ONZE iutu-eA&ao~p,
u-ao~'idee£
Herinneringen aan de
Soester Dorpsschool
omstreeks 1840.
SOEST.
Gouden Handen ook in Soest.
IN DE HOEK.
STICHTSCHE
SCHOENENHUIZEN.
DINSDAG 20 JULI 1954.
32e JAARGANG No. 58.
SOESTER
OURANT
Abonn. per kwart, 1.85 - per post 2.00
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag-
UITGAVE DRUKKERIJ SMIT
SOESTDIJK
BUREAU VAN WEEDESTRAAT 35
TELEFOON 2566
POSTGIRO 126156
Een vorige maal hebben wij een en an
der weergegeven uit de jeugdherinne
ringen aan de Kerkebuurt van het bak
kersjongetje, dat later Meester Veenen-
daal geworden is.
Ditmaal halen wij uit zijn boekje „Ou
de Kennissen" (uit 1904) aan wat hij
ons over de oude Soester Dorpsschool
weet te verhalen. Over de geschiedenis
van deze school, die gevestigd was in
het nog bestaande huis aan de linker
zijde van de Eemstraat als men van de
kerk afkomt), heeft de Soester Courant
in haar nummer van 2 Februari 1954 al
uitvoerige bijzonderheden gegeven. Nog
leven er tal van oude Soestenaren, die
op deze school in de geheimen van
lezen, schrijven en rekenen zijn inge
wijd.
De oude Meester Veenendaal vertelt:
„Op de leeftijd van 4% jaar vertrok ik
naar de openbare lagere school. Zij
stond vlak in de buurt van het ouder
lijk huis) en was een langwerpig, niet
hoog gebouw, dat evenmin als de daar
aan grenzende onderwijzerswoning, op
een paleis geleek. Twee honderd kinde
ren en hun petten werden er in gebor
gen. Overjassen droegen de kinderen
toen niet en klompen hielden ze aan.
't Was één lokaal. Niemand dacht er
toen aan, om door een afscheidings
muur twee lokalen te maken. De boven
meester en de ondermeester waren er de
enige onderwijzers. Van wanorde was
geen sprake, 't Was er zo rustig en
stil, dat al het onderwijs zonder enige
hapering kon worden gegeven. Ja, ja,
die vroegere schoolmeesters waren ech
te schoolhoudersDaar kunnen velen
hunner collega's in de tegenwoordige
tijd (1904) een puntje aan zuigen. En
hun onderwijs was goed, wezenlijk, 't
Bestond wel hoofdzakelijk in lezen, taal
kunde, schrijven en rekenen, maar dat
léérde men ook goed. Een beetje aard
rijkskunde, wat zingen en geschiedenis
kwam er bij, maar lezen, schrijven en
rekenen was en bleef de hoofdzaak.
„Toen ik voor het eerst de school be
trad, moesten wij doodstil zijn, omdat
de bovenmeester (Daniël Haks, hoofd
van 1823-1838) ziek lag. Die ziekte liep
uit op de dood. De man was een al te
trouw bezoeker van „De Drie Ringen"
geweest en had zich misschien door on
matigheid een vroegtijdige dood op de
hals gehaald. Er werd een vergelijkend
examen gehouden en een reeds geves
tigd hoofdonderwijzer (Egbert de Jong,
hoofd van 1838-1884) werd, niettegen
staande hij een bril droeg, tot opvolger
van de overledene benoemd, onder ge
not van enig salaris (hoeveel weet ik
niet), vrije woning en tuin en de op
brengst der schoolgelden, waartegen
over hij aan de weduwe van z'n voor
ganger jaarlijks 100.moest uitke
ren en haar kinderen gratis onderwijzen.
Ook werd de nieuwbenoemde tot voor
zanger in de Hervormde Kerk aange
steld tegen een salaris van 50dat
later verhoogd werd. De ondermeester,
die hij nodig had, mocht hij zelf benoe
men, maar ook zelf bezoldigen, waarom
hij hem ook voordeelshalve in huis nam.
