De illegaliteit en
hef monument.
LUISTERT
Prof. Ml P. J. Oud,
IN DE HOEK.
nieuwe cursussen
Instituut Practicum.
Officiële Mededelingen.
Stenografie
Machineschrijven
Vrijdag 19 Maart a.s., des avonds om 8.05 uur, naar
Voorzitter der Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
HILVERSUM II. GOLFLENGTE 298 METER.
DINSDAG 16 MAART 1954. 32e JAARGANG No. 21.
SOESTERlfTOURANT
Abonn^^ Ën Vrijdag.
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
UITGAVE DRUKKERIJ SMIT
SOESTDIJK
BUREAU VAN WEEDESTRAAT 35
TELEFOON 2566
POSTGIRO 126156
Verontwaardigd, doch op waardige toon
heeft de vereniging van Oud-Illegale
werkers van Soest besloten het sinds
Augustus 1953 voltooide monument voor
de gevallenen aan Burgemeester en Wet
houders van Soest over te dragen en
daarmede een streep te zetten onder het
werk van het comité tot oprichting van
dit monument.
Vrijdagavond kwamen leden van deze
vereniging .in „Oranjehof" bijeen, onder
voorzitterschap van de heer J. W. Ooms.
De heer Ooms heette ook de pers welkom
en zei, dat er niets te verbergen viel. Bo
vendien hebben de inwoners van Soest
recht om te weten waarover het gaat.
De heer Ooms releveerde de geschiede
nis van het monument en zei, dat in 1949
de plannen hiervoor uit de vereniging
waren gekomen.
Wij wilden de herdenking van de donker
ste jaren van ons volksbestaan vastleg
gen, zei spr., met het gevolg, dat de
vereniging zich uitsprak voor de totstand
koming van dit monument, opdat daar
door de Soestenaren zich bij voortduring
zouden confronteren met de bittere oor
log, waarin de democratie was neerge
slagen door lompe dictatuur.
Tevens was dit monument bedoeld voor
de jeugd, die zich immer bezinnen moet
op de vrijheden, die ons volk wist te her
krijgen ten koste van vele offers.
Dit monument moest niet een versiering
zijn, doch een levendige herinnering.
Geen Venus- of Narcisbeeld, doch een
monument, dat getuigenis zou afleggen
en op een zodanige plaats zou moeten
staan, dat een ieder ermee geconfronteerd
zou worden.
Eenstemmig was men van oordeel, dat
het plantsoen naast het gemeentehuis de
beste plaats was, daar een belangrijk
deel van de bevolking regelmatig in deze
omgeving komt.
Het gemeentebestuur meende, dat het ro
sarium een betere plaats zou zijn en bood
deze plaats aan, waarmee het comité ac-
coord ging, temeer, daar toegezegd werd,
dat vóór het monument een vijver zou
worden aangelegd.
Het tragische gebeurde. Ook deze plaats
raakten wij kwijt, daar men van gemeen
tewege een betere plaats meende gevon
den te hebben in de in het uitbreidings
plan geprojecteerde 50 meter brede groen
strook achter het huis van wijlen Notaris
Dammers.
Daarmede ging het comité niet accoord,
temeer, daar men niet kon toezeggen, dat
op korte termijn dit monument aldaar
zou kunnen verrijzen.
De gemeenteraad trok daarna het besluit
in om het monument in het rosarium te
plaatsen en bestemde een gedeelte van
de grond voor de bouw van het Verkeers-
huis.
B. en W. lieten daarna weten, dat het mo
nument toch maar naast het gemeente
huis moest komen en daar dit de plaats
was, welke het comité aanvankelijk wens
te, verklaarde men zich hiermede uiter
aard accoord.
De gemeenteraad keurde deze plaats ech
ter weer af en daardoor kwam de plaats
voor het monument, hetwelk gemaakt
werd in verhouding tot de breedte van
het rosarium, in de lucht te hangen.
De lijdensweg begon nu. Vele plaatsen
werden „geroepen" doch geen enkele
„uitverkoren", totdat het comité in de
Soester Courant las, dat de gemeenteraad
had besloten het monument in „Braam-
hage" te plaatsen.
Het comité bezag de situatie-tekening en
hieruit bleek, dat het monument op grote
afstand van de Burgemeester Grothestr.,
achter in de achtertuin van Braamhage,
zou worden geplaatst.
