Oud Soest.
DE DUIZENDEN DODEN.
SOEST
IN DE HOEK.
DINSDAG 11 OCTOBER 1955.
33e JAARGANG No. 77.
SOESTER
OURANT
Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag.
Abonn. per kwart, 1.95 - per post 2.10
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK - BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDIJK - TELEFOON 2566 - POSTGIRO 126156
HET SINT AEGTEN SCHUTTERS
GILDE VAN SOEST.
I.
Voor mij liggen twee oude in varkens
leer gebonden boeken. Het papier i;
vergeeld maar het schrift is nog duide
lijk en goed te lezen. Zij bevatten de
boekhouding d.w.z. de incomste en uijt-
gave van het Groot Gaasbeker of St.
Aegten Schuttersgilde van Soest, over
een tijdvak van bijkans drie eeuwen.
Nauwkeurig werd door de verschillen
de secretarissen in de loop der tijden
rekening en verantwoording afgelegd
van de inkomsten en uitgaven t.o. de
Ouderman (voorzitter) en zijne Raaden,
alsmede tegenover de gildebroeders en
zus teren van het Gild. Daarnaast wer
den feiten en voorvallen, die betrekking
hadden op het gildewezen, vastge
legd.
Het is allerminst een droge opsomming
van cijfers en getallen over huur, ver
huur en aankoop, zoals wij die tegen
woordig in een moderne boekhouding
aantreffen, doch een getrouwe weergave
van de toenmalige gemeenschapzin en
verbondenheid van de oude Soestena-
ren.
Ontstaan der Schuttersgilden.
Het gildewezen is zeer oud; reeds lang
voor de middeleeuwen bestonden er
ambachtsgilden en schuttersgilden. In
de dorpen en op het platteland kwa
men schuttersgilden voor, zonder in
vloed van de steden, waar, naast de
reeds bestaande schuttersgilden, de am
bachtsgilden ontstonden en tot grote
bloei kwamen.
Op het platteland, speciaal in katho
lieke streken, hebben de schuttersgil
den zich tot op de dag van vandaag
gehandhaafd. In Limburg, Noord-Bra
bant en in België, vooral in Vlaande
ren, bestaan de schuttersgilden nog in
grote getale en een feit is, dat, waar
zij bestaan, zij een bindende factor in
de dorps- en streekgemeenschap vor
men.
Ook in Soest, komt deze broederschaps
gedachte sterk naar voren, want het
zijn juist de afstammelingen van de
oude Soester geslachten, die op het
ogenblik nog door een geest van sa
menhorigheid met elkaar worden ver
bonden. Deze samenhorigheid, in de
loop der eeuwen tussen Soester fami
lies ontstaan en gehandhaafd, steekt
wel zeer gunstig af tegenover die van
andere organisaties en verenigingen in
ons dorpsleven, waar het eigenlijke
Soester element geheel niets of weinig
heeft te betekenen.
Over het ontstaan van het St. Aegten
Schuttersgild tast men in het duister.
Wel bestaat er een fundatiebrief uit
het jaar 1560, doch zo goed als zeker
bestaat het Gild te Soest veel langer,
ja, dateert het van ver voor de mid
deleeuwen.
Christenpredikers troffen in ons land
schuttersgilden aan en het was deze
gildegeest onder de heidense volkeren,
die zij moesten kerstenen.
Oorspronkelijk luidt de betekenis van
„gilde" voor de invoering van het
Christendom: offer ter herdenking van
de doden. Dit offer ging gepaard met
een feestmaal, veel eten en drinken.
Langzamerhand betekende het ook een
feestmaal met drinkgelag van een fa
miliegemeenschap.
De elementen offer, herdenking van
gestorven leden, drink- en feestmaal,
zijn heden nog belangrijke faktoren
bij de schutterijen, zij het ook, dat de
wijze waarop deze elementen „leef
den" niet altijd hetzelfde bleven. Ook
de oude gilden ontkwamen niet aan
de moderne invloed en beschaving.
