van £ssen
ENRICO BURLISTO
Oud Soest.
|P£ClfllWüPTIE W
ZAL DE SOESTER PYROMAAN ONTMASKEREN.
Koffie en verkeer.
Soest over de Eeni. II.
Denkt U om de collecte voor de
feesten op 30 April en 5 Mei
In Uw kaar de nieuwe lijn
LigneLA FLAMME
Kapsalon BUTZELAAR
SOEST.
IN DE HOEK.
GOED, GAAF EN
GLAD GESCHOREN,
PHILIPS PH1LISHAVE
SNELSCHEERAPPARRAAT
WAAL
DINSDAG 22 FEBRUARI 1955.
33e JAARGANG No. 15.
SOESTER
OURANT
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
Abonn. per kwart, 1.95 - per post 2.10
UITGAVEDRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRA AT 35, SOESTDIJK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156
Een telefoongesprek tussen onze re
dactie en Enrico Burlisto, de Amster
damse telepaat, die in dit gesprek ook
mededeelde, dat hij meende de Soes-
ter pyromaan te kunnen ontmaskeren,
was oorzaak, dat Burlisto j.I. Zater
dag in Soest arriveerde en ons nog
eens zeide er vast van overtuigd te
zijn binnen afzienbare tijd het bewijs
te kunnen leveren, dat hij zich niet
vergist heeft.
Wij hebben niet oog in oog gestaan met
de sinistere brandstichter, maar een fo
to, waarnaar lang is gespeurd, bracht ons
het beeld van een man, die Burlisto ons
uitvoerig beschreven had.
Meerdere telefoongesprekken gaven ons
aanvankelijk het vage signalement, maar
Burlisto corrigeerde dit en beschreef de
man zo duidelijk, dat wij het beeld goed
in ons konden opnemen en toen wij ge
confronteerd werden met de afbeelding
van de man, die ons als de dader aange
wezen werd, toen zaten wij Joch even te
kijken.
„Vergist U zich niet", zeide ik.
..Nee, ik vergis me niet. Dit is één van
de twee pyromanen. Over de tweede
zullen we het later wel hebben. Ik ga
naar Amsterdam terug en U hoort spoe
dig van me".
Moet U nog peultjes
Nu begint U natuurlijk verschrikkelijk
hard te lachen en U schimpt op die
geit van een verslaggever, die bij een
en ander tegenwoordig was en zich zo
heerlijk liet beetnemen.
Dat is helemaal niet nodig, want niet
Uw verslaggever wordt eventueel de du
pe, maar Burlisto, die in Maart a.s. naar
„Eemland" komt en z'n matjes wel kan
oprollen, wanneer onze speurtocht geen
succes oplevert. Burlisto zou z'n eigen
glazen daarmee ingooien, dus kon het ex
periment rustig begonnen worden, want
Burlisto heeft een reputatie te verlie
zen.
De reputatie van de man, die de
K.L.M. en commodore Viruly gewaar
schuwd heeft voor de ramp met de
„Triton", het K.L.M.-toestel, dat in de
Ierse rivier de Shannon neerstortte.
K.L.M. en Viruly geven toe, dat Bur
listo gewaarschuwd heeft, maar zij
achtten de waarschuwingen te vaag
en de K.L.M. móest vliegen. De repu
tatie van de man, die aan het begin
van dit jaar de val van Malenkow
voorspelde. De reputatie van de man,
die op 29 November 1952 voor radio
Bremen de watersnoodramp in ons
land voorspelde, waarvan acte. Dit is
echter niet één-twee-drie na te gaan.
Wél het ongeluk, dat onze vrouwelijke
coureur, Joke Maasland, in Zandvoort
overkwam en dat door Burlisto voor
speld is.