Mede als gevolg hiervan heeft 't comité
in Februari een onderhoud van drie uur
gehad met de Burgemeester. Deze begon
de besprekingen met zijn excuus te ma
ken voor het feit, dat omtrent de plaats
in Braamhage geen overleg met het co
mité had plaats gehad.
Het comité uitte zijn bezwaren tegen de
ze plaats en tijdens de besprekingen bleek
een verschil van mening omtrent de
waarde van het monument. De opvatting
van de Burgemeester was, dat de artis
tieke waarde een hoofdrol speelde en
daarom in een passende omgeving gezet
moest worden, terwijl het comité de voor
naamste waarde van het monument zag in
een veelvuldige confrontatie van de be
volking met het monument.
Het comité noemde een aantal plaatsen,
waarop het monument beter tot zijn recht
zou komen dan in „Braamtage": Prins
Bemhardlaan hoek Julianalaan, Juliana-
plein, Parklaan, Beukenlaan hoek Laan
straat.
De Burgemeester zegde toe, dat een en
ander met de wethouders zou worden
besproken en vroeg of het comité toch
bereid zou zijn de organisatie van de
Stille Tocht op zich te nemen indien het
monument in „Braamhage" zou worden
geplaatst. Het comité heeft dit in beraad
gehouden, doch toen de Burgemeester
verzocht de bezwaren tegen „Braamhage"
schriftelijk ter kennis van de raad te
brengen, heeft het comité ook medege
deeld, dat de Stille Tocht door hen niet
zou worden georganiseerd indien het mo
nument in „Braamhage" zou worden ge
plaatst.
De gemeenteraad bleef bij haar besluit
na hevige critiek op het comité, aldus
spr., die het zeer betreurde, dat de raads
leden zich niet voldoende hadden georiën
teerd voordat zij een besluit namen.
Woensdag, alsdus spr., is een raadslid bij
mij geweest en deze gewaagde ervan, dat
het monument vooraan in „Braamhage"
zou komen, ter hoogte van de villa. Dit
lid wist dus niet, dat het monument in de
achtertuin werd geplaatst.
In de gemeenteraad sprak men over
„gesol met het monument", doch spr.
verzocht ieder voor zich uit te maken
wie er met het monument heeft gesold.
Niet de illegaliteit heeft met dit monu
ment gesold, doch de gemeenteraad en dit
lichaam is oorzaak van de grote ongerust
heid, welke er thans bij de inwoners
heerst.
De allertreurigste geschiedenis speelt zich
af met iets, dat ons heilig is, ix.1. de her
innering aan hen, die alles gaven wat
een mens te geven heeft.
In „Braamhage" is een weg geprojec
teerd, een smal jyandelweggetje, waar
van het monument zichtbaar zal zijn.
Dit is in strijd met onze opvatting om
trent de plaats van het monument.
Tot de gemeenteraadsleden, die het bar
en boos vonden, dat de oud-illegaliteit
niet meer zullen houden, dan is het dus
ren, zei spr.: Wij hebben onze eigen her
denking van de. gevallenen, op historische
grond, waar velen zijn gevallen door de
Duitse barbaren. Daar in Soesterberg
hebben wij ieder jaar onze éigen herden
king, niet op verzoek van het gemeen
tebestuur doch op ons eigen initiatief.
Trouw zullen we deze herdenking blij
ven verrichten met de nabestaanden van
de gevallenen. Deze herdenking in Soes
terberg is zeer treffend en daar staat men
op gewijde grond. Als wij de Stille Tocht
niet meer zullen houden,dan is het dus
niet omdat wij de doden vergeten.
Wij kunnen niet accoord gaan met een
monument dat moet dienen als versiering
van een plantsoen.
De heer H. Scholtmeijer deed hierna, na
mens het comité, mededeling omtrent de
gang van zaken sinds 21 September '49.
Toen werd een collecte gehouden, waar
van de opbrengst 6.269,45 bedroeg.
Via de Provinciale Griffie kreeg men
contact met de beeldhouwer J. Dresmé,
die warm werd aanbevolen. Het rosa
rium was toegewezen als plaats en dus
ontwierp Dresmé voor deze plaats het
monument.
Dit monument en deze plaats kregen de
goedkeuring van de Minister van O.K.W.
Er ontstond een impasse, doordat de oor
log in Korea de calculatie van de beeld
houwer in de war stuurde en deze een te
kort had op zijn. begroting.
