s
W. N. Nicuwenhuis
JEUGDHERBERG
„DE HEIDEBLOEM"".
Burgerlijke stand.
Belasting-steekspel bij
overdracht van bedrijven.
TELEVISIE EN RADIO
KAPITEIN FANTOME
AUTOMISÈRE.
v. Weedestraat 23 Tel. 2577
Aanleg en onderhoud van
GASleidingen en gasapparaten
WATERleidingen en
Sanitaire installaties
ELECTR. Techn. Install.bur
DAKBEDEKKINGEN en
onderhoud van daken.
Stofzuigers enz. ook op gemak
kelijke betalingsvoorwaarden.
Wanneer U een zoon of dochter hebt,
die veertien jaar is, dan kan hij of zij
met weinig geld en veel treklust er
tientallen vaders en moeders bijkrijgen.
Thuis is het paps en mams of pa en ma,
maar in de jeugdherberg, waar Uw
veertienjarige terecht kan is het heel
plechtig vader en moeder.
De heer en mevrouw Gardien, jeugd-
herbergvader en jeugdherbergmoeder
in de Bosstraat, zijn al bijna tien jaar
lang de tijdelijke vader en moeder
geweest van tienduizenden kinderen
uit tientallen landen. Heel veel Neder
landers, veel Duitsers, Fransen, Engel
sen, Denen, Noren, Zweden, Amerika
nen, Canadezen en Nieuw Zeelanders. Zij
allen hebben in de jeugdherberg De
Heidebloem voor een dag en een nacht
of voor een paar dagen een vader
en moeder gehad, die hen de indruk
gaven, dat ze thuis waren. Ook die
neger uit Nigeria.
Wat is het heerlijk stil in de om
geving van de Bosstraat, wanneer de
zomeravond valt en de meisjes en jon
gens, de treksters en trekkers, terug
komen naar hun tijdelijk tehuis, waar
de thee wacht en straks het bed. Som
migen gaan naar binnen, om te schrij
ven, te praten of te lezen, maar anderen
gaan naar „het openluchttheater", de
grote kuil met de amphitheatersgewijs
aangebrachte treden, die een goede
gelegenheid tot zitten en kijken bie
den. Deze kuil, met in het midden 'n
tegelvloer is in vier jaar uitgegraven
en klaar gemaakt door enthousiaste
jongeren.
De vader haalt zijn fluit en legt uit
wat er gebeuren gaat bij „De Tover
cirkel", een volksdans, die de meisjes
en jongens zullen gaan uitvoeren. „Zeg,
doe die sigaret uit je hoofd", is het
vriendelijk en duidelijk verzoek aan
een zeventienjarige, die vergat, dat
roken in en bij een jeugdherberg taboe
is, al wordt er wel eens een oogje
dicht geknepen, wanneer de jongelui
niet in de herberg zijn.
Er wordt gedanst op het heldere fluit
spel en na „De Tovercirkel" volgt een
galop en „De Ringelrij" en twee Duitse
GEBOREN
Sylvia, dochter van R. Robert, kan
toorbediende, en M. J. de Vries, Bes-
semerstraat 7 hs, Amsterdam. Helena
Maria, dochter van J. A. van Arkel,
ambtenaar N.S., en G. W. A. Lock,
Julianalaan 86. Yvonne, dochter van
R. Vogel, metselaar, en G. Huisman,
Van Maarenstraat 11. Ronald, zoon
van J. Schlebaum, metaalbewerker, en
S. van Dijk, Schaepmanstraat 7. Adri-
ana, dochter van S. Binksma, vormer,
en G. Jansen, Utrecht, Vleutenseweg
145. Hendrik, zoon van J. A. Croon,
vertegenwoordiger, en J. Rozendaal,
Ossendamweg 15. Elisabeth Antonia
Teuntje, dochter van A. H. Koehof,
magazijnbediende, en J. Kraaikamp,
Gallenkamp Pelsweg 22. Hendrik, zoon
van A. Langeveld, belastingambtenaar,
en A. B. Laseur, Moerbessenberg 3.
Gijsbertus Cornelis, zoon van C. van
de Steeg, timmerman, en H. Walraven,
Baarn, Laanstraat 44. Maria Antonia,
dochter van P. J. Wantenaar, land
bouwer, en A. H. van 't Klooster, Birk-
straat 131. Sophia en Everdina, doch
ters van T. Jansen, bosarbeider, en
M. de Bree, Schoolstraat 38. Johannes,
zoon van J. Westerveld, los werkman,
en M. W. Kok, Korteweg 17.
