s W. N. Nicuwenhuis JEUGDHERBERG „DE HEIDEBLOEM"". Burgerlijke stand. Belasting-steekspel bij overdracht van bedrijven. TELEVISIE EN RADIO KAPITEIN FANTOME AUTOMISÈRE. v. Weedestraat 23 Tel. 2577 Aanleg en onderhoud van GASleidingen en gasapparaten WATERleidingen en Sanitaire installaties ELECTR. Techn. Install.bur DAKBEDEKKINGEN en onderhoud van daken. Stofzuigers enz. ook op gemak kelijke betalingsvoorwaarden. Wanneer U een zoon of dochter hebt, die veertien jaar is, dan kan hij of zij met weinig geld en veel treklust er tientallen vaders en moeders bijkrijgen. Thuis is het paps en mams of pa en ma, maar in de jeugdherberg, waar Uw veertienjarige terecht kan is het heel plechtig vader en moeder. De heer en mevrouw Gardien, jeugd- herbergvader en jeugdherbergmoeder in de Bosstraat, zijn al bijna tien jaar lang de tijdelijke vader en moeder geweest van tienduizenden kinderen uit tientallen landen. Heel veel Neder landers, veel Duitsers, Fransen, Engel sen, Denen, Noren, Zweden, Amerika nen, Canadezen en Nieuw Zeelanders. Zij allen hebben in de jeugdherberg De Heidebloem voor een dag en een nacht of voor een paar dagen een vader en moeder gehad, die hen de indruk gaven, dat ze thuis waren. Ook die neger uit Nigeria. Wat is het heerlijk stil in de om geving van de Bosstraat, wanneer de zomeravond valt en de meisjes en jon gens, de treksters en trekkers, terug komen naar hun tijdelijk tehuis, waar de thee wacht en straks het bed. Som migen gaan naar binnen, om te schrij ven, te praten of te lezen, maar anderen gaan naar „het openluchttheater", de grote kuil met de amphitheatersgewijs aangebrachte treden, die een goede gelegenheid tot zitten en kijken bie den. Deze kuil, met in het midden 'n tegelvloer is in vier jaar uitgegraven en klaar gemaakt door enthousiaste jongeren. De vader haalt zijn fluit en legt uit wat er gebeuren gaat bij „De Tover cirkel", een volksdans, die de meisjes en jongens zullen gaan uitvoeren. „Zeg, doe die sigaret uit je hoofd", is het vriendelijk en duidelijk verzoek aan een zeventienjarige, die vergat, dat roken in en bij een jeugdherberg taboe is, al wordt er wel eens een oogje dicht geknepen, wanneer de jongelui niet in de herberg zijn. Er wordt gedanst op het heldere fluit spel en na „De Tovercirkel" volgt een galop en „De Ringelrij" en twee Duitse GEBOREN Sylvia, dochter van R. Robert, kan toorbediende, en M. J. de Vries, Bes- semerstraat 7 hs, Amsterdam. Helena Maria, dochter van J. A. van Arkel, ambtenaar N.S., en G. W. A. Lock, Julianalaan 86. Yvonne, dochter van R. Vogel, metselaar, en G. Huisman, Van Maarenstraat 11. Ronald, zoon van J. Schlebaum, metaalbewerker, en S. van Dijk, Schaepmanstraat 7. Adri- ana, dochter van S. Binksma, vormer, en G. Jansen, Utrecht, Vleutenseweg 145. Hendrik, zoon van J. A. Croon, vertegenwoordiger, en J. Rozendaal, Ossendamweg 15. Elisabeth Antonia Teuntje, dochter van A. H. Koehof, magazijnbediende, en J. Kraaikamp, Gallenkamp Pelsweg 22. Hendrik, zoon van A. Langeveld, belastingambtenaar, en A. B. Laseur, Moerbessenberg 3. Gijsbertus Cornelis, zoon van C. van de Steeg, timmerman, en H. Walraven, Baarn, Laanstraat 44. Maria Antonia, dochter van P. J. Wantenaar, land bouwer, en A. H. van 't Klooster, Birk- straat 131. Sophia en Everdina, doch ters van T. Jansen, bosarbeider, en M. de Bree, Schoolstraat 38. Johannes, zoon van J. Westerveld, los werkman, en M. W. Kok, Korteweg 17. ONDERTROUWD Nicolaas Lambrechts, fabrieksarbeider, Frans Halsstraat 49, Amersfoort en Christina Johanna Wilhelmina Kraaij, Kolonieweg 1. Datum huwelijk 24 September 1955. Jochem Wallenburg, radiomonteur, Olmstraat 2, Utrecht