOEST.
IN DE HOEK.
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
SOESTER COURANT
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
DINSDAG 5 DECEMBER 1950.
Barttai Vu Wee4«straat SS Telefoon 2S66 - Giro 1261S6
Abonn. per kwart, 1.50 - per post 1.75,
26e JAARGANG No. 91.
"Wie met enige aandacht de ingezonden stuk
jes leest, die worden -gepubliceert in „De
Spaarpost" (hetblad van de officiële spaar
actie), wordt vooral getroffen door één trek,
die men terugvindt bij alle mensen, die critiek
oefenen op de spaaractie. Uit al die stukjes
spreekt nL wantrouwen; wantrouwen in
't geld, wantrouwen in de regering, wantrou
wen in de kansen op vrede, wantrouwen in de
toekomst van Europa, enz. enz. Men kan hier
uit de conclusie trekken, dat er een algemeen
gebrek aan vertrouwen is en dat juist dit de
mensen ervan afhoudt te sparen (gesteld, dat
ze in staat zouden zijn te sparen).
Neem bijv. de kwestie van de prijzen. Wan
neer men ziet, dat alles voortdurend duurder
wordt, zou het dwaasheid zijn om te sparen,
want voor het geld, dat men thans weglegt,
zal men dan immers na verloop van tijd veel
minder kunnen kopen' dan op het ogenblik het
geval is. Veronderstel, dat iemand een jaar
geleden 80.over had, dan had hij daar
voor destijds een costuum van behoorlijke
kwaliteit kunnen kopen. Maar hij wilde zuinig
zijn en zette het geld op de spaarbank. In
tussen is zijn oude pak totaal versleten en nu
moet hij 'toch zijn spaargeld aanspreken om
nieuwe 'kleren te kopen. Doch thans zal hij
voor een pdk van dezelfde kwaliteit 110.
of 120;moeten betalen. In feite heeft de
man dus door te sparen geld verloren, door
dat het geld een deel van zijn koopkracht
heeft verloren. Dit risico is het sterkste argu
ment tegen sparen op het ogenblik; niemand
zal immers géld wegleggen, wanneer men met
vrij grote zekerheid moet aannemen, dat het
in korte tijd veel meer in waarde zal achter
uitgaan dan dat het in rente opbrengt.
Het feit, dat het geld aan koopkracht verliest,
betekent dat onze maatschappij economisch
niet gezond iis. Het is een gevolg van de om
standigheid, dat nationaal gezien onze uitga
ven groter zijn dan onze verdiensten. Daar
door moest onze regering reeds tweemaal de
gulden devalueren, waarmee de koopkracht
werd aangetast. De oorzaak van het wantrou
wen in het geld moet dus gezocht worden in
de wijze waarop onze nationale huishouding
wordt bestuurd. Gezien de ervaringen heeft
men daar geen fiducie op en durft men een
voudig niet ±e sparen. Men is bang, dat de
Staat vroeg of 'laat een deel van het gespaarde
op de een of andere wijze zal wegnemen, het
zij door heffingen ap bezit, hetzij door zware
belastingen, hetzij door muntbesnoeiing, hetzij
door prijsstijging.
Tenslotte heerst de algemene vrees, dat vroeg
of laat een Derde Wereldoorlog zal uitbreken
en dat Europa daarbij het loodje zal leggen.
Een dergelijke catastrophe zou aan dlle spaar
waarden een einde maken en hierin zit de
diepste grond voor het gebrek aan vertrou
wen in de spaaractie. De oorlogsvrees nood
zaakt ons tot geweldige militaire uitgaven en
deze miliaire uitgaven zijn er enerzijds de
oorzaak van, dat de prijzen stijgen -en ander
zijds, dat de Staat met voortdurende tekorten
te worstelen heeft.