Met deze Burlisto hebben wij Soest
doorkruist en deze Burlisto heeft ons
Mammie kan het niet geloven,
Pa zegt ook al: ga-nou-gauw
Morgen wordt het weer herroepen
En dan zit je in de kou
Maar het staat in alle kranten,
Het vermindert ons tekort
Als de koffie zo-ze-zeggen
Een heel stuk goedkoper wordt.
Het was al zover gekomen:
't Koffiepotje stond te pronk,
Waar moe Zaterdags en Zondags
slechts het bruine vocht
uit schonk;
En de meisjes kregen opdracht:
Ga met flinke jongens mee,
Informeer éérst of ze thuis nog
Doen aan koffieof aan thee
Maar nou wordt het pven anders,
Moeder fleurt er al van op;
Vader kijkt op Vrijdagavond
Al eens naar zijn koffiepot;
En als Frankrijk niet kan slagen
Met het nieuwe kabinet,
Dan heeft hij geen medelijden
Doch slechts ingehouden pret
't Hele leven lijkt veel lichter
Als de koffieprijs weer daalt;
Het is net of 't vrouwenvolkje
Plots veel ruimer ademhaalt;
,,Maar nou die verkeersinspectie",
Meent Pa met een staal gezicht:
„Wat je wint, gaat op aan boete
Voor een donker achterlicht..!".
JAAP MIJDEPwWIJ?:.
(Nadruk verboden.)
frappante bewijzen van zijn kunnen
getoond.
Wij zullen U niet vervelen met een
uitvoerige „reisbeschrijving". Dat kan
altijd nog wel als
Enrico Burlisto zegt een Tsjech te zijn,
die reeds tien jaar in ons land woont.
Aanvankelijk trad hij op als steile
wand-rijder, maar een ernstige val
maakte een eind aan dit gevaarlijke
beroep en deze val bracht de para
normale begaafdheid van Burlisto aan
het licht. Een begaafdheid, waaraan
ook prof. Dr Tenhaeff, hoogleraar in
de Parapsychologie te Utrecht, aandacht
besteed heeft. Prof. Tenhaeff toont
veel reserve, maar wijst Burlisto niet
af, omdat de bewijzen van zijn kun
nen te duidelijk zijn. Naast meerdere
vergissingen, die de telepaat gaarne
toegeeft, zijn daar een vliegtuigramp,
die aan 36 personen het leven kostte,
een vulkaanuitbarsting en de ramp met
de „Triton". En dan niet te vergeten
Malenkow, die wij reeds vermeldden.
Burlisto bracht ons in rozenrode stem
ming door te verklaren, dat er de
eerste 25 jaar geen wereldoorlog komt.
Dat is tenminste vast meegenomen
voor het geval, dat hij straks de door
de Soester Onderlinge Brandverzeke
ring uitgeloofde 500 gulden opstrijkt en
niet genoeg van gedachtenlezen afweet
om te constateren, dat ik de helft wel
wil hebben.
Noteert U verder, dat Mc. Carthy, de
Amerikaanse Communistenjager, dit
jaar sterft, dat Eisenhower aftreedt, dat
Adenauer van het politieke toneel ver
dwijnt, dat Japan en China een pact
sluiten, dat Soekarno zijn eisen inzake
Nieuw-Guinea spoedig zal laten rus
ten, omdat hij tot over zijn oren in
andere moeilijkheden komt en Ameri
kaanse troepen met succes zullen op
treden bij landingspogingen van Chinese
troepen op Formosa.
Ook het bewijs zal geleverd worden,
dat de oude Dominici, de Franse boer,
die verdacht wordt van de drievoudige
moord, onschuldig is, en een 16-jarige
kleinzoon zal een zware pijp te roken
krijgen. Dr. O., de Berkelse arts is on
schuldig en. nee, nee, ik kijk even
uit, want wat schiet ik er mee op,
wanneer ik straks een belangrijke ge
tuige in dat proces word. Je kunt nooit
weten
Soest wacht, Enrico Burlisto
Vf^TO^E^OR^PPARATT^
BIRKSTRAAT 2 TEL. 2874
Onder de namen, die slaan op het
Soester gebied over de Eem, komen
we in de oude stukken ook de namen
„Koblenzerland" en „Conventsland"
tegen, die beide gebruikt worden voor
hetzelfde complex land, eeuwenlang
in gebruik bij het Brigittenklooster
Mariënburg te Soest (convent kloos
ter). Maar waarom heetten ze ook „Ko
blenzerland?".
