lij
m
Eventjes terzijde
177
247
SOESTERBERG.
WOONARK
V Bi O O 31 DREESHANN
NIET ACHTERLIJK.
U heeft natuurlijk ook gelezen over dfe
geweldige trouwpartij van de Sjah van
Perzië.
Vooral dames hebben zich verlustigd in
de pracht en de praal, waarmede dit hu
welijk werd voltrokken. Dames zijn. daar
gevoeliger voor dan heren.
Dat grappige berichtje stond nogal weg
gedrongen tussen het gewone, zwaar
wichtige en altijd onheilspellende wereld
nieuws en 't is daarom mogelijk, dat U
het niet eens heeft gelezen. Laat ik het
daarom nog maar even naar voren bren
gen.
Meneer de Sjah dan had de groten in zijn
Rijk uitgenodigd ter receptie.
Dat waren, welgeteld, duizend mensen:
echte nette, na veel overleg uitgezochte
mensen.
Je ziet de Perzen-ambtenaren de lange
lijsten met namen raadplegen: die wel en
die niet en in geen geval méér dan dui
zend.
De grote Sjah heeft alleen maar gezegd,
dat er duizend mensen mochten komen.
Het gaf de goede man zélf geen hoofd,
breken, maar de uitzoekers des te meer.
Enfin, dat berichtje luidde nu, dat er in
plaats van duizend meer dan twee dui,
zend personen ter receptie verschenen.
Het was er zo druk en zo vol, dat men
zich er nauwelijks kon verroeren.
Krek een tram of autobus gedurende het
spitsuur, waarin je zo stevig staat inge
pakt, dat je niet eens bij je portemonnaie
kan komen.
„Dat kan alleen in een achterlijk land ge
beuren" verzekerde ik een van mijn ken
nissen.
„Bedoel je die bus- of tramdrukte?" was
de wedervraag.
„Nee, dat gekke gedoe, bij die Perzische
receptie. Duizend man meer dan ze had
den uitgenodigd."
„Ben je wel eens bij een officiële Ont
vangst geweest?" vroeg hij mij.
Ik keek hem verwonderd aan. „Natuur
lijk wel, ambtshalve. Ik snap niet goed,
wat de mensen er aan hebben. In de re
gel is het nogal een droge boel."
„Bij de buffetten niet", vond mijn vriend
„en je moet ook niet zeggen, dat ze daar
in Perzië achterlijk zijn. Ze zijn ons vei
vooruit".
„Ver vooruit?" vroeg ik verbaasd.
„Allicht. Ze werken daar met vervalste
kaarten. Hier gebeurt zo iets niet".
Hij meesmuilde. „Nu doe ik het niet meer,
maar toen ik jonger was. Elke recep
tie raak. Deftig in rok. Gewone trouwre-
cepties ook."
Je had altijd een goede dag en je weet,
ik was altijd werkeloos.
De bruidegom en zijn aanhang dacht, dat
je een kennis van de bruid en haar fami
lie was en de bruid met toebehoren meen
de, dat je 'n goede vriend van de bruide
gom was. Bij een of ander zakenjubileum
was het al heel gemakkelijk, daar viel je
helemaal niet op tussen de vele bezoe
kers.
Nee, je moet niet zeggen, dat ze daar in
Perzië achterlijk zijn. Daar moet je wa
rempel al kaarten voor zo'n gelegenheid
hebben en het feit, dat er duizend kaar-
tento meer in omloop waren dan er waren
verzonden, zegt toch wel iets. Zouden er
zoveel zakkenrollers in Perzië wonen?"
VERGADERING
A.R. KIESVERENIGING.
Woensdag 7 Maart, komt de heer H. Al-
gra spreken voor de afdeling Soest van
de Anti-Rev. Kiesvereniging.
De heer H. Algra zal spreken over: „De
positie van de Anti-Rev. Partij".
Een onderwerp, dat zeker wel in de be
langstelling staat van allen, die met de
Anti-Rev. Partij meeleven, juist in deze
tijd, nu er een beroep op deze partij ge
daan wordt, om in de chaos, waarin we
leven, mee te helpen regeren.
Komt allen naar deze vergadering om de
ze spreker te horen en van gedachte te
wisselen.
HAAL HET WASGOED BINNEN.
Een aan de Amersfoortsestraat wonende
dame kwam tot de ontdekking, dat ande
ren zich hadden ontfermd over haar was
goed, hetwelk zij des nachts buiten had
laten hangen.
Zij miste 2 wollen dekens, enige pyama's,
overhemden en enig ondergoed.
DIEFSTAL VAN ZINK VAN
HET R.K. KERKGEBOUW.
Nu de prijzen van zink en lood hoog zijn
nemen de diefstallen van deze materialen
toe. De Pastoor van de R.K. Kerk moest
bemerken, dat de zinken regenpijpen van
zijn kerk verdwenen waren.