Zo zien we, dat al de vormen van wantrou
wen, die we in de aanhef van dit artikel op
noemden éénzelfde oorzaak hebben -en dat is
ons gevoel van onmacht tegenover de ver
schrikkelijke spanningen, waarin de wereld
van vandaag gevangen- is en ten .opzichte
Dezer dagen langs de hoofdweg
Was er een geducht tumult;
De bestuurder van een auto
Droeg daarvan de grote schuld.
Twee gespierde knapen reden
Op het rijwielpad per fiets;
Plots reed hun een auto, snijdend.
Bruut de kant in, 't leek naar niets.
De meneer, die aan het stuur zat,
Wilde aan de kant gaan staan
En hij reed de beide fietsers
Meer dan onbehoorlijk aan.
De getorpedeerde fietsers
Waren vlug weer op de been
En ze spoedden zich, spinnijdig,
Naar de autorijder heen.
Het relaas van de discussie
Blijve liever in de pen,
Maar ik dacht, het is een boffie,
Dat ik die chaufeur niet ben.
Door de houding die hij aannam
Steeg de spanning tot de top
En als antwoord kreeg de snoodaard
Rake meppen op zijn kop.
Mag het middel ook onjuist zijn,
Door die knapen toegediend.
Deze slechte weggebruiker,
Heeft die straf beslist verdiend!
Als die man nog eens zal rijden
Langs de „moordallée" door Soest,
Is het zeker, dat hij voortaan
Wel zal rijden minder woest.
Mocht het antwoord van die knaoen
Ook wat bout zijn, zonder meer,
Door dat paardenmiddel is er
'n Ezel minder in 't verkeer!
E. VAN EEDEN.
Intocht van St. Nicolaas in Amsterdam.
Voorafgegaan door Zwarte Pieten op mo
torfietsen en omringd door hellebaardiers
trok de Sint op zijn schimmel door de
binnenstad van Amsterdam, toegejuicht
door tienduizenden kinderen en duizen
den vaders en moeders.
waarvan wij geen uitkomst zien. Daarom zal
men er ook niet in slagen de spaarzin in be
langrijke mate aan te moedigen, zo lang de
diepste oorzaak van.het wantrouwen niet ver
dwenen is. Tussen haakjes zij opgemerkt dat
de lage rente, die men van spaargeld krijgt,
mede een gevolg is van de financiële moeilijk
heden van de regering.
Het is duidelijk, dat wij van deze toestanden
de regering geen verwijt kunnen maken, want
ons land is maar een klein wieltje in het we-
relduurvverk. Maar men moet wel terdege be
seffen, dat spaarpropaganda nooit resultaten
van betekenis kan opleveren, zo lang zulke
sterke economische, sociale, politieke en psy
chologische factoren aanleiding geven tot het
tegendeel.
Nederland komt dus over 1950 één milliard
oftewel 1000 millioen gulden tekort op zijn
invoer- en uitvoerrekening. Dat is dus zo on
geveer 100.per inwoner en hoe wij aan
dat buitenlandse crediet komen, snapt eigen
lijk niemand. Een dergelijke toestand kan dan
ook niet voortduren. In 1949 leek het nog zo
goed te gaan, want toen was het tekort op de
handelsbalans „slechts" 240 millioen gulden.
Minister Lieftinck, die deze cijfers gaf, noem
de als oorzaken van de achteruitgang van
onze financiële positie ten eerste de verslech
tering van onze ruilvoet (d.w.z. de devaluatie
van de gulden) en ten tweede de liberalisa
tie. Dit laatste is, zoals wij onlangs hebben
uiteengezet, de afschaffing van de contigente-
ringen bij de internationale handel, die voor
ons land tot nu toe niet veel goeds heeft op
geleverd.
Intussen zitten we vooral vast door de deva
luatie, want daardoor is onze invoer duur ge
worden en brengt onze uitvoer weinig op.
Het zonderlinge geval doet zich echter voor,
dat Engeland in dezelfde mate heeft gedeva
lueerd en er toch beter voor staat dan een
jaar geleden. Ook al is daar de handelsbalans
nog niet erg fraai, er komt veel geld binnen
uit z.g. „onzichtbare export", d.w.z. uit de
opbrengsten van scheepvaart, enz.
