Evacué's. EVACUATIEDIENST IN SOEST. Prinsessen bij evacué's. IN DE HOEK. Aan de inwoners van de provincie Utrecht. Officiële mededelingen. DINSDAG 10 FEBRUARI 1953. 31e JAARGANG no. 11. SOESTER OURANT SOESTDIJK BUREAU VA? WEEDESTRAAT 35 TELEFOON 2566 Abonn. per kwart, 1.85 - per post 2.00 UITGAVE DRUKKERIJ SMIT De wijze, waarop heel ons volk spontaan zijn krachtdadige hulp bood om onze land genoten in de getroffen gebieden bij te staan, was bij alle ellende hartverheffend. Ook in onze provincie was het allerwege het geval. Ik heb er behoefte aan om, uit naam van het Provinciaal Bestuur, daarover mijn grote voldoening uit te spreken en allen hoog en laag, overheid en particulieren, organisatie's en verenigingen, hartelijk dank te zeggen voor al deze waarlijk grootste offervaardigheid en hulpbereid heid, ook al bracht de loop der omstan digheden het mede, dat, gelukkig, daar van niet overal ten volle gebruik behoefde te worden gemaakt. Twee dingen werden in deze dagen dui delijk le. dat het met het saamhorigheidsbesef van ons volk als natie in orde is, maar 2e. dat om het nuttig effect daarvan goed te kunnen realiseren een afdoende en tijdige voorbereiding beslist nodig is. Tte ramp viel juist in de eerste week van de grote wervingsactie voor de Be scherming Bevolking, een organisatie, in het leven geroepen om bij een onverhoopte ramp in tijden van oorlog onderlinge hulp te verlenen op grote schaal. Tegen de achtergrond van de stormvloed- catastrofe gevoelen wij te duidelijker on ze verantwoordelijkheid. Voorbereiding, organisatie, oefening zijn onmisbaar. Een krachtige opwekking om U daarvoor beschikbaar te stellen, voorzover zulks niet reeds geschiedde, acht ik dan ook juist in deze dagen stellig op haar plaats. Meld U daartoe 6ij een der plaatselijke adressen. M. A. REINALDA. Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht. VORDERINGEN OVER 1952. Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat zij, die over het jaar 1952 nog vorderingen op de gemeente hebben, hun rekeningen ten spoedigste, doch in elk geval vóór 15 Maart a.s., ter gemeentesecretarie (afdeling Financiën) moeten indienen. Indiening der rekeningen na genoemde datum zal een ernstige vertraging van de uitbetalingen tengevolge hebben. De mens wordt klein door de berichten Over de grote watersnood, Ontzettende gebeurtenissen, Hoevelen vonden er de dood Hoevele duizendtallen mensen Trof dit erbarmelijke leed Men gist nog in het ongewisse, Daar men de omvang nog niet weet. Door heel de wereld ging een rilling Om het ontzettende bericht, Dat in één nacht, door storm en springvloed, Zoveel ellende is gesticht. Bij de gedachte dat zovelen Door deze ramp nu dakloos zijn, Voelt iedereen slechts medelijden En 't schrijnen van die felle pijn. Daarom zijn wij, die langs de kant staan, Toch diep getroffen door de smart Wat landgenoten heeft getroffen Tot in het diepste van ons hart. De Jobstijding bracht in de wereld Alom grote verslagenheid, Maar ziet, de vonk ontstak bij allen Lawines van hulpvaardigheid. De ramp, die Holland heeft getroffen Is naar wij weten nooit beleefd, Maar nooit heeft men zó ondervonden, Dat d' één zó om de ander geeft. Wij mensen hebben elkaar nodig, Al denkt men dat het niet zo is, Als naastenliefde aan ons vreemd is, Dan gaat het met de wereld mis. 