Zestig, zeventig, tachtig gulden ('s
jaars boven kost en inwoning was
het salaris van hem, die wekelijks vijf
dagen lang, des voormiddags drie uren
en des namiddags twee uren, zich aan
het onderwijzen van ruim 100 lieve kin
deren moest wijden en in de drie win
termaanden nog vier avonden per week
twee uren lang herhalingsonderwijs
mocht geven aan knapen en jongelin
gen, die de dagschool niet meer bezoch
ten.
De hoofdonderwijzer moest voor de
verwarming en wekelijkse, mitsgaders
jaarlijkse reiniging der school zorgen.
Dat in dit alles de zuinigheid zoveel
mogelijk betracht werd, was de eerste
eis van zijn beurs. Wee de onderwijzer,
die meer dan matige warmte in de ka
chel onderhield 't Was een goede leer
school voor hem om later in eigen huis
en bedrijf de zuinigheid te betrachten
en op de kleintjes (ik bedoel kleine uit
gaven en inkomsten) te passen.
Op de kleintjes passen en van de klein
tjes een grote maken, dat kon de nieuw
benoemde hoofdonderwijzer uitstekend.
Hij gaf om de vier weken zijn maan-
en maand-briefje; hij maakte dus dertien
maanden in het jaar en telde de vacan-
ties (een week op Kersttijd en een paar
weken op andere tijden) onder de school
weken mede. Hield hij twee weken va-
cantie, dan viel de ene week aan 't
einde der eerste en de tweede week aan
't begin van de tweede zogenaamde
maand.
Lees- en schrijfbehoeften werden door de
ouders bekostigd. Op 't maandbriefje
werden in rekening gebracht
zoveel voor schoolgeld
zoveel voor pennen (veren) en inkt;
zoveel voor schrijfboeken en cahiers;
zoveel voor leien;
zoveel voor leer- en leesboeken.
De betalende leerlingen mochten boe
ken en leien mee naar huis nemen-
Hoe meer nieuwen ze nodig hadden,
hoe liever het de „bovenmeester" was.
Vooreerst genoot hij zijn 10 °/o van de
boekhandelaar. Bovendien berekende
hij alles hoger dan de winkelprijs. De
schrijfboeken maakte hij zelf, waartoe
hij papier bij riemen liet komen.
Hij was verplicht aan de arme kinde
ren onderwijs te geven tegen lager
schoolgeld, een bepaalde som ineens,
die hij van de Hervormde Diaconie of
van een liefdadige instelling ontving.
Die arme kinderen moesten hun school-
behoeften in de school laten, hadden
het voorrecht zich zo lang mogelijk op
gebroken leien te oefenen en zich met
beplakte leesboeken te behelpen. Toen
ik later „Daniël Twist" van Charles
Dickens las, dacht ik, of die kindervoed
ster, op de eerste bladzijden van dat
boek voorkomende, ook familie van onze
hoofdonderwijzer was.
Eén bron van inkomsten heb ik nog
vergeten te melden. De verjaardag van
het hoofd der school bedoel ik niet.
De ontdekking van die bron is van la
ter datum. Neen, ik bedoel het handel
drijven in prenten, sitsen, en griffels.
Elke morgen bij de aanvang der school
konden de klanten hun inkopen doen.
De clientèle was groot, de winst enorm.
Een prent, zo'n' Belgische, soms alles
behalve kuis en kuin, kostte 1 cent, 'n
griffel ook. Gaven de prenten minstens
100 procent winst, die wist steeg bij de
griffels tot 300 a 400 procent. Zo wist
de toenmalige, niet te ruim bezoldigde
onderwijzer veel kleintjes-tot één gro v
te te maken. Wee de scholier, van wie
hij merkte, dat hij griffels en prenten
of sitsen bij een andere firma kocht.
Nu, onze hoofdonderwijzer kon de reve
nuen best gebruiken en slecht missen. Hij
had er niet zoveel baat bij als menig
een zijner collega's, die ook klokopwin-
der, vlaguitsteker, doodgraver, aanspre
ker en doodbidder was. Hij vervulde
geen andere bijbaantjes dan voorlezer
en voorzanger in de Hervormde Kerk en
kon die betrekking waarnemen zonder
dat het onderwijs er bij leed-
Zijn onderwijs was dan ook goed en de
gelijk- Hij maakte zijn school o.a. tot een
beschavingsinstituut. Toen hij in ons
dorp kwam, waren veel kinderen uit de
geringe stand gewoon, 's zomers met
blote voeten ter school te komen. Zo
iets vond de man niet goed. Ik geloof
zelfs dat hij het „vies, onbehoorlijk" en
voor het reukorgaan alles behalve aan
genaam vond, tot grote verwondering
van de ouders van die natuurkinderen.