In 1433 schonk Jacob heer van Gaes-
beeck tot Abcoude, tot Putten, tot
Strijen, erfmaarschalk van Henegouwen
(de Van Gaesbeeck's waren als streek-
dynastie de Lokhorsten opgevolgd) aan
het Karthuizer klooster Blommendael
bij Utrecht een aantal goederen, o.a.
in het Soester gebied over de Eem: de
Nonnenmaat (in de Slaag), de Middel
kamp, de Hornenkamp aan de Elsweerd,
de Hornenkamp aan de Steeg, de Hor
nenkamp in de Kromme, de Hornen
kamp bij Rozewade (wade waai),
de Polmaat (of Poelmaat), de hofstede
Hamelenberg met toebehoren, en Roe
lofshoeve (een stuk land), alsmede en
kele gronden, aldaar, die onder het ge
recht van Weede en Coelhorst vielen.
In de loop van de 15e eeuw (het jaar
tal is niet bekend) schonk het klooster
Blommendael dit gehele complex goe
deren aan het Karthuizer klooster van
St. Beatrisberg bij Koblenz aan de
Rijn. (Vandaar dus „Koblenzerland"!).
In 1505 verhuurde het klooster van St.
Beatrisberg deze gronden opnieuw (dus
het was al eerder gebeurd, op zijn laatst
in 1500) voor de jijd van 5 jaar aan
het klooster Mariënburg te Soest tegen
een pacht van 74 hertog Philips-gul-
dens per jaar. 1.) Bij het huurcontract
nam Mariënburg op zich voor het on
derhoud (wegen, kaden, sloten, dui
kers enz.) te zorgen „als goede huijr-
luijde schuldich zijn te doen". Maar het
klooster van St. beatrisberg nam de
belastingen, die de Staten van Utrecht
„op dese landen ofte aen den sluyzen"
zouden aanslaan, voor zijn rekening.
Typerend voor het onzekere van de
toestand in die tijden hier in Eemland
is ook de volgende bepaling: „En zo er
een openlijke oorlog tussen de landen
van Gelre, van Holland en het Sticht
Utrecht mocht geschieden of open wa
den (dijkbreuk) of enigerlei kennelijk
ongeval, zodanig dat men de voorzeg
de landen niet rustig en in vrede zou
kunnen gebruiken, zo zullen wij, prior
en convent van St. Beatrisberg aan de
eerwaarde Abdis, de generaal-confessor
en het convent valt St. Brigitte daar
voor korting in de pacht geven in de
zelfde mate, als de andere landeige
naars, die aan weerszijden van de voor
zegde landen hun grond hebben, aan
hun pachters doen".
In 1530 wordt de huurovereenkomst
omgezet in een erfpachtcontract, maar
vijf-en-twintig jaar later wil St. Bea
trisberg een nieuw erfpachtcontract
hiervoor in de plaats, want, zeggen ze,
in dat contract van 1530 hadden we
onze orde-overste niet gekend en die
nam daar geen genoegen mee; uit de
tekst van het nieuwe contract valt ech
ter op te maken, dat die overste meer
aan te merken had op de hoogte (of
liever te-weinig-hoogte) van de pacht
som dan op het feit, dat men hem ge
passeerd had. De pacht werd nu ge
steld op 60 gouden overlandse keur-
vorster rijnse guldens 's jaars, af te
dragen aan „unser convent by Utrecht"
Blommendael.
