VOLKSVIJAND Nr. 2. Huurverhoging* SOEST. IN DE HOEK. VRIJDAG 8 FEBRUARI 1957. 35e JAARGANG do. 11. SOESTER OURANT Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag. Abonn. per kwart, 2.10 - per post 2.25 UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDUK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156 De regering heeft bij de Tweede Ka mer drie wetsontwerpen ingediend, waarbij de huurverhoging en al wat daarmee samenhangt, wordt geregeld. Zij bevatten een regeling van de huur verhoging, een gedeeltelijke blokkering van de grotere huuropbrengst en de opvanging van de ficale gevolgen daar van. Een huurverhoging voor vooroorlogse woningen met 25 procent wordt voor gesteld. Maar de helft van de hogere huuropbrengst dezer woningen zal wor den geblokkeerd. Van de toegestane vijf en twintig procent verhoging komt slechts de helft ten bate van de eige- naar-huisexploitant. De andere helft wordt gebezigd voor vergroting van het woongerief door het aanbrengen van moderne voorzieningen. Waar ligt de grens tussen onderhoud en verbetering der huizen Deskundi gen verzekerden ons, dat, gegeven de huidige hoogte van prijzen en lonen, de huurverhoging van 25 °/o nog on voldoende is om de onderhoudskosten te dekken. Bij de vorige huurverhoging werd de mogelijkheid geschapen, dat bij voor- oologse woningen, die niet voldoende voldeden aan redelijke eisen ten aan zien van de instandhouding en bewoon baarheid, deze verhoging ongedaan werd gemaakt. Deze mogelijkheid is gehand haafd. Indien klachten over verwaarlozing door het gemeentebestuur of de huurcommissie in de betrokken gemeente gegrond wer den verklaard, kan de huur van een woning worden teruggebracht tot het peil van vóór 1 september 1955. Ook de verhoging van 5 procent die toen plaats had, wordt dan dus opgeheven. De aldus verlaagde huur geldt tot het noodzakelijk geachte onderhoudswerk ib uitgevoerd. Deze mogelijkheid van het ongedaan maken van de laatste twee huurverhogingen wordt in de nieuwe huurwet ook ingevoerd voor de tij dens en na de oorlog gebouwde wo ningen, die onder de nieuwe huurver hoging vallen. Wat ziet men dus gebeuren Goed on derhoud moet geschieden om de huur verhogingen niet in gevaar te brengen. Terwijl de nieuwe huurverhoging van feitelijk, slechts 121/b in vele gevallen ontoereikend of nauwelijks toereikend zal blijken om in de onderhoudskosten te voorzien. Wij zien in de voorgestelde regeling een onbillijkheid ten aanzien van de huiseigenaar-exploitant. Het is een noodzakelijkheid, die alge meen wordt ingezien, dat de oude hu ren zich aanpassen aan de nieuwe om standigheden. Onze woningvoorziening stelt de eis, dat de huren van oude en nieuwe woningen in redelijker onder linge verhoudingen worden gebracht, dan ze zich thans bevinden. Moet de huis-exploitant van de gebo den regelingen de dupe zijn Men moge zich rekenschap geven van de moeilijke positie, waarin deze bedrijven verkeren. Net alleen worden zij gedrukt door een ontzaglijke vermeerdering van de kosten voor onderhoud en door de zware sanc tie die er op staat, wanneer zij aan de onderhoudsplichten niet nauwkeurig voldoen, maar ook de fiscus neemt hen nog een flink deel van de inkomsten af. Men kan allerminst zeggen, dat het ex ploiteren van woningen door particu lieren een verrijkend bedrijf is te achten Thans komt men hun door de nieuwe huurverhoging onvoldoende te gemoet en die tegemoetkoming wordt nog gehalveerd door de blokkade. Voor de huurders is de voorgestelde verhoging natuurlijk ook een onaange name zaak, hoewel reeds een kleine verhoging van de lonen is geprojec teerd. Als men de huurverhoging ziet binnen het algemeen kader van de stijgende kosten van het levensonder houd, dan wordt men als huurder nuk kig gestemd. Maar men moet er acht op slaan, dat het nederlandse huurpeil veel lager ligt dan het internationaal niveau. Het woninggerief wordt hier te lande veel goedkoper genoten dan waar ook ter wereld. De last van een huurverhoging, die uit allerlei econo mische omstandigheden voortkomt, mag echter geen aanleiding