Waarom alleen aftrek
voor lijfrentepremie?
TWEEDE BLAD
Ds A. J. Eykman
een halve eeuw predikant.
SOEST
VAN DE „SOESTER COURANT"
VAN VRIJDAG 5 AUGUSTUS.
Er zijn nog andere mogelijkheden.
Bij de belastingverlagingen, die aan
staande zijn, wordt ook een verhoogde
aftrek voor lijfrentepremieën toege
staan. In de toekomst mag elke belas
tingplichtige, ongeacht of hij gehuwd
of ongehuwd is, kinderen heeft of geen
kinderen, een bedrag van ten hoogste
3600.per jaar aftrekken voor het
betalen van lijfrentepremieën.
De overheid gaat dus de bezitters van
middelgrote en grote inkomens stimu
leren in het afsluiten van lijfrentever
zekeringen. Het doel is stellig om ie
mand in staat te stellen zijn inkomen
gedurende het leven zo te verdelen,
dat hij bij wijze van spreken van de
wieg tot het graf over een jaarlijks
gelijke geldstroom kan beschikken. De
fiscus komt daar niet aan te kort, want
niet zodra begint de verzekeringsmaat
schappij met de uitkeringen, of de in
specteur van belastingen gaat die uit
keringen als inkomen zien.
Per saldo komt het er op neer, dat het
vroeger afgetrokken inkomen uiteinde
lijk toch nog wordt belast, maar de
belastingplichtigen hebben toch voor
deel, omdat zij in hun jonge jaren van
dit inkomen meer belasting hadden
moeten betalen. Toen verdienden zij
immers veel meer en dus werkte de
progressie in de belasting veel ster
ker.
Staatsreclame voor eenheidspoppen.
Het is duidelijk, dat het sparen in de
vorm van een lijfrenteverzekering langs
deze weg een steun in de rug krijgt
van de overheid. De regering gaat de
bevolking de weg wijzen bij het vinden
van voordelige spaarmogelijkheden en
dit is principiëel onjuist.
Men maakt van het Nederlandse volk
een gemeenschap van eenheidspoppen,
die zich zoeken te verzekeren van een
inkomen gedurende het leven en men
laat de eigenlijke kapitaalvorming over
aan de verzekeringsmaatschappijen.
Deze kunnen krachtens daartoe strek
kende voorschriften hun geld moeilijk
risicodragend beleggen, zodat het mi
nisterie van financiën een vloedgolf
van geschikte middelen voor staatsle
ningen zal krijgen aangeboden.
Dat men hier uiteindelijk aan particu
liere maatschappijen een unieke recla
me in de schoot werpt en een ontoe
laatbare voorsprong verschaft bij het
werven van klandizie voor lijfrente,
daar wordt niet over gesproken. Van
werkelijke kapitaalvorming door bur
gers is hier practisch geen sprake, het
gaat meer om de verzekering van in
komen voor de oude dag.
Huizen sparen.
Wij denken in dit verband aan de be
sparing die dient voor aankoop van een
eigen huis. Indien men jaarlijks een
bepaald bedrag belastingvrij zou mogen
afzonderen, waarbij men direct tot aan
koop van een huis zou overgaan met
een hypothecair crediet, dan zou de
fiscus op deze besparing evenzeer con
trole kunnen uitoefenen. Immers ook
de onroerende goederen zijn in Neder
land uitstekend naar de eigendom ge-
administratreerd.
Zouden de in een huis geïnvesteerde
middelen door verkoop van het perceel
likwide worden gemaakt, dan wordt
dit direct bekend. De opbrengst zou
dan evenzeer kunnen worden belast,
hetzij door bij telling bij het inkomen
van het betrokken jaar, hetzij door
toepassing van een bijzonder tarief.
Men zou bij deze vorm van belasting
vrij sparen eveneens rekening kunnen
houden met eventuele waardevermeer
dering of vermindering van het geld,
omdat deze bij verkoop direct naar
voren komt.
Verkoopt de spaarder zijn huis niet,
dan zou de fiscale claim die er op
rust, na zijn vijf en zestigste jaar kun
nen worden gerealiseerd door een jaar
lijkse toevoeging van een bepaald per
centage van de waarde aan het in
komen, dat dan gemeenlijk lager zal
zijn dan tijdens de productieve jaren.
