von Éssen
Soest herdenkt de gevallenen en
viert Bevrijdingsfeest*
Voor een goede bril
iPEcm
Het Broekenhuis.
Een mooie Schoen
voor weinig geld!
„SPECIAALZAAK".
OPTIE
WANNEER II VANDAAG
IN DE HOEK.
Gazelle - Raleigh - Loeömotief
fUGERS RIJWIELEN
DE STICHTSE
SCHOENENHUIZEN
VRIJDAG 6 MEI 1955.
33e JAARGANG No. 35.
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
Abonn. per kwart, 1.95 - per post 2.10
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDIJK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156
De Chinese Sluier.
De herdenking van de bevrijding in
Soest is Dinsdagavond 3 Mei in het St.
Josefgebouw begonnen met een verzets-
spel van Jan Ubink, „De Chinese Slui
er", dat opgevoerd is door zes Soester
amateur-toneelspelers, onder regie van
de heer J. C. M. Smit.
De dames L. Koppen Venhof en E. I.
Vervest-Pritschke, en de heren J. G.
van Roomen, G. J. van Megen, A. G.
van Megen en G. Veldhuizen hebben
een voortreffelijke opvoering gegeven
van dit spel, handelend in 1944 en uit
beeldend de velerlei opvattingen, welke
in de bezetting opgang maakten, vari
ërend van laksheid en onverschillig
heid tot vurig fanatisme voor de strijd
tegen de onderdrukkers.
Het is de verdienste van iedere speel
ster en speler geweest, dat de toehoor
ders volledig geconfronteerd werden
met de types, welke uitgebeeld wer
den.
Goed spel hield de aanwezigen geboeid
en een langdurig applaus was de dank
voor het gebodene, dat een waardige
inleiding tot de herdenking van de Be
vrijding vormde.
De voorzitter van het bevrijdingscomi
té, de heer J. J. J. M. Vesten, dankte
de spelers voor het brengen van dit
stuk, dat zo uitermate geschikt was om
te herinneren aan de tijd van 1940
tot 1945.
Herdenking der gevallenen.
Woensdagmiddag te half drie stonden
velen bij de ingang van de vliegbasis
Soesterberg, om deel te nemen aan de
tocht naar de plaats, waar in de oor
log 32 Nederlanders door de bezetter
Bij het dodenappèl werden de namen
van de terechtgestelden voorgelezen,
waarna kransen gelegd werden door
de Burgemeester namens de gemeente
Soest, de heer J. J. J. M. Festen na
mens het Bevrijdingscomité en de heer
H. G. Scholtmeijer namens het oor-
logsgravencomité.
Het Soesterbergs Gemengd Koor zong
„Domine salvam fac Reginam nostam"
van A. Giesen.
's Middags te 5 uur werd, tijdens een
korte plechtigheid, in de raadszaal, de
voormalige corpschef van de Soester
politie, inspecteur A. F. Schröder her
dacht, die als een der eerste Soestena-
ren werd gearresteerd en in Neuengam-
me het leven liet.
De korpschef van de politie, hoofdin
specteur C. van Es, sprak woorden ter
herdenking, in aanwezigheid van de
weduwe en de zoon van de overledene.
De velen, die de doden van de laatste
oorlog wilden eren, verzamelden zich
's avonds op de drie punten, vanwaar
de stille tochten leidden naar het mo
nument op Braamhage. Zwijgend kwa
men zij tegen acht uur op Braamhage
aan om daar, aan de voet van het mo
nument, hun bloemen te leggen, die
getuigden van de eerbied voor de dui
zenden, die hun leven voor het land
hebben gegeven.
Om 20 uur klonk een trompetsignaal,
waarna de aanwezigen stilte in acht
namen en de slachtoffers herdachten.
De Burgemeester Mr. S. P. Baron Ben-
tinck legde een krans namens de ge
meente Soest, de gemeente-secrtaris, de
heer J. J. J. M. Festen, namens het be
vrijdingscomité en de heren Scholt
meijer en Van Schaffelaar namens het
oorlogsgravencomité.
Een mannenkoor, samengesteld uit
Soester koren, zong onder leiding van
Gerard van de Schepop ,,Ecce quomodo
moritur" en twee coupletten van het
Wilhelmus.
Herdenkingsbijeenkomst
Julianakerk.