Voordat het comité zich tot het gemeen
tebestuur wendde met het verzoek om
bijpassing van het tekort, heeft men ge
tracht 6.000.van Soester notabelen
te verkrijgen.
Van de 12 hiertoe aangezochten wilden
5 personen ieder 500.schenken, mits
alle 12 personen dit deden. Dit laatste ge
lukte niet en toen werd de pijnlijke gang
naar het gemeentebestuur gemaakt. Toen
kwam de critiek in de gemeenteraad los.
Het comité had fouten en blunders ge
maakt enz.
Het comité stelde in April 1951 reeds een
brief op, om als zodanig te bedanken,
doch dit schrijven ging niet in zee.
De raad gaf het gevraagde crediet.
Spr. deelde mede, dat het comité thans,
na alle ervaringen, de haar opgedragen
taak teruggaf aan de vereniging. Dit mo
nument, dat 19.500 kost en 32 ton
weegt, is een sieraad voor de gehele pro
vincie en verdient een ereplaats zei spr.
De heer Ooms bracht hartelijk dank aan
het comité voor het vele gedane werk en
betreurde het met het comité, dat de
overheid, in casu de raad, opmerkingen
plaatst, waaruit blijkt, dat men spreekt
zonder enige kennis van zaken.
De vergadering ging er mee accoord,
dat het comité haar taak terug gaf en
besloot het monument over te dragen aan
het gemeentebestuur. Tevens werd beslo
ten de organisatie van de Stille Tocht
niet meer ter hand te nemen.
De heer A. Paans, hoofdbestuurslid van
de Bond van Militaire Oorlogsslachtoffers,
sprak in zeer gevoelige woorden zijn te
leurstelling uit, na deze opening van
zaken, omtrent de geschiedenis van het
monument.
Spr. zei, dat de nagelaten betrekkingen
van de gevallenen zich zeer diep beledigd
voelen en deelde mede, dat hij niet meer
met een deputatie van genoemde Bond
aan de stille tocht zou deelnemen. Om
trent de geschiedenis van het monument
zou spr. zijn hoofdbé&tuur volledig in
lichten. Spr. verzocht de gemeenteraad
bijeen te roepen en daarin tekst en uit
leg te geven, opdat men tot een andere
visie komt.
De heer Ooms wees er op, dat de vereni
ging geen gemeenteraad bijeen kan roe
pen. Had de raad inlichtingen willen heb
ben, dan had men deze ruimschoots kun
nen krijgen, zei spr., die er op wees, dat
bij de behandeling van de brief van de
oud-illegaliteit in de laatst gehouden
raadsvergadering, de raad niet ingelicht
werd.
Wanneer de raad de tragische beslissing
handhaaft dan ziet hij de belangrijkheid
van het verzet en de van God verkregen
vrijheid niet in.
We hebben geprobeerd te overtuigen zei
spr., doch thans speelt hier een nrestige-
kwestie een rol.
De raad zegt: wij hebben het voor het
zeggen. Hiertegenover hebben wij altijd
samenwerking betracht. Persoonlijk zag
spr. geen mogelijkheid om de raad on zijn
besluit te doen terugkomen en naar spre
kers overtuiging heeft geen der raadsle
den zich van de plaats voor het monu
ment in Braamhage overtuigd.
Do heer Ooms sloot deze vergadering
met het uitspreken van de hoop, dat het
monument toch nog eens op een waardige
plaats zou verrijzen.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat op 10
Maart 1954 bij hen is ingekomen een ver
zoekschrift van D. P. Bart, van beroep
restaurateur, wonende te Soest, om een
tapvergunning en een verlof A in de
beneden-voorlocaliteit van het perceel,
plaatselijk gemerkt nr. 37 en gelegen aan
de Burgemeester Grothestraat aldaar.
Binnen twee weken na de dagtekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen het
verlenen van deze vergunning schrifte
lijk bezwaren bij Burgemeeter en Wet
houders inbrengen.
KOSTELOZE INENTING TEGEN
DIPHTERIE EN KINKHOEST.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat gelegen
heid zal worden gegeven tot kostenloze
inenting tegen diphterie en kinkhoest,
van kinderen van 2 t.m. 15 jaren, die nog
nimmer tegen diphterie en kinkhoest zijn
ingeënt.