Het Christendom, dat bij zijn binnen
komst in de lage landen aan de zee
de gildegeest aantrof in een heidense
vorm, moest deze weren en zo moge
lijk grondig uitroeien. Alle uitspattin
gen, bijgeloof en afgoderij werden ge
weerd, vaak door dreiging met strenge
straffen. Soms werd het offer ter ere
van de overledene aan de kerk
de armen gebracht. Om dit te bereiken
werden geestelijken lid van de gilden,
die in kerkelijk verband nadien de naam
„broederschap" kregen.
Voor de eerste maal komt de naam
„Gilde" voor in een verordening, on
der Karei de Grote, in de betekenis
groep van personen van heidense oor
sprong. Het woord „broederschap" werd
met de betekenishet beoefenen der
christelijke naastenliefde in groepsver
band, in de vroegere middeleeuwen
door het christendom ingevoerd.
„Schut", waarvan schutterij afkomstig,
komt van het werkwoord schutten en
betekent beschermen.
In de tijd van de volksverhuizing, toen
de Franken en Saksen zich in onze
streken vestigden en wel groepen, die
een groter of kleiner familieband vorm
den, verbonden zich de mannen van
deze groepen om hun pas veroverd en
verworven grondgebied, in die woelige
tijden te verdedigen.
Op deze wijze ontstonden zeer waar
schijnlijk de schuttersgilden. Wellicht
wijst op deze schutgemeenschap nog
het in veel oude statuten vermelde feit,
dat alleen dorps- of streekgenoten lid
mochten zijn van de gilden, die sinds
de opkomst van het christendom de
één of andere heilige, o.a. te Soest
Sint Aagten of Aegten, tot schutspa
troon of patrones hadden.
De bewapening der oude schuttersgil
den bestond waarschijnlijk uit een piek,
spies en of een handboog. Het vogel
schieten diende zowel als vermaak als
ter oefening om meer bekwaamheid
te verkrijgen in het hanteren van de
meestal zware handboog.
Zeer begrijpelijk is, dat met de op
komst der steden in de middeleeuwen
de schutsgilden tot het beeld der ste
den ging behoren en werden deze in
het belang en vooral in voornaamheid
sterker dan die op het platteland. In
de steden ontwikkelden zich de Schut
tersgilden tot de machtigsten en voor-
naamsten, soms met politieke invloed
op het stadsbestuur.
De hoofdman der schutterij, ook wel
de „Heer" van het dorp of de plaats,
die tot hoofdman was benoemd en de
beschikking kreeg over een vendel, be
oefende het vendelzwaaien. In het
zuiden van ons land wordt in de daar
bestaande gilden het vendelzwaaien
nog druk beoefend.
Ook het St. Aegten Schuttersgilde be
waart nog een vlag, die hiervoor eens
zal hebben gediend. Het gebruik hier
van is aan de huidige gildebroeders
onbekend en heeft zijn betekenis ver
loren.
Wanneer de gilde optrok naar de boom,
werd deze vlag gebruikt en droeg de
vaandeldrager haar. Het vendelzwaaien
werd niet meer beoefend door de le
den. (Wordt vervolgd.)
E. HEUPERS
met zijn bromfiets, veroorzaakt door
een gat in de weg, dat onzichtbaar
was, omdat er water in stond. H. kwam
argeloos aanbrommen en viel. Zijn
VERDRONKEN LAND.
De toneelwedstrijd, georganiseerd door
de Soester V.V.V., is begonnen met
het optreden van de toneelvereniging
bromfiets werd beschadigd. Het gat j ;;öns"Genöègen"""dirair*êeïstrvan'dl
was ontstaan door de regen ^n^J=e~ deelnemende verenigingen op de plan-
ken kwam,
UIT HET DIKKE POLITIEBOEK.
De timmerman J. Hooft uit Utrecht
heeft met de vuist op de gemeentetafel
geslagen door bij de politie schade
vergoeding te eisen voor een ongeval
meentewerken was net met waarschu
wingsborden aan het sjouwen toen H.
de smak maakte.
