PERMANENT-WAVE
HAARKLEURINGEN.
l^ameJj^apj^/onJ.I^Loppc/
Tussen hamer
en aambeeld*
SÖESTERBERG.
Economisch nieuws*
BPAAMWEC tf
Speciaal adres
voor
en
Bijna 300 jaar geleden, te weten in het jaar
.1659, verscheen er een boek getiteld: „Het
Welvaren der stad Leyden", dat geschreven
was door Pieter de la Court, een lakenfabri
kant uit die stad. Het behelst o.m. een felle
critiek op de toenemende macht van de gil
den in die tijd, die volgens de schrijver een
gevaar voor het algemeen belang gingen bete
kenen. Uit dit boek haalde Prof. Mr A. C.
Josephus Jitta kortgeleden in een rede, die
hij voor de Amsterdamse Universiteit hield,
een zin aan, die kenmerkend is voor de
schrijftrant van De la Court: „Dat men on
langs een zeer groot aantal nieuwe gildens
heeft gemaakt ende zeer veele ouden ten
voordeele der Gildebroeders heeft hervormd,
zoo mag men zeggen, dat hier die giftige slan
gen zorgvuldig in den boesem heeft gevoed
ende aengequeekt". De spreker gebruikte dit
citaat als een historisch voorbeeld hoe te ver
doorgevoerde bedrijfsorgansatie tot een plaag
kan worden. Prof. Josephus Jitta is dan ook
geen voorstander van al deze afspraken en
regelingen en hij meent zelfs dat men bij
verdere toepassing van het systeem van on
derling opgelegde verplichte tarief- en prijs
regelingen met de Grondwet in conflict kan
geraken. Zijn bezwaar is vooral dat door al
die regelingen, vergunningen, e.d. het groeps
belang in onze samenleving gaat overheersen.
Iedere groep van bedrijven gaat zich organi
seren, waartoe ondernemers en arbeiders
meer en meer samenwerken en deze stellen
vast onder welke voorwaarden er in hun
bedrijf zal worden geproduceerd. In hoeverre
onder dergelijke omstandigheden wordt voort
gebracht wat werkelijk nodig is blijft te be
zien, maar zeker is het dat men op die manier
niet de goedkoopste wijze van productie be
reikt. De afnemers worden daar het slacht
offer van. Zo wordt, zegt Prof. Josephus Jitta,
het groepsegoïsme tot het hoogste ideaal en
als men dat nu nog gaat vastleggen in een
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (P.B.O.)
dan krijgt dit groepsegoïsme het aureool van
een algemeen belang, wat het niet is.
Het is inderdaad niet te ontkennen, dat er
deze ontwikkelingsgang veel bedenkelijks zit.
De persoonlijke activiteit wordt steeds meer
beknot en het initiatief van de meest onder-
nemenden belemmerd. Maar natuurlijk heeft
men deze beperkingen niet zonder reden in
gevoerd. Men is ermee begonnen omdat de
oude toestand niet bevredigde. Wanneer er
teveel ondernemingen, hetzij fabrieken, hetzij
winkels of handelszaken, komen, hebben zij
geen van allen een bestaan en concurreren zij
elkander dood. De oorzaak van dit alles ligt
voor een groot deel in onze overbevolking.
Er zijn zo enorm veel mensen, die een be
staansmiddel moeten hebben, dat bijna alle
beroepen overbezet zijn. Vandaar dat men
het aantal vestigingen beperkt en de condi
ties tracht te regelen waaronder gewerkt mag
worden. Hierin ligt een bescherming voor het
bedrijfsleven, maar wij halen daarmee het
gevaar binnen, dat de maatschappelijke ver
houdingen verstarren. Het vermogen van het
bedrijfsleven om zich aan te passen bij de
omstandigheden wordt zwakker en dan pro
beert men liever de omstandigheden zo te
veranderen, dat het bestaande niet in moei
lijkheden komt.