Deze overeenkomst schijnt in de slof
geraakt te zijn en niet uitgevoerd, want
in 1573 kregen Haddeman van Delft,
priester, Mr. Gijsbert van Baern, ad
vocaat, en Johan Wachtelaer, procureur
voor het Hof te Utrecht, als speciaal
gevolmachtigde van het klooster van St.
Beatrisberg opdracht opnieuw een con
tract met het klooster Mariënburg af
te sluiten. Voordat dit voor elkaar was,
duurde het nog tot 1581. Op 28 April
van dat jaar werd de overeenkomst
met Mariënburg gesloten. Toen moest
het contract nog ter tekening en zege
ling naar Koblenz, waar het werd on
dertekend door Johan van Witten,
prior, Rudolf van 's-Hertogenbosc-h, se
nior, Everaerd van Zaltbommel, vica-
rius, en broeder Valentijn van Capelle,
procurator. Voor Mariënburg had de
bekende abdis Alijdt Voncken, een
bekwame zakenvrouw, getekend. In dit
contract kreeg Mariënburg erfkoop-
recht op de vermelde gronden tegen
een jaarlijkse losrente van 60 goudgul
dens met recht van afkoop door een
bedrag ineens van 1200 goudguldens.
Op 23 Mei van hetzelfde jaar verscheen
Johan Wachtedaer voor de schouten
en schepenen van de gerechten van
Soest en van Weede en Coelhorst (want
ook enkele onder dit laatste gerecht
liggende stukken grond vielen eron
der) om deze overeenkomst officiéél te
laten registreren.
Dat een helemaal bij Koblenz gelegen
klooster hier uitgestrekte landerijen
had, behoeft ons helemaal niet te ver
wonderen; het was in de Middeleeuwen,
toen er in de practijk nog geen echte
grens bestond tussen de Lage Landen
en het gebied, dat nu Duitsland heet,
heel gewoon, dat Duitse kloosters en
vorsten in Nederland en Nederlandse
idem in Duitsland bezittingen hadden.
Bovendien valt het op, dat in de leiding
van het klooster St. Beatrisberg ver
schillende Nederlandse namen voorko
men, wat het te meer waarschijnlijk
maakt, dat dit klooster nogal op de
Nederlanden georiënteerd was.
De zusterkes van Mariënburg hebben
niet lang van dit nieuwe contract ge
profiteerd. Enkele jaren later werden
alle bezittingen door de Staten van
Utrecht, waarin de hervormden aan de
macht gekomen waren, verbeurd ver
klaard en in 1587 gaven de Staten bevel
dat het klooster moest worden afge
broken. (Onteigening was het lot van
alle bezittingen van „paapse" kerken
en instellingen in die jaren). De Sta
ten stelden een beheerder (rentmeester)
aan over de goederen van Mariënburg
en nog twee eeuwen hebben deze goe
deren als een afzonderlijk fonds be
staan. 2). De gronden werden verpacht
en af en toe werd er iets van verkocht.
Zo ging in 1642 het goed Groot Hame
lenberg (5 morgen 405 roeden wei
land), waarvan Peter Goriszoon Voskuil
de pachter was, en 17 morgen 451 roe
den ten zuiden van de Slaagse Weg,
alles vroeger behoord hebbende aan
het klooster Mariënburg, over aan het
Kapittel ten Dom te Utrecht, een met
hervormden bezet beheerscollege voor
de goederen van het voormalige Dom
kapittel.
