Voor HOEDEN naar HOPPENBROUWERS Oud Soest. TWEEDE BLAD SOESTER GLAS- EN VERFHANDEL Officiële Mededelingen. ROUW- eo TROUW- SOEST RADIO - TELEVISIE C. DE JONGH 1 Snuif en wrijf A M ONTVOERD VAN DE „SOESTER COURANT" VAN VRIJDAG 16 DECEMBER 1955. HANDWERK EN NEERINGE. Op lastgeving van de Staten van Utrecht werd op 4 Juli 1786 door de Schout van Soest in zijn gerecht een volks telling gehouden. Zoals bekend werd in de 18e eeuw de kameraalstatistiek beoefend, welke geen cijferreeksen en tabellen kent, doch waarvoor in hoofdzaak beschrijving gold, zodat juist deze volkstelling op het ogenblik interessant is en de personen als het ware nog doet leven. De „geregtsbode" Hendrik Schimmel werd belast met het opschrijven van 't „getall der huijsgezinnen en personen onder de geregte van Zoest, zonder onderschijt van jaaren en met bijvoe- ginge zooveel mogelijk van der zeiver handwerk off neeringe". In vijf dagen tijds, op 24, 25, 26 en 27 Juli en den le Augustus 1786, waren alle inwoners van Soest door hem ge teld, alsmede hun beroepen, zoveel mo gelijk daarbij genoteerd. Het resultaat was alsvolgt 268 huisgezinnen met 1124 personen. 182 gezinnen met 825 personen, be hoorden tot de boeren stand, of von den daarin hun bestaan. 82 gezinnen met 284 personen vormden de middenstand, terwijl 4 notabelen, de predikant, de pastoor, de schoolmeester en een rentenier, de rij sloten. Het totaal aantal inwoners bedroeg dus 1124 personen, waarvan de meesten werkzaam waren in het boerenbedrijf terwijl de overigen, met uitzondering van de notabelen, tot de werkende- of middenstand behoorden en een hand werk „off neeringe" bedreven. De beroepen, die laatstgenoemde lieden uitoefenden, waren meestal nog ver want met of aan het boerenbedrijf, of vloeiden daaruit vanzelfsprekend voort; b.v. de wagenmakers (3), smeden (2), spinters (34) en één dekker. Verder vermeldt de lijst 6 kleermakers, 3 bakkers, 6 timmerlieden, 6 schoen makers, 3 kooplieden, 1 jachtopziener, 4 hospites, 1 chirurgijn, 2 voerlieden en 2 bijmannen, terwijl het aantal dienstboden, in betrekking bij de mid denstand, 14 stuks bedroeg. De hospites zijn de caféhouders uit die tijd en de bijmannen de beroepsimkers of bijenhouders. Het aantal boeren bedroeg 56, dag huurders 109, schaapherders 10, 1 ta baksbouwer, 2 boomkwekers en 1 ros- cammer, zeer vermoedelijk een paar denhandelaar, genaamdJan Hendriks Mets HET VAN OUDS VERTROUWDE adres voor GLAS, VERF EN BEHANG de J. BRANDSMA Soesterbergsestr. 52 Telef. 2707 De Wed. Meijns de Ruijg, Johannes Staal en Dirk van Dijzel, waren in die tijd de wagenmakers van ons dorp. Aalbert van Welzum was de droog scheerder, een ambacht nauw betrok ken bij het huisweven. De afwerking van wollen stoffen be staat in noppen, pluizen, wassen en vollen. Het laken ziet er na het ver laten van het weefgetouw, onogelijk, vuil en vet uit. Dan begint men het te noppen, waarbij de uitstekende onef fenheden worden weggeschoren met 'n soort schapenschaar. De te behandelen stof werd op de tafel gelegd en op bovenomschreven wijze bewerkt. Dit werd gedaan door de droogscheerder, een zeer oud beroep. De Wed. van Gijsbert Pronk, op den Berg (Soesterberg), oefende het beroep van „bakster" uit. Waarschijnlijk heeft zij na de dood van haar man diens zaak en beroep voortgezet. Jan van Leerzum was de plaatselijke chirurgijn, hetzij de dorpsbarbier of de dokter. Een drukke praktijk had hij in geen geval, want achter zijn naam noteerde de geregtsbode „arm", even als bij de op „siender van de jagt", Reijer Jacobse. Jan Steenbeek en Aardt Reijerse had den een betere „neeringe" en achter hun namen prijkt geen „arm", zoals bij de voorgaande personen. Eerstgenoemde was „voerman" en de ander „karreman". Misschien gebruikte Steenbeek een paard en Reijerse een hond, vandaar het verschil van aan duiding. Achter de naam van