zijn voor een on billijkheid tgenover een andere groep, die der huizen-eigenaars-exploitanten. Er zijn reeds stemmen opgegaan in den lande, die hebben gepleit voor een rationeler en zakelijker regeling van het hurenvraagstuk, dan die welke in de aanhangige ontwerpen is vervat. Voor op kwam de Nieuwe Rotterdamse Cou rant, die in een fel artikel de regering van „stukwerk" beschuldigde. „In de memorie van toelichting", zo herinnert het blad ons, „wordt bere kend dat het huidige huurpeil, liggende op gemiddeld 148 procent van het voor oorlogse niveau, naar 240 procent om hoog zal moeten; het verschil met een huurpeil voor nieuwe woningen ad 290 procent (van het peil van 1940) zou gerechtvaardigd zijn op grond van kwa liteitsverschillen tussen oude en nieuwe woningen. „Maar wat doet de regering", zo roept de schrijver van het artikel uit, „om deze aanpassing der oude huren tot 240 procent van 1940 te bevorderen Zij stelt voor, de op 30 juni a.s. gel dende huurprijs met 25 procent te ver hogen, hetgeen deze brengt van 148 op 185 procent van de vooroorlogse huurprijs. Daar blijft het bij. De forse greep op het probleem wordt daar mee naar de toekomst verschoven. In stede van een wettelijk plan van vast staande, geleidelijke aanpassing tot de vereiste 240 procent aan de Staten- Generaal voor te leggen, wordt weder om stukwek geleverd. En tevens wordt het huurvraagstuk ook voor de toekomst overgeleverd aan het politieke spel". Inderdaad, dat de regering niet tot een geleidelijke en zakelijke oplossing van het huren-plobleem schijnt te kunnen komen, heeft diepliggende politieke oor zaken. De hurenkwestie is een netelig punt. Zij heeft in een nabijliggend verleden tot een kabinetscrisis geleid. Men is toen aan het timmeren gegaan en het hurenvraagstuk moet een be langrijk punt geweest zijn van de be sprekingen met de fracties, waaruit het huidige ministerie is voortgekomen. Er zijn concessies gedaan ten einde een samenwerking tussen regering en par lement te verzekeren. Van die conces sies zijn de ter tafel liggende wetsont werpen de euvele vruchten. Het gepleegde overleg onthoudt aan de regering de vrijheid zakelijker en bil lijker voorstellen te doen dan waar mee zij thans voor de dag treedt. Deze invloed van de politiek op de oplossing van belangrijke vraagstukken, die met het volkswelzijn verband houden, ach ten wij niet in 's lands belang. EEN GEHEIM TUSSEN JOU EN MIJ. Het is maar een kleine zaal, waarin de toneelvereniging „De Kerkebuurt" speelt en het is maar een klein toneel. Maar op dat kleine toneel van „De Gouden Ploeg" is de jury van de V.V.V.-toneelwedstrijd gisteravond een uistekend blijspel voorgeschoteld door 10 speelsters en spelers, van wie geen enkele onder de maat was en verschil lende erboven. Opmerkelijk was de keuze van de spe lers, waar in de regel nog wel eens wat op aan te merken valt. Hier geen burgemeester, die beter de rol van een stroper had kunnen vervullen of een burgemeestersvrouw, die in haar hele optreden om een dienstmaagdenrol vraagt. Dat zou ook niet mogelijk ge weest zijn, want de rol van het dienst meisje was in veel te goede handen bij mevr. B. v. d. Pol-v. d. Horst. Ze voel de zich wat groots in haar betrekking bij de kunstschilder Hans Wagenaar (C. Hilhorst) en zijn jonge vrouw Anneke (mevr. P. Rouwendaal-Hovius) en ze koesterde haar romantische liefde voor Gerrit, het knechtje van de groenten- boer opvallend. Anneke's vader, de burgemeester, werd uitstekend gebracht door Th. Roelofsen, die aanvankelijk te jong leek, maar dit door zijn goed spel geheel deed vergeten. De burgemeesters vrouw met haar stadscomplexen was in goede handen bij mevr. L. Koppen- Venhof. Hans Wagenaar en zijn vrouw komen terug van de huwelijksreis en al spoe dig verschijnt de oude liefde van de heer des huizes, Sonja (mej. J. Roelof sen), zijn voormalige geliefde en tevens geliefd model. Ze werkt zo inspirerend op de kunstenaar, dat hij het doek van zijn leven schildert, maar- voor zijn vrouw is het minder prettig, dat Sonja daarop als Venus voorkomt. Steun vindt