Oud Soest. PETER'S BAAN geopend De Wereld en haar Energievoorraden Mist. m IN DE HOEK. tot 9.30 uur 's avonds. De baan is verlicht. Burgerlijke Stand. DINSDAG 9 DECEMBER 1952. 30e JAARGANG nol 93. SOESTERil)durant Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. Abonn. per kwart, 1.85 - per post 2.00 UITGAVE DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU: VAN WEEDESTRAAT 35 TELEFOON 2560 (KENGETAL K 2955) POSTGIRO 126150 De mens is in vele opzichten een spilziek wezen. Hij gaat met de rijkdommen van de natuur dikwijls zo zorgeloos om, dat een snelle uitputting van de voorraden van som mige stoffen gevreesd moet worden. Vooral sinds het tijdperk van de moderne techniek is begonnen, doet dit verschijnsel zich voor op een voorheen ongekende schaal. Sinds wij stoommachines hebben en dus steenkolen gebruiken, sinds wij meer en meer machines en werktuigen van metaal zijn gaan maken en sinds wij motoren bezitten, die met vloei bare brandstof worden gestookt, teren wij met een angstwekkende snelheid in op de bekende voorraden van steenkool, aardolie en ertsen. Dit proces is thans een goede 200 jaar aan de gang en voltrekt zich in een steeds sneller wordend tempo. Geen wonder dat men zich wel eens bezorgd maakt over de toekomst. Men kan die zorgen echter met een gerust geweten naar de verre, zelfs de zeer verre toekomst verschuiven. Het verbruik zinkt in het niet bij de waarschijnlijke voorraden. Bij de tegenwoordige stand van het verbruik, wordt ongeveer 60% van de energie, die de mensheid dagelijks nodig heeft, geleverd door steenkool, 25% wordt ontleend aan aardolie, 6% aan waterkracht en de resterende 9% aan aardgas, hout, turf, e.d. producten (als wij hier over energie spreken bedoelen wij de mechanische energie, die nodig is voor het technische apparaat van onze samenleving). Steenkool is dus nog altijd de voornaamste energiebron. De productie daarvan bedraagt thans 1500 tot 1700 millioen ton per jaar (waarvan Nederland ongeveer 11 millioen ton), doch de voorraden, die over de gehele wereld verspreid liggen, worden geschat op tenminste 6 billioen ton (1 billioen is millioen x millioen). Dat betekent een voorraad, die bij de huidige stand van het verbruik vol doende zou zijn voor 4000 jaar. Het verbruik van aardolie bedraagt ongeveer 500 millioen ton per jaar, terwijl de thans bekende voorraden worden geschat op 11 mil- liard ton. Dit zou betekenen, dat die voor raden worden geschat op 11 milliard ton. Dit zou betekenen, dat die voorraden over ruim 20 jaar uitgeput zouden zijn. Doch het staat wel vast, dat op tal van plaatsen belangrijke olieafzettingen in de aardkorst aanwezig zijn, die nog niet werden ontdekt of aangeboord. Op grond van allerlei geologische theorieën nemen Amerikaanse deskundigen aan dat die onbekende reserves voldoende zijn voor 500 maal de tegenwoordige jaarbehoefte. Inder daad vindt men nog voortdurend nieuwe olie- lagen; de laatste tijd b.v. in Canada, in Texas en in Italië. Olie is er dus zeker nog voor jaren en jaren genoeg. Een vraagstuk is al leen of de olie en de steenkool wel beschik baar zullen komen voor de landen en de volken, die deze energiebronnen het meest nodig hebben. Men denke b.v. maar aan het geschil over de Perzische olie, terwijl een goed voorbeeld ook gevonden wordt in de enorme Chinese kolenvelden, die tengevolge van de politieke verscheurdheid van de we reld niet voldoende gebruikt kunnen worden. Er is één energievorm, die nooit uitgeput zal raken en dat is de waterkracht. Iedere winter vormt zich sneeuw op de bergen, steeds brengen de wolken water van de zee naar het land en zo blijven de rivieren stro men. Zonder twijfel zal men dan ook trach ten steeds meer waterkracht te gebruiken, waardoor de afhankelijkheid van oliebronnen en