DE HEER VERHOEF SPRAK VOOR
DE PARTIJ VAN DE ARBEID.
Voor de afdeling Soesterberg van de
Partij van de Arbeid sprak de heer Ver
hoef, lid van de Gedeputeerde Staten in
Utrecht, over het onderwerp: ,,De ver
zorging van de economisch zwakkeren".
Spr. schetste de geschiedenis van onze
sociale wetgeving sinds 1874. Daarna
stond spr. stil bij de categorie van de
werklozen. Naast de rijkszorg kent men
de gemeentelijke zorg, welke echter plaat
selijk nog veel verschilt. De armenwet
verplicht de overheid om te helpen bij het
lenigen van nood. Al is deze wet verou
derd, toch is er in de nieuwe armenwet
van 1912 een belangrijk element opgeno
men, het z.g. opheffingsartikel, dat aan
behoeftigen steun verleent om er weer
boven op te komen. De gemeente heeft
nu een belangrijke sociale taak gekregen
voor de leniging en het voorkomen van
armoede. De armenwet treedt op na de
kerkelijke steun. Naast deze directe uit
kering uit de armenwet bestaat, vooral
in de grote plaatsen, ook de verzorging
van rustbehoevenden, van de door ziekte
of rampen getroffen gezinnen, van be
hoeftige ouden van dagen. In dit verband
werd o.m. gewezen op het droeve lot der
bejaarde echtparen, wanneer zij van el
kander gescheiden in het armenhuis te
recht komen. In dit opzicht is men b.v. in
Denemarken veel verder, waar een spe
ciale stad van oude lieden bestaat, welke
in al hun bijzondere noden kan voorzien.
Een belangrijke taak van de sociale ver
zorging is het preventief werk.
Zeer goed werkt de instelling van vrij
willige armenbezoekers. Bij dit alles is
gebleken, dat een goede sociale voorzie
ning in tal van schijnbaar hopeloze ge
vallen redding heeft gebracht en daarom
nog goedkoop kan zijn.
DUITSLAND AAN DE GROND
Het is weer eens mis met Duitsland en dat is
geen wonder. Wie had zich er de laatste jaren
niet over verbaasd, dat men in Duitsland, on
danks alles, weer zo goed leefde. Alle berich
ten luidden, dat er in de winkels weer van
alles te koop was, dat de mensen er goed ge
kleed liepen en dat de oorlogsellende alleen
nog maar was waar te nemen aan de einde
loze puinhopen in de steden.
We probeerden ons dit verschijnsel te verkla
ren door te redeneren: nu ja, dat is ook eigen
lijk wel begrijpelijk, want zo lang de oorlog
duurde, werd het Duitse volk verwend ten
koste van de andere Europeanen. De bezette
gebieden werden immers geplunderd en ge
brandschat om maar te zorgen, dat de Duit
sers het goed hadden. Daardoor zaten die
Duitsers, wier bezittingen niet bij een bom
bardement verloren gingen, er bij de neder
laag van het Derde Rijk, aanmerkelijk beter
voor den de bevolking der bevrijde gebieden
der overwinnaars. Ook waren alle berichten
het er over eens, dat men na de oorlog in
Duitsland hard aanpakte. Er werden lange
dagen gemaakt, Zondags werd puin geruimd
en de huizen repareerde men zo goed en zo
kwaad als dat ging zelf. Ook alweer een reden
om aan te nemen, dat Duitsland er snel bo
venop kwam.
Anderzijds had Duitsland echter 10 millioen,
grotendeels bezitloze, vluchtelingen op te ne
men en waren er meer dan een millioen
werklozen. Het land ging vooral gebukt onder
een tekort aan kapitaal, aan contant geld voor
de buitenlandse handel en aan arbeidsgelegen
heid tengevolge van het stilleggen van alle
industrieën, die oorlogsmateriaal zouden kun
nen produceren. Ondanks die omstandigheden
werd in 1949 de invoer vrijgegeven met het
begrijpelijke gevolg, dat buitenlandse goede
ren in massa naar Duitsland stroomden. De
Duitsers zelf kochten graag en het buitenland,
waaronder Nederland leverde ook graag,'om
dat men daarin een herstel van de Europese
handel zag. Duitsland schrokte in enkele
maanden van 1949 en begin 1950 zoveel goe
deren op, dat het zich er eenvoudig in ver
slikte. Dat gebeurde vorig voorjaar, vervol
gens in de zomer en nu is het, ondanks een
regeling van de schulden, die in 1950 waren
ontstaan, alweer vastgelopen.
Een van de eerste gevolgen is, dat de aan
drang van de Duitsers tot herstel van de be-
Gevraagd net MEISJE
voor hele dagen of flinke
werkster voor een paar
dagen per week. Mevrouw
Lubbers. Middelwijkstr. 44.
HAARDKACHEL te koop.
nog in goede staat. Prijs
f 25. Te bezichtigen
Stadhouderslaan 33.
Aangeboden ZIT-SLAAP-
KAMER met degelijk pen
sion, in beschaafd milieu.
Brieven no. 205 bur. S C.
TE KOOP 2 tekentafels
(eikenhout), salamanderka
chel en kinderwagen, tegen
elk aannemelijk bod. Buig.
Grothestraat 63.
WONINGRUIL. Huis te
Amsterdan. bevat grote
huiskamer, 2 slaapkamers,
keuken, hal en tuin. huur
f8.per week, tegen even
groot huis te Soest of
omgeving. Inl. Postjesweg
113 huis, Amsterdam-W.
WONINGRUIL. Aangeb.
nieuwe in aanbouw zijnde
woning op het Hart, tegen
woning in Soest-Zuid. liefst
kamer ensuite en 3 slaap
kamers. Br. no. 211 bur.
S.C.
Jongedame zoekt SLAAP
KAMER. Werkzaamheden
buitenhuis. Br. no. 209
bureau S.C.
WONINGRUIL. Hilver-
sum-Soest(dijk). Aangebo
den te Hilversum Midden
standswoning, 6 kamers en
douchecel. Huurprijs f 45,-.
Gevr. woning Soest(dijk).
Br. no. 207 bureau S.C.
Te koop gevr. een WAS-
FORNUIS, pl.m. 80 L.
Br. no. 210 bur. S.C.
Aan de velen» die schreven
op mijn aanvraag voor
KOSTHUIS, bericht ik.
dat daarin is voorzien.
Korp. Roorda, Soestduinen.
Net persoon zoekt WERK
ZAAMHEDEN. onver
schillig wat. Br. no. 213
bureau S.C.
WONINGRUIL. Aangeb.
vrijstaand huis. omg. Wa
tertoren, 5 kamers, badka
mer en garage. Huurprijs
f 30,— en 15 °/0. Gevraagd
flinke woning voor 7 pers.,
omg. Nachtegaalweg of
Koninginnelaan. Br. no.
208 bureau S.C.
TE KOOP lichtgrijze win
terjas en een lap stof voor
een pak (bruin kamgaren).
J. P. Noordam, Veenpad 10.
te koop. bev. salon, keu-
keD, 2 slaapkamers, W.C»,
waterleiding, eigen lichtin
stallatie, 13 x 3 M. Pracht
ark. S. A. Hilbrandie.Woon
ark Jopie, Wittevrouwen-
kade. Utrecht.
Aardige meisjesmantel voor
de grotere kinderen, in ver
schillende kleuren, geheel' ge
voerd, leeftijd 5 jaar
175
Leuk kleuterraanteltje met
aparte garnering, geheel ge
voerd. in lichte voorjaarstinten
leeftijd 2 jaar
f 75
Mei 9iij£ing per maai
Mei srijjpog per maai
AMERSFOORT
drijfsvrijheid steeds groter wordt. Reeds heb
ben de geallieerden de demontage moeten
stopzetten en begint men de staalproductie
van Duitsland weer aan te moedigen. Nu is
er ook een verzoek ingediend door de geza
menlijke chemische industrie om weer volop
in bedrijf te mogen komen. Dit zou inhouden
herstel van de verwerking van steenkool en
bruinkool 'tot synthetische benzine, kunstrub
ber en wasmiddelen, terwijl daardoor tevens
tal van bijproducten worden verkregen voor
andere bedrijven, bijv. grondstof voor de plas-
ticindustrie. Ook de kunstvezelproductie hangt
hiermee ten nauwste samen en het is duide
lijk, dat de Duitse bestaansmiddelen belang
rijk vergroot zouden worden, wanneer men
deze bedrijven opnieuw op volle toeren
brengt. Aangezien niemand het aandurft
Duitsland te laten vervallen tot een staat van
armoede, waardoor het land zowel politiek als
economisch een gevaar voor West-Europa zou
worden, is het te verwachten, dat binnen af
zienbare tijd vrijwel alle beperkingen, die aan
de Duitse industrie waren opgelegd, zullen
worden opgeheven.
KOLENNOOD IN ZWEDEN
In sommige opzichten zijn de Scandinavische
landen rijk aan natuurschatten, maar in an
dere straatarm. Zweden en Noorwegen hebben
bijv. vele rivieren en watervallen en grote
bossen en beschikken daardoor over water
kracht en hout. In het noorden worden ertsen
aangetroffen, maar steenkool heeft men er
niet en tot nu toe is er ook geen olie ontdekt.
Alle steenkool moet dus worden ingevoerd en
wel uit Polen, West-Duitsland en Engeland.
Nu Engeland zelf een kolentekort heeft en
de West-Europese industrie nauwelijks aan
zijn eigen kolenproductie genoeg heeft, gaat
het er voor Zweden raar uitzien. Het land is
nu vooral aangewezen op leverantie uit Polen,
doch daarvan heeft de Poolse regering ge
bruik gemaakt door de prijzen stevig te ver
hogen, terwijl het met de aflevering niet be
paald vlot gaat. Dit heeft zo'n grote kolen-
schaarste in Zweden veroorzaakt, dat de re
gering alle voorraden van meer dan 100 ton
in beslag heeft genomen, terwijl de invoer en
he tgebruik onder controle zijn gesteld. De
volgende stap zal waarschijnlijk zijn weder
invoering van de brandstofrantsoenering. Ver
der zal men proberen in Amerika nog 600.000
ton steenkool te kopen. Daarnaast wil men in
versneld tempo brandhout-voorraden uit de
hossen halen, om een reserve van 3 millioen
kubieke meter te hebben, wat een verbran-
dingswaarde heeft van 500.000 ton kolen. (Dat
is de productie van 14 dagen van onze mij
nen). Doch dit plan stuit op een tekort aan
houthakkers, doordat alle beschikbare krach
ten reeds hard aan het werk zijn voor de
houtcellulose-industrie, die op topcapaciteit
draait ten behoeve van de papierindustrie en
de kunstzijde-spinnerijen. Geen wonder, dat
de Zweden hard naar de zomer verlangen.
HUMOR IN DE STAATSCOURANT
Wat voor gezicht zou u trekken als iemand
u een „bimzer" noemde. Of een kantenlikker,
een stofstanzer, een gladder of iets derge
lijks. Ja, we hebben nog meer mooie namen
bij de hand, bijv. krammenzwikker, achter-
lapschrooier of neuzenzwikker. U denkt mis
schien, dat we uit de woordenschat van een
Amsterdamse straatjongen putten, maar dan
hebt u het mis. Dit is allemaal goed degelijk
Nederlands, want we hebben de woorden ont
leend aan de Nederlandse Staatscourant. En
u kunt nog moeilijk van het officieel orgaan
van de Nederlandse Staat verwachten, dat
het iets zal publiceren, dat zelfs maar zweem
de naar volkshumor...... De verklaring is heel
eenvoudig. Al deze woorden zijn beroeps
aanduidingen, die wij ontleenden aan het in
de Staatscourant opgenomen collectief ar
beidscontract voor de schoeiselindustrie. In
zo'n contract worden alle werkzaamheden in
de fabriek afzonderlijk opgenoemd en daar
onder treffen we de bovenvermelde functies
aan. Met alle respect voor de schoenindustrie
kunnen we toch niet zeggen, dat de taakver
deling bij de vervaardiging van schoenen
flatterende aanwinsten voor het Nederlandse
woordenboek heeft opgeleverd.
ZUID-AFRIKA INDUSTRIALISEERT
De Unie van Zuid-Afrka bevindt zich in een
periode van snelle industriële ontwikkeling.
Tot 1940 beperkte zich de industrie in hoofd
zaak tot de winning van steenkool, goud en
diamanten en tot de vervaardiging van ijzer
en staaL Industrieën, die deze materialen
weer verwerkten, waren gering in aantal,
doch toen tijdens de oorlogsjaren Zuid-
Afrika niet meer voldoende machines, textiel,
chemicaliën, enz. uit Europa en Amerika
kon invoeren, moest men wel meer zgn. „se
cundaire industrieën" gaan stichten. Na de
oorlog is dit proces in versneld tempo ver
der gegaan, doordat de productie van Europa
nog altijd gering bleef en omdat Zuid-Afrika
goedkoper kon produceren dan Noord-Ame-
rika. De industriële productie is thans reeds
zo groot, dat men orders heeft kunnen uit
voeren; voor Engeland, Canada, Frankrijk en
Zuid-Amerika, terwijl het voornaamste afzet
gebied wordt gevonden in de landen, die in
Afrika ten noorden van de Zuid-Afrikaanse
Unie liggen. Hierdoor is de behoefte aan ge
schoolde Europese arbeidskrachten steeds gro
ter geworden. De gekleurde oorspronkelijke
bewoners van Zuid-Afrika zijn van het ver
richten van geschoolde arbeid uitgesloten.
Hoewel de kleurlingen zeker wel in staat
zouden zijn arbeid te verrichten waarvoor een
hogere trap van ontwikkeling nodig is, dwingt
men ze op grond van de „naturellen-wetge
ving" in de minst betaalde beroepen te blij
ven. Dit laatste is de schaduwzijde, die aan
vestiging in Zuid-Afrika is verbonden: men
stuit er steeds weer op een naar onze begrip
pen zeer krenkende en op de duur onhoud
bare behandeling van de niet-blanke mensen
rassen.