De Julianakerk was stampvol toen Ge
rard van der Schepop het grote koor,
samengesteld uit 200 zangeressen en
zangers van 9 Soester koren, het teken
gaf op te staan. Semper Avanti, Apollo,
3 Katholieke kerkkoren, De Roepstem,
Laus Deo, het Ned. Herv. Kerkkoor en
het Gemengd Koor van het Paleis
Soestdijk waren deze avond één, zoals
de honderden toeschouwers één waren
en machtig klonk het oude dankgebed
„Wilt heden nu treden", begeleid door
orgelspel van de heer G. den Broeder.
Mijn God, maak mij het sterven licht,
en zo ik heb gefaald,
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw gena,
opdat ik heenga als een man
als ik voor de lopen sta.
Dit waren de laatste regels, gesproken
door Anne Holtrop, bij de declamatie
van Jan Camperfs „De Achttien Doden",
het aangrijpende gedicht, dat de ge
voelens vertolkt van hen, die in de
bezettingsjaren wachtten op de dood
door het vuurpeleton.
Ds H. J. Lambers Heerspink noemde
het een voorrecht in de gelegenheid te
zijn een blik te slaan in het verleden.
In 1933 kwam Hitier aan de macht en
hij richtte alles op de grootmaking van
het Duitse Rijk. De heidense wereldbe
schouwing, vervat in „Der Mythos des
20en Jahrhundert" van Rosenberg, werd
gemeengoed in Duitsland, het leger
werd sterk en de Arbeidsdienst was 'n
gecamoufleerde Wehrmacht.
In 1938 vond de „Anschluss" van Oos
tenrijk plaats en in 1939 vielen de
Duitsers Polen binnen. Frankrijk en
Engeland verklaarden Duitsland de
oorlog, maar Nederland bleef neutraal.
Churchill verklaarde, dat geen land
neutraal kon blijven, maar Hitier be
weerde, dat hij eerder naar de maan
zou gaan, dan Nederland binnen vallen.
Toen kwam die stralende Meimorgen,
waarop de Duitsers onze grenzen over
trokken. Ons volk werd zwaar getrof
fen. De Koningin weg, het land bezet,
velen omgekomen. Maar het volk vond
zichzelf terug. Het was wel gebogen,
maar niet gebroken.
Eind Mei verscheen Seys Inquart in de
Ridderzaal met zijn program. Duitsland
was niet gekomen om ons een vreemde
ideologie op te dringen en het Neder
lands Recht zou van kracht blijven.
Spoedig vond echter het eerste trans
port Joden naar Westerbork plaats.
Van daar werden de mensen vervoerd
naar de gaskamers van het Derde Rijk.
In 93 treinen werden 110.000 mensen
weggevoerd, waarvan er 104.000 zijn
omgekomen.
Na de Joden kregen ook de niet-Joden
te lijden van de terreur der Duitsers.
Duizenden slachtoffers eisten de bombar
dementen, de concentratiekampen, fu
sillades, arbeidseinsatz en de honger
winter.
Thans hedenken wij deze doden met
eerbied en met weemoed. Ook aan de
nabestaanden, die vandaag weer extra
de pijn en het verdriet voelen, denken
wij. God zegene vrouwen, moeders, ou
ders en kinderen.
Waarom dit alles, vragen wij ons af.
Hij die met de Schrift te rade gaat,
zal ervaren, dat het de straf van God
is. Velen hebben dit begrepen.
Wij moeten dichter bij God en dichter
bij elkaar staan en wij moeten kracht
putten uit de Bijbel, zoals zij, die voor
het vuurpeleton hun leven lieten er
kracht uit putten.
Het groot-koor zong hierna Domine,
salvam fac reginam nostram van A.
Giesen.
Kapelaan F. A. F. Olde Lohuis sprak
van de haast ontembare kracht, waar
mee Duitsland ons in de greep van zijn
macht had en hoe tenslotte de tanks
van de geallieerden, met vlaggen ver
sierd, door onze straten reden. De
kruitdamp was opgetrokken, het slag
veld was verlaten. Het Nederlandse
volk bracht de kracht op om weer te
gaan leven. Het sloeg de handen in
elkaar en er werd herbouwd. Het kost
baarste bezit, de vrijheid, hadden wij
herkregen.
De sporen van de oorlog zijn nagenoeg
uitgewist, het leven heeft de droeve
herinnering vervaagd en de steden zijn
schoner opgebouwd dan ze vroeger wa
ren.
Wanneer wij dit bedenken, dan blijft
onze geest stilstaan bij onze vrijheid,
naar een
OTO.-GEtf
BIRKSTRAAT 2 TEL. 2874
Enorme keuze in de nieuwste model
len DAMES-, HEREN EN KINDER-
BRILLEN. Vaste prijzen.