en Clara Blok, Nieuweweg 100. Datum huwelijk onbepaald. GEHUWD Frederik Kielman, verkoopleider, Ho- gendam 9, Zaandam en Hansje Jane Carla Löhr, Vredehofstraat 10. Adres na huwelijk Hogendam 9, Zaandam. Theodorus Petrus Hilhorst, afdelings chef, Birkstraat 123 en Wilhelmina Petronella Theresia Kok, Koppelweg 26, Zeist. Adres na huwelijk Koppel- weg 86, Zeist. Bernardus Canisius van Dongen, leraar, Leidseweg 35, Voor schoten en Maria Catharina Mahieu, Stadhouderslaan 82. Adres na huwe lijk Leidseweg 35, Voorschoten. OVERLEDEN Elisabeth van Gerven, 81 jaar, weduwe van Y. A. Boonekamp, Gen. Winkel manstraat 17. Hendrik van Asch, 60 jaar, echtgenoot van A. E. Kok, Beu kenlaan 51. Bartus de Beer, 66 jaar, echtgenoot van L. C. B. Telman, Klaar- waterweg 99. meisjes, die eerst toegekeken hebben, komen er nu ook bij. Dan is het donker geworden en we gaan naar binnen, het gebouw in, dat zeer doelmatig ingericht is toen het in 1953 verbouwd werd. In de ruime hall is het aanmeldings bureau en als de trekster of trekker ingeschreven is, dan wordt er meestal direct afgerekend. Voor nachtlogies 95 cent, voor ontbijt 25 cent, voor thee 's avonds en 's morgens 25 cent en voor de warme maaltijd 1.05. Op mijn vraag of dit zo'n beetje al tijd stampot is, kreeg "ik te horen, dat dit practisch nooit stampot is, maar ruim voldoende aardappelen, rauwe en gekookte groente en alles wat thuis ook gegeten wordt. Zijn er een paar knaapjes, die er een sport van maken tegen elkaar op te eten, dan wordt daar natuurlijk net zo goed een stokje voor gestoken als thuis, want men rekent wel op gezonde flinke eters, maar niet op eetwolven, die en record willen verbeteren. Er zijn ruime rekken voor de bagage van de jongelui, de wasgelegenheid is ruim en douches zorgen er voor, dat de schuld niet aan de jeugdher berg gegeven kan worden, wanneer de vacantiegangers met vuile voeten thuis komen. De slaapzalen op de Heidebloem bie den plaats aan 76 meisjes en jongens. De meisjesslaapzaal heeft enkele rijen bedden, de jongens slapen naast en boven elkaar. Er is ruimte genoeg in deze slaapvertrekken en er zouden nog wel bedden bij kunnen, maar dan zouden de jeugdige gasten niet in de eet- en conversatiezaal kunnen. De jeugdherbergen, waarvan er bijna 60 in ons land zijn, hebben tot doel jonge trekkers eet- en slaapgelegen heid te bieden en ze zijn ingericht op 'n kort verblijf van de trekster of trekker, al is het niet verboden enige dagen op dezelfde plaats te verblijven. Voor iedereen geldt echter: „Van 10 tot 3 is trekkerstijd, waarin de trekker de herberg mijdt". Dit houdt dus in, dat in normale gevallen de herberg van 10 tot 3 gesloten is. Dan moeten de jongens en meisjes onderweg zijn naar de volgende herberg of een tocht in de buurt maken, wanneer ze nog een dag blijven. Met regenachtig weer wordt hier natuurlijk een uitzondering op gemaakt, want de herberg moet een tehuis zijn. Het was opvallend hoe fris en netjes het er in De Heidebloem uitzag. Aan de keuken was niet te zien, dat er een paar uur te voren voor zo'n tachtig man gekookt werd, want de jongelui hadden zelf alles schoon gemaakt en opgeruimd en aan de slaapzalen was niet te zien, dat hier jongelui huis den, die thuis vaak een broertje dood hebben aan het ordelijk, houden van hun kamer. Alle dekens lagen netjes op dezelfde manier gevouwen, wach tend op hen, die om tien uur naar bed zouden gaan, om er onder te krui pen. Maar met een laken om op en onder te liggen, want daar wordt op gelet. De jongelui mogen die zelf mee brengen en als ze deze lingerie niet bij zich hebben, dan is dit te huur. Een gemakzuchtig „het kan mij niets schelen" wordt