ze bij de ruige Bart Verstoep (G. Ag- terveld), die evenveel van haar houdt als hij een afkeer heeft van de rijke hereboer Hoogendoorn (J. v. d. Broek). De Venus kan verkocht worden aan de Amerikaanse kunsthandelaar Peters, maar de kunstschilder weigert en zijn vrouw staat niet toe dat het schilderij van Bart verkocht wordt. F. Roelofsen had het niet gemakkelijk met het praten van zijn koeterwaals, maar het succes van zijn conversatie met het dienstmeisje was een goede beloning voor zijn moeite. In 't 3e bedrijf komt alles weer op zijn pootjes terecht en toen 't gordijn voor de laatste keer gesloten werd kon de jury aan het werk en de waardering zal zeker niet tegenvallen, want regisseur J. v. d. Broek en zijn medespeelsters en -spelers deden het uitstekend. VERGADERING BI.fEN VERENIGING. Onder voorzitterschap van de heer J. Grijze is in restaurant „Zonneheuvel" de jaarvergadering van de Bijen vere niging gehouden, die slecht bezocht was. In zijn openingswoord verwelkomde de voorzitter in het bijzonder de heer C. Pater, lid van het noofdbestuur, en hij gaf uiting aan zijn teleurstelling over de geringe belangstelling. Slechts 10 van de 52 leden waren aanwezig. Het jaar 1956 is slecht geweest op bijengebied en wel zo, dat het bijna de dood van de bijenstapel betekende. In Soest is weinig belangstelling voor het imkeren. Bijenteeltcursussen kun nen slechts met moeite worden volge praat en na enkele lessen vallen de meeste leden af. Ook de financiële po sitie baart zorgen. Wijlen de heren Maagdelijn en Engel werden met een minuut stilte herdacht. Uit het jaarverslag bleek, dat het jaar 1956 het slechtste honingjaar van de laatste 20 jaar gev eest is. Het aantal leden liep terug van 54 op 52. De penningmeester gaf een batig saldo van 105,42 op en in de kascommissie werden de heren Beernink en Hornsveld gekozen. De voorziter kwarji met het voorstel voortaan weer een verloting te houden om meer belangstelling voor de jaar vergadering te wekken. Vroeger nam men als prijs een t tart, maar nu zullen er imkerartikelen ,A gewonnen kunnen worden. In septerMier bestaat de im kervereniging 60 jaar en met een bus zullen de Soester bijenliefhebbers naar de imkerdag gaan. Het bestuur van de vereniging komt 2.50 per persoon te gemoet in de kosten. Voorzitter en secretaris werden bij ak- klamatie herkozen en er zal een voor stel aan het bondsbestuur gedaan wor den de leeftijd van 35 op 50 jaar te brengen voor het beschikbaar stellen vansubsidie om bijenkasten aan te schaffen voor het met succes volgen van een cursus. Als afgevaardigde naar de bondsvergadering werd mevr. S. Mul der gekozen. Bij de rondvraag kwam het plan ter sprake een cursus voor gevorderden te houden. S.V.V.-VOLLEYBAL. Het damesteam van S.V.V. moest woens •dagavond in de markthallen aantreden tegen het team van Vios 1, dat met nog slechts een verliespunt in de eerste klas aan de kop gaat. Het werd een gelijkopgaande strijd, waarin de Soes ter dames uitstekend partij gaven. De eerste set werd met 1511 verloren, terwijl de tweede set na een gelijkop- staande strijd door Vios met 15-13 ge wonnen werd. In de derde set hadden de Soester dames geruime tijd een voor sprong, maar uiteindelijk wisten de Vios-dames door met 15-12 deze set te winnen en de wedstrijd in hun voor deel te beslissen. VOLKSDANSEN. Reeds enkele jaren is er in Soest een groepje jongeren en ouderen enthou siast aan het volksdansen. Deze en vele duizenden anderen kunnen getui gen, dat de mening, als zou volksdansen slechts wat „tam gehuppel" zijn, een volkomen misvatting is. Hier geldt wel het spreekwoord „onbekend maakt on bemind". Door onbekendheid en andere misvat tingen is de schroom om met volks dansen te beginnen des te groter. Is echter deze schroom overwonnen, dan „ontdekt" men a.h.w. het plezier, het genot en het emotionele van het dansen. Eist het wel veel oefening - tenslotte leert men niets zonder oefening - toch Volksvijand no. 1 is de woningnood. Volksvijand no. 2 is vandaag de duurte. Het is een geniepige vijand, want de prijzen gaan heimelijk