In de holst van de nacht trachtten
dieven een auto te gappen op de Fer-
dinand Huycklaan, want de volgende
dag bleek de eigenaar, dat de wagen
op een andere plaats stond en dat de
accu leeg was. Pech voor de knapen.
Die hegschaar en die hark, die ge
stolen waren bij de Nijverheidsschool,
zijn terecht. Ze waren niet gestolen
maar lagen in de dakgoot. Dat zullen
de lieverdjes wel gedaan hebben.
Vier jongens werden betrapt bij het
stelen van knollen. Mee naar het bu
reau en daar strafregels schrijven „Ik
mag geen knollenplukker zijn" of iets
van dien aard.
Een mevrouw van de s'Jacobstraat
kwam klagen omdat haar buurvrouw
de radio zo hard aanzette, dat haar
kinderen niet slapen konden. De mu
zikale dame aanvaardde geen klach
ten, dus de politie moest er maar eens
op af. Die ging en het bleek, dat de
radio echt niet harder kon spelen dan
hij deed. Muziekminnende dame werd
gewaarschuwd.
Twee motorrijders hadden geen rij
bewijs, een fietser reed met losse han
den en twee fietsers hadden geen ver
lichting. Bonnen
Volgen kan ik het niet, maar een
meneer ging met z'n transportfiets naar
de voetbalwedstrijd van Hees kijken,
zette het rijwiel netjes neer en toen
hij terug kwam was de bijna nieuwe
transportfiets omgeruild voor een wrak
kig fietsje. Dat was bericht nummer
één. In nummer 'wee staat, dat on
geveer op dezèiiöë plaats een oude
gemoffelde fiets gevonden is, ontdaan
van zadel, koplamp en dynamo. Mis
schien is dat wel de „omgerolen" fiets,
die de transportfietsbezitter vol gram
schap weggesmeten heeft, na enige vi
tale delen gedemonteerd te hebben.
Een lantaarn, die rood licht geeft
op de Stadhouderslaan is omgeruild
door een kruimeldief, die er een waar
deloos exemplaar voor in de plaats
zette.
Door dr. P. H. RITTER.
Als wij tegenwoordig onze couranten het behoorlijk gebruik van de weg
lezen, worden wij telkendage over
meesterd door ontzetting. Tellen wij
het aantal doden op, dat in iédere
courant als gevolg van verkeersonge
vallen wordt vermeld, dan komen wij
tot verbijsterende cijfers. En het gaat
maar door.
Het is thans zover gekomen, dat dron
ken onverlaten op mensenmenigten in
rijden, eerst in Den Haag en later
heeft zich in Amsterdam een dergelijk
geval voorgedaan. Wij kunnen zeggen,
dat iedereen dagelijks door het ver
keer in zijn leven wordt bedreigd.
Als men de gevallen die zich voor
doen ontleedt, dan blijken de schul
digen zich te bevinden onder alle soor
ten van weggebruikers. Het zijn de
automobilisten in hun wilde jacht,
maar het zijn ook de onoordeelkundige
bromfietsberijders en het zijn ook
de voetgangers, die vergeten, dat ge
mis aan bedachtzaamheid verlies van
hun leven kan betekenen. Wie niet
denkt op straat, wie een weg over
steekt terwijl aan het eind van de
straat een auto komt aanstormen, loopt
grote kans een kind des doods te
worden.
De toestand is zo ernstig geworden,
dat het koninklijk huis en de regering
onverwijld een krachtige actie gaan
voeren om het euvel, dat ons allen
bedreigt, te bezweren.
Prinses Wilhelmina heeft het initia
tief genomen voor een opzienbarende
nationale actie. De koningin, die reeds
in de troonrede van het verkeerspro
bleem gewaagde, heeft haar sympathie
met deze actie betuigd. Prinses Wil
helmina en de minister-president ver
manen onze bevolking door de radio.
Er komt een Prinses Wilhelmina-fonds
voor veilig verkeer. Radio en televisie
en ook de bioscopen werken mede aan
de vermanende propaganda en van de
kansel zal tegen de onverantwoorde
lijke wijze waarop men de weg ge
bruikt worden gewaarschuwd.