Geurt Peeters Hilhorst staat als beroep vermeld „coopman", integenstelling met vele: dragers van die naam, die allemaal boer waren. Hier een Hilhorst die het beroep van koopman uitoefende. Of het toch een veekoopman was wordt niet vermeld. In 1786 doet het wel vreemd aan, dat een Hilhorst als „coopman" werd opge schreven en de nauwkeurige geregts bode is dit niet ontgaan. Tot de „hospes of hospites" behoorden Helmis Schimmel en Hendrik Wouters, terwijl Gerrit Roest het beroep van „smit" uitoefende. Evert Tesselhof was in die tijd de enig ste schoolmeester te Soest. Geestelijke herders waren Mattheus Dashorst, pas toor te Soest tot zijn overlijden in 1826, en Domini Oonink, Ned. Herv. predikant. Tabak werd, evenals te Amersfoort, ook te Soest verbouwd en als tabaks bouwer werd Wed. Jan Schimmel ge noteerd. Boomkweker was Gerrit Jan Haks. Ondanks dat de geregtsbode hier ter plaatse goed bekend zal zijn geweest, kende hij toch enkele malen de be treffende persoon niet van achternaam of wist de gevraagde zijn achternaam zelf ook niet, wat in die dagen heel gewoon was en dan vermelde Schim mel een bijzonderheid van de man in kwestie Jan Snyders in de Camer Domas. Toon Teunisse en De Huijslegger (kost ganger). Jan van den Brink of Borg. Frans, de dekker. Jan, in de Tempel (Soesterberg). Aard, timmerman. Peiber, in de Kooij. Peter, in het kooijenhuijsjen. Den Burger, Steenbeek. Den Burger, Zeegers. De Heer Tuijle, de boer op de Moer- besienberg (Soesterberg). Hendrik Eliam, boer. Niettegenstaande deze kleine onnauw- keurfgheden werd de lijst door Schout en Geregten van Zoest nagezien en in orde bevonden op den 7 e Augustus 1786.- Van „huijs tot huijs" gaande had de bode Hendrik Schimmel zijn plicht meer dan gedaan en zijn wij hem nu nog dank verschuldigd voor zijn nauw keurige en juiste beschrijvingen van de namen en beroepen van de oude Soesters uit die tijd. E. HEUPERS. uit Mevr. Swager (Oranje-Groene Kruis), Mevr. v. d. Bremer-v. d. Laar (Wit-Gele Kruis) en Mevr. De Graaf (Rode Kruis) is gevormd en Mevr. Schut- te-Beek heeft zich bereid verklaard eveneens hiervan deel uit te willen maken en de supervisie op zich te ne men. Men hoopt te kunnen rekenen op de medewerking van de plaatselijke art sen, zusters en kraamverpleegsters om het beoogde doel te bereiken en ook de hulp van bezitters van diepvries installaties zal nodig zijn. Op vrijdag 6 januari 1956 zal drs Mas tenbroek, hoofd van de moedermelk- centrale, in het wijkhuis aan de Mid delwijkstraat, een uiteenzetting geven van de werkwijze. Doktoren, zusters en verpleegsters worden tot deze bijeen komst uitgenodigd. ZEEPOST. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip vermeld. Brazilië m.s. „Paraguay Star", 20 dec. Canada m.s. „Westerdam", 22 dec. Chilivia New York, 22 december. Indonesië m.s. „Oranje", 24 december. Ned. Antillenm.s. „Oranjestad", 20 december. Ned. Nw. Guineam.s. „Oranje", 24 december. Nieuw Zeeland via Engeland, 18 dec. Unie van Z. Afrika en Z.W. Afrika m.s. „Carnarvon Castle", 18 dec. l- Uw adres .voor het huren van kleding BAARN. TEL. 2783 MOEDERMELKCENTRUM IN SOEST IN OPRICHTING. Op 1 januari 1948 werd door het hoofd bestuur van het Nederlandse Rode Kruis een moedermelkcentrale opge richt. Deze centrale is gevestigd in het Binnengasthuis te Amsterdam en maakt daar voor het lyophiele drogen van moedermelk gebruik van het Centraal laboratorium van de bloedtransfusie dienst van het Rode Kruis. Als er in Nederland jaarlijks 10.000 liter moedermelk wordt ingezameld, waarvan 8000 L. wordt gedistribueerd en 2000 L. opgelegd, dan heeft ons land aan zijn verplichting voldaan. Maar zover is het nog lang niet. De inzame ling gaf in de loop van de laatste 7 jaar het volgende beeld 1948 1561 L., 1949 1768 L., 1950 3372 L., 1951 3585 L., 1952 3705 L., 1953 3655 L., 1954 4642 L. De ervaring