omhoog, zo met een paar centen en dan opeens staat men voor een opmerkelijk verhoogd prijsniveau. Het is tegenwoordig een der moeilijkste taken voor een huisvader zijn huise lijke begroting op te maken. Want hij staat voor de onzekere factor van het steeds duurder wordende leven. Ons volk schreeuwt om prijsstabilisatie, zo als het schreeuwt om woningen. Met een kreet van verlossing hebben wij het besluit van de regering begroet, die de prijsstabilisatie nu voor 1957 gaat doorzetten en wij zijn er gelukkig over, dat de middenstand wil meewerken. Het vraagstuk der prijsbewaking heeft zijn moeilijkheden, maar eer wij die moeilijkheden in beschouwing nemen, willen wij onze lezers een indruk ge ven van de ontzaglijke vlucht, die de prijzen hebben genomen. Wij ontlenen onze cijfers aan het tijdschrift „Bur gerrecht", welks redactie de moeite heeft genomen een vergelijkende staat te ma ken tussen de prijzen van vijf en twin tig jaar geleden en van nu. Hoe waren de gemiddelde prijzen per 1 januari 1932 en hoe zijn zij per 1 januari 1057 Wij doen een greep. Eerst de stoffen. Een zuiver wollen deken. Op 1 januari 1932 kostte die ƒ5.60; op 1 januari 1957 kost die 45, Wit katoen 70 centimeter breed op 1 januari 1932 0,09V2 per meter, op 1 januari 1957 1,85. Costuums op 1 ianuari 1932 van 16,75 tot 53, op 1 januari 1957 pl.m. 160,Over hemd 3,25; thans 17,50. Schoenen van ƒ2,90 tot ƒ4.90, thans 27,50. Wij komen nu tot de belangrijke ru briek levensmiddelen. Deze vertoont de volgende cijfers. Roomboter per pond 0,55, thans 2,40. Margarine (een reep toe) per half pond 0,121/e, thans 0,42. Havermout per pond 0,08, thans 0,38. Gelderse worst per pond 0,50, thans 1,50. Bruine bonen per pond 0,08, thans 0,72. Thee per ons 0,24, thans 0,94. Koffie per pond 0,46, thans 4.36. Brood per 800 gram 0,11, thans 0,43. Melk (onafgeroomd) per liter 0,05, thans 0,32. Eieren per 10 stuks 0,38, thans 1,80. Aardap pelen 0,04, thans 0,21 per k.g. Ten slotte de brandstoffen 1ste soort an- thraciet per h.1. ƒ2,90, thans 11, Eierkolen per h.1. 1,30, thans Wij schrijven de lange lijst niet in haar geheel over, maar wij menen wel enige sprekende cijfers te hebben uitgekozen, die ons inlichten over de verbijsterende prijsverhogingen, die in een tijdperk van 25 jaar ons hebben bezocht. Dit kan zo niet langer. De prijsstabilisatie is een dringende noodzakelijkheid ge worden. De steun van de middenstand is toe te juichen, maar hij wordt niet zonder voorbehoud gegeven. De vrees bestaat, dat de kleine bedrijven en de kleine zelfstandigen het loodje zullen moeten leggen. Men wenst, dat de zelfstandigen de premie voor de ouderdomsverzeke- ring in prijs mogen doorberekenen. Men wenst tegemoetkoming, in het al gemeen aan die bedrijven, welke de ge volgen van regeringsmaatregelen niet kunnen dragen zonder doorberekening. Men wenst overleg met de regering, teneinde het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk te beveiligen. Wij mo.gen ons verheugen over de of fers, waartoe de middenstand bereid is en moeten onze tevredenheid erover uitspreken, dat hij zich achter het ad vies van de Sociaal-Economische Raad plaatst inzake de beperking der be stedingen. Maar hij eist precisering van het prijs- stabilisatie-beleid, hij verlangt, dat bij eventuele prijscorrecties rekening wordt gehouden met een redelijk onderne- mersloon en met de mogelijkheid tot zelffinanciering. De prijspolitiek mag niet aldus worden gericht, dat het mid den- en kleinbedriif er aan te gronde gaan. Aan onze minister van economische za ken wacht een netelige, pijnlijke en in gewikkelde taak. Hij heeft zorg te dra gen voor het handhaven van de econo mische structuur van ons land en voor een rechtvaardige verdeling van de las ten, die de prijsstabilisatie zal mee brengen, over de verschillende gele dingen van de middenstand. Maar tegelijkertijd zal hij snel en vaar dig moeten ingrijpen om de nood te lenigen, waarin ons volk verkeert, de nood van een niet meer te dragen duurte, Over het begrip der prijssta bilisatie en de ecnomische bezwaren