Dit alles is niet in hoge mate toe te
juichen maar het blijft onontbeerlijk.
Ons volk moet zo spoedig mogelijk in
worden opgevoed.
Deze actie is echter, hoe noodzakelijk,
op zichzelf nog onvoldoende. Het ver-
keers vraagstuk is uiterst veelzijdig.
Het ontstaat uit de onverantwoordelijk
heid en onbedachtzaamheid van de
weggebruiker. Maar het mist zijn op
lossing tevens, wanneer wij de krach
tige steun missen van de rechtelijke
macht. Zonder krachtdadige sanctie,
zonder de strengste straffen op ver-
keersfouten en verkeersmisdaden, be
reikt men nooit wat men beoogt.
Er moet aandacht gewijd worden aan
de kwestie der maximum-snelheid. Er
moet een scherper toezicht komen op
de technische betrouwbaarheid der au
tomobielen. Vele ongevallen ontstaan
doordat wagens niet naar hun stuur
luisteren.
Waarom is er in ons land zo weinig
ondertunneling? Op de post „wegen"
mag niet langer bezuinigd worden
De opvoeding van het publiek is de
onontbeerlijke ondergrond, waarop ie
dere verkeersverbetering moet berus
ten. Maar voed het publiek niet alleen
op door het te vermanen en zijn aan
dacht voor de kwestie te wekken. Laat
het ook de gevolgen van de verkeers
misdaden zien.
Wij lazen, dat de filmjournaals in de
bioscopen en de televisie flitsen zullen
geven van de radioboodschap. Wij
dachten toen waarom geven zij geen
afbeeldingen van verkeersongevallen,
desnoods in de studio geconstrueerd
Eén avond, geheel aan het verkeer
gewijd, in de bioscoop, doet meer dan
duizend puzzles en hersengymnastische
wedstrijden.
Plet begin der bestrijding van de ver-
keers-ellende is er thans. Wij danken
het aan de edele vrouw, die vele jaren
de kroon van Nederland droeg en aan
de activiteit van onze regering. Maar
wij hopen, dat de uitvoerders van de
verkeers beveiliging oordeelkundig en
snel handelen. Want wij zeggen, met
een variant op de uitspraak van dr.
Kuyper „Here mijn God, wij kunnen
niet wachten, geen dag en geen nacht
De opvoering van „Verdronken Land'7,
een toneelspel in 3 bedrijven van A.
v. d. Lugt, had plaats in het St. Joseph-
gebouw en de heer F. C. Sonders, de
regisseur, die namens de vereniging de
aanwezigen welkom heette, wees er op,
dat ditmaal deze zaal gekozen was, daar
men danslustigen wilde weren. Dat er
ruim 300 mensen waren was verheu
gend, want nu wist men tenminste, dat
deze alleen voor het toneelstuk kwa
men en niet alleen voor de napret.
De heer Sonders verwelkomde het
V.V.V.-bestuur en de deskundige jury,
bestaande uit de heren J. R. Houtman
uit Zeist, J. van Weelden en A. M.
Gronloh uit Utrecht. Ook de zuster
verenigingen en in het bijzonder „Con
tact" werden welkom geheten.
„Verdronken Land" behandelt het wel
en wee van boeren, die wonen in het
drassige land bij de Lek, dat steeds
bedreigd wordt door overstroming.
Gieljan Vermaat, gespeeld door H. v.
Broek, is een van die boeren. Hij is
getrouwd met Dora (Mevr. Geytenbeek-
Meesters), de dochter van Gradus Men-
te (C. Kamerbeek), een rijke boer, die
met Rinus van Batenburg (J. Langk-
rijer) op dijkinspectie gaat.
Rinus geeft blijk, dat hij nog steeds
erg op Dora gesteld is, ondanks haar
huwelijk en dat veroorzaakt heftige
scènes. Mevr. Rodermond speelde de
moeder van Gieljan en L. Wortel was
bijzonder goed als Kees Dongelmans.