steenkolenmijnen in het buitenland min der wordt. Al deze energiebronnen zouden weer terzijde kunnen worden geschoven, wanneer wij er in De laatste dagen mist de mens De zon, want het is mistig, Al heeft men haar „mistig" gezien, Want zij verscheen heel listig. Maar door de mist liep er veel mis, Want velen die er misten De trein of bus en door de mist Zich misselijk vergisten. Ook schepen liepen mis door mist, Daar zij de bakens misten En met de luchtvaart was het mis, Ze bleven thuisde kisten. Die mist bracht, vóór dat men het wist, Veel misverstand bij velen, De politieke horizon Blijft mistig door krakelen. Als eens de mensen allemaal Zich eens goed vergewisten, Dat mist de blik verduisterten Ophielden met twisten. Laat straks, aan 't eind van deze maand, De jeugd zich vergewissen; y[et Kerst, onder de „mist-letoe", £al niemand zich vergissen E. VAN EEDEN. slaagden slechts een klein deel te gebruiken van de energie die de zon onafgebroken naar de aarde toezendt. Professor Dresden, de voorzitter van de T.N.O. becijferde deze hoe veelheid energie in een lezing, waaraan wij de bovengenoemde cijfers ontlenen, op 2,3 x mil lioen x millioen x millioen paardekrachten. Als wij hiervan ook maar één procent nuttig konden aanwenden, zou dat reeds 20.000 maal zoveel energie opleveren als wij op het ogenblik uit steenkool en olie samen halen. Tenslotte hebben wij nog de atoomenergie, waarvan wij nog niet weten welke betekenis die zal krijgen. De perspectieven, die hier door eventueel kunnen worden geopend, gaan ons voorstellingsvermogen te boven. Al met al mogen wij zeggen, dat het de mensheid niet aan energiebronnen ontbreekt, doch dat zij deze nog lang niet in voldoende mate weet te exploiteren, om van een verstandige ver deling van de rijkdommen over alle volkeren der aarde maar niet te spreken. de) klooster eveneens voor de zielerust van de verslagene gebeden zou worden; misschien heeft hij door een vorstelijke schenking het klooster vergroot of rijke bezittingen vermaakt en zou dit dan aan leiding hebben gegeven ook de stichting van het klooster zelf aan de heer Van Gaesbeek toe te schrijven. Het klooster behoorde tot de orde van Sint-Salvator, gewoonlijk genoemd „de orde der Brigittijnen", waarvan in ons land slechts weinig kloosters gevonden werden. De nonnen waren volgens de afbeelding uit die tijd gekleed in grijze wollen kleren; rok, kap en mantel. De witte hoofddoek liep langs de beide zij den van het gelaat tot over het voor hoofd en werd met een speld op de kruin vastgemaakt. Een zwartlinnen sluier wijle of kovel bedekte hoofd en schou ders; over deze wijle was een kroon van wit linnen gespannen, besprenkeld met Z.K.H. Prins Bernhard is Vrijdag in ons land teruggekeerd van zijn goodwill-reis door Mexico en Z. Amerika. De Prins werd op Schiphol begroet door H.M. de Koningin en de Prinsessen Irene en Beatrix. OUDE KLOOSTERS ONDER SOEST. I. In vroeger tijden hebben onder Soest 2 kloosters gestaan, n.1. een vrouwencon vent bij Bleyendaal, iets ten O. van de tegenwoordige Herv. Kerk, de Kleine Melmweg naar de Eem op, waar nu nog de boerderij „Het Klooster" staat, en een mannenconvent aan de Birkstraat, even vóór Birkhoven, maar links van de weg, waar thans nog de boerderij het „Lange- huis" staat. Het eerstgenoemde klooster wordt ge woonlijk „Mariënburgh" genoemd en het tweede, dat oorspronkelijk in de stad Amersfoort was gevestigd, heette „Ma- riënhof" of Birkel (dat wel Birkeloo Berkenbosch zal betekenen.) Mariënburg. Dit klooster lag, zoals wij reeds zeiden, kort bij de tegenwoordige Herv. Kerk en moet reeds voor 1393 gesticht zijn, daar in dit jaar een brief betreffende de schouw over de Eem spreekt van „het convent van St. Brigitten". Gewoonlijk echter wordt op voetspoor van de beken de