't Is beter te geven dan te ontvangen, Vooral aan mensen in de nood, Gelukkig dat men allerwege Zo ongekend veel hulp aanbood. Laat d»t zo blijven, beste mensen, Daar zijn wij allen bij gebaat, U weet wat er van naastenliefde In 't Grote Boek geschreven staat. De wereld hoort de rampberichten, Die alom wekken angst en vrees En heel veel Hollandse gezinnen Verwachten de evacué's. Ontvang die mensen met veel liefde, Gedeelde smart is halve smart, Zet wijd de deuren voor hen open, Maar bovenal Uw ganse hart E. VAN EEDEN. Een nog steeds belangrijk werk is het droppen van zandzakken voor de dijk werken. Deze foto werd genomen tussen St. Annaland en Stavenisse. Nog geen twee weken geleden vierde een Buurtvereniging haar jaarfeest in „De Gouden Ploeg". Ten behoeve van de op voering van een toneelstukje had men achterin de zaal een verhoging gebouwd, waarop een kluchtig spel werd opgevoerd. Op deze verhoging staan nu lange tafels, waarachter Soestenaren zitten, die, als le den van het evacuatie-bureau, de geëva- cueerden ontvangen, hen inboeken en 'n gastvrij huis en kleding toewijzen. Er zitten ambtenaren, Rode Kruis-mensen en vrijwilligers en zij hebben er ook al enige nachten opzitten. Daaromheen bevinden zich de Burgemees ter en de Wethouders, particuliere auto mobilisten, de gemeentearts, afgevaardig den van kerken en andere hulpvaardig den. Het is voor de derde keer dat hotel „De Gouden Ploeg" vluchtelingen ontvangt. In 19141918 werden de Belgen hier ont vangen, in 19441945 de vluchtelingen uit Arnhem en nu zijn het de mensen van de Zeeuwse- en Zuidhollandse Eilanden, die „De Gouden Ploeg" herbergt. Het zijn steeds andere mensen, die hier kwamen, doch zij hebben één ding ge meen, n.1. leed en nooddruft. Dit evacuatie-bureau is een soepel wer kende organisatie, vreemd aan ieder soort bureaucratie en het is de heer H. J. van Hal, chef van de afdeling Sociale Za ken, die hier de leiding heeft. „Al eens eerder heb ik erop gewezen, dat als er in Soest iets noodzakelijk moet gebeuren in het algemeen belang, de ge meenschapszin voldoende is om goede re sultaten te bereiken", zo zei ons de heer Van Hal. Ook ditmaal is dit gebleken. Toen de eerste berichten omtrent een mo gelijke evacuatie binnen kwamen, wer den, onder leiding van de Burgemeester, maatregelen getroffen om in de kortst mo gelijke tijd een goede organisatie op te bouwen. „Moeilijk was deze opgave niet", zegt de heer Van Hal, „want er hadden zich in middels tientallen vrijwilligers gemeld, die zich permanent ter beschikking stel den". Hotel „De Gouden Ploeg" werd als cen traal punt van de evacuatie gekozen. De telefonische mededelingen van op komst zijnde evacué's komen van de Com missaris Afvoer Burgerbevolking bij het politiebureau binnen, waarna de medede ling aan de heer Van Hal worden door gegeven. In een minimum van tijd is de staf gewaarschuwd en wordt een aantal medewerkers opgeroepen. Als het moet is een aangevoerde autobus in ca. 30 mi nuten weer klaar voor afvoer naar de evacuatie-adressen. De evacué's worden geregistreerd door ambtenaren van de afdeling Bevolking, daarna worden zij ingedeeld, zo moge lijk bij stand- en geloofsgenoten, voor zien van een bewijs voor kleding, dek king enz., terwijl tevens de nodige admi nistratieve handelingen worden verricht ten behoeve van eventuele vergoedingen e.d. Dr. Stroband beoordeelt verder of medische hulp nodig is, waarna de men sen naar de evacuatie-adressen worden vervoerd. De heer Van Hal vertelt dan hoe het aan bod van medewerkers dermate groot was, dat van hen allen