Nu is het altijd de strijd om het bestaan, die
de mensen wakker en actief houdt en wan
neer men te ver gaat in het verzekeren van
zgn. „bestaanszekerheid' wordt de kans groot,
dat men het gevoel van verantwoordelijkheid
voor het eigen bedrijf verliest, doordat men
erop vertrouwt, dat de organisatie of de rege
ring de zaak wel in orde zal maken. Heel
merkwaardig blijkt dit in sterke mate uit het
feit, dat wij in Europa steeds maar weer op
Amerika rekenen om goederen en dollars te
leveren, die we niet zelf blijken te kunnen
verdienen. Dit is een verderfelijke mentaliteit
en met alle waardering voor de Amerikaanse
hulp zien we er toch een geestelijk gevaar in
voor Europa. Wanneer bijv. geklaagd wordt
over een tekort aan productiviteit, vindt die
achterstand voor een groot deel zijn oorzaak
in de bovengeschetste houding. Alles wat
het leven te gemakkelijk maakt, leidt tot ver
slapping en dat wreekt zich vroeg of laat.
Zo dreigt eveneens toenemende slapheid wan
neer men zich steeds kan verschuilen achter
de maatregelen van al of niet verplicht ge
stelde bedrijfsorganisaties. Dit gaat zover dat
men hen die zelfstandig iets tot stand willen
en kunnen brengen als het ware met de vin
ger nawijst. Juist deze moest actiever komen
tussen de staat en de bedrijfsorganisatie te
zitten als tussen hamer en aambeeld. Het is
dit gevaar dat men niet uit het oog mag ver
liezen, want anders geraken we in een grauwe
toestand, die noch armoede, noch welvaart is
en die slechts door hulp van buitenaf enigs
zins dragelijk kan worden gemaakt.
UITREIKING ONDERSCHEIDING
AAN OFFICIEREN.
Ten gevolge van de slechte weersomstan
digheden kon Vrijdagmiddag de grote pa
rade in de Dumoulinkazerne geen door
gang hebben. Als gevolg hiervan had in
de grote cantine door de Commandant der
Genieschool, kolonel J. C. G. Nottrot, de
uitreiking plaats van de verleende ere-me-
daille, verbonden aan de Orde van Oran-
je-Nassau, in zilver met de zwaarden, aan
de sergeant-majoor-instructeur der Genie,
G. Drost. In tegenwoordigheid van familie
leden en genodigden stonden de officie
ren en onderofficieren der Genieschool,
onder commando van de Majoor der Ge
nie, L. C. Dijkstra, aldaar opgesteld.
Na voorlezing van het Koninklijk Besluit
speldde kolonel Nottrot de gedecoreerde
Blijde gebeurtenis in circus Straszburger.
In Circus Straszburger is een zebu gebo
ren. De Clowns gingen direct na hun op
treden de jonggeborene bezichtigen.
de onderscheiding op de borst, waarbij
hij de voorspoedige loopbaan van deze on
derofficier memoreerde, waarvan deze
onderscheiding de bekroning was.
Na afloop had in de onderofficierscantine
nog een intieme bijeenkomst plaats, waar
in kolonel Nottrot de gedecoreerde de
draagmedaille aanbood. Namens de kolo
nel en de officieren bood kapitein v. Hou
ten van de mijnenschool een boekwerk
aan en adjudant-onderoff. J. Koens na
mens de onderofficieren een bureaulamp.
DE BRANDWEER KREEG HAAR
NIEUWE AUTOSPUIT.
Onze Vrijw. Brandweer stond Zaterdag
middag weer in het brandpunt van de be
langstelling. Bij de garage aan de Luit.
Koppenlaan stond het gehele brandeweer-
korps met haar commandant, de heer A.
Tammer, in uniform opgesteld. Het gold
de officiële overdracht van de nieuwe au
tospuit. Onder de vele genodigden merk
ten we o.m. op: Onze Burgemeester, mr S.
P. Baron Bentinck, wethouder v. d. Arend,
de heer J. Kuppers als vertegenwoordiger
van de Commissaris der Koningin; de heer
J. G. Drewes, erelid der vrijw: brandweer;
de brandweer-inspecteur van het district
Utrecht; deputaties der brandweren van
Soest, Amersfoort en Utrecht; de garni
zoenscommandant en de commandanten
van militaire onderdelen uit de omgeving:
de heer Nooder, oud-commandant vrijw.
brandweer; de heer Schaafsma, gemeente
raadslid; de heer Van Es, hoofd-inspec-
teur van politie; de heer Van Noesel, di
recteur van gemeentewerken; de Soester-
bergse fabrikantenkring; de pastoor der
parochie en vele anderen.