ONDERTROUWD
Nicolaas Lambrechts, fabrieksarbeider,
Frans Halsstraat 49, Amersfoort en
Christina Johanna Wilhelmina Kraaij,
Kolonieweg 1. Datum huwelijk 24
September 1955. Jochem Wallenburg,
radiomonteur, Olmstraat 2, Utrecht en
Clara Blok, Nieuweweg 100. Datum
huwelijk onbepaald.
GEHUWD
Frederik Kielman, verkoopleider, Ho-
gendam 9, Zaandam en Hansje Jane
Carla Löhr, Vredehofstraat 10. Adres
na huwelijk Hogendam 9, Zaandam.
Theodorus Petrus Hilhorst, afdelings
chef, Birkstraat 123 en Wilhelmina
Petronella Theresia Kok, Koppelweg
26, Zeist. Adres na huwelijk Koppel-
weg 86, Zeist. Bernardus Canisius van
Dongen, leraar, Leidseweg 35, Voor
schoten en Maria Catharina Mahieu,
Stadhouderslaan 82. Adres na huwe
lijk Leidseweg 35, Voorschoten.
OVERLEDEN
Elisabeth van Gerven, 81 jaar, weduwe
van Y. A. Boonekamp, Gen. Winkel
manstraat 17. Hendrik van Asch, 60
jaar, echtgenoot van A. E. Kok, Beu
kenlaan 51. Bartus de Beer, 66 jaar,
echtgenoot van L. C. B. Telman, Klaar-
waterweg 99.
meisjes, die eerst toegekeken hebben,
komen er nu ook bij.
Dan is het donker geworden en we
gaan naar binnen, het gebouw in, dat
zeer doelmatig ingericht is toen het
in 1953 verbouwd werd.
In de ruime hall is het aanmeldings
bureau en als de trekster of trekker
ingeschreven is, dan wordt er meestal
direct afgerekend. Voor nachtlogies 95
cent, voor ontbijt 25 cent, voor thee
's avonds en 's morgens 25 cent en voor
de warme maaltijd 1.05.
Op mijn vraag of dit zo'n beetje al
tijd stampot is, kreeg "ik te horen, dat
dit practisch nooit stampot is, maar
ruim voldoende aardappelen, rauwe en
gekookte groente en alles wat thuis
ook gegeten wordt. Zijn er een paar
knaapjes, die er een sport van maken
tegen elkaar op te eten, dan wordt
daar natuurlijk net zo goed een stokje
voor gestoken als thuis, want men
rekent wel op gezonde flinke eters,
maar niet op eetwolven, die en record
willen verbeteren.
Er zijn ruime rekken voor de bagage
van de jongelui, de wasgelegenheid
is ruim en douches zorgen er voor,
dat de schuld niet aan de jeugdher
berg gegeven kan worden, wanneer
de vacantiegangers met vuile voeten
thuis komen.
De slaapzalen op de Heidebloem bie
den plaats aan 76 meisjes en jongens.
De meisjesslaapzaal heeft enkele rijen
bedden, de jongens slapen naast en
boven elkaar. Er is ruimte genoeg in
deze slaapvertrekken en er zouden
nog wel bedden bij kunnen, maar dan
zouden de jeugdige gasten niet in de
eet- en conversatiezaal kunnen.
De jeugdherbergen, waarvan er bijna
60 in ons land zijn, hebben tot doel
jonge trekkers eet- en slaapgelegen
heid te bieden en ze zijn ingericht
op 'n kort verblijf van de trekster of
trekker, al is het niet verboden enige
dagen op dezelfde plaats te verblijven.
Voor iedereen geldt echter: „Van 10
tot 3 is trekkerstijd, waarin de trekker
de herberg mijdt". Dit houdt dus in,
dat in normale gevallen de herberg
van 10 tot 3 gesloten is. Dan moeten
de jongens en meisjes onderweg zijn
naar de volgende herberg of een tocht
in de buurt maken, wanneer ze nog
een dag blijven. Met regenachtig weer
wordt hier natuurlijk een uitzondering
op gemaakt, want de herberg moet
een tehuis zijn.