niet geduld, want het kan anderen, die onder die dekens moeten, wel schelen. Veertienjarigen kunnen in de jeugd herberg terecht, maar ook vijf en der tig jarigen, hoewel men die zelden ziet. Meisjes en jongens beneden 18 jaar vormen het grootste percentage van de gasten in de jeugdherberg. Onder hen zijn wel zelfkokers, maar niet veel. Toch heeft De Heide bloem een prachtige kookgelegenheid voor deze jongelui. De meesten geven echter de voorkeur aan het warme maal uit de herbergkeuken. Het ont bijt verzorgen de jeugdige gasten ech ter wel vaak zelf en daar is geen bezwaar tegen. Dit ontbijt vindt om streeks acht uur plaats, nadat de va cantiegangers om 7 uur gewekt zijn. Tegen negen uur zijn de meesten dan al op weg naar de volgende herberg, waar een andere vader en moeder wachten, die steeds voor hun duizenden kinderen, die ze per jaar te verzorgen hebben klaar staan. In de zomer zijn het er veel, in de winter weinig, maar ook dan kan men in de jeugdherber gen terecht. Dan is men echter ver plicht zijn komst aan te kondigen, omdat men niet wil, dat de jonge gas ten in onverwarmde vertrekken ko men. En dat alles voor slechts 2.50 per jaar plus de lage kosten voor verblijf en voeding. Ontelbare jonge ren maken van deze herbergen ge bruik om voor weinig geld door het hele land te trekken. In De Heidebloem komen er 6000 tot 6500 per jaar en voor 40 °/o zijn dit schoolklassen. Pro- centsgewijs komen er in Soest niet zoveel vreemdelingen, omdat onze ge meente z'n jeugdherberg wat ver van de grote weg heeft, maar toch heeft zelfs een Spanjaard in z'n eentje de weg naar de Bosstraat kunnen vin den. Vier en twintig jaar geleden werd de jeugdherberg in de Bosstraat ge vestigd in de Oude Engendaalschool en vier en twintig maal zesduizend jongeren hebben kunnen genieten van de mooie Soester omgeving en gege ten en gerust in de jeugdherberg „De Heidebloem", die tijdelijk hun tehuis was. Ze hebben er pret gemaakt, maar ook samen gewerkt en met opgeruimd gezicht de karweitjes opgeknapt, waar ze thuis zo weinig voor voelen. En dit systeem is juist gebleken. Wanneer iedere bezoeker wat meer betaalde, dan zou er een kracht aan gesteld kunnen worden om deze cor veebaantjes te verrichten, maar het is veel beter, dat de jongelui dit zelf doen. En dat gaat prima, al zegt men wel eens, dat de jeugd van tegenwoor dig niet zo is als de vooroorlogse jeugd. Hier blijkt, dat dit heus wel mee valt en dat een verstandige her bergvader en herbergmoeder best kun nen opschieten met hun duizenden kin deren voor één dag. Van de belastingregels, die we de laatste jaren kennen, is een der meest gevreesde en gehate, die welke be trekking heeft op de liquidatie van een zaak, waarvan vooral detaillis ten en andere middenstanders de dupe worden bij overlijden of bij overdracht van een zaak. Deze liquidatie-regels worden ook toe gepast wanneer een weduwe de zaak van haar overleden echtgenoot voort zet, of een zoon de zaak van zijn vader overneemt. Alle „stille reserves" wor den dan belast en er vindt een her waardering plaats, zodat alle overge nomen onroerende en roerende goe deren praktisch steeds tegen een ho gere waarde op de balans moeten wor den opgenomen. Ook de „goodwill" voor zover deze niet aan de persoon van de uittredende of gestorven eigenaar hangt, wordt belast. Nu is het wel reeds zo, dat de hier door ontstane hoge belastingschuld meestal in vijf jaren mag worden vol daan, maar de zorgen zijn er niet minder om. Eerste verlichting. Uit de vele protesten resulteerde een eerste verlichting, in de vorm van een vrijstelling van de eerste 5000. liquidatiewinst. Deze vermindering is niet hoog wanneer men b.v. denkt aan de waardestijging van gebouwen. Een winkelpand stond voor de oorlog bijvoorbeeld te boek voor 10.000. De waardering was meestal niet aan de ruime kant. Thans is datzelfde pand in veel gevallen 30.000.waard. Het gevolg is een bedrijfwinst van 20.000.Gelukkig wordt er naar gestreefd de fiscale lasten op dit ter rein verder te verminderen. Zo hou den de jongste belastingwijzigingen een verhoging in van de aftrek voor li quidatie-overdracht van 5000.tot 7500.