Zoals de burgemeester in zijn toespraak
bij de overdracht terecht opmerkte, was
het voor geheel Soesterberg een belang
rijke dag. De aanschaffing van deze spuit,
aldus ging spr. voort, heeft heelwat voe
ten in de aarde gehad. Na een diepgaand
onderzoek was echter de noodzakelijkheid
er van gebleken.Verder werd geen onder
zoek nodig geacht. De brandweer geniet
immers het volle vertrouwen van het ge
meentebestuur, zoals haar dan ook vrij
heid gelaten werd bij de keuze van de
spuit, die bij haar in veilige handen ia
Comm. Tammer sprak hartelijke woorden
van dank tot het gemeentebestuur,
in 't bijzonder ook tot de Soesterbergse ge
meenteraadsleden, voorts ook aan de com
missaris der Koningin en de Gedeputeerde
Staten, alsmede aan de heer Bijleveld,
commandant der Brandweer te Amers
foort en alle anderen, die op enigerlei
wijze bij de aanschaffing van de nieuwe
autospuit betrokken waren.
Daarna werd de nieuwe auto bezichtigd,
een prachtwagen met een ingebouwde
watertank en een capaciteit van 2000 li
ter per minuut. De slangen zijn onderin
geborgen. Een grote verbetering is ook
de beslotenheid van dit voertuig, waarin
een dubbele bezetting kan plaats nemen.
Vervolgens maakten de autoriteiten met
de nieuwe wagen een proefrit.
Na afloop kwamen allen bijeen in ,,'t
Zwaantje", waar o.m. nog de heer Kup
pers namens de Commissaris der Konin
gin zijn gelukwensen overbracht en ook
andere sprekers nog het woord voerden,
die allen door commandant Tammer wer
den beantwoord.
Het chassis van deze auto werd geleverd
door de firma Willgo uit Amersfoort, de
spuit door Fa. Kronenburg uit Culem-
borg.
PROGRAMMA
MIL. TEHUIS „HUIS TEN HALVE".
Dinsdag 5 Febr.: film, „De laatste vuist
slag".
Woensdag 6 Febr.: film, Let's Dance".
Donderdag 7 Febr.: film, „Verboden zóne".
GESLAAGDE FEESTAVOND VAN
M.C. „SOESTERBERG".
Het was een gezellige feestavond, die Za
terdag door de Motorclub „Soesterberg" in
„Huis ten Halve" aan haar leden en dona
teurs werd aangeboden. In zijn openings
woord gaf de voorzitter, de heer C. van
Daal, een overzicht van de verrichtingen
van de club in het afgelopen jaar.
En dat was niet weinig. Drie betrouw-
Daarheidsritten en de populaire winterrit,
die allen zijn geslaagd, maar veel hoofd
brekens hebben gekost, o.m. in verband
met het uit te zetten parcours.
Dan werd met eigen krachten een aller
aardigst en zeer gevarieerd cabaret-pro
gramma uitgevoerd met medewerking van
„The jolly players" uit Zeist en een tenor
zanger uit Amersfoort.
De proloog was een aardige vinding en
met genoegen werd er geluisterd naar de
gezellige muziek van de accordeonnist en
naar „The jolly players", vooral in hun
wildwestnummer, alsmede naar de mooie
zang van de tenor. De sketches deden het
allen goed. Ook de pianist kweet zich op
verdienstelijke wijze van zijn taak. Het
geheel werd vlot en goed geleid door de
gezellige conference van Chr. van der
Graaf. Zijn liedje „emigratiekoorts" moest
worden gebisseerd.
AUTO KANTELDE
NA AANRIJDING.
De bestuurder van een personenauto, ko
mende uit de richting Utrecht, zag bij de
Dumoulinkazerne een vrachtauto terzijde
van de weg staan. Teneinde deze voorbij
te rijden, haalde hij naar links uit, waarbij
zijn wagen begon te slippen en tegen de
zijkant van een andere, juist uit tegen
overgestelde richting komende vrachtauto
botste. De schok was zo hevig, dat de
vrachtauto naar de berm van de weg
schoot en aldaar omsloeg. Beide wagens
werden beschadigd, doch persoonlijke on
gelukken deden zich niet voor.