Het was opvallend hoe fris en netjes
het er in De Heidebloem uitzag. Aan
de keuken was niet te zien, dat er
een paar uur te voren voor zo'n tachtig
man gekookt werd, want de jongelui
hadden zelf alles schoon gemaakt en
opgeruimd en aan de slaapzalen was
niet te zien, dat hier jongelui huis
den, die thuis vaak een broertje dood
hebben aan het ordelijk, houden van
hun kamer. Alle dekens lagen netjes
op dezelfde manier gevouwen, wach
tend op hen, die om tien uur naar
bed zouden gaan, om er onder te krui
pen. Maar met een laken om op en
onder te liggen, want daar wordt op
gelet. De jongelui mogen die zelf mee
brengen en als ze deze lingerie niet
bij zich hebben, dan is dit te huur.
Een gemakzuchtig „het kan mij niets
schelen" wordt niet geduld, want het
kan anderen, die onder die dekens
moeten, wel schelen.
Veertienjarigen kunnen in de jeugd
herberg terecht, maar ook vijf en der
tig jarigen, hoewel men die zelden
ziet. Meisjes en jongens beneden 18
jaar vormen het grootste percentage
van de gasten in de jeugdherberg.
Onder hen zijn wel zelfkokers, maar
niet veel. Toch heeft De Heide
bloem een prachtige kookgelegenheid
voor deze jongelui. De meesten geven
echter de voorkeur aan het warme
maal uit de herbergkeuken. Het ont
bijt verzorgen de jeugdige gasten ech
ter wel vaak zelf en daar is geen
bezwaar tegen. Dit ontbijt vindt om
streeks acht uur plaats, nadat de va
cantiegangers om 7 uur gewekt zijn.
Tegen negen uur zijn de meesten dan
al op weg naar de volgende herberg,
waar een andere vader en moeder
wachten, die steeds voor hun duizenden
kinderen, die ze per jaar te verzorgen
hebben klaar staan. In de zomer zijn
het er veel, in de winter weinig, maar
ook dan kan men in de jeugdherber
gen terecht. Dan is men echter ver
plicht zijn komst aan te kondigen,
omdat men niet wil, dat de jonge gas
ten in onverwarmde vertrekken ko
men. En dat alles voor slechts 2.50
per jaar plus de lage kosten voor
verblijf en voeding. Ontelbare jonge
ren maken van deze herbergen ge
bruik om voor weinig geld door het
hele land te trekken. In De Heidebloem
komen er 6000 tot 6500 per jaar en
voor 40 °/o zijn dit schoolklassen. Pro-
centsgewijs komen er in Soest niet
zoveel vreemdelingen, omdat onze ge
meente z'n jeugdherberg wat ver van
de grote weg heeft, maar toch heeft
zelfs een Spanjaard in z'n eentje de
weg naar de Bosstraat kunnen vin
den.
Vier en twintig jaar geleden werd
de jeugdherberg in de Bosstraat ge
vestigd in de Oude Engendaalschool
en vier en twintig maal zesduizend
jongeren hebben kunnen genieten van
de mooie Soester omgeving en gege
ten en gerust in de jeugdherberg „De
Heidebloem", die tijdelijk hun tehuis
was. Ze hebben er pret gemaakt, maar
ook samen gewerkt en met opgeruimd
gezicht de karweitjes opgeknapt, waar
ze thuis zo weinig voor voelen. En dit
systeem is juist gebleken.
Wanneer iedere bezoeker wat meer
betaalde, dan zou er een kracht aan
gesteld kunnen worden om deze cor
veebaantjes te verrichten, maar het
is veel beter, dat de jongelui dit zelf
doen. En dat gaat prima, al zegt men
wel eens, dat de jeugd van tegenwoor
dig niet zo is als de vooroorlogse
jeugd. Hier blijkt, dat dit heus wel
mee valt en dat een verstandige her
bergvader en herbergmoeder best kun
nen opschieten met hun duizenden kin
deren voor één dag.
Van de belastingregels, die we de
laatste jaren kennen, is een der meest
gevreesde en gehate, die welke be
trekking heeft op de liquidatie van
een zaak, waarvan vooral detaillis
ten en andere middenstanders de dupe
worden bij overlijden of bij overdracht
van een zaak.
Deze liquidatie-regels worden ook toe
gepast wanneer een weduwe de zaak
van haar overleden echtgenoot voort
zet, of een zoon de zaak van zijn vader
overneemt. Alle „stille reserves" wor
den dan belast en er vindt een her
waardering plaats, zodat alle overge
nomen onroerende en roerende goe
deren praktisch steeds tegen een ho
gere waarde op de balans moeten wor
den opgenomen. Ook de „goodwill" voor
zover deze niet aan de persoon van
de uittredende of gestorven eigenaar
hangt, wordt belast.