heerft geleerd, dat artsen, die er eenmaal toe overgingen een proef met de lyophiele gedroogde moe dermelk te nemen, vaste klant van de moedermelkcentrale zijn gebleven en de vraag wordt steeds groter. Het is dan ook begrijpelijk, dat er een S.O.S. van de moedermelkcentrale uitging. Dit S.O.S. is ook in Soest opgevangen. Door de afdeling Soest van het Neder lands Rode Kruis zijn het Wit-Gele Kruis en het Oranje-Groene Kruis uit genodigd om samen te komen voor het oprichten van een moedermelkcentrum in Soest. Ds Groeneveld en de heren Bakker en De Graaf hebben reeds een bespreking gehad, waar in princiepe be sloten werd een dergelijk centrum op te richten. Een commissie, bestaande HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen, overeenkomstig het be paalde in artikel 9, lid 1, sub b, der Hinderwet, ter algemene kennis, dat ter gemeente-secretarie van Soest ter inzage zijn gelegd verzoeken met bij lagen van a. Esso Nederland N.V., Benoordenhout- se weg 7, 's-Gravenhage, om vergun ning tot het wijzigen en uitbreiden van de ondergrondse benzine- en autogas- oliebewaarplaats, waardoor de onder grondse bewaarplaats 24000 liter ben zine en 6000 liter autogasolie zal kun nen bevatten, in het perceel Amers- foortsestraat 2a-4, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie E, nr. 2494; b. D. H. Eijsink, Bartolottilaan 21, Soest, om vergunning tot het oprich ten, in werking brengen en in werking houden van een inrichting voor de ver vaardiging van tandems en rijwielen met hulpmotor, op het perceel Barto lottilaan 9, kadastraal bekend gemeen te Soest, sectie C, nr. 1985. Gedurende tien dagen na de dagteke ning van deze bekendmaking bestaat voor een ieder de gelegenheid schrif telijk bezwaren tegen het verlenen de zer vergunningen in te brengen bij «het gemeentebestuur. Bovendien zal op woensdag, 28 decem ber a.s., des voormiddags, resp. te 11 en 11.30 uur, in het gemeenethuis een openbare zitting worden gehouden, al waar mondeling bezwaren tegen de in williging van deze verzoeken kunnen worden ingebracht. Een ieder kan ter gemeentesecretarie kennis nemen van de terzake ingeko men stukken. Soest, 12 december 1955. Burgemeester en wethouders van Soest brengen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 1, sub b, der Hinder wet, ter algemene kennis, dat ter ge meentesecretarie van Soest ter inzage is gelegd een verzoek met bijlagen van H. van den Bos, Luitenant-Kolonel, Wnd. Eerstaanwezend-Ingenicur der Genie te Amersfoort, Bilderdijklaan 1, Amersfoort, om vergunning tot het op richten, in werking brengen en in wer king houden van een bandenspreidin- stallatie, aangedreven door een electro- motor van 3 P.K. in het voertuigen park nabij de Dumoulinkazerne, in het perceel, gelegen ten zuiden van de Amersfoortsestraat, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie E, nr. 2411. Gedurende tien dagen na de dagtekening van deze bekendmaking bestaat voor een ieder de gelegenheid schriftelijk bezwaren tegen het verlenen der ver gunning in te brengen bij het gemeente bestuur. Bovendien zal op dinsdag, 3 januari a.s., des voormiddags 11 uur, in het ge meentehuis een openbare zitting wor den gehouden, alwaar mondeling be zwaren tegen de inwilliging van dit verzoek kunnen worden ingebracht. Een ieder kan ter gemeentesecretarie kennis nemen van de terzake ingekomen si ukken. Soest, 15 december 1955. DRANKWET. Burgemeester en wethouders van Soest brengen ter algemene kennis, dat door Gedeputeerde Staten van Utrecht de navolgende door de raad dezer gemeen te op 28 october 1955 vastgestelde ver ordeningen zijn goedgekeurd 1. Verordening als bedoeld in artikel 10, lid 1, sub le der Drankwet, in zake aanwijzing van een gedeelte der gemeente, waarin burgemeester en wet houders vergunningen niet mogen ver lenen; 2. Verordening tot wijziging van de