Volledige Z.F. korting.
die met kostbaar bloed van vele land
genoten is gekocht.
Deze vrijheid betreft echter niet alleen
het verdwijnen van de Nazi-terreur,
maar het moet zijn een vrijheid zon
der willekeur tot heil van allen. Een
vrijheid van de geest, waaraan wij in
deze 10 jaren niet genoeg gebouwd
hebben. Wij moeten de vrijheid gaan
veroveren op onszelf en vrij worden,
maar gebonden aan God. Dan heeft het
vergoten bloed niet tevergeefs gevloeid.
Ik hoop, dat wij in vrede en echte
vrijheid kunnen leven tot in lengte
van dagen en genieten van de vrijheid,
die wij kunnen verdienen door onszelf
vrij te maken.
De Burgemeester memoreerde de her
denking op het vliegveld en op Braam
hage. Voor de één betekende dit een
eren van allen, die hun leven voor de
vrijheid gaven, bij de ander riep deze
herdenking het beeld van die ene va
der, man, zoon, vriend.
Wij wenden op 4 Mei de blik terug,
maar wij moeten vooruit en wij vra-
bij dat sportcolbert eens
Uw bruine broek draagt,
en morgen of overmorgen
weer eens die lichtgroene,
dan krijgt U nog 's echt
het idee anders gekleed te
gaan. Bovendien gaat de
aanschaffing van deze kle
ding niet eens gepaard met
grote uitgaven. Kijk daar
voor maar eens bij het
Broekenhuis. En U doet
er zoveel langer mee
Leeuwenstr. 33 Hilversum
gen ons af „Wat nu?". De blik naar
de toekomst schijnt piëteit voor de ge
vallenen te missen, maar wij mogen
in de toekomst zien, omdat ook zij, die
hun leven gaven in de toekomst za
gen. Zij streden voor het vrije Neder
land, dat in de toekomst zou herrij
zen. Wij handelen dus in de geest van
hen, die vielen, wanneer wij de blik
in de toekomst slaan, mits wij hun ide
aal voor ogen houden.
Onze vrijheid moet bewaard blijven.
Dit kan, wanneer wij zorgen voor een
goed samenspel in het leven. Wanneer
wij onze verantwoordelijkheid bewust
zijn, ook ten aanzien van de sfeer,
waarin de ander z'n opdracht moet
vervullen en waarvoor wij mede ver
antwoordelijk zijn. Hulp aan de naaste
is nodig en tevens begrip voor het
standpunt, dat de ander inneemt. Geef
elkaar de ruimte, durf risico te nemen.
Zorg voor solidariteit, met eerbiediging
van het standpunt van de naaste en
vervul daarmee het grote gebod: Heb
Uw naaste lief. Deze goddelijke op
dracht geldt niet alleen voor het ge
zin, maar ook voor de maatschappij.
Wij voelden dit in de bezetting zo goed,
maar wij moeten dit ook thans weten.
Wij moeten ook weten, dat vrede niet
is gebrek aan strijd, maar dat vrede is
de positieve strijd tegen onszelf en te
gen het kwade.
De bijeenkomst werd besloten met het
zingen van 2 coupletten van het Wil
helmus.
Herauten.
In de kille ochtend verschenen vier
herauten, keurig uitgedost, voor het
Gemeentehuis, om uit handen van de
voorzitter van het bevrijdingscomité
de oorkonden te ontvangen, bestemd
om te worden bekend gemaakt aan de
Soester bevolking. Twee gingen in de
richting van de Molenstraat, twee naar
Nieuwerhoek en daar werd voor de
eerste maal de oproep aan de Soester
bevolking voorgelezen en verzocht het
bevrijdingsfeest te vieren.
Om kwart voor acht stonden vele kin
deren, bijeengebracht door het Soester
jeugdcontact, op het Kerkplein, waar
ook de Burgemeester en het feest
comité aanwezig waren. P.V.O. speel
de „Wilt heden nu treden" en Bert
Hoorn declameerde.
Twee padvinders stonden aan weerszij
den van een meisje en gedrieën hesen
ze de vlag.
De Burgemeester sprak tot de kinderen,
waarvan de meesten niets uit eigen
herinnering van de bezetting en de
bevrijding weten. Het was daarom goed,
dat de jeugd hier door de jeugd,
i.c. het Soester jeugdcontact, was sa
mengebracht, om te horen met hoe
veel verlangen de ouderen ruim tien
jaar geleden de bevrijding tegemoet
gezien hebben. De Burgemeester wens-
j te de kinderen een prettig feest toer
maar hij wees ze er op, dat de vrijheid
discipline eist en dat vrijheid innerlij
ke gebondenheid betekent.