GESTERILISEERDE WINST
De Zweedse Minister van Financiën is op de
proppen gekomen met een nieuwtje op belas
tinggebied, waarvan misschien zelfs de heer
Lieftinck nog wel iets zou kunnen leren. Hij
stelt nl. voor om op de investeringen een be
lasting van 10% te leggen. Wanneer dus een
industrieel, een handelsonderneming of een
landbouwer geld steekt in nieuwe gebouwen,
machines of land, dan komt de regering en
heft 'n extra belasting van een tiende van de
waarde. (Typerend voor het voorstel is, dat
ondernemingen, die met overheidskapitaal
werken van deze belasting zullen worden vrij
gesteld!). De bedoeling van het voorstel is
het bedrijfsleven te dwingen zo min mogelijk
te investeren en om bovendien het geld dat
men nog voor belegging over heeft ten bate
van de staat af te romen. Oorspronkelijk was
het voornemen de opbrengst van deze belas
ting, die op 100 tot 150 millioen Kronen per
jaar wordt geschat, te „steriliseren". Daarmee
bedoelt men dat het geld in een reservefonds
zou worden gestort om het pas te gebruiken
wanneer het dringend nodig werd. Dit zelfde
zou geschieden met een andere nieuwe be
lasting, nl. een heffing op de exportwinsten
van de houtverwerkende industrieën. Zweden
voert enorm veel hout, houtpulp en cellulose
uit, waarop bij de tegenwoordige hoge prjj-
zen zeer veel wordt verdiend. Ook deze winst
wil de regering afromen en steriliseren.
Maar intussen heeft men de gedachte van de
sterilisering alweer laten schieten en is de
regering voornemens de gelden voor eigen
doeleinden aan te wenden, o.a. voor woning
bouw. Nu is dat op zichzelf wel nuttig, maar
als men het geld gebruikt, is het niet meer
„gesteriliseerd". Het komt dan weer in om
loop en er komt dus niets terecht van de vor
ming van reservefondsen voor moeilijke
tijden. En bovendien, wanneer de regering
zelf wel geld uitgeeft terwijl zij het aan het
bedrijfsleven wil verbieden, heeft dat net zo
goed een inflationistische uitwerking. Het
heeft er dan ook alle schijn van dat het gehele
plan alleen maar zal dienen om de regerings
machine, die ook in Zweden stroever begint
te lopen, opnieuw te smeren. Wel een systeem
om jaloers op te zijn!
DE SLAGERS BESCHERMD
TEGEN ZICHZELF
De vleesoorlogen, die van tijd tot tijd in ver
schillende plaatsen worden uitgevochten, be
wijzen dat de concurrentie in het slagersvak
nog altijd fel is. Op den duur worden de
slagers daarvan zelf het slachtoffer en om die
reden heeft het Bedrijfschap voor Vee en
Vlees in overleg met de Vakgroep Slagerij
een verordening vastgesteld op de prijsvor
ming bij slagersbedrijven. Hierin is een zgn.
calculatieschema opgenomen, dat voorschrijft
welke prijzen berekend mogen worden.
Iedere slager zal voortaan verplicht zijn tegen
zodanige prijzen te verkopen, dat zijn inkoop
prijzen, vermeerderd met lonen, sociale lasten,
rente en afschrijving van zijn kapitaal gedekt
zijn. Ook de uren arbeid van de eigenaar en
zijn gezinsleden moeten worden berekend. Als
de verkoopprijzen op grond van deze kosten
worden becijferd, verdient de slager een goed
arbeidersloon en levert zijn geld en redelijke
rente op, maar ontvangt hij nog niets voor
risico, reserveringen, bedrijf sverbeteringen,
enz. Om te zorgen dat de slagers zich aan dit
schema houden zullen commissies worden in
gesteld, die de bevoegdheid krijgen na te
gaan of de prijzen niet te laag zijn. Is dit
laatste het geval dan kan een vervolging tegen
de slager, die de prijzen ontduikt, worden
ingesteld. Het spreekt vanzelf, dat hierbij het
cadeaustelsel in welke vorm ook, verboden
is.