Van de personen, die in het gebied
over de Eem grond bezaten of gepacht
hadden, en meer speciaal van de eige
naars en pachters van gronden tegen
over de Grote Melm krijgen we ook
een kleine glimp te zien in de Soes
ter verordening op de „banwerken"
uit 1598, d.w.z. op de verplichtingen
tot onderhoud van wegen, bermen,
bruggetjes enz. Onder degenen, die
verplicht waren gedeelten van de Melm-
weg voor hun rekening te nemen, wa
ren de pachters of eigenaars van een
aantal met name genoemde landerijen
aan de overkant van de Eem, bijv. de
Lockmaten (klooster Mariënhoeve,
Amersfoort), het Broek over de Eem
(de Vrouwen-Kapel te Amersfoort), Ja
cob Nennings Maat (Hubert Meeuws-
zoon Hilhorst), Rutger van Doorns af-
terse Voormaat (Anthonis Pauwelsiz
gemeenschappelijk met de Armen de
Poth in Amersfoort), het Hoekmaatje
(Thonis Dircksz.), Steven van den Burg's
maat (Thonis Pauwelsz.). De voormaten
waren de percelen weiland op de voor
uitstekende landtong tegenover de Gro
te Melm, tussen de rivierdijk en de
zomerkade. Dat de gebruikers van deze
landen mee de Melmweg moesten on
derhouden, was niet meer dan billijk,
want hun hooi- en mestwagens moesten
steeds deze weg gebruiken om (via de
reeds uit de Middeleeuwen daterende
schouw) naar en van het land aan de
overzijde te komen.
De schouw is er nog en nog steeds ha
len Soester boeren van de overkant
hun hooi en laten zij daar vee weiden.
Maar dat land daar is geen Soester ge
bied meer. Het is in de loop van de 18e
eeuw aan Soest ontnomen en aan Hoog
land gekomen. In welk jaar dit pre
cies gebeurd is, is me niet bekend,
maar het moet in elk geval vóór 1772
geweest zijn, want in geografisch-his-
torisch handboek van dat jaar wordt
gezegd, dat Soest ten oosten grenst
aan de Slaag, het Hogeland en Isselt.
Het kan ook zijn, dat de auteur van
genoemd handboek niet juist was in
gelicht, want juist dezer dagen vond
ik in de protocollenboeken van de sche
penen van Soest, dat nog in 1801 ver
kocht werden: „onder den Gerechte
van Zoest", in de polder de Slaag,
18 dammaten wei- en hooiland, Klein
Hamelenberg geheten, zodat de over
gang van de gebieden over de Eem ook
in de Franse tijd of direct daarna kan
hebben plaats gehad.
Soest-over-de-Eem behoort dus reeds
lang tot de historie en we zullen heus
geen neiging bespeuren om het weer
op de gemeente Hoogland terug te ver
overen, maar het is, als we langs de
Eem wandelen, toch wel eens een aar
dig idee, te bedenken, dat het mooie
land aan de overzijde eens door Soester
boeren aan de woestheid is ontworsteld
en in cultuur gebracht.
1). Overigens bezat, blijkens een schouw-
brief uit 1393, Mariënburg reeds sedert
lang uitgestrekte landerijen in de pol
der de Slaag, „tot Hamelenberg toe".
2). Zie art. „Het klooster Mariënburg"
door F. d. W. in de Soester Courant
van 16 Nov. 1954.
IN ONZE SALON TOEGEPAST.
STEENHOFFSTRAAT 53 - TEL. 2842
CARNAVAL IN ORANJE-HOTEL.
In jolige stemming ging ik van „Eem
land", waar Prins Carnaval me een flesje
Cola geoffreerd had, naar het Oranje-
Hotel, waar de Mixed-Hockeyclub aan
het feesten was.
Ik ging naar binnen en kreeg de schrik
van m'n leven. Geen jolige Prins Car
naval, geen charmante leden van zijn
hofhouding, maar twee griezelige spook-
figuren. die me satanisch aangrijnsden.
Er is een tijd geweest, dat, wanneer
je in Soest een gebouw tegen brand
wilde verzekeren, je daar niet gemak
kelijk iemand voor vond. Dat klinkt
gek in een tijd, dat verzekeringsagen
ten je al bespringen vóórdat het fun
dament voor Uw huis is gelegd, maar
het is dan toch zo.