Saart, de meid ^erd door Mej. Hoger-
vorst vertolkt, J. Zeggelaar was Dorus
't Hoen en dan komt de venter Geert
Stravers (G. Westerveld) met z'n blin
de dochter Mietje (Mej. J. Praag). Geert
is de man die zich leent voor duistere
praktijken van Rinus van Batenburg,
die de zandzakken weghaalt, die aan
gebracht zijn om de bedreigde dijk te
versterken.
Voor het echter zover is komt Giel
jan in de gevangenis, omdat hij weigert
de opdrachten van Rinus, de hoofdin
geland, uit te voeren.
De venter sterft en men vindt het
geld in z'n zak, dat Rinus hem voor
z'n laakbare daad gaf, doch de clou
welke men verwacht komt niet.
Er is goed gespeeld en niet - zoals
het zo vaak gaat - alleen door een
paar man. De regisseur kan tevreden
zijn over het resultaat en spelers en
regisseur zullen dit ook zijn over het
kapwerk van de heer Grootkop.
De heer A. G. Terhorst bracht dank
aan „Ons Genoegen", dat de spits van
de toneelwedstrijd afgebeten heeft en
Voor het zoveelste jaar in successie
heeft onze minister-president moeten
verklaren, bij de opening van het nieu
we zittingsjaar, dat „de woningnood de
regering grote zorgen baart". Dat we
ten we dus weer.
We wisten het trouwens zonder die
periodieke herhaling toch wel, maar
waar we op wachten is het aangeven
van een weg om aan die ellende een
einde te maken.
Dat is natuurlijk moeilijk en iedere
Nederlander is daar wel van overtuigd,
maar een groot deel van ons volk heeft
nu eenmaal de (misplaatste verwach
ting van „Den Haag", dat zij met 'n
oplossing komt instede van de jaarlijks
herhaalde jeremiades.
Wanneer onze min.pres. zegt, zoals vo
rige week het geval was, dat hij het
al een winstpunt vindt, dat we niet
verder achterop raken, is dit maar
een erg schrale troost voor de ontel-
baren, die geen eigen woning hebben.
Het is geen verhaaltje wanneer ik U
vertel, dat ik bouwers ken, die zeggen:
geef me grond en bouwpremie en we
stampen de huizen uit diezelfde grond.
Er zijn echter betweters die zeggen
„ja, zeker net als na de eerste wereld
oorlog; allemaal rommel dat ze toen
bouwden".
Dat van die rommel destijds wil ik
nog wel toegeven, maar het waren wo
ningen en zij voldeden op dat moment
aan de eisen.
We zijn nu gelukkig grotere eisen gaan
stellen, maar op vrijwel iedere plaats
in Nederland is te zien, dat met de
huidige technische hulpmiddelen ook
huizen „uit de grond kunnen worden
gestampt", die voldoen aan de eisen
van 1955, wanneer de regering de on
dernemers daartoe maar in de gele
genheid stelt.
De regering zal dit moeten vinden door
het weer verstrekken van bouwpre-
mies.
Natuurlijk weet ik wel, dat dit mil
joenen kost en ik weet ook, dat er aan
dit vraagstuk meer vastzit dan het ver
strekken van premies alleen, maar wat
het zwaarst is moet het zwaarst wegen.
De doctorandi in de economie van on
ze regering kunnen dan precies heb
ben uitgerekend, dat, wanneer een
bouwondernemer zich aan de loon
schaal houdt, premies niet nodig zijn,
maar dat is een onwezenlijk standpunt
er komen geen woningen door over
eind.
Nu de miljoenen-kubieke-meters-bouw
voor onze defensie ongeveer klaar is
en de overheid, als grootste slokop van
bouwarbeiders, haast heeft afgedaan,
hoop ik, dat de bouwwereld de vrijheid
krijgt waar ze om vraagt (en reeds
noodgedwongen nam) plus bouwpremie,
desnoods halve.
daarmee de eerste stap gezet heeft, die Aa
i j Dan pas is er een kans, dat de jaar-
voeren moet tot samenwerking onder £7,"^
de toneelverenigingen.