Mocht de spaarder overlijden, dan kan
de vordering van de fiscus direct met
de erven worden verrekend. Men kan
de jaarlijkse aftrek hiervoor, evenals
bij de lijfrente, beperken tot een be
paald bedrag en men kan tevens stel
len, dat deze besparing alleen plaats
kan vinden voor de verwerving van
een eigen huis.
Twee vliegen in één klap.
Wij menen, dat de particuliere eigen
domsvorming moet worden gestimu
leerd. Het belastingsysteem, zoals wij
dat thans kennen, doet aan de bezits
vorming geen goed. Wie geen eigendom
heeft, komt er door de hoge tarieven
van de fiscus bijna niet aantoe, wie
het nog wel heeft, ziet het verminderen
door geldontwaarding enz.
Niet alleen de vorming van eigendom
wordt met belastingvrij sparen voor
een eigen huis bevorderd, ook de so
ciale nood van het woonruimtetekort
wordt met dit middel effectief bestre
den. Wellicht wordt met het bewande
len van deze weg de regering tevens
gevrijwaard voor het uittrekken van
grote sommen voor premies, teneinde
de particuliere woningbouw te bevor
deren. Dat deze in de loop der jaren
geducht in het gedrang is geraakt,
staat als een paal boven water.
Tenslotte achten wij het een voordeel
dat langs deze weg begrip wordt ge
wekt voor kostenproblemen, verbonden
aan het bezit van een eigen huis. De
bouw van kazernes wordt afbreuk ge
daan, terwijl ook de kleine aannemers
weer meer kansen krijgen om nog eens
een huis te bouwen.
Het belastingvrij sparen voor een huis
is slechts als voorbeeld gesteld om aan
te tonen, dat het aanwenden van be
sparingen voor lijfrentestortingen niet
noodzakelijk is om toch een weg te
vinden voor het scheppen van onbelaste
spaarmogelijkheden. Rechtvaardiger
nog zou het zijn, wanneer elke belas
tingplichtige een bepaalde aftrek zou
worden toegestaan voor spaardoelein-
den, onverschillig in welke richting
hij die gebruikt. Maar deze wens zal
voorlopig nog wel geen werkelijkheid
worden, want de minister van Finan
ciën is nog niet bepaald royaal ge
worden.
Wanneer U het feit, dat Ds A. J. Eyk
man, emeritus predikant te Soestdijk,
morgen de dag herdenkt, waarop hij
voor 50 jaar werd bevestigd als predi
kant van de Nederlandse Hervormde
Kerk een bijzonder feit acht, dan zal Ds
Eykman U zelf zeggen, dat dit niet
het geval is, daar hij dertien jaar
geleden met emeritaat ging. Zijn vader,,
die hem in 1905 te Meliskerke in Zee
land in het ambt bevestigde beleefde
de dag, dat hij 53 jaar predikant was
en het ambt tevens 53 jaar vervulde en
dit acht Ds Eykman wel 'n verdienste.
Bij een bezoek aan Ds Eykman treft
men een prettig causeur, die echter
weinig ophef maakt van eigen werk
en die er eigenlijk niet zo veel voor
voelt op te sommen wat er in die 50
jaren gebeurde. Van 1905 tot 1912
stond de jubilaris in Meliskerke en
van 1912 tot 1923 in Hattem en daar
vervulde Ds Eykman ook andere taken
dan het predikambt.
In de Hattemse krant schreef hij enige
jaren artikelen en met genoegen praat
hij over dit werk en tevens was hij
leraar in de Nederlandse taal op een
wat bijzondere wijze. In de mobilisatie
14-18 waren er n.1. Duitsers geïnter
neerd in een kamp bij Hattem, die
jarenlang in Engeland' gewoond had
den en vaak geheel verengelst waren.
Omdat ze echter Duitser gebleven wa
ren werden ze bij het begin van de
oorlog geïnterneerd en al spoedig wer
den ze naar ons land gestuurd. De
internering duurde lang en velen wil
den Nederlands leren, wat een hele
tour was en Ds Eykman heeft er heel
wat uren aan besteed.
Zes jaar lang stond Ds Eykman in
Sebaldeburen in Groningen en de ju
bilaris vindt dit verreweg de prettigste
gemeente. Als Groninger van geboorte
voelde hij zich hier thuis en de be
woners van deze gemeente misten
volkomen de kleinzieligheid, die Ds
Eykman in andere gemeenten heeft
leren verfoeien.