Nu is het wel reeds zo, dat de hier
door ontstane hoge belastingschuld
meestal in vijf jaren mag worden vol
daan, maar de zorgen zijn er niet
minder om.
Eerste verlichting.
Uit de vele protesten resulteerde een
eerste verlichting, in de vorm van
een vrijstelling van de eerste 5000.
liquidatiewinst. Deze vermindering is
niet hoog wanneer men b.v. denkt
aan de waardestijging van gebouwen.
Een winkelpand stond voor de oorlog
bijvoorbeeld te boek voor 10.000.
De waardering was meestal niet aan
de ruime kant. Thans is datzelfde pand
in veel gevallen 30.000.waard.
Het gevolg is een bedrijfwinst van
20.000.Gelukkig wordt er naar
gestreefd de fiscale lasten op dit ter
rein verder te verminderen. Zo hou
den de jongste belastingwijzigingen een
verhoging in van de aftrek voor li
quidatie-overdracht van 5000.tot
7500.—.
Alhoewel deze verbetering wel moet
worden toegejuicht, kan men nog niet
spreken van een bevredigende oplos
sing. In ieder geval zal men o.i. zo
ver moeten gaan, dat een weduwe en/of
kinderen bij overlijden de zaak kunnen
overnemen, zonder deze bedreiging
van liquidatie of solvabiliteit. Bij de
bedrijfsvoering moeten ouders het ge
noegen hebben te weten, dat zij iets
kunnen opbouwen voor hun kinderen.
De continuïteit van een zaak mag niet
bedreigd worden door het ontstaan
van schudden bij een geval van over
lijden.
Meten met twee maten.
De N.V. neemt hier een bevoorrechte
positie in boven de eenmanszaak en
wij achten de fiscale bepalingen om
trent overdracht een voortdurend drei
gend zwaard voor middenstandszaken.
Bij overname door anderen dan kinde
ren of weduwe treedt een nieuwe ver-
mogensbezitter toe. Voor dit geval zal
de fiscus een andere houding kun
nen aannemen.
Vanzelfsprekend doen eigenaars van
eenmanszaken, die hun bedrijf wil
len verkopen, alles om aan de drei
gende heffing aan de fiscus te ontko
men. Allerlei constructies worden uit
gedacht om fiscaal de eigendom aan
de oude eigenaar te laten, terwijl er
economisch toch veranderingen optre
den. Wij denken aan overeenkomsten
met lijfrente en verhuur van een zaak.
Er zitten zoveel haken en ogen aan
deze regelingen, dat men er het beste
aan doet het advies van deskundigen
in te roepen.
Zelfs deze deskundigen kunnen hier
bij voor grote verrassingen komen te
staan, omdat veel gemaakte ovedrachts-
constructies zich door de aard der
zaak op het grensgebied bevinden tus
sen overdracht en behoud van de be
staande toestand. Veel van de me
ningsverschillen tussen de inspecteurs
en de belanghebbenden vinden ten
slotte hun weg naar de Hoge Raad,
die dan het laatste woord spreekt.
Bij het vernemen van de uitspraak
van dit hoogste college in rechtspraak
fronsen beurtelings de inspecteurs en
de belastingplichtigen de wenkbrau
wen, omdat men soms een beslissing
verneemt, waaraan geen der partijen
had gedacht.
Een voorbeeld.
Een treffend voorbeeld vindt men in
het slagersarrest van 26 Januari 1955,
waarbij een slagers-bedrijf de inzet
van het spel was. Een slager had in
1948 zijn bedrijf gestaakt. Hij had zijn
zaak niet verkocht, doch verhuurd
van 60.per week, met inbegrip
van de goodwill, de inventaris en
alles wat er verder aan een slagerij
vast zit.
Volgens de gangbare opvatting tus
sen alledaagse burgers was deze slager
na de verhuur geen slager meer. Zijn
beroep had hij prijsgegeven en dit had
de man zelf in zijn aangiftebiljet voor
de inkomstenbelasting vermeld. Boven
dien had hij opgegeven, dat zijn ver
mogen niet meer in het bedrijf was
belegd. De inspecteur van belastingen
vond daarin aanleiding het verschil
tussen werkelijke waarde en boek
waarde van het bedrijf te belasten
volgens art. 48.