geen gebruik kon wor den gemaakt. „De bezetting van verschillende posten is tot het minimum beperkt, om een goede gang van zaken te bevorderen. Zij, die hun hulp aanboden en van welke hulp geen gebruik is gemaakt, behoeven niet ontstemd te zijn, zegt de heer Van Hal, want als de nood aan de man komt en dat wil zeggen, indien een grote stroom van vluchtelingen arriveert, worden de ze helpers zo nodig opgeroepen. Ook in Soesterberg is de organisatie goed geregeld. Diverse malen mocht ik dit con stateren. Trouwens de samenwerking tus sen de verschillende instanties is boven alle lof verheven. De stroom van geëvacueerden is nog niet groot geweest. Er zijn er thans ongeveer 250. Over de vrijwillige aanbieding van zoveel onderdakadressen was de heer Van Hal zeer tevreden. Door deze aanbiedingen zijn de moeilijk heden van de inkwartiering vermoede lijk opgelost". Hoe hier gewerkt wordt en hoe groot de paraatheid is in dit evacuatie-bureau be wijst wel het feit, dat Vrijdagnacht de eerste nacht was, welke een normale nachtrust toestond en toen kostte het nog moeite om de medewerkers te overtui gen, dat het bureau niet bezet behoefde te blijven". „Namen noemen is onmogelijk", zegt de heer Van Hal, „er zijn velen die dag en nacht klaar staan om te helpen en er is niemand, die zich niet voor 100 pro cent geeft. Maar let U eens op de Rode Kruis Transportcolonne, die doet uitste kend werk en is ten volle voor haar taak berekend". En terwijl wij dit alles bepraten, on derhoudt onze Burgemeester zich met vluchtelingen. Vermoeide huismoeders en zorgelijke vaders uiten hun dankbaarheid over de goede ontvangst. Zij zijn blij, dat zij hun gezin bijeen hielden. Zij vertel len van hun angst en van hun belevenissen en uiten telkenmale hun bezorgdheid over alles wat zij achterlieten. Voor velen is het de tweede keer, dat zij evacueerden. In 1946 vonden zij niets meer terug en hoe zal het nu zijn. Het is deze vraag, die steeds gesteld wordt en waarop geen antwoord te geven is. Zaterdagmiddag kwamen de Prinsessen Beatrix en Irene hotel „De Gouden Ploeg" bezoeken om aan de kinderen der pas gearriveerde evacué's speelgoed uit te reiken. Het waren vluchtelingen uit Zierikzee en omgeving, die naar Soest waren ge bracht. Zij waren al ingeschreven en had den de beschikking over hun onderdak- adressen, doch zij wachtten op de ver rassing van deze middag, waarvan zij on bekend waren. Hun gezichten klaarden op, hun moe heid en hun leed waren zij vergeten, toen zij plotseling de zaaldeuren zagen opengaan en de Prinsessen zagen arri veren. De kinderen van de vluchtelingen J Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. POSTGIRO 126156 Nederland mag dan een verdeeld volk schijnen met zijn haast ontelbaar schij nende afscheidingen, bij een ramp als ons land trof, is het verkwikkend te zien, hoe ineens al die scheidsmuren en muurtjes wegvallen en alles als een klit aan el kaar hangt. Hoe, ongeacht rang of stand en politieke zus of politieke zo, al die verschillen, die in normale tijden onover brugbaar schijnen, opzij worden gezet en heel het verdeeld lijkende volk als één man gehoor geeft aan de noodkreet, dat alles wat helpen kan, helpen moet. Dan wordt er niet gekletst en overwo gen, doch ineens is alles in beweging, om een daad te stellen. Mensen, die vroe ger tot niets in staat leken, gaan rennen. Je rustige buurman blijkt ineens over 'n organisatorisch vermogen te beschikken die verwarmend