Dankstond.
Te half negen begonnen de Dankdien
sten in de Wilhelminakerk, de Juliana
kerk, waarin gesproken werd door ds
W. Ruiters en de heer J. W. Ooms en
in het kerkgebouw van de Nederland
se Protestanten Bond, waar Mej. Jolles
de dienst leidde.
Wij konden alleen de dankstond in de
Wilhelminakerk bijwonen, welke was
belegd door de Hervormde en de Ge
reformeerde Kerken.
Het gemengd koor „Laus Deo" zong,
onder leiding van de heer A. B. v. d.
Broek, „Kom nu met zang" en „Ge
lukkig is het land".
Ds. Rullmann sprak over Ezechiël 36
vers 22-28, daarbij beklemtonend, wat
in het eerste vers staat: „Ik doe het
niet om uwentwil, maar om mijn hei
ligen naam", hetgeen als het ware een
vonnis inhoudt. God heeft ons uit de
nood geholpen en ons bevrijdt, maar
niet om onzentwil, daar van verdienste
geen sprake kan zijn.
Het koor zong daarna „Wilt heden nu
treden" en „Hoe lieflijk, hoe vol heil
genot", waarna ds D. van Krugten als
tekst voorlas Johannes 8 vers 34-36,
waarvan in het bijzonder de woorden
„Indien dan de zoon U vrijgemaakt
zal hebben, zo zult ge waarlijk vrij
zijn" betekenis hebben voor de herden
king van de bevrijding.
Wij zijn samengekomen om de bevrij
ding te vieren, maar er is nog een an
dere vrijheid en het verheugt ons, dat
wij hierover spreken mogen. Het is de
vrijheid voor eeuwig, waaraan men ge
loven moet. Sta in deze vrijheid, werk
in deze vrijheid en sterf in deze vrij
heid.
Het „Dankt, dankt nu allen God" en
twee coupletten van het Wilhelmus be
sloten deze dankstond.
Wagenspel.
Te 10 uur reed een wagen naar het
terrein van „Zonnegloren", om daar de
eerste voorstelling te geven van het
wagenspel „De Schaf'.
De uitvoerenden, die het stuk brach
ten, waren geen beroepsspelers, maar
het ging uitstekend en „De Schat" is
een kostelijk verhaal van hebzucht.
Nettie van Zoest had de leiding van
het spel.
De tweede voorstelling vond op de
Driehoeksweg plaats, de derde bij het
raadhuis, de vierde op de Korte Hart-
weg en de laatste op het Kerkplein.
De R.K. Zeeverkenners hebben de kin
deren een grote dienst bewezen door
Jan Klaassen en Katrijn het een en
ander te laten beleven. Dit ging ook
al over geld en een heks speelde een
grote rol. Ze dreigde heel Soest te be
heksen, maar dat is er niet van geko
men.
Er was veel belangstelling voor dit
Oud-Hollands vermaak, maar teveel
van volwassenen, waardoor niet alle
kinderen ten volle konden genieten.
Er werden voorstellingen gegeven op
We mogen de heren van Waterstaat,
zoals ik van de week hoorde zeggen,
er natuurlijk niet van verdenken, dat
onze gemeente bij hen in een slechte
geur staat. Daar zijn de heren te ver
standig voor en voeren zij te veel ti
tels.
Maar, dat er bij Waterstaat een frisse
wind door de gelederen waait, kan
ik toch ook niet zeggen. Zeker niet,
wanneer het zaken betreft, die met
bomen te maken hebben, want de ma
nier, waarop zij bij herhaling hun best
hebben gedaan de zaken in Soest in de
war te schoppen, was bepaald klein
geestig en gaf al heel weinig blijk van
de stemming, die bij iedere Nederlan
der, bij de herdenking van onze 10-
jarige vrijheid, wordt verondersteld
aanwezig te zijn.
Hoe hooggeplaatste ambtenaren er toe
kunnen komen aan hun minderen op
dracht te geven om de zonder schade
voor bomen en lichtzuilen aangebrachte
versieringen af te breken, welke niet
anders gezien kunnen worden als uitin
gen van onze grote vreugde om 10 jaar
vrijheid, is me een raadsel.
Ergens in de papieren paperassen win
kel zullen deze mensen wel weer in
hun recht staan, maar om uitvoering
te geven aan zo iets dwaas, is in deze
dagen toch wel heel erg.