Maar Engeland heeft vooral voor, dat het niet
zo gebonden is aan de dollargebieden. Het kan
levensmiddelen, veevoeder en grondstoffen
voor zijn industrie kopen in de overzeese de
len van het Britse rijk. Wij zijn daarentegen
op genade of ongenade aan dollar en pond
sterling overgeleverd. Financieel volgt Neder
land bijna steeds de Britse koers, omdat wij
grote belangen bij het sterlinggebied hebben,
maar tot nu toe heeft dit ons niet veel anders
dan teleurstelling en verlies opgeleverd. Niet
temin blijven we trouw aan het sterlingblok
en het is voor een groot deel daardoor, dat
de Beneluxplannen zo slecht voortgang ma
ken.
Willen we met de Belgen samen iets berei
ken, dan. ligt het toch voor de hand, dat we
dezelfde financiële politiek als België moeten
voeren. Blijven we daarentegen met één been
in het sterlingblok staan en met het andere
in het Beneluxgebied, dan zullen we nooit
een sterke positie kunnen innemen, noch in
de ene, noch in de andere combinatie. Het
komt ons voor, dat de financiële en de eco
nomische politiek van Nederland niet gelijk
gericht zijn en dat wij juist daardoor zo in
de verdrukking raken.
De Engelse handelspolitiek vertoont niet de
minste consideratie met de niet-Britse deel
nemers aan het sterlingblok. Het laatste staal
tje daarvan is zeer onlangs geleverd door het
opnieuw vastlopen van de onderhandelingen
over de uitvoer van Nederlandse eieren naar
Engeland. Onze pluimveehouders hadden zich
bereid verklaard genoegen te nemen met een
prijs, die op ongeveer 10% cent per ei uit
kwam, al was dat eigenlijk een cent beneden
de redelijke kosten. De Engelse regering ont
zag zich niet slechts 6 7 cent te bieden, zo
deelde de voorzitter van de Pluimveefokkers-
Federatie, de heer Dings, mee. Er bestaat dus
van de zijde van Engeland geen enkele be
reidheid om een fatsoenlijke economische sa
menwerking aan te gaan met de staten van
het Europese vasteland, ook al zijn deze be
langhebbenden bij het sterlingblok.
Willen wij daarentegen iets te betekenen krij
gen, dan zullen wij een positie moeten gaan
innemen, die meer respect afdwingt. Dat kan
geschieden door de Benelux werkelijkheid te
maken, want een gesloten blok van 20 mil
lioen inwoners in een hoog-ontwikkeld ge
bied met vele havens en industrieën en met
een zeer productieve landbouw, kan niet ge
negeerd worden. Het klinkt wel vreemd, maar
willen wij in het sterlingblok niet de ver
schoppeling zijn, dan moeten wij ons er uit
terugtrekken en eerst met België de verhou
ding in het reine brengen. Een tweeslachtige
positie zoals die van het ogenblik, kan niet
anders dan een verlammende uitwerking
hebben.
ST. NICOLAAS IN SOEST.
De Soester jeugd heeft Zaterdag het ko
mende St. Nicolaasfeest ingeluid met een
hartelijke ontvangst, welke zij de Goet-
heiligh Man bereidde bij zijn tocht door
onze gemeente.
Nadat Zaterdagmiddag de Sint, gezeten
in een open rijtuig, waarvoor twee ge
pluimde schimmels, bij Birkhoven de
grens der gemeente overschreed en in ge
strekte draf de Birkstraat was genomen,
werd hij overal opgevangen en toegejuicht
door grote en kleine groepen kinderen
en volwassenen. Drie roet-zwarte Pieten
lieten hun oogwit glinsteren in hun zwar
te snoeten, doch hun roe en zak bleven 'n
symbool, want stoute kinderen zijn er in
Soest niet, zei St. Nicolaas in zijn toe
spraak tegen de grote groep, die bij het
gemeentehuis lang had gewacht op de
aankomst van de stoet. De mannen van
P.V.O. gingen met zes plaatselijke ruiters
de stoet vooraf en de gezellige deun van
de Sinterklaasliedjes klonk langs de weg,
waarbij het verkeer gaarne voorrang gaf
aan dit rijdende tafereel van sprookje en
traditie.