geschiedschrijver Mr. Arend van Slig- tenhorst, de oorsprong alsvolgt opgegeven. Volgens deze schrijver was een Jonker Jacob van Gaesbeek, heer van Abcoude, Wijk-bij-Duurstede, Putten (het eiland in Zuid-Holland) en Strijen, met zijn enige zoon op een wanderit bij Bleyendaal, dat hem ook toebehoorde. Daar bemerkt heer Jacob, dat de jonge ruiter niet naar de regelen der kunst rijdt of te paard zit en in zijn drift daarover slaat hij zijn zoon zodanig met een spitse roede op het hoofd, dat de jongeling dood van het paard ter aarde zijgt. Als boetedoening en tot rust voor de ziel van de verslagene stichtte de heer Van Gaesbeek het boven genoemde vrouwenklooster en wel op de plaats, waar het onheil plaats had. Nu moet de geschiedvorser hier 'n vraag teken zetten; immers heer Jacob stierf in 1460 (hij werd in de Domkerk begra ven); de doodslag zou vóór i393 hebben moeten plaats gehad, maar.toen was de heer Jacob nog te jong om een zoon te hebben. Wel schrijft men aan die doodslag het ontstaan van het Soester Gild toe, dat de vader voor de zielerust van zijn zoon stichtte. Nu schijnt het zeer aannemelijk, dat hij bij die gelegenheid ook bepaalde, dat in het genoemde (dus reeds bestaan- vijf rode vlekken, ter herinnering aan Jezus' wonden. In 1543 deed Maarten van Rossum een inval in Eemland en hield met zijn woeste troepen verschrikkelijk in het klooster huis. Er waren toen twee of drie nonnen in het convent gebleven, die veel van de ruwe krijgsknechten te lijden hadden. Niet lang daarna kreeg het klooster nieu we zusters en wel uit Gouda. In 1549 verkochten deze haar huis aan de Reguliere Kanunniken in het land van Steyn, wier klooster was afgebrand en de zusters trokken nu naar Soest in het klooster Mariënburgh. Waarschijnlijk wa ren beide nonnenconventen door de Her vorming in aantal zusters afgenomen. Trouwens ook het klooster van Soest on dervond daarvan de gevolgen en het heeft niet lang meer bestaan. Wel vinden wij aangetekend, dat het St. Aagtenklooster te Amersfoort in 1586 een erf onder Soest- dijk bezat, „dat dit Convent gemeen heeft met de Brigitten te Soest" en 32 gld op bracht; maar het Soester klooster zal wel spoedig opgeheven zijn, zoals met vele kloosters in onze provincie Utrecht toen geschiedde, daar weldra de Staten de Her vormde godsdienst invoerden. Een historie-schrijver van 1672 Zegt „men ziet er nog een overblijfsel' van". Thans is alleen in de boerderij de naam „Het Klooster" over, zoals wij reeds zagen. Mariënhof. Van dit klooster is ons meer bekend ge worden. Het was oorspronkelijk in de stad Amersfoort gesticht, maar werd la ter naar de Birkt overgebracht. Laten wij eerst de oorsprong van het klooster nagaan. Zoals bekend is, werden omstreeks 1370 door Gerard Groote krach tige en met schitterend gevolg bekroonde pogingen gedaan om het godsdienstig le ven bij de grote meerderheid der men sen op te wekken. Wedra had hij een groot aantal volgelingen, die „klerken van Goe de Wille" genoemd werden of ook wel „Devoten" en „Broeder des Gemenen Le vens". Zij belastten zich met het onder wijs der jeugd en gingen voor in vrome oefeningen. De vriend en medearbeider van Gerard Groote, Mr. Florens Rade- wijnsz, nam te Deventer, waar hij vica ris van de St. Lebuïnuskerk was, enige jongelingen „van Goede Wille" in zijn vicariehuis op. Zonder professie te doen leefden zij van de arbeid hunner handen, n.1. het afschrijven van de werken der Kerkvaders. (De boekdrukkunst kende men nog niet.) Weldra nam deze kring van godsdienstige jongelingen zo toe, dat het huis te klein werd; daarom stichtte heer Radewijnzs in 1391 te Deventer een zo genaamd Fraterhuis, waarin vier of meer priesters waren en acht of meer klerken. (Wordt vervolgd). Zo, het Sint Nicolaasfeest behoort weer tot het verleden. Sommige