—. Alhoewel deze verbetering wel moet worden toegejuicht, kan men nog niet spreken van een bevredigende oplos sing. In ieder geval zal men o.i. zo ver moeten gaan, dat een weduwe en/of kinderen bij overlijden de zaak kunnen overnemen, zonder deze bedreiging van liquidatie of solvabiliteit. Bij de bedrijfsvoering moeten ouders het ge noegen hebben te weten, dat zij iets kunnen opbouwen voor hun kinderen. De continuïteit van een zaak mag niet bedreigd worden door het ontstaan van schudden bij een geval van over lijden. Meten met twee maten. De N.V. neemt hier een bevoorrechte positie in boven de eenmanszaak en wij achten de fiscale bepalingen om trent overdracht een voortdurend drei gend zwaard voor middenstandszaken. Bij overname door anderen dan kinde ren of weduwe treedt een nieuwe ver- mogensbezitter toe. Voor dit geval zal de fiscus een andere houding kun nen aannemen. Vanzelfsprekend doen eigenaars van eenmanszaken, die hun bedrijf wil len verkopen, alles om aan de drei gende heffing aan de fiscus te ontko men. Allerlei constructies worden uit gedacht om fiscaal de eigendom aan de oude eigenaar te laten, terwijl er economisch toch veranderingen optre den. Wij denken aan overeenkomsten met lijfrente en verhuur van een zaak. Er zitten zoveel haken en ogen aan deze regelingen, dat men er het beste aan doet het advies van deskundigen in te roepen. Zelfs deze deskundigen kunnen hier bij voor grote verrassingen komen te staan, omdat veel gemaakte ovedrachts- constructies zich door de aard der zaak op het grensgebied bevinden tus sen overdracht en behoud van de be staande toestand. Veel van de me ningsverschillen tussen de inspecteurs en de belanghebbenden vinden ten slotte hun weg naar de Hoge Raad, die dan het laatste woord spreekt. Bij het vernemen van de uitspraak van dit hoogste college in rechtspraak fronsen beurtelings de inspecteurs en de belastingplichtigen de wenkbrau wen, omdat men soms een beslissing verneemt, waaraan geen der partijen had gedacht. Een voorbeeld. Een treffend voorbeeld vindt men in het slagersarrest van 26 Januari 1955, waarbij een slagers-bedrijf de inzet van het spel was. Een slager had in 1948 zijn bedrijf gestaakt. Hij had zijn zaak niet verkocht, doch verhuurd van 60.per week, met inbegrip van de goodwill, de inventaris en alles wat er verder aan een slagerij vast zit. Volgens de gangbare opvatting tus sen alledaagse burgers was deze slager na de verhuur geen slager meer. Zijn beroep had hij prijsgegeven en dit had de man zelf in zijn aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting vermeld. Boven dien had hij opgegeven, dat zijn ver mogen niet meer in het bedrijf was belegd. De inspecteur van belastingen vond daarin aanleiding het verschil tussen werkelijke waarde en boek waarde van het bedrijf te belasten volgens art. 48. Dit was niet in overeenstemming met de gedachtegang van de slager, die blijkens zijn opgave zijn bedrijf had gestaakt, maar blijkbaar van gedach ten was veranderd toen hij zijn aan slag bestudeerde. Nu is hetgeen men in de aangifte vermeldt niet zo belang rijk als velen menen. De aangifte is een hulpmiddel bij het vaststellen van een aanslag. Niet minder en niet meer, zodat zowel de inspecteur als de be lastingplichtige er later nog op kun nen terugkomen. In dit licht bezien was het niet zo vreemd dat onze slager in beroep ging en tenslotte zijn levens werk voorlegde aan de Hoge Raad. KERKSTRAAT 29 TELEF. 