Bescherming tc
Broodroof»
derde blad
DE KROONPRINS
VAN FRANKRIJK.
SOEST.
HOE ONTSTOND HET
NEDERLANDS
ONWEER
VAN DE „SOESTER COURANT-
VAN VRIJDAG 12 JULI 1957.
Onder grote belangstelling en in tegen
woordigheid van vele vorstelijke per
sonen (waaronder onze Prinses Beatrix)
is de „Dauphin van Frankrijk" Henri,
Graaf van Clermont, in het huwelijk ge
treden met ,de hertogin van Württem-
berg.
Maar hoe zit dat dan Is in de derde
Republiek de groep der royalisten nog
steeds actief Bestaat er kans, dat deze
troonpretendent nog eens Koning van
Frankrijk wordt
Wanneer men in Fankrijk over royalis
ten spreekt, moet men goed in het oog
houden, dat er twee groepen zijn, die
de troon weer graag zouden zien her
steld. Daar zijn de aanhangers van het
koningschap en van de Bourbons, daar
zijn ook de Bonapartisten. We zullen
ons ditmaal, naar aanleiding van het
vorstelijk huwelijk, speciaal bezig hou
den met de aanhangers van het ko
ningschap. Eigenlijk kan men niet meer
spreken van de Bourbons, het gaat hier
om het huis Orléans.
Bourbons en Orléans.
Tussen Bourbons en Orléanisten bo
terde het in het verleden niet zo erg.
Lodewijk XVI wist dat zijn neef, Phi-
lippe d'Orléans, zijn tegenstander was
en op de troon aasde. Deze Philippe
was een wonderlijk heerschap, niet al
te best aangeschreven, en toen de revo-
lutiewind begon te waaien, hing hij de
huik naar die wind en noemde zich
Philippe Egalité (Gelijkheid).
Hij proclameerde bij alle gelegenheden
zijn verbondenheid met het gewone
volk en toen het doodvonnis over Lo
dewijk XVI werd uitgesproken, was
Philippe één der afgevaardigden die
daarvoor stemde en sprak „Bij mijn eer
en mijn geweten.de dood".
Van dat ogenblik af was de band tus
sen Bourbons en Orléansen doorgesne
den. Philippe was een koningsmoorde
naar" zo goed als de ergste sansculotte.
Veel voordeel heeft deze houding hem
niet gebracht, want het duurde niet
eens zo heel lang, voor Philippe zijn
vorstelijke neef volgde en, naar het
jargon der Revolutie, „zijn hoofd in de
mand spuwde".
Toch kwam de troon aan het huis Or
léans. Na Lodewijk XVIII, de man die
niets vergeten, niets vergeven en niets
geleerd" had, kwam Karei X op de
troon, die ook nog een graadje conser
vatiever en nog meer reactionair was,
en dan ook prompt door een revo
lutie van zijn troon werd gejaagd.
Hem volgde Louis Philippe van Orlé
ans, die min of meer in het voetspoor
van de beruchte Philippe, zich de „bur
gerkoning" noemde, maar het ook niet
kon bolwerken en Bourbonaanhangers
en Bonapartisten tegen zich in het har
nas joeg. Ook hij moest vluchten, Frank
rijk werd opnieuw een republiek, een
neef van Napoleon 1, Louis Napoleon
Bonaparte, werd president en wist zich
later, via een staatsgreep, tot keizer
(Napoleon III) uit te doen roepen. Zijn
aanvankelijk glorierijk bewind eindigde
met de catastrofe van 1870, toen hij zich
aan de Duitsers moest overgeven.
De republiek.
Hierna hadden de meeste Fransen tabak
van keizers en koningen, maar in lei
dinggevende kringen speelde men toch
weer met de gedachte aan een restau
ratie der Bourbons en knoopte men
onderhandelingen aan met de neef van
Karei X. Ondertussen zaten die van
Orléans op het vinketouw en hoopten
dat ze ook een kans kregen. Neef Hen
ri echter toonde zich ook weer een on
vervalste Bourbon, dom, koppig, zonder
enig werkelijkheidsbesef, een man, die
de klok een honderd jaar wilde terug
zetten.
De onderhandelingen sleepten zich zó
lang voort, dat, toen ze eindelijk defi
nitief strandden, iedereen al gewend
was aan de „Derde Republiek", die
het niