Is omzetbelasting sociaal ongewenst. Hoe Duitsland bouwt. Grote brand in de Birkstraat. IN DE HOEK. Oillciële mededelingen. DINSDAG 31 JULI 1951. 27e JAARGANG No. 58. SOESTER COURANT SOESTDIJK BUREAU: VAN WEEDESTRAAT 35 TELEFOON 2566 (KENGETAL K 2955) Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. UITGAVE DRUKKERIJ SMIT Er is thans practisch geen enkele Staat meer die niet een belangrijk deel van zijn inkom sten trekt uit de omzetbelasting. In zijn te genwoordige vorm is deze belasting nog niet oud. Vroeger toen de Staten nog niet zo'n ge weldige behoefte aan geld hadden als op het ogenblik, kon men volstaan met belasting op inkomsten en vermogen en met de opbrengst van accijnzen, douanerechten en successie rechten. Thans moeten de regeringen iedere denkbare bron van belasting aanboren en een van de eenvoudigste middelen om aan geld te komen vond men in de omzetbelasting. De strekking daarvan is eenvoudig deze, dat men iedere keer als er iets gekocht wordt, een paar centen, of bij dure dingen een paar gulden, in een busje ten behoeve van de Staat laat storten. Een belasting van deze aard noemt men een indirecte belasting; de op brengst daarvan is immers geen percentage van het inkomen, dat men geniet of van het bezit dat men heeft. Daardoor zit er in een indirecte belasting geen zgn. progressie. Onder progressie verstaat men, dat de belasting pro- centsgewijs zwaarder wordt naarmate men beter gesitueerd is. Dit principe wordt alge meen als sociaal rechtvaardig aangenomen, aangezien men van een groot inkomen beter belasting kan betalen dan van een klein weekloontje. Nu zit er in de omzetbelasting ook nog wel enig verschil vooral doordat de mensen met ruime inkomsten veel meer en veel duurdere artikelen kopen dan degenen, die er minder goed voor zitten. Automatisch betaalt dus de eerste groep meer omzetbelas ting. Verder heeft men het sociale element in de omzetbelasting gebracht door de eerste le vensbehoeften vrij te stellen van deze belas ting en de belasting zwaarder te maken, naar mate het desbetreffende artikel minder nood zakelijk of zelfs als zuivere luxe te beschou wen is. Wij zien dan ook de omzetbelasting toepassen in alle Staten ondanks de bezwaren die men tegen indirecte belastingen heeft. De socialis tisch bestuurde landen gaan hierbij zelfs voor op. Zweden en Engeland hebben bijv. een veel zwaardere omzetbelastingdruk dan Zwit serland en Rusland haalt de belastinginkom sten zelfs voor niet meer dan 16% uit het in komen en voor 84% uit het verbruik. Het voornaamste argument, dat voor de om zetbelasting pleit is, dat de Staat op deze wijze aan zijn geld komt zonder dat het pu-. bliek er grote hinder van ondervindt. Wan neer de O.B. eenmaal is ingeburgerd denkt men er haast niet meer aan. De belasting wordt in de prijzen gecalculeerd en dan be taalt Jan Publiek bij al zijn aankopen belas ting zonder het te merken en dus zonder te pruttelen. Op deze manier komt de belasting als het ware bij centen en bij dubbeltjes bin nen, maar alles bij elkaar levert dat een op brengst op van honderden millioenen guldens wat per persoon en per jaar toch altijd nog tientallen gulden betekent. Zou men de om zetbelasting afschaffen en hetzelfde bedrag als verhoging van de inkomstenbelasting wil len heffen, dan zou er een storm van veront waardiging opgaan en de fiscus zou de groot ste moeite hebben om het geld binnen te krij gen. Bovendien zou dan blijken dat de druk van de omzetbelasting in vergelijking met andere lasten onevenredig zwaar op de klei nere inkomens ligt en dat hangt men nu een maal liever niet aan de grote klok. Vandaar dat het systeem door alle moderne Staten zo ijverig wordt toegepast. Wil men een klein voorbeeld, dat aantoont hoe zwaar in feite de omzetbelastingdruk is? De Nederlandse landbouw koopt jaarlijks voor 250 millioen gulden kunstmest. De omzetbelas ting daarop is dit jaar verhoogd van 3 tot 4% en dit ene procent stijging betekent dus een vermindering van het boereninkomen met 2V2 millioen gulden. Zo is het op ieder ter rein. Onverschillig wat men koopt, uitgezon derd de eerste levensbehoeften, altijd draagt men zijn penninkje aan de fiscus af. Is dat geen reden om zich eens serieus af te vragen of de wijze waarop de Staat dit, ons geld, be steedt, wel ten volle verantwoord is? KEURING LICHTING 1952. De Burgemeester der gemeente Soest maakt bekend, dat alle oproepingen voor de keuring van de lichting 1952 uit deze gemeente zijn verzonden. De in 1932 geboren mannelijke personen, die de Nederlandse nationaliteit bezitten en in één der Nederlandse bevolkingsre gisters zijn opgenomen of daarin opgeno men hadden moeten worden en die de op roeping voor de keuring, dan wel een be richt van niet-inschrijving nog niet hebben ontvangen, moeten zich vóór 1 September a.s. ter gemeente-secretarie, afdeling Mi litaire Zaken, aanmelden. Bezoek van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Bernhard aan de Alblasserwaard. In Meerkerk werd aan H.M. 'n geitje aan geboden. H.M. de Koningin en het geitje nemen af scheid van de burgemeester van Meer kerk, de heer W. Geleedst. Zaterdagmiddag is de kapitale boerderij van de landbouwer P. Wantenaar Wzn., Birktstraat 73, alhier, grotendeels in de as gelegd door een brand, welke ontstond in een der twee hooibergen, weike dicht bij de boerderij stonden. Te ongeveer 2 uur zag de echtgenote van de heer Wantenaar vlammen slaan uit de 4-roedige hooiberg, waarom zij haar man waarschuwde, die zich ter ruste had ge legd. Deze greep onmiddellijk een schuimblus- ser en trachtte de hooibergbrand te blus sen. Andere te hulp gesnelde personen hielpen eveneens met schuimblussers, doch twee van de vijf apparaten werkten niet. Het bleek echter al spoedig, dat op deze wijze de vlammen niet konden worden ge doofd. Te ongeveer kwart over twee heeft een bewoner van de Birktstraat de brand weer gealarmeerd en daar deze met zijn telefoon op het net Amersfoort is aange sloten, ook getracht de Amersfoortse brandweer op te bellen. De Soester brandweer was binnen 5 mi nuten ter plaatse met de nevelspuit, waarvan de loeiende sirene het uitermate drukke verkeer op de hoofdweg aan de kant had gejaagd. Een motorspuit en een materiaalwagen volgden spoedig, waarna direct de brand put, welke op het terrein van deze land bouwer aan de rand van de weg ligt, werd ingeschakeld. De nevelspuit, die bij aan komst was doorgereden tot vlak bij de brand, was reeds met twee slangen doen de de vuurzee te bestrijden. De brandende hooiberg zette inmiddels 'n tweede hooiberg, welke naast de eerste stond, in brand, terwijl het vuur ook over sloeg op de houten schuur, waarin o.m. vaten teer en carbolineum waren gebor gen. Deze 3 brandende objecten veroorzaakten een enorme hitte en een grote vlammen zee. Het was dan ook geen wonder dat 't rieten dak van de boerderij, welke slechts 9 meter van de vuurhaard stond, vlam vatten, hetgeen mede een gevolg was van de westenwind, die de vlammen naar de boerderij dreef. De brandweer kon met de twee stralen van de nevelspuit op de vuurhaard niet veel uitrichten, waarom vooral getracht werd de boerderij te behouden. Spoedig was ook de motorspuit in wer king, maar deze moest ook de watervoor raad van de nevelspuit aanvullen. Daarbij kwam, dat de brandput zo nu en dan het benodigde water niet kon aanvoeren, waardoor de druk op het water aanmer kelijk verminderde. Het was een hopeloos werk voor onze brandweermannen om het vuur meester te worden, waardoor ook de boerderij hoe langer hoe meer door 't vuur werd aan getast, hetgeen ook het geval was met één der slangen van de nevelspuit, waardoor deze werd uitgeschakeld. Toen een tweede brandput, welke 500 me ter verder ligt, eveneens werd aangeslo ten, bleek, dat deze reeds was leeggezogen door de eerste. Het woonhuis ging in vlammen op en al leen van het achterhuis bleef een deel van de onderbouw in tact. Dank zij de hulp van vele voorbijtrekken de vacantiegangers werden het meubilair en de landbouwmachines gered. De hooibergen gingen grotendeels verlo ren, evenals de houten schuur, welke tot de grond afbrandde. De brandweerlieden, die tussen twee vu ren hun werk deden en waarvan er enke len onwel werden door de rook, schrok ken op een bepaald moment, toen enige munitie ontplofte. Waarschijnlijk is een verborgen mitrailleurband door de vlam men aangetast, als gevolg waarvan de ko gels afgingen. Tot 1 uur 's nachts heeft de nevelspuit ge werkt, terwijl de motorspuit na 5 uren spuiten moest worden uitgeschakeld, daar de put te weinig water gaf. Dat deel van het hooi, dat nog niet was verbrand, werd op het weiland uitge spreid en zal waarschijnlijk nog als vee voeder kunnen worden gebruikt. Het gezin Wantenaar werd bij familie on dergebracht. De brand trok grote belangstelling van de stroom vacantiegangers, welke onze hoofd weg passeerde en 6 man politie was nodig om opstoppingen in het verkeer te voor komen. Op het terrein van de brand waren aan wezig onze Burgemeester, de hoofdinspec teur van politie, wethouder K. de Haan, alsmede de districtsinspecteur voor het Brandweerwezen in Utrecht en Noord- Holland, de heer J. B. H. Roelofs. Over de oorzaak van de brand kan slechts worden gemeld, dat deze niet is veroor zaakt door hooibroei. Of het hooi door kinderen of door anderen is aangestoken, is niet te zeggen. Een uitvoerig onderzoek werd direct ingesteld. Verzekering dekt de schade, welke zeer aanzienlijk is. DE TRAGIEK VAN DE BIRKSTRAAT. De brand aan de Birkstraat op j.1. Zater dagmiddag werd een tragedie. Daar brandde een kapitale boerderij, twee hooibergen en een schuur af, waarbij de eigenaar en zijn gezin moesten toezien hoe kapitaal en arbeid van jaren in de vuurzee verloren gingen. Deze persoonlijke tragedie werd nog er ger door de omstandigheden. Direct na het uitbreken van de brand werd met schuimblussers getracht de brand aan te tasten. Van de 5 schuimblus sers deden slechts drie hun werk. De Brandweer werd telefonisch gewaar schuwd, doch de bewoners van de Birk straat hebben een telefoonaansluiting op het net Amersfoort en blijkbaar is men daardoor zodanig georiënteerd op Amers foort, dat men de Amersfoortse Brand weer telefoneerde. Vijftien kostbare minuten gingen verlo ren eer de Soester Brandweer was ge waarschuwd. Deze was binnen 5 minuten ter plaatse. Ze kwam, zag en verloor. Waterleiding ligt er niet in de Birktstraat tussen café Westemeyer en het Sportpark Birkhoven. Derhalve zijn er ook geen brand kranen. De gemeenteraad besloot daarom vorig jaar brandputten te laten maken en die liggen er, totaal 4 stuks. Tragisch is het echter, dat deze putten niet zodanig zijn, dat zij aan de waterbehoefte bij een "brandblussing voldoen. De put welke gebruikt werd gaf 460 liter water per mi nuut; dit is echter slechts een derde van wat de brandweer behoeft. Jammer is het dan ook, dat deze putten zijn geslagen zonder advies van de brand weer in te winnen. Tragisch was 't, dat onze brandweerman nen, hun tijd, kracht en ditmaal ook hun gezondheid gevende, blussen moesten met een tekort aan water. Te betreuren is het bovendien, dat, door te late melding, de brandweer niet direct aanwezig kon zijn. We vragen ons af, of bij directe melding, de toen nog niet zo grote vuurhaard niet door de nevelspuit bedwongen had kunnen worden. Laten we er aan denken, dat brand melding nimmer te vroeg kan geschieden. Onze mannen komen liever tevergeefs dan dat zij moeten toezien, dat have en goed verloren gaan. SCHOOLHOOFD BENOEMD. In de vacature, ontstaan door het overlij den van de heer C. N. van der Flier, be noemde het Bestuur als Hoofd de heer J. Kenemans, thans Hoofd der Da Costa- school te Bodegraven. De heer Kenemans nam bereids de benoe ming aan en hoopt 1 November a.s. zijn functie alhier te aanvaarden. Abonn. per kwart, 1.75 - per post 1.95 POSTGIRO 126156 Sedert enige dagen leven wij met onze Oostelijke naburen weer in Vrede. Hoe dat allemaal precies is gegaan moet U mij niet vragen, want dat weet ik niet. Ik heb het idee, dat we „ja en amen" heb ben mogen zeggen. Hoe het ook zij, het is goed zo, al zullen wij niet gemakkelijk een laffe overval op die stralende 10e Mei 1940 vergeten. Met of zonder vrede, vervuld met onze beste bedoelingen en overlopend van ver gevensgezindheid zal het de eerste jaren toch lastig vallen een rilling van huiver te onderdrukken, wanneer wij Duits ho ren spreken. Dat is natuurlijk niet goed en we zullen alles moeten doen om dat ge voel kwijt te raken al zal dat niet gemak kelijk gaan. Vooral zal dit niet gaan wan neer we er over nadenken in welke scha mele toestand land en volk van Neder land zijn geraakt door die daad op 10 Mei 1940. Daar staan we dan! Overwinnaars! Ja zeker, maken we deel uit van de over winnende partij, maar we zijn nog armer dan de spreekwoordelijke kerkrat. We zijn meegesleurd in een maalstroom waarmee we niets te maken wilden heb ben en zijn er berooider, verlatener en méér steun behoevend uit te voorschijn gekomen dan de verliezende partij. On danks dat wij tot de overwinnaars beho ren bestaat er in Europa geen land dat er bekaaider afkwam. Japan mogen we vandaag nog onze vijand noemen en wanneer we willen. er le lijke dingen van zeggen, want het is nog geen bevriende mogendheid. Ik zie kans enige edities van de Soester Courant vol te schrijven met wandaden en smerigheden, die de Jappen ons land en volk hebben aangedaan, maar het lust mij niet een woord vuil te maken aan deze toekomstige „vrienden". Onze eis om oorlogsschade-vergoeding werd door onze Amerikaanse vrienden er gens gedeponeerd waar het niet veel zal opleveren en met behulp van milliarden Amerikaanse dollars werden de Jappen weer in het zadel gezet en wel op zo'n af doende wijze, dat zij direct na het sluiten van het Vredesverdrag weer hun niets ontziende concurrentie-offensief kunnen openen. Neen, het was niet eens zo'n gekke ver zuchting van een onzer dorpsgenoten, die dezer dagen zei: „Je zou er haast toe ko men te wensen, dat wij in de oorlog aan de verkeerde kant hadden gestaan en bij de verliezende partij hadden behoord". H. OEKMAN. VROUW OVERLEED OP STATION. De 60-jarige Mevrouw Van Dijck-Hennese uit Utrecht bevond zich Zondagavond op het station Soestdijk om de reis naar Utrecht te maken. Zij voelde zich onwel worden en overleed kort daarna aan een hartverlamming. Dr. W. Schutte consta teerde de dood en liet het stoffelijk over schot overbrengen naar het St. Josephge- sticht. Montagebouw is gebleken geen voordelen te bieden boven het traditionele beton- en met selwerk, dat is de mening van de Duitse Mi nister van Woningbouw, die onlangs een over zicht gaf van het herstel van de woningvoor raad in zijn land. Men heeft de montage- bouw op grote schaal geprobeerd, maar de er varing was, dat men daarmee niet goedkoper en niet beter bouwde dan op de ouderwetse wijze. Voor Duitsland is de woningbouw een nog groter probleem dan voor Nederland, om dat in de steden zoveel meer is verwoest. Men heeft tot nu toe niettemin 850.000 woningen hersteld of nieuw gebouwd en in 1950 een record van 355.000 nieuwe woningen, wat tweemaal zoveel is als voor de oorlog jaarlijks aan de woningvoorraad werd toegevoegd. Waarschijnlijk zal dit in het lopende jaar in hetzelfde tempo voortgaan, maar het zal toch nog tot 1965 duren eer de achterstand is inge lopen. Het kan echter zijn, volgens de minis ter, dat de woningnood voor die tijd is ver dwenen doordat tal van mensen gewend raken aan hun barakken en noodwoningen en zich een beter huis eenvoudig niet kunnen veroor loven. Het algemene sociale peil van de huis vesting is dus aanzienlijk gedaald. Het is eigenaardig dat tegenover deze erva ring in Duitsland het Nederlandse Ministerie van Huisvesting de montagebouw onmisbaar blijft achten. Minister In 't Veld zegt, dat hij er zonder dit systeem niet komen kan. Toch is men in de praktijk in ons land ook van oor deel, dat de montagebouw veel te duur is, terwijl men nu ook niet bepaald roept over de kwaliteit en het uiterlijk van de montage woning.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1951 | | pagina 1