Dit was niet in overeenstemming met
de gedachtegang van de slager, die
blijkens zijn opgave zijn bedrijf had
gestaakt, maar blijkbaar van gedach
ten was veranderd toen hij zijn aan
slag bestudeerde. Nu is hetgeen men
in de aangifte vermeldt niet zo belang
rijk als velen menen. De aangifte is
een hulpmiddel bij het vaststellen van
een aanslag. Niet minder en niet meer,
zodat zowel de inspecteur als de be
lastingplichtige er later nog op kun
nen terugkomen. In dit licht bezien
was het niet zo vreemd dat onze slager
in beroep ging en tenslotte zijn levens
werk voorlegde aan de Hoge Raad.
KERKSTRAAT 29 TELEF. 2938
Men moet voorzichtig zijn met uit
spraken als zouden winkeliers etc. geen
inzicht hebben in belastingzaken, want
deze slager had de wet volgens de
H.R. beter gelezen dan de inspecteur.
Hij kreeg gelijk Volgens het bedoelde
arrest van de Hoge Raad wordt een
bedrijf geliquideerd wanneer het stukje
bij beetje wordt uitverkocht of wordt
overgebracht naar het privé-vermogen.
Overdracht van een bedrijf vindt plaats
wanneer men de bedrijfsuitoefening
met toebehoren in stand houdt en aan
een ander in eigendom overdraagt.
De Hoge Raad was van mening, dat
de slager zijn bedrijf bleef uitoefenen.
Vóór de verhuur was er sprake van
wisselende ontvangsten der eigen ex
ploitatie en nadien beurde de man
een vast bedrag per week. Maar ook
na de verhuur bleef hij ondernemer,
bleef hij zijn bedrijf uitoefenen.
Een ingewikkelde materie.
Hoe men zich ook vreemd voelt bij
deze uitspraak, bij nadenken zal men
moeten toegeven, dat die slager veel
risico bleef aanvaarden. Want wan
neer zijn zaak gedurende de verhuur
door de huurder niet goed wordt be
heerd, dan kan die huurder de over
eenkomst opzeggen en vertrekken.
Maar die slager-verhuurder heeft de
strop van een verlopen zaak. Er is
dus wel redenering te vinden, die
de uitspraak rechtvaardigt.
De feitelijke gevolgen van dit arrest
zijn nogal belangrijk, want niet alleen
die slager, maar alle middenstanders
in gelijke omstandigheden kunnen dus
hun zaak verhuren, zonder dat zij de
exploitatie beëindigen. Dat kan ook
nadeel brengen maar voor degenen,
die op deze wijze althans hun leven
een vordering van_ de fiscus kunnen
voorkomen, betekent dit voordeel.
Intussen bewijst dit geval nog eens
hoe ingewikkeld die materie van over
dracht en liquidatie is geworden en
ho£ men door een kleine zijsprong
veel geld aan de fiscus kan onthouden,
maar ook in handen kan spelen. Een
ongezonde toestand.
N3
EEN E'JKE Bu/r MOET
AAN BOOND 2'JN VAN
hft eenste qo-
vensslnip VAN
Her woadv eevAAAt'JKXAAiTeiNl oe
HAL VE BENANN INC '1 ONBE rftcew&AAA
QNHtDPEWK LAAT JEAN KOENS
W'JZIGEN EN 20EKT OP pp KAAAT
LIAAN HET WRAtf NOET LtSCEH
Zo af en toe kan ik nog wel eens ener
giek doen, dus gaf ik een flinke ruk
aan de bel, om aan te kondigen, dat ik
graag een bewoner van het perceel wou
spreken. Boven m'n hoofd werd een
raam opengeschoven en een stevige
vrouwenstem riep me toe„Wie is
daar
„Ik", riep ik terug, maar dat was na
tuurlijk kleine jongenswerk, want dat
kan iedereen zeggen. Ze liet me dan
ook onomwonden blijken, dat ze me 'n
doezel vond en ik prees me gelukkig
niet met haar in de huwelijksgondel
te zitten.
Geïntimideerd vroeg ik of haar man
thuis was, daar een bordje aan z'n deur
vermeldde, dat hij handig was in het
prutsen aan auto's. Van deze gave zou
ik graag gebruik maken, omdat ik met
een kapotte wagen en m'n vrouw op
de rijksweg stond.
Nee, hij was niet thuis en een kilo
meter verderop was nog een garage.
Klets, zei het raam en daar stond ik.
Ik ging terug naar de auto en over-
l<*!|de met mijn gade. Ze kan er nog
maar steeds niet aan wennen, dat ik
twee linkse handen heb en liet dit
blijken.