kinderen kre gen wat ze graag wilden hebben, voor 'n heleboel anderen bleef het bezit van iets, waar heel erg naar verlangd werd, een vrome wens, die Sint Nicolaas om finan ciële redenen niet kon inlossen. Het geloof in de goede Sint krijgt in die gevallen een gevoelige knak, vooral wan neer op het „zoetzijn" niets aan te mer ken valt. Maar zo is het nu eenmaal. Het leed is gelukkig vlug vergeten en de „Jannen" bereuren het, in verband met de grootte van de chocoladeletter, al niet meer, dat ze geen „Willem" heten. Alleen vinden ze het niet helemaal in orde, dat moeder zich heeft ontfermd over de „vrijers" en de letters, om te voorkomen, dat er vuile magen komen. De vaders kijken met een bedrukt gezicht in hun portemonnaie en vragen zich af hoe dat exemplaar er na de Kerstmis wel uit zal zien. Maar och, voor de blijde ge zichten heeft hij dit ongemak graag over. We hebben echter nog een klein napretje in Eemland, waar morgenavond de prij zen worden uitgereikt van de St. Nico- laasactie der Winkeliersvereniging. De opzet van deze actie blijkt intussen niet zo gelukkig te zijn geweest als die der vorige jaren. Of de actie, door winke- liersbril gezien, geslaagd is, laat ik bui ten beschouwing. Voor het publiek echter was dit jaar, voor zover ik althans kan nagaan, de actie niet zo attractief als de vorigen, toen een ieder, die ook maar één gulden in ons dorp besteedde, reeds kon meedingen naar de dagelijks beschikbaar gestelde fraaie prijzen. Mogelijk is het een minder prettig ver schijnsel, maar toch schijnt er rekening te moeten worden gehouden met het feit, dat de mensen graag een gokje doen, vooral wanneer het hun niets extra's kost. Het is daarom jammer, dat dit jaar deze attractieve en spannende bonnenactie niet door kon gaan en ik heb zo'n idee, datcde winkeliersvereniging zelf ook niet erg in haar nopjes is met de dit jaar gevolgde spelregels. Zullen we daarom maar afspreken Vol gend jaar weer beter H. ÖEKMAN. GEBOREN Paul, z. v. J. D. van Roest, doodgraver en A. H. Bruinsma, Klaarwa- terweg 72. Jacobus Johannes, z. v. J. H den Daas, hulpstoker en J. de Kruijf, Van Maarenstraat 23. Barbara Petronella Ma ria Johanna, d. v. J. J. van Wegen, inse- minator en M. H. de Jong, Schoolstraat 70. Magaretha Dorothée, d. v. R. van Zuilen, monteur en Th. Ch. Brugman, Moerbes- senberg S. Hendrikus Thomas, z. v. P. C. van Wegen, melkventer en Th. C. Kok, Veenzoom 6. Paulina Christina, d. v. J. H. Rauch, stoker en J. H. 't Lam, Korte Hartweg 12. Hendrikus Johannes Arnol- dus, z. v. A. P. C. Bluekens, automonteur en W. C. J. van Engelen, Kampweg 54. Jacobus Petrus, z. v. J. A. J. Brouwer, automonteur en P. M. Weerdesteijn, Gen. Spoorstraat 67. ONDERTROUWD Geen. GEHUWD Hendrik Maria Elbersen, 22 jaar, militair, Gen. Winkelmanstraat 43 en Maria Anna Sukkel, 21 jr., zonder be roep, Van Maarenstraat 17. Adres na hu welijk ieder op eigen adres. OVERLEDENJohannes Koning, oud 8 dagen, z. v. E. H. Koning, militair en Chr. A. Winters, zonder beroep, Amsterdam. Elizabeth Helena van Grondelle, 72 jaar, zonder beroep, weduwe van F. Walrij, Nieuweweg 22b. Hermina Johanna van Kassen, 65 jaar, zonder beroep, echtge note van W. J. de Heer, Hartmanlaan 19. Elisabeth Koopen, 68 jaar, zonder beroep, echtgenote van W. v. d. Leur, Steenhoff- straat 44. Cornelis Harthoorn, 77 jaar, zon der beroep, weduwnaar van T. van der Molen, Hartmanlaan 96. Marrigje Rikste- lina Trenning, 38 jaar, zonder beroep, echtgenote van H. Flinterman, 's Graven- hage. Marinus van den Berg, 77 jaar, zon der beroep, gehuwd met P. Zwezerijn, Kerkpad Z.Z. 29. Johannes Jacobus Borgh- stijn, 51 jaar, hoofdwerktuigkundige, echt genoot van W. Rijlaarsdam, Stadhouders- laan 68.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1952 | | pagina 1