2938 Men moet voorzichtig zijn met uit spraken als zouden winkeliers etc. geen inzicht hebben in belastingzaken, want deze slager had de wet volgens de H.R. beter gelezen dan de inspecteur. Hij kreeg gelijk Volgens het bedoelde arrest van de Hoge Raad wordt een bedrijf geliquideerd wanneer het stukje bij beetje wordt uitverkocht of wordt overgebracht naar het privé-vermogen. Overdracht van een bedrijf vindt plaats wanneer men de bedrijfsuitoefening met toebehoren in stand houdt en aan een ander in eigendom overdraagt. De Hoge Raad was van mening, dat de slager zijn bedrijf bleef uitoefenen. Vóór de verhuur was er sprake van wisselende ontvangsten der eigen ex ploitatie en nadien beurde de man een vast bedrag per week. Maar ook na de verhuur bleef hij ondernemer, bleef hij zijn bedrijf uitoefenen. Een ingewikkelde materie. Hoe men zich ook vreemd voelt bij deze uitspraak, bij nadenken zal men moeten toegeven, dat die slager veel risico bleef aanvaarden. Want wan neer zijn zaak gedurende de verhuur door de huurder niet goed wordt be heerd, dan kan die huurder de over eenkomst opzeggen en vertrekken. Maar die slager-verhuurder heeft de strop van een verlopen zaak. Er is dus wel redenering te vinden, die de uitspraak rechtvaardigt. De feitelijke gevolgen van dit arrest zijn nogal belangrijk, want niet alleen die slager, maar alle middenstanders in gelijke omstandigheden kunnen dus hun zaak verhuren, zonder dat zij de exploitatie beëindigen. Dat kan ook nadeel brengen maar voor degenen, die op deze wijze althans hun leven een vordering van_ de fiscus kunnen voorkomen, betekent dit voordeel. Intussen bewijst dit geval nog eens hoe ingewikkeld die materie van over dracht en liquidatie is geworden en ho£ men door een kleine zijsprong veel geld aan de fiscus kan onthouden, maar ook in handen kan spelen. Een ongezonde toestand. N3 EEN E'JKE Bu/r MOET AAN BOOND 2'JN VAN hft eenste qo- vensslnip VAN Her woadv eevAAAt'JKXAAiTeiNl oe HAL VE BENANN INC '1 ONBE rftcew&AAA QNHtDPEWK LAAT JEAN KOENS W'JZIGEN EN 20EKT OP pp KAAAT LIAAN HET WRAtf NOET LtSCEH Zo af en toe kan ik nog wel eens ener giek doen, dus gaf ik een flinke ruk aan de bel, om aan te kondigen, dat ik graag een bewoner van het perceel wou spreken. Boven m'n hoofd werd een raam opengeschoven en een stevige vrouwenstem riep me toe„Wie is daar „Ik", riep ik terug, maar dat was na tuurlijk kleine jongenswerk, want dat kan iedereen zeggen. Ze liet me dan ook onomwonden blijken, dat ze me 'n doezel vond en ik prees me gelukkig niet met haar in de huwelijksgondel te zitten. Geïntimideerd vroeg ik of haar man thuis was, daar een bordje aan z'n deur vermeldde, dat hij handig was in het prutsen aan auto's. Van deze gave zou ik graag gebruik maken, omdat ik met een kapotte wagen en m'n vrouw op de rijksweg stond. Nee, hij was niet thuis en een kilo meter verderop was nog een garage. Klets, zei het raam en daar stond ik. Ik ging terug naar de auto en over- l<*!