die er tegen worden geopperd, willen wij in dit artikel niet schrijven. Er is nood, dat is de basis van onze beschouwingen en wij mogen met voldoening vaststel len, dat het duurtevraagstuk niet aan onze regering voorbij gaat. Een paar dagen geleden sprak ik een Soester fabrikant, die mij zei „weet je wat ons in Soest onder meer man keert Ik kon hem zo op een rijtje wel eni ge zaken noemen, maar het leek me beter hem aan het woord te laten en kreeg toen te horen „we hebben in onze gemeente' behoefte aan één of meer industriehallen, eenvoudig van op zet, waar ruimte is voor die kleine industrieën, die nu vaak in woonwij ken van onze gemeente schuilen, waar ze feitelijk niet mogen zitten, gevaar opleveren voor omwonenden en nim mer kans krijgen' zich uit te breiden. Dit laatste in de eerste plaats, omdat zij in een woonwijk geen toestemming voor uitbreiding krijgen, maar ook, om dat zij, al is hun zaak ook gezond, aan koop van grond plus de huidige bouw kosten niet kunnen bespringen. We hebben er nog even over door gepraat en waren het er over eens, dat het op het ogenblik een beetje vreemd lijkt zoiets te verlangen, nu alles op woningbouw gericht moet zijn. Reeds eerder las ik in een rapport, dat in 1951 over de sociaal-geografische structuur van onze gemeente is opge steld, dat het aanbeveling verdient, in verband met de inschakeling van jonge mensen in het arbeidsproces, die nu hun toevlucht buiten onze gemeente (moeten) zoeken, tot het bouwen van industriehallen over te gaan. Onze gemeente heeft met ons nieuwe industrieterrein verschillende industrieën aangetrokken, maar tot nu toe waren de eisen voor toelating zodanig, dat al leen zij, die flink in de bus konden blazen, daaraan tepas kwamen. We kunnen niet anders doen dan toe juichen, dat onze gemeente zo waak zaam is, maar aan de andere kant zou het voor de vele kleinere industrieën in onze gemeente toch wel prettig zijn wanneer zij, via een industriehal, ook een kans kregen. Velen zijn bereid aan de gemeente een rendabele huur te betalen en wie weet, zit er onder deze kleintjes van nu in de toekomst geen Philips of een Van Doorne. H. OEKMAN. mag men zeggen, dat het bij uitstek een bezigheid is voor iedereen, voor jong en oud, jongen en meisje, man en vrouw. Wil men er echter meer van weten, dan zijn de leden van het Soester volks- dansgroepje, die o.l.v. de heer Bon- gers oefenen, graag bereid er meer over te vertellen of eventueel er meer van de laten zien. Voor bijzonderhdn zie men de adver tentie in dit blad. HET LEVEN VAN BIJEN, MIEREN EN TERMIETEN. Dr M. J. Adriani spreekt dinsdag a.s., in hotel De Bosvijver, over „Het le ven van bijen, mieren en termieten en hun wonderbaarlijk verfijnde instinc ten". Deze lezing wordt met lichtbeel den toegelicht. ZONDAGSDIENST ARTSEN EN APOTHEKEN. De zondagsdienst wordt waargenomen door dr H. G. Rupert, Burg. Grothe- straat 49, telefoon 2388 en dr J. C. Rip, Soesterbergsestraat 16, telefoon 2423. Zondag is geopend apotheek „Soest", Soesterbergsestraat. R.K. UITLEENBIBLIOTHEEK. Nieuwe aanwinsten. Romans Andres, De reis naar Portiun- cula. Barrett, Vreemdelingen op aarde. Breedveld, Meneer Severeij- nen. Bruyn, Wendelmoet. Chris- tie, Lord Edgware sterft. Cronin, Opstandig ideaal. Cronin, De hoofd zuster van zaal „K". Eekhout, Boe- renlegenden. Fabricius, Setoewo de tijger. Van Ginneken, Niet tever geefs. Godden, Een stukje van de hemel. Heslund, Midzomerwende. Kruysman, Tussen eb en vloed. Mons, Hier bij ons gebeurt immers nooit iets. Rawicz, De barre vlucht. Roulin, Een tweeling groeit op. Dl. 1. Rou lin, Wijkende wegen. Dl. 2. Roulin, Gaston en Christine. Dl. 3. Sayers, Het lijk met de pince-nez. Uris, De dreigende heuvels. MeisjesromansBetlem, Op dansende voeten. De Bij, Afspraak in de lente. Van Dieren, In jouw handen. Jansonius, Luuk Boswijk, redactrice. Van de Meer-Prins, Jolet in het volle leven. Nachenius-Roegholt, Lot speelt in de levensloterij. Van 't Sant, Els- beth. Voerman, Hansje's vuurproef.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1957 | | pagina 1