verordening, als bedoeld in de artike len 10, le lid, sub 3e en 43, lid 1, der Drankwet, aanwijzende de wegen, waarin een tapvergunning, een volle dige vergunning of verlof A niet dan onder bij die verordening vastgestelde voorwaarden worden verleend. Soest, 13 december 1955. KONINGINNELAAN 74 - SOESTDIJK TELEFOON 3467 DE HUIDIGE SPANNINGEN IN HET NABIJE OOSTEN. De heer D. v. d. Meulen, oud-gezant in Saudi-Arabië} heeft voor de leden van de Volksuniversiteit in het Oranje- Hotel gesproken over de spanningen in het nabije oosten en daarbij een ver rassend licht over verschillende ge beurtenissen laten glijden. Om deze spanning te kunnen begrijpen moet men de voorgeschiedenis kennen. Het grote probleem van de meeste staten in het nabije oosten is dat van de kind-koningen. Reeds in het Oude Testament staat„Wee 't land, welks koning een kind is" en Egypte heeft dit ondervonden. Faroek heeft gefaald en is toen ten onder gegaan op een wijze, zoals in de geschiedenis nog niet is voorgeko men. Voor deze smadelijke mislukking is echter een oorzaak te noemen. Fa- roek werd tot zijn hoge waardigheid geroepen toen hij nog een jongen was en het is hem eigenlijk nooit vergund geworden echt jong te zijn. Wanneer hij zijn opleiding in Engeland gehad zou hebben, dan was het waarschijnlijk heel anders gegaan. Dan zou hij als gewone jongen gebokst en gevoetbald hebben. Irak's eerste koning was een bekwaam man. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Ghazi, die veel te jong was. Hij ging zich te buiten aan alcohol, hoe wel hij Islamiet was en reed zich met een auto te pletter. Er kwam na hem opnieuw een kind op de troon. In Jordanië regeerde Abdullah een be trekkelijk bekwaam vorst, die echter te Westers georiënteerd was en ver moord werd. Zijn anti-Britse zoon werd krankzinnig en nu zit de kleinzoon op de troon. Het land wordt geregeerd door een kind in moeilijke tijden. Saudi-Arabië is een van de landen, die het langst in ontwikkeling ten ach ter zijn gebleven bij de rest van de wereld. Het heeft zich eeuwenlang ver zet tegen Westerse invloeden en er heerste een ondenkbare armoede. Tot een verstandig vorst enige jaren ge leden Amerikaanse technici tot het land toeliet en deze kwamen tot de ver rassende ontdekking, dat de woestijnen van Arabië als het ware op olie drij ven. Er werd een olieleiding van 3000 k.m. aangelegd met en doorsnee van 70 c.m. en deze leiding loopt tot ver in zee door. Op deze manier kunnen schepen op gemakkelijke wijze met olie volgeladen worden. Het land wordt thans overstroomt met dollars. Vroeger waren er bewoners te arm, nu te rijk en de heer v. d. Meulen gelooft dat het laatste nog minder verkieslijk is dan het eerste. Het politiek Zionisme, het zogenaamde wereldjodendom, is de laatste tiental len jaren een storende factor in het nabije oosten geworden. De joden wil den naar het land der vaderen terug en door de eeuwen heen zijn verschil lende pogingen ondernomen. Eind 1917 was de positie van Engeland niet zo gunstig in de oorlog tegen Duits land en een beslissende slag, die 2 we ken duurde, bracht niet de overwin ning, maar kostte het leven aan 200.000 Engelsen. Toen wisten de geallieerden dat Duits land weinig nodig had om deze oor log te winnen. Van alle kanten tracht ten men hulp te krijgen op velerlei manieren en toen Dr. Chaim Weizmann, de latere president van Israël, ten to nele verscheen en hulp aanbood, kreeg hij in de Balfour-declaration de be lofte, dat Engeland zijn hulp zou ver lenen bij de vestiging van een natio naal woonoord voor de Joden. Zeer listig werd er aan toegevoegd voor zover dit de belangen en rechten van de aldaar wonende volken niet zal schaden. De heer v. d. Meulen noemde dit ri- oolpolitiek, daar de belofte krachteloos gemaakt werd door deze bepaling. De hele belofte was trouwens aanvecht baar, want men schonk