LANDSKAMPIOEN BIJ PHILATELICA.
Het behalen van een kampioenschap -
onverschillig op welk gebied - is voor
de persoon, die de prestatie geleverd
heeft, altijd een grote eer. Het is ech
ter een feit, dat het ene kampioenschap
veel meer tot het publiek spreekt dan
het andere. Zo zal het landskampioen
schap van de heren Verkerk en Ber
gers - de beste tapper en de beste ser
veerder van ons land - genoeg belang
stelling hebben van hen, die op z'n
tijd een biertje drinken.
Sinds zaterdag is Soest een nieuwe
landskampioen rijker en wel in de
persoon van de heer W. B. Brocx, Van
Straelenlaan 13a.
De Nederlandse Bond van Verenigingen
van Postzegelverzamelaars heeft elk
jaar drie landsdagen, die dit jaar op
7, 8 en 9 october in Hilversum ge
houden zijn. Op de tweede dag heeft
er een bekerwedstrijd plaats gehad,
waarbij de prominente Nederlandse
Philatelisten elkaar bestreden. De deel
nemers waren vrij in de keuze van
hun onderwerp en kregen daarvoor 20
minuten toegewezen. Het gesproken
woord werd beoordeeld door een jury
van 10 man, die naar de volgende richt
lijnen te werk ging
1. Algemeen philatelistisch belang van
het onderwerp 30 punten.
2. Wetenschappelijkheid van het onder
werp 20 punten.
3. Voorafgegane philatelistische studie
20 punten.
4. Uitwerking van het onderwerp in
een lezing 20 punten.
5. Wijze van voordracht 10 punten.
Van het totaal van 100 punten behaal
de de heer Brocx er 87,4 met zijn on
derwerp „Iets over het beleg van
Parijs in 1870-1871", waardoor hij in
het bezit van de wisselbeker kwam,
die het volgend jaar verdedigd moet
lijkse constatering, dat de woningnood
de regering zorgen baart, achterwege
blijven.
H. OEKMAN.
worden. Het succes van de heer Brocx
is des te mooier, wanneer men bedenkt,
dat hij voor het eerst aan deze wedstrijd
deelnam en vier concurrenten had, die
tijd noch geld hoefden te sparen voor
hun studie. Deze vier behaalden 82,2,
72,5, 58,3 en 58 punten.
De Soester philatelisten, verenigd in de
afdeling Soest van de Int. Ver. Phila-
telica, zijn zeer verheugd over dit re
sultaat en zij zullen niet nalaten de
heer Brocx op de eerstvolgende ver
gadering de hulde te brengen die hem
toekomt. Dat zal op 4 november zijn.
SCHAKEN.
De hangpartij van J. Immerzeel tegen
B. Beuken werd ten tweede male af
gebroken. W. Benschop liet een steek
vallen, waardoor J. Gorter de koningin
en daarmee de partij won. J. Thomasze
won van Zijtveld Jr. De partij H.
SchreuderC. Samsom werd afgebro
ken. J. de Vries had vanaf het begin
het initiatief in de partij tegen A. E.
van Goor den Oosterlingh en hij zou
zeker gewonnen hebben, indien hij geen
fout gemaakt had, waardoor het remise
werd.
P. J. Hoek werd door A. G. Hilhorst
verslagen in een zeer spannende partij,
waarvoor veel belangstelling was. J. A.
Wolswijk verloor van K. F. Mud en
J. v. d. Wal won van A. Nap.
De Soester Schaakclub heeft op 21 Oc
tober de bekende schaker mr. Ed. Span
jaard te gast. De twintig beste spelers
van de Soester Schaakclub zullen het in
een simultaanwedstrijd tegen mr. Span
jaard opnemen. De heer H. Schreuder
zal dan de overige borden voor zijn
rekening nemen. Deze massakamp vindt
plaats in het Oranje Hotel.