Door er zich moedig tegen te verzetten
en door vol te houden, heeft de man
het zover gebracht, dat genoemde ge
woonte, althans in de school werd afge
schaft, maar nauwelijks waren de gui
ten de school uit of klompen en kousen
werden uitgedaan en onder de arm ge
nomen en zo marcheerden zij op blote
voeten huiswaarts en hadden toch mees
ter en leerlingen beiden hun zin.
Ik heb aan de waardige man veel te
danken; maar voor één zaak heb ik
vooral reden tot danken. De schoolbe
volking van deze openbare school be
stond uit Roomse en uit Hervormde
kinderen; de eersten maakten zelfs de
meerderheid uit. In de Bijbel werd niet
gelezen, bijbelse geschiedenis werd niet
verteld, maar elke schooltijd opende en
sloot hij met gebed en smeekte hij ver
giffenis over het verkeerde af. Ik be
greep in het eerst de woorden niet,
maar toen ze mij duidelijk werden, heb
ik de man temeer lief gekregen."
Tot zover de schoolherinneringen van
E. J. Veenendaal. Kijkt U er, wanneer
U door de Eemstraat wandelt, het oude
huis (waarin helemaal links het onder
wijzerswoninkje was) maar eens op aan,
dat dit als school in het leven van ons
dorp zulk een grote rol heeft gespeeld.
Hopelijk kan het als herinnering aan
oude tijden bewaard blijven. Zou het
niet uitstekend geschikt wezen voor het
herbergen van een Soester Oudheidska-
KERKCONCERT OUDE KERK.
Zaterdagavond gaf een groep uitvoeren
den weer een concert in de Oude Kerk
en weer was de belangstelling klein.
De uitvoerenden, onder leiding van
Maarten Kooy. uitgaande van de muziek-
kring ,,De Cantory'", besoeelden blok
fluit, vedel, armvedel, viola da gamba,
discant-gamba en clave-cymbel.
Rob Kalma zong met zijn goedklinkende
basstem, begeleid door het clave-cim-
bel, verscheidene nummers, o.a. „Hark
how all things" van Purcell en „Eve-
ning Hymn" van dezelfde componist.
Voorts zong hij van J. Rosenmüller de
solo cantate ,,Von den Himmlichen
Vele lezers zullen zich nog wel
het hobby-festival en de daaraan ver
bonden tentoonstelling „De Gouden
Schakel" in de Ahoy-hallen te Botter
dam herinneren.
Evenals op vele andere tentoonstellin
gen heeft onze plaatsgenoot A. J. v. d.
Deijssel met enkele van zijn micro-mi-
niatuur-modellen ook hier weer twee
zilveren medailles en een set instru
mentmakers- en precisie—gereedschap
weten te bemachtigen. O.i. waren de
modellen, die u ook op het televisie
scherm hebt kunnen bewonderen en
waarvan wij hier tevens een plaatje af
drukken, het ten volle waard.
Links een auto uit rond 1898, de Franse
Dion-Bouton. Een tot in de finesses uit
gewerkt miniatuur. De wielen bijv. zijn
50 mm. hoog en tellen 40 spaken, welke
0,4 mm. dik zijn en in een naafje van
6 mm. bevestigd zijn, om van het radia-
teurtje met koelribbetjes nog maar niet
te spreken.
Rechts de voor velen welbekende boe
renwagen met kromme dissel, welke
zienderogen het veld gaat ruimen voor
het moderne vervoermiddel en weldra
ook in Soest tot het verleden zal be
horen.
Midden op de foto zien we het bus-mo
del, waarvan we durven beweren, dat
er geen enkel detail aan ontbreekt. Een
druk op de knop en de tweedelige klap
deur springt voor u open. In geval van
nood trekt u een feilloos lopend nood-
luik open en zijn de koplampen te fel,
dan kunt U nog dimmen ook.