Bij het gemeentehuis viel St. Nicolaas de
eer te beurt, om officieel ontvangen te
worden door het gemeentebestuur, verte
genwoordigd door de Burgemeester en de
Gemeente-secretaris. Lopers en tapijt
waren uitgelegd voor deze gelegenheid en
hierover ging het gezelschap naar de
Blauwe Kamer, waar Sint aan de burge
meester, als eerste burger van Soest, een
presentje overhandigde. De Spaanse
wijn werd vervolgens gedronken op het
welzijn van Soest, welk welzijn de Sint
nauwlettend schijnt te volgen, zelfs tot de
ingezonden stukken in de Soester Cou
rant toe.
Buiten, op het bordes, luisterde Sint met
welgevallen naar de liedjes, die de
jeugd hem toezong en hierna richtte hij
zich met krachtige stem tot de jeugdige
bewonderaars. „Het verheugt mij", al
dus St. Nicolaas, „dat ik zeer goede be
richten over jullie heb gekregen van de
burgemeester. Mijn zwarte knechts heb
ben de laatste weken nauwlettend geluis
terd aan deuren en schoorstenen, doch zij
hebben gelukkig geen stoute kinderen ge
signaleerd".
De Sint gaf de jeugd de verzekering, dat
op Dinsdagavond voor ieder van hen een
pakje zou worden gebracht, een medede
ling, welke door de jeugd wel gewaar
deerd werd. Van hieruit ging de tocnt
verder langs de door ons gepubliceerde
route en overal ontmoette Sint en zijn
knechts juichende kleine en grote „kinde
ren" en genoot zichtbaar van de sympa
thie, welke men hem ook in Soest nog
steeds toedraagt.
DOOR DE GLADHEID GESLIPT.
Achter de Oude Herv. Kerk slipte Zon
dagmorgen een personenauto door de
gladheid van het wegdek. De auto kwam
in de tuin van perceel Kerkstraat 10 te
recht, doch kon daar niet veel vernielen,
daar, bij een vorige slippartij op dezelfde
plaats, het hek en de deksel van de wa
terput reeds waren vernield.
Het is voor mij als schrijver van dit
hoekje altijd prettig commentaar te krij
gen en dan liefst commentaar '„waar iets
in zit", waarmee ik bedoel critiek op door
mij beweerde zaken.
Het prettigst vind ik het, wanneer de
mensen het niet met mij eens zijn. Mis
schien vinden sommige dat gek, maar dat
is niet zo vreemd als het wel lijkt, omdat
ik niet graag gelijk heb.
Mijn aanval op de bomen langs de hoofd
weg bracht brieven en zelfs twee inge
zonden stukken. Wanneer je de Soesters
in draf wilt hebben, moet je iets onaar
digs zeggen over de bomen langs de
hoofdweg.
Zoals ik reeds in mijn gewraakte stukje
schreef, zou ook ik het, hoe nodig ik het
ook acht, betreuren wanneer de bomen
langs de hoofdweg verdwenen en daar ik
weet, dat een poging om „Waterstaat" zo
ver te krijgen, gelijk staat met de inspec
teur van Financiën te verzoeken om mij
voortaan te „vergeten", stelde ik als com
promis voor, alleen de bomen op de hoe
ken der zijstraten weg te halen. Niet, zo
als de heer V. Oetman denkt, om de hon
den te plagen, maar om dan tenminste op
die hoeken uitzicht te krijgen. Dat is niet
alleen nodig voor, zoals Oetman het
noemt, „koortslijders" en „Vliegende Hol-
landertje spelende autobestuurders", doch
in niet mindere mate voor wielrijders,
wagenbestuurders en voetgangers.