Kinderen beneden de leeftijd van 2 ja
ren kunnen alleen dan worden ingeënt
indien zij zijn ingeënt tegen pokken.
Deze inenting moet, wil zij resultaat heb
ben, driemaal worden verricht met een
tussenpoos van vier weken.
Daartoe wordt gelegenheid gegeven:
TE SOEST
a. in een lokaal van de o.l. school Kerke-
buurt;
le inspuiting op Woensdag 17 Maart '54;
2e inspuiting op Woensdag 14 April '54;
3e inspuiting op Woensdag 12 Mei '54;
steeds te twee uur namiddag;
b. in een lokaal van de R.K. Mariaschool,
Mariastraat hoek Beetzlaan;
le inspuiting op Woensdag 17 Maart '54;
2e inspuiting op Woensdag 14 At>ril '54;
3e inspuiting op Woensdag 12 Mei '54;
steeds te 4 uur namiddag;
Gelukkig voor Amerika, gelukkig voor
de gehele wereld en iedereen, heeft Pre
sident Eisenhower eindelijk duidelijk stel
ling genomen tegen Mac. Carthy, die met
zijn waanzinnige communistenvervolging
een aanfluiting was voor het democrati
sche bolwerk, waarvoor Amerika toch
doorgaat.
De methoden, die Mc. Carthy daarbij ge
bruikte waren zo beneden alle critiek, dat
we ons afvragen of daar een senator van.
het „verlichte Amerika anno 1954" aan
het woord was of een inquisiteur uit de
middeleeuwen, die vergeten was dood te.
gaan.
Wanneer wij nu een boek lezen of een
film zien, welke over de heksenvervol
gingen handelt, kunnen wij ons niet voor
stellen, dat de mensen toen zo stom kon
den doen. De communistenvervolgingen
in Amerika deden voor de middeleeuwse
heksenvervolgingen echter- niet veel on
der.
Ik ben er vlak voor dat wij tegen het
communistische gevaar stelling nemen,
maar dan moet dit, zolang wij dit kun
nen, op een waardige wijze gebeuren.
In alle gevallen toch zó, dat er over ons
later geen films worden vertoond, waar
van onze nazaten in stomme verbazing
zullen zeggen: „hoe bestaat het, dat er
toen van die koeboes leefden".
"Wij kunnen ons daarom gelukkig prij
zen, dat president Eisenhower duidelijk
heeft gezegd wat hij er van denkt.
Het aanzien van onze bondgenoot zal er
alleen maar groter door worden, wanneer
hij methoden, die hij bij ieder ander ver
afschuwt en veroordeelt, zelf niet toe
past.
En wanneer hij dan verder eens in de we
reld wil rondkijken om te zien wat
hij met de rijkdom aan geld en levens
behoeften beter kan doen om het com
munisme te bestrijden, ben ik er zeker
van, dat hij dankbare en vruchtbare ter
reinen in overvloed zal vinden.
H. OEKMAN.
Heden
en
en vooropleiding voor het midden-
standsexamen 1955.
Aanmelden dagelijks.
Torenstraat 2D - Soest - Telefoon 2100
TE SOESTERBERG:
in een lokaal van de o.l. school aan de
Verl. Schoolweg;
le inspuiting op Woensdag 17 Maart '54;
2e inspuiting op Woensdag 14 April '54;
3e inspuiting op Woensdag 12 Mei '54;
steeds te half drie namiddag.
HERINENTING.
Voor kinderen, welke 3 jaar of langer
geleden voor diphterie zijn ingeënt, wordt
met klem geadviseerd zich te laten her
inenten.
Voor herinenting wordt volstaan met één
inspuiting, waarvoor men zich eveneens
op de bovenaangegeven plaatsen en tijd
stippen kan vervoegen.
Voor het inenten wordt een volkomen
onschuldige stof gebruikt.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Balpen, doublé armband, portemoruiaie
met inhoud, schakelarmbandje, kinder-
windjack, herenhorloge, vulpen, klomp,
oude damestas, gasmasker, rijwieltas, ro
de portemonnaie, kinderregenjas, japon,
ijzeren staaf, etui met 3 balpennen, Frans
woordenboekje, huissleutel, herenrijwiel,
rode wollen das, zakje met gymnastiek
schoen, sjaal, lederen motorhandschoen,
blauwe portemonnaie met buskaart en di
verse wanten.