Beter had men kunnen zeggen Ver
sieren jullie de rijksweg maar van
Trier tot Birkhoven en maak daarbij
vooral gebruik van de bomen en alles
wat je van ons nodig hebt. Wij, Wa
terstaat, zullen alles betalen, omdat
jullie in de brandstofloze winter onze
bomen zo prachtig hebt gespaard.
Nu krijg je de malle situatie, dat ge
meenteambtenaren in „verzet" komen
tegen rijksambtenaren.
Nog gekkere veronderstellingen werden
geuit, waarvan er één was, dat er bij
Waterstaat zeker een ondergedoken
S.S.-er zit, die op deze manier zijn mis
noegen over de herkregen vrijheid ken
baar wilde maken.
Dit is natuurlijk even dwaas als te
denken, dat de „vertoning" op touw
gezet zou zijn om Soest te pom
dat wij (althans ondergetekende) ja
renlang hebben gezeurd over de bomen
langs de hoofdweg, waarop Waterstaat
zo zuinig is, waarbij ik overigens maar
voor de helft m'n zin kreeg, want,
wanneer het aan mij lag, ging het hele
zwikje er uit.
Maar helaas (en misschien gelukkig)
ben ik Waterstaat niet.
H. OEKMAN.
KERKSTRAAT 3 -S0EST-TEL2030
de Nieuweweg, Korte Hartweg, Kerk
plein en Driehoeksweg.
Burgerbijeenkomst.
Te tien uur waren een groot deel vair
de jonge mensen, die dit jaar stemge
rechtigd worden, bijeen in het St. Jo-
sefgebouw, waar de burgemeester hen
en Prof. Mr. L. W. G. Scholten, de
spreker, vedwelkomde. Spr. vroeg zich
af, waarom juist de 5e Mei, een dag
vol gebeurtenissen en feestelijkheden,
gekozen was. Omdat deze 5e Mei zo
duidelijk laat zien, dat de bevrijding
nodig was om het mogelijk te maken,
dat deze jongeren stemgerechtigd wer
den.
De heer C. van Brummelen, voorzitter
van de Soester Bakkerspatroonsver.,
trad toen naar voren en wees op het
feit, dat met de bevrijding gratis het
Zweedse wittebrood werd verstrekt. Een
landelijke actie zal op 6 en 7 Mei voor
het Rode Kruis en voor de Stichting
1940-1945 geld inzamelen door de ver
koop van vlaggetjes.
De Soester bakkers hebben gemeend
zelf ook iets te moeten doen en daar
voor hebben zij bij de Flieg-uut een
bord laten maken, dat o.m. bedoeld
is als hulde aan de vrouwen, die tij
dens de ergste nood bleven zorgen. Het
bord, ontworpen door de heer Van
Ham, stelt een Soester vrouw voor, die
een brood ontvangt van een Zweedse
vrouw. „Ik heb honger gehad en gij
hebt mij te eten gegeven", luidt het
randschrift.
De heer Van Brummelen bood de Bur
gemeester dit bord aan, hetwelk dank
baar werd aanvaard. De burgemeester
wees er op, dat dit eigenlijk een om
gekeerde gang van zaken is. In 1945
boden de bakkers de burgerij gratis
brood aan en nu ontvangen de bakkers
geen geschenk van de burgers, maar de
burgers door het gemeentebestuur
een wandbord van de bakkers. Dit bord
zal steeds de herinnering wakker houden
aan 'n tijd van honger, maar ook van
internationale burgerzin.
De eerste penning, bestemd voor uit
reiking aan hem of haar, die het na-
tuurlandschaps- en stedelijk schoon der
gemeente Soest het meest bevorderde,
moet nog geslagen worden, maar werd
toegekend aan het bestuur van de Pe
trus en Paulus kerk aan de Steenhoff-
straat voor de nobele geste van de
grondschenking ten behoeve van de
aanleg van het Kerkplein, waardoor
onze gemeente een bijzonder mooi
punt gekregen heeft. Pastoor Voss nam
uit handen van de burgemeester het
schrijven van B. en W. in ontvangst
en dankte voor de onderscheiding aan
het Kerkbestuur verleend.
Anne Holtrop declameerde „Nieuw Ne
derlands Lied 1940" van Anton van
Duinkerken en de ontroerende ballade
van de ter dood veroordeelden van Yge
Foppema.
Prof. Mr. L. G. W. Scholten sprak
hierna over Burgerschap en Burger
zin, daarbij wijzend op de inhuldiging
van Koningin Juliana in 1948, om dui-