|de met mijn gade. Ze kan er nog maar steeds niet aan wennen, dat ik twee linkse handen heb en liet dit blijken. Intussen kreeg ik een goed idee. Naar die garage lopen leek me niets en ik wist zelf als leek, dat veel auto's zin in rijden krijgen, als je ze eerst een ste vig duwtje in de rug geeft. In dat cafeetje daar zouden toch zeker wel enige biceps zitten, die dat op kon den knappen Ik ging er heen, terwijl m'n vrouw me nariep„Kom je direct terug We zijn al enige tijd een paar en dan leer je elkaar zo'n beetje kennen. Ik vond vier man, die zaten te zwik- jassen of iets van die aard, want ik ben niet sterk in kaartspelen. Verder twee sjappies, die zaten te fluisteren, alsof ze in verdovende middelden handelden, een eenzame, die blijkbaar over z'n ver loren jeugd zat te peinzen, en de baas. „Ik tracteer op een borrel, als jullie m'n wagen even een zetje geven. De accu zal wel rot zijn", zei ik tof. „Dat mot dan maar", vond een van de kaarters en de andere bridgers waren solidair. Ook de morfineknapen stonden op, zodat ik een beste zet kon krijgen. Trots liep ik met m'n lijfwacht naar m'n wagen, die natuurlijk helemaal niet van mij was, want ik kan nauwelijks een fiets financieren. „Die koffiemolen noemen ze ook al een auto, Jèn", zei één van de kaarters, die blijkbaar de dodende kracht van mijn rechter vuist onderschatte. Ik ne geerde die hatelijkheid en stapte in. „Borst nat maken, mannen adviseer de een morfineklant en op mijn start- schreeuw begonnen ze te duwen. Al gauw werd het draven, want met zes man presteer je heel wat. Handig goo chelde ik met pedalen en versnellingen, zodat de wagen - die ver voor de oor log wel eens nieuw geweest zal zijn - inderdaad op eigen kracht begon te lo pen. Achter me klonk een wild gejuich van enthousiasme, maar dat kan ook wel 'n kreet van teleurstelling geweest zijn, want de opduwers kenden m'n nobele inborst niet en zagen hun borrel weg rijden. Ik dacht er net over te draaien en naar het café terug te rijden, omdat een man een man is en een boord een boord, toen ik rookwolken zag en vreemde ge luiden hoorde. Het volgend ogenblik stonden we stil en nu voorgoed. Ik liet m'n vrouw op de wagen passen, want ieder heeft zo zijn taak in het leven, en wandelde naar het café. Zacht opende ik de deur en bleef achter het tochtgordijn staan. „Die zwerver is er vandoor", zei er één, maar een ander had nog iets op rechts in m'n trouwe blauwe ogen ge zien en meende, dat ik op weg was naar het café om m'n schuld te delgen. „Vergeet het maar rustig", vond een derde, „geen luis om dood te drukken met zo'n rammelkast". Ik rukte het gordijn weg en stapte naar het buffet, met de houding van de hoofdrolvertolker, die z'n zes vijanden gaat omsingelen en uitroeien. „Zes borrels voor de heren en één voor mij", bestelde ik. In een edelmoedige opwelling gedacht ik de eenzame pein zer, die4 niet de moeite genomen had me te duwen, omdat hij te druk was geweest met z'n Weltschmerz. Ik houd helemaal niet van muurbloempjes, dus vroeg ik hem „Meneer, ook een bor rel „Welja, een mens is geen aardappel", antwoordde hij raadselachtig en dat was blijkbaar het hele resultaat van z'n langdurig gepieker. We klonken en dronken en ik zei „Onthoudt de smaak, mannen", want ik was niet van plan een tweede rondje te geven. Dat kon ik trouwens ook niet. Ik verzweeg, dat het vehikel een kilo meter verderop weer geruisloos stond, want anders waren ze natuurlijk weer aan het duwen gegaan en daar zag ik echt geen brood in. Ik betaalde en wandelde naar de vol gende garage. Twee mannen gingen mee en we duwden het wrak die paar hon derd meter. Er werd direct met de sloop begonnen, maar het ging allemaal op z'n janboerefluitjes, zodat pas tegen twaalven bekend was, dat er heel wat te repareren viel. Ik moest vijf gulden lenen voor de laatste trein, omdat de hulpvaardigen m'n laatste geld versnoept hadden. Het werd grif gegeven, want twee rijks daalders bracht de slee nog wel op.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1955 | | pagina 3