Met de mening van de heer J. kan ik het
in grote trekken eens zijn. Dat de bomen
een goede beschermende laag vormen
voor wielrijders en voetgangers, daarvoor
is op het eerste gezicht veel te zeggen,
maar wanneer we de lijst ongevallen re
capituleren, komen we tot de merkwaar
dige en veelzeggende ontdekking, dat in
de Vredehofstraat, waar geen bomen
staan, practisch geen ongevallen voorko
men. Zo gauw er sprake is van „bomen
langs de hoofdweg", dan is het mis en
heeft Klomp met zijn ambulance haast
dagelijks werk. Dit alleen maar ter over
denking.
Verder zal ik nooit meer iets onaardigs
over die bomen zeggen. Tenminste, dat
neem ik mij voor, maar ik ben al eens
meer op besluiten teruggekomen.
Tot slot nog dit. Hetgeen de Heer J.
schrijft over onwillige eigenaren van tui
nen, is mij uit het hart gegrepen. Maar
met boycotten zou ik liever nog even
wachten Heer J. Wel: „Aan de schand
paal met ze!" H.OEKMAN.
ERNSTIGE AUTOBOTSING.
In de nacht van Vrijdag op Zaterdag had
weer een ernstige autobotsing plaats, dit
maal op de Steenhoffstraat.
Te ongeveer drie uur reed daar een auto
bus in de richting Soest en achter deze
autobus een vrachtauto met oplegger.
De afstand tussen beide wagens was ver
moedelijk te gering, want toen de auto
bus stopte, moest de chauffeur van de
vrachtauto zijn stuur snel naar links
draaien om de autobus te ontwijken. De
ze manoeuvre gelukte wel, maar op het
moment, dat de vrachtauto van achter de
autobus op de linkerzijde van de weg
kwam, naderde een vrachtauto van te
genovergestelde richting. Beide auto's
botsten met een flinke klap tegen elkaar,
waarbij ook de autobus nog 'n klap mee
kreeg.
De auto's werden zwaar beschadigd en 'n
kraanwagen moest er aan te pas komen
om de ravage op te ruimen.
Het verkeer werd lange tijd omgelegd.
Persoonlijke ongelukken deden zich won
derwel niet voor.
DRONKEN OP DE FIETS.
Door de politie werd 'n beschonken wiel
rijder in arrest gesteld. Voor zich zelf en
voor anderen werd deze onveilig-ver-
keerrijder een nacht opgeborgen.
VIJF JAAR ALGEMENE
BOND VAN AMBTENAREN.
Zaterdagavond herdacht de afdeling Eem-
land van de Algemene Bond van Ambte
naren haar 5-jarig bestaan in Eemland.
De heer S. Besselseh, voorzitter der afde
ling, sprak in zijn openingswoord over de
voor Soest ongekende gebeurtenis: een
feestavond van ambtenaren. Spr. vertel
de voorts hoe op 3 December 1945 deze
afdeling gegrondvest werd. toen een 7-
tal ambtenaren van de P.T.T. hiertoe het
initiatief namen. Nu telt de vereniging 'n
70-tal leden, gerecruteerd uit ambtenaren
van P.T.T., Gemeente en Zonnegloren. De
landelijke bond telt thans 53.000 leden.
Spr. wekte de aanwezigen op om propa
ganda te maken voor de A. B. v. B.
Hierna werd de Radio Capriolen Revue
opgevoerd door Peter Pech, Mary Gabriel,
Wim van Herk en Will Rex, onder regie
van Jan Hahn.
Op wel zeer aangename wijze werd het
programma afgewerkt en de medewer
kenden brachten goed iamusement. De
muzikale medewerking van Cas Rus was
eveneens goed verzorgd.