Ook de lauwheid miste hij daar en dit
was voor deze strijdbare figuur een
weldaad. De mensen waren hier op
vallend eerlijk en oprecht in de om
gang en de achterbaksheid, waaraan
Ds Eykman zich altijd bijzonder geër
gerd heeft, was hen vreemd.
Wanneer de dominé het nodig oordeel
de op Zondagmiddag even een houtje
te hakken omdat de pastoriekachel
het dreigde op te geven, dan ging het
niet als een lopend vuurtje door het
dorp dat de dominé op Zondag hout
hakte, zoals dat in andere gemeenten
het geval was, maar men vond dit heel
gewoon.
Ook denkt Ds Eykman met plezier aan
het werk voor de evangelisatiegemeen
ten Grootegast en Grijpskerk, die niet
over een predikant beschikten en voor
Avondmaal, Doop en Huwelijksinzege
ning op de hulp van Ds Eykman aan
gewezen waren.
Ds Eykman is blij, dat hij geijverd
heeft op velerlei terrein, al bezorgde
deze activiteit hem naast vrienden te
genstanders, die in een dominé niet
graag de strijder zien.
Op politiek terrein heeft Ds Eykman
zich slechts korte tijd bewogen, omdat
hij de mening was toegedaan, dat dit
de uitoefening van het predikambt zou
schaden. En het predikambt betekende
zeer veel voor de dominé, die morgen
terug kan zien op een halve eeuw,
waarin veel veranderde maar niet de
rotsvaste overtuiging van Ds Eykman,
dat de prediking alles is, dat de recht-
vaardigmaking door het geloof de kern
van de zaak is en dat de rest als over
tollig beschouwd kan worden voor zo
ver het de aandacht afleidt van deze
alles omvattende kern.
Niet de kerkorde is één maar de pre
diking en deze overtuiging had Ds Eyk
man in 1905 en die heeft hij nog in 1955
nu hij terug ziet op een leven, waarin
hij de strijd niet geschuwd heeft, wan
neer het er om ging op de bres te
staan voor z'n overtuiging.
Ieder Christen moet naar de mening
van Ds Eykman deze strijd niet ontlo
pen, daar men hiermee lauwheid en
laksheid en vormchristendom voorkomt.
Ds Eykman betreurt het, dat de wereld,
de kerk, de gemeente thans daden wil
zien en daardoor zo gemakkelijk voor
bij gaat aan de prediking des Woords.
Vroeger was de preekstoel meestal het
middelpunt van de kerk en Ds Eyk
man acht het typerend voor de huidige
opvatting, dat bij het bouwen van ker
ken de preekstoel niet meer in het
midden komt. Dit schijnt er op te wij
zen dat de prediking bijzaak geworden
is. Wij, ons werk, onze vereniging,
onze vergadering zijn hoofdzaak ge
worden. Onze stem, onze gebaren, on
ze liturgie en niet de eenvoudige pre
diking van Gods Woord staat op de
voorgrond en dit acht Ds Eykman on
juist, zoals hij dit steeds onjuist ge
vonden heeft. Een scheppend woord is
daad, werkelijkheid en leven en men
kan er de kracht uitputten tot elke
hervorming naar de geest Gods.
Ds Eykman is van mening, dat ,,de
dood zo vaak in de pot is" in het le
ven der mensen en evenzeer in het
leven van de Kerk en hij verheugt er
zich na vijftig jaar over steeds gepoogd
te hebben het leven gaande te houden
hij hen met wie hij in contact kwam.
Dit leven moest echter uit het ge
loof zijn, dat niet tot schade van Kerk,
Staat, gezin en van de eigen ziel was
en het brandpunt van dit leven moest
zijn de rechtvaardigmaking door het
geloof alleen.
Zo was het voor vijftig jaar en zo
is het nu voor Ds Eykman.
WEEKEND-WIJDING.
Programma voor de Weekend-Wijding
op Zaterdag 6 Augustus, 's avonds te
8 uur. in de Geref. Kerk, Julianalaan.
1. Orgel.
Koraalbewerking. J. S. Bach.
a. Wir glauben all' an einer Gott,
Schöpfer. b. Auf meinen lieben Gott.
2. Zang. Sopraan.
a. Aria uit „The Messiah" G. F. Handel.
Come unto Him. b. Aria uit „The Mes
siah" G. F. Handel. How beautiful
are the feet of them.
3. Declamatie.
Rey van Engelen uit Vondels „Lucifer".
4. Zang. Sopraan.
Aria uit Pinkstercantate J. S. Bach.
Mein glaubiges Herze.