Het zijn alle drie juweeltjes van werk
stukken.
Minister Donker heeft een paar dagen ge
leden geantwoord op vragen, hem door
een kamerlid gesteld, in verband met de
zoveel lawaai verwekte beet, die een
politiehond, op bevel van een honden
agent, aan een dame toebracht.
We moeten ons maar gelukkig prijzen,
dat wij in Soest geen nondenlid in ons
corps hebben, want de instructies die Mi
nister* Donker uitgaf: dat in het alge
meen een hond niet mag worden ingezet
bij geringe overtredingen, is nogal vaag.
Wat is immers „in het algemeen" een.
„geringe overtreding"? M'n tong uit
steken tegen onze hoofdinspecteur of
matjes kloppen
Ik hoop maar, dat, wanneer ik een
iets meer dan geringe overtreding be
ga, er geen agent met politiehond in de
buurt is, want bij verschil van opvatting
over wel of niet gering, zal het ongelijk
wel aan mijn kant zijn en hangt de
hond al aan mijn keel.
Ofschoon ik, wat in de omgang heet,
een dierenvriend ben, heb ik bepaald
een hekel aan op mensen afgerichte
honden. Feitelijk, en ik hoop hiermee
niet op lange tenen te trappen, gaat
m'n hekel hoofdzakelijk uit naar het
instituut en de geleider.
Het beest wéét niet beter, zoals het ook
de leeuwen niet kwalijk te nemen was,
toen ze, in de tijd van Nero, op wat
Christenen werden getracteerd
Wat de politiehond aan speurwerk ver
richt vind ik prachtig, maar daar moet
het bij blijven- Africhten op het aan
vallen van mensen vind ik minder
waardig. Wanneer ik een boek lees of
een film zie, waarin honden met van
bloeddorst opgetrokken bovenlippen jacht
op mensen maken, walg ik daarvan....
Toen ik een tijd geleden, op uitnodi
ging van onze luchtmacht, een vliegveld
met toebehoren kwam bekijken, stond
er een man van de militaire politie met
afgerichte hond, om te waken voor over
schrijding van de afzettingslijn.
In een poging een dalend vliegtuig goed
te zien overschreed ik, onbewust die
lijn met ongeveer 1 meter. Op eens
stond toen, op commando van de gelei
der, die hond voor me en blikte me
met moordenaarsogen aan.
Misschien vindt U dat dit een prachtig
staaltje van dressuur was, maar ik
vond het concentratiekampmanieren en
ben weggegaan, nagekeken door de
militair, die er niets van snapte.
Nu weet U ongeveer hoe ik over het
instituut hondenpolitie denk, wanneer
het niet om speurwerk gaat en ook, dat
ik het antwoord van Minister Donker
niet van deze Rechten-van-de-mens-tijd
acht.
H. OEKMAN.
SOEST - UTRECHT - BAARN
Freuden", in een bewerking van Maar
ten Kooy.
Van de tien werken, welke werden uit
gevoerd, willen wij vermelden de com
positie Pepping, welke door alle uitvoe
renden zeer verdienstelijk werd gespeeld.
Van de bekende dirigent Jan Koetsier
werd een Preludium en Fuga door Maar
ten van Kooy op het orgel gespeeld.
Na afloop van dit concert werd gele
genheid gegeven kennis te maken met
de instrumenten, welke in vroeger tijden
in gebruik waren en op dit concert aan
de vergetelheid werden ontrukt.
Men heeft van dit concert genoten. Het
klonk ook zo plechtig in de grote kerk
ruimte met de bescheiden begeleiding
van de clave-cymbel.
STERTOCHT SOESTER HARMONIE
GING NIET DOOR.
De in verband met. het 55-jarig bestaan van
de Soester Harmonie Patiënta Vincit Omnia
georganiseerde Stertooht kon Zaterdagmiddag,
wegens het slechte weer, geen doorgang vinden.
Tot in de middaguren 'heeft men getracht het
muziekfeest nog te laten doorgaan, doch de
onverminderde regenbuien deden alle illusies
daaromtrent teniet gaan.
De Stertooht en het avondfeest zullen nu wor
den gehouden op Zaterdag 31 Juli.