Wanneer je vroeger je huis tegen brand
wilde verzekeren, werd je om te be
ginnen zeer wantrouwend aangekeken
en wanneer je onder zeer nadrukke
lijk voorbehouden werd geaccepteerd,
nam de assuradeur grondige informa
ties op U. Op de verzekeringsbeurzen
werd de assurantiebezorger, die een
postje uit onze gemeente wilde onder
brengen, min of meer gezien als ie
mand, die een poging tot oplichting
kwam doen.
Dat was misschien wel een beetje
overdreven voorzichtig, maar de oude
ren onder ons weten toch wel, dat
een en ander niet helemaal ongegrond
was.
Brak hier of daar brand uit, en dat
gebeurde nogal vlot in die dagen, dan
moest eerst het paard, dat de spuit
moest trekken in de wei worden opge
vangen en dat gaf nog weieens haken
en ogen, want de knol had niet altijd
zin zich te laten strikken.
Volgens een ander „waar verhaal" viel
het niet altijd mee een der brandmees
ters, die schoenmaker van beroep was,
er van te overtuigen, dat brandblus-
sen vóór een paar zolen en achterlappen
ging en het moet gebeurd zijn, dat
hij zei: gaan jullie maar vast, ik kom
zó, als die hakken er onder zitten.
Een oude Soester zei mij eens: „ach,
meestal wisten we wel te voren waar
de volgende brand zou komen, maar
ja, je kon natuurlijk niet beginnen met
vast de spuit voor de deur te zetten,
want daar was die vent niet mee ge
holpen".
Ja, dat was die goei ouwe tijd en hele
maal op losse schroeven stond die me
ning van verzekeraars dus niet.
Dank zij heer Groart en zijn mannen
zijn wij die onprettige naam al vele
jaren kwijt, maar nu is er een pyro
maan, die ons weer reputatie dreigt
te bezorgen. Al is het nog niet, zoals
dezer dagen een dagblad schreef, dat
wij hier in een alarm-toestand leven,
het zou toch wel erg aangenaam zijn,
wanneer deze ziekelijke brandstichter
kon worden opgeborgen waar hij of zij)
hoort.
H. OEKMAN.
IN EEN MINIMUM VAN TIJD MET
Het scheerwonder met twee ronde
scheerhoofden, dus tweemaal 60 vang-
sleuven in alle richtingen.
Verkrijgbaar hij
KONINGINNELAAN 22 - TEL. 2963
„Killekobus en z'n vrouw", griezelde ik
en ik zette me schrap om een eventuele
aanval van deze sinistere figuren af te
slaan. Dat was helemaal niet nodig,
want de voorzitter van de club, de heer
Stroink, ontving me hartelijk en bood
me een flesje chocomel aan.
Het was er echt gezellig en al gauw was
ik over de angst voor spook en spokin
heen.
Bij de prijsuitreiking bleek n.1., dat de
geestverschijningen bestonden uit Dr.
Felix en echtgenote en die eerste prijs
was door hen zeer verdiend.
Mej. Lies Burgers voerde vele harten
mee op haar fraai costuum, maar ze wa
ren niet gebroken, dus dat komt nog. Zij
won de dames-prijs.
De heer Henk Teddenhof voerde een
machtige baard aan z'n kin mee en deze
pluk tabak, geholpen door het schilder
achtige costuum, bezorgde hem de he-
renprijs.
Misschien stelde hij Raspoetin voor, mis
schien Shylock.
De heer Stroink dankte de zustervere
niging „Hilversum" voor de belangstel
ling en toonde zich zeer gastvrij, door
me opnieuw een chocoladedronk aan te
bieden. Onder het drinken gluurde ik
stiekum naar de leuke Mickey Mouse,
die zo vrolijk met haar staartje zwaait,
de. Ik had haar vast een prijs gegeven,
maar ja, ik had niets te vertellen.