aandoet. Er is dan een geest over ons volk gevaren, die blijk baar alleen kan worden opgeroepen door noodtoestanden. In de oorlog ervaarden ook de Duitsers deze gemoedsgesteldheid van de Neder landers toen zij verdeeldheid verwachtte. Nu ons land opnieuw door een ramp werd getroffen sloten zich wederom de gele deren en viel ieder verschil weg. De wanklank mankeerde natuurlijk ook nu niet en een naam te vinden voor de onmensen, die het leed nog verergeren door van de slachtoffers te stelen, is mij onmogelijk. Helaas voorziet ons straf recht niet in het opleggen van de straf, die een ieder deze schooiers toewenst. In mindere mate hadden wij in ons dorp ook een paar lieden, die de juiste houding in deze rampspoed niet konden vinden. Die familie b.v., die over een grote lege woning beschikt, doch op de vraag hoe veel evacué's zij konden opnemen ant woordde: „geen één". Alleen maar, om dat ze „er geen zin in had vreemd volk over de vloer te hebben" Verder de vrouw van die goed gesitueerde dorpsgenoot, die tegen een collectant zei „Collecte? Alweer? Nee hoor, ik kan wel aan de gang blijven".en de deur dicht smeet. Wanneer niet kan worden gegeven houdt alles op. Wanneer huisvestiging onmoge lijk is zal niemand aandringen. Deze men sen waren echter wel in staat te helpen en daarom neem ik hun deze onmenselijke houding tenzeerste kwalijk. Het zal lang duren eer ik de huizen van deze dorpelingen voorbij kan lopen zon der te zeggen Bah. H. OEKMAN. hadden spoedig in de gaten, dat het be zoek vooral hen gold. Zij dromden om de doos heen, die de Prinsessen hadden meegebracht en welke met speelgoed was gevuld. ,De auto's en ballen, spellen en poppen kwamen in de grage kinderhanden en bij dit tafereel keken de vaders en moe ders blijde toe. „Komen ze nu helemaal uit Den Haag?" vroeg ons een 80-jarige evacué. Hij had nog nooit geweten, dat de Koninklijke familie ook des winters in Soestdijk ver bleef en hij vond het wel wat geëvacu eerd te zijn in de omgeving van het Paleis. De Prinsessen onderhielden zich hierna met de mannen en vrouwen van de eilan den, die er onkundig van waren, dat Prinses Beatrix al twee jaren achtereen in Haamstede haar vacantie had door gebracht. Beatrix vertelde het hun en zij keken elkaar aan met een gezicht van „dat hebben we nooit geweten". De heren Luyf en Kochheim van het eva cuatie-bureau in Soesterberg, die op dit moment in „De Gouden Ploeg" waren, vernamen dat de Prinsessen ook de gas ten in Soesterberg wilden bezoeken. Dank zij de snelle auto van de heer Koch heim was men in Soesterberg niet ge heel onvoorbereid van het hoge bezoek, hetgeen na het bezoek aan „De Gouden Ploeg" volgde. Voordat het gezelschap, bestaande uit de Prinsessen, Jhvr. Sickinge, de heer En- gelberts, Chef Kabinet van de Commis saris der Koningin en de heer v. Wes- sem, directeur van de A.T.O. en leider van de evacuatie-dienst in de Provincie Utrecht, naar Soesterberg vertrok, werd in magazijn Tip-Top aan de Soesterberg- sestraat eerst een nieuwe voorraad speel goed ingeslagen. In het gebouw van de Ned. Protestanten- Bond in Soesterberg was het merendeel der ongeveer 60 vluchtelingen bijeen, toen de Prinsessen arriveerden. Ook hier een verrassende blik op de zorgelijke gezich ten en ook hier de vreugde der kinderen, die gul werden bedeeld. Met een driewerf hoera werden de Prin sessen uitgeleide gedaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1953 | | pagina 1