hier een vader land aan een volk met voorbijzien van de rechten van het volk dat er al woon de. Vol intellect en met groot organi satietalent bouwden de Joden aan hun plannen en zij dwongen Engeland als het ware te vechten voor het mandaat over Palestina, ter wille van de hulp, die zij het wereld-Zionisme alsnog wil den bieden. I Uw verkoudheid van neus, 1 keel of borst wesr met 9. De toren was vijf verdiepingen hoog en in de muren waren grote sleuven aangebracht, waardoor het schijnsel van de bliksem naar binnen drong. In het flitsende licht zag David, dat de treden van de trap ongelijk en slecht gemetseld waren, waarom hij op han den en knieën hoger kroop, langzaam, als een slang, iedere centimeter voor zich aftastend. Nog steeds had hij het gevoel, dat zijn oom hem alleen naar boven had gestuurd in de hoop, dat hem een ongeluk zou overkomen. Plotseling gleed zijn hand over een rand en verder rijkend voelde hij niets meer. De trap hield hier plotseling op. Was hij niet zo voorzichtig geweest, dan zou hij dus werkelijk naar beneden zijn gestort. Beneden, in de tuin, drong wat licht uit de keuken door en daarin zag David zijn oom staan, onbeweeglijk als een standbeeld. Plotseling doorklief de een bliksemstraal de hemel en toen onmiddellijk daarna donderslagen rom melden, vluchtte Ebenezer, als door een panische angst aangegrepen, naar binnen. Er werden 7000 Joden per jaar in Pa lestina toegelaten en er kwamen geen moeilijkheden. Het waren uitgelezen mensen, die onderling een grote een heid vormden en de eerste kiboetsch tot een nuttige gemeenschap maakten, waarvan ieder kon profiteren. Met kracht werd de bestrijding van de ma laria ter hand genomen er werden landbouwmachines én kunstmest inge voerd en ook de Arabieren profiteer den hiervan, zodat de verhouding uit stekend was. De goed voorbereide ko lonisten leefden in goede harmonie met hun haldbroeders, de Arabieren. Toen kwam Hitier aan de macht en vele Joden vluchtten uit Duitsland. De rest van Europa gaf niet thuis en Ne derland wenste slechts 3000 wanhopige vluchtelingen toe te laten. Zo werden de Joden gedwongen naar Palestina te gaan. De Arabieren schrokken van de grote stroom, want nu kwamen 70.000 per jaar en zij vroegen Engeland hier aan een einde te maken. Engeland deed dit en sloot de deur op het mo ment, dat het Joodse volk er in doods nood voorstond. Daarom haten de Zio nisten Engeland en omdat ook de Ara bieren niets van het Britse Rijk moe ten hebben, konden de Engelsen de situatie niet meester blijven in het ge bied van Palestina, waar de Joden wo nen en dat slechts tweederde van Ne derland groot is. Tijdens de wereldoorlog heerste er gods vrede tussen Joden en Arabieren, maar na het sluiten van de vrede begonnen de moeilijkheden. De heer v. d. Meulen achtte het schan delijk dat de United Nations er niet in geslaagd waren deze twee schamele vol ken tot de orde te roepen en van strijd af te houden. De Joden vochten met de zee in de rug om het naakte be staan. Zij versloegen in korte tijd de Arabische legers en stichtten de Joodse staat. Zij zagen kans de Arabieren die tussen hen woonden te dwingen op de vlucht te gaan en 1.2 millioen van deze vluchtelingen sloegen hun tenten in de woestijn op. Velen zijn wegge trokken, velen zijn gestorven, maar thans leven er nog 700.000 vlak bij hun huis, vlak bij hun vaderland, wach tend op recht. Zij zijn zeer verontwaardigd over het gedrag van de gasten, die zij als goede gastheren bejegend hebben. De heer v. d. Meulen achtte het volko men onjuist, dat deze feiten in ons land niet bekend zijn en dat men in ons land de zaak alleen van Israëlische zijde beziet. Na zijn boeiende uiteenzetting liet de heer v. d. Meulen lichtbeelden zien van opnamen, die hij in Israël ge maakt had.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1955 | | pagina 13