Intussen kreeg ik een goed idee. Naar
die garage lopen leek me niets en ik
wist zelf als leek, dat veel auto's zin
in rijden krijgen, als je ze eerst een ste
vig duwtje in de rug geeft.
In dat cafeetje daar zouden toch zeker
wel enige biceps zitten, die dat op kon
den knappen
Ik ging er heen, terwijl m'n vrouw me
nariep„Kom je direct terug We
zijn al enige tijd een paar en dan leer
je elkaar zo'n beetje kennen.
Ik vond vier man, die zaten te zwik-
jassen of iets van die aard, want ik ben
niet sterk in kaartspelen. Verder twee
sjappies, die zaten te fluisteren, alsof
ze in verdovende middelden handelden,
een eenzame, die blijkbaar over z'n ver
loren jeugd zat te peinzen, en de baas.
„Ik tracteer op een borrel, als jullie
m'n wagen even een zetje geven. De
accu zal wel rot zijn", zei ik tof.
„Dat mot dan maar", vond een van de
kaarters en de andere bridgers waren
solidair. Ook de morfineknapen stonden
op, zodat ik een beste zet kon krijgen.
Trots liep ik met m'n lijfwacht naar
m'n wagen, die natuurlijk helemaal niet
van mij was, want ik kan nauwelijks
een fiets financieren.
„Die koffiemolen noemen ze ook al een
auto, Jèn", zei één van de kaarters,
die blijkbaar de dodende kracht van
mijn rechter vuist onderschatte. Ik ne
geerde die hatelijkheid en stapte in.
„Borst nat maken, mannen adviseer
de een morfineklant en op mijn start-
schreeuw begonnen ze te duwen. Al
gauw werd het draven, want met zes
man presteer je heel wat. Handig goo
chelde ik met pedalen en versnellingen,
zodat de wagen - die ver voor de oor
log wel eens nieuw geweest zal zijn -
inderdaad op eigen kracht begon te lo
pen.
Achter me klonk een wild gejuich van
enthousiasme, maar dat kan ook wel 'n
kreet van teleurstelling geweest zijn,
want de opduwers kenden m'n nobele
inborst niet en zagen hun borrel weg
rijden.
Ik dacht er net over te draaien en naar
het café terug te rijden, omdat een man
een man is en een boord een boord,
toen ik rookwolken zag en vreemde ge
luiden hoorde. Het volgend ogenblik
stonden we stil en nu voorgoed.
Ik liet m'n vrouw op de wagen passen,
want ieder heeft zo zijn taak in het
leven, en wandelde naar het café. Zacht
opende ik de deur en bleef achter het
tochtgordijn staan.
„Die zwerver is er vandoor", zei er
één, maar een ander had nog iets op
rechts in m'n trouwe blauwe ogen ge
zien en meende, dat ik op weg was
naar het café om m'n schuld te delgen.
„Vergeet het maar rustig", vond een
derde, „geen luis om dood te drukken
met zo'n rammelkast".
Ik rukte het gordijn weg en stapte naar
het buffet, met de houding van de
hoofdrolvertolker, die z'n zes vijanden
gaat omsingelen en uitroeien.
„Zes borrels voor de heren en één voor
mij", bestelde ik. In een edelmoedige
opwelling gedacht ik de eenzame pein
zer, die4 niet de moeite genomen had
me te duwen, omdat hij te druk was
geweest met z'n Weltschmerz. Ik houd
helemaal niet van muurbloempjes, dus
vroeg ik hem „Meneer, ook een bor
rel
„Welja, een mens is geen aardappel",
antwoordde hij raadselachtig en dat
was blijkbaar het hele resultaat van z'n
langdurig gepieker.
We klonken en dronken en ik zei
„Onthoudt de smaak, mannen", want ik
was niet van plan een tweede rondje
te geven. Dat kon ik trouwens ook niet.
Ik verzweeg, dat het vehikel een kilo
meter verderop weer geruisloos stond,
want anders waren ze natuurlijk weer
aan het duwen gegaan en daar zag ik
echt geen brood in.
Ik betaalde en wandelde naar de vol
gende garage. Twee mannen gingen mee
en we duwden het wrak die paar hon
derd meter. Er werd direct met de sloop
begonnen, maar het ging allemaal op
z'n janboerefluitjes, zodat pas tegen
twaalven bekend was, dat er heel wat
te repareren viel.
Ik moest vijf gulden lenen voor de
laatste trein, omdat de hulpvaardigen
m'n laatste geld versnoept hadden. Het
werd grif gegeven, want twee rijks
daalders bracht de slee nog wel op.