Dit betekent dus dat in het slagersvak de
verkoopsprijzen op half-officiële wijze zullen
worden vastgesteld en dat prijsconcurrentie
nagenoeg onmogelijk wordt. Wij vragen ons
af of men daarbij voldoende rekening gehou
den heeft met het feit, dat de duurte van het
vlees geleid heeft tot een steeds verdergaande
vermindering van het verbruik, waardoor de
omzet per slagerij te gering wordt. Volgens het
schema zou men alle kosten moeten verha
len op de te kleine omzet wat de prijzen nog
maals hoger zal maken en dus het verbruik
nog verder zal doen dalen. Wij vrezen dat
dit circulatieschema een tweesnijdend mes is,
waarmee zowel de klant als de slager gesne
den zal worden.
BRUINE BONEN PROPAGANDA
Verdwijnen bonen en erwten uit de vader
landse keuken? Die indruk krijgt men wel
wanneer men verneemt, dat het verbruik van
peulvruchten voortdurend kleiner wordt. Voor
de oorlog werd er aan bonen en erwten in ons
land jaarlijks een hoeveelheid van 24.000 ton
gebruikt en op het ogenblik is dat, ondanks
een bevolkingsvermeerdering van 10%, te
ruggelopen tot 20.000 ton. De peulvruchten-
telers maken zich zorg over dit verschijnsel en
zijn nu van plan een flinke propaganda-actie
te beginnen voor een ruimer gebruik van
bruine bonen en van erwtensoep. Men zal
moeten toegeven, dat deze krachtige voedings
middelen de belangstelling alleszins ver
dienen.
Maar wat is er eigenlijk de oorzaak van dat
het verbruik zo daalt? Een verandering van
de smaak van het publiek misschien? Waar
schijnlijk zit er dat voor een deel wel in.
Vroeger golden bonen en erwten als goed
kope levensmiddelen, die meer op tafel kwa
men bij de boeren en de arbeiders dan bij de
gegoede burgerij, maar het is toch niet zo dat
men thans de neus optrekt voor deze ga-
rechten. We moeten de oorzaak van het var-
lies aan populariteit waarschijnlijk vooral zien
in het feit dat het spek, de varkerfskluif en
de worst, die men bij bonen of erwten ge
bruikt, zo duur zijn. Bij bruine bonen heeft
men liefst een knapperig gebakken stukje
doorregen spek en een pot erwtensoep wordt
eerst goed gewaardeerd als er een varkens
poot, een worst, hamschijf of een stuk spek
in is meegekookt. Het zijn dus deze bijkom
stige kosten die maken dat bonen en erwten
geen goedkope gerechten meer zijn. Een
andere oorzaak van het dalende verbruik is
waarschijnlijk dat men thans een groot deel
van de winter verse groenten tegen redelijke
prijzen kan krijgen, wat vroeger niet het ge
val was. Toch verdienen erwten en bonen
meer belangstelling en als het spek en de
worst te duur worden, dan moeten we de
peulvruchten maar klaar maken volgens zui
niger recepten. Een voedzaam en smakelijk
maal kan ook wel verkregen worden zonder
een stuk van het varken.
OLIE UIT HET UITERSTE ZUIDEN
De jacht op olie heeft de opsporingscolonnes
van de oliemaatschappijen gevoerd naar het
zuidelijkste puntje vasteland dat op de aard
bol te vinden is: de streek bij Straat Magel-
haes aan het uiteinde van Zuid-Amerika,
waar dit werelddeel het Zuidpoolgebied na
dert. Deze streek is sinds de beroemde eerste
doorvaart van Magelhaes in de 16e eeuw be
rucht bij alle zeevaarders omdat het er altijd
stormt en ongelofelijk slecht weer is. Bijna
nergens vindt men een zo onherbergzaam
land en zo'n slecht klimaat als juist daar.
Niettemin heeft men ook hier naar olie ge
boord en inderdaad olie gevonden. Voor
Chili, het land waartoe deze streek behoort,
is het ontdekken van olie overigens een uit
komst, want behalve Chilisalpeter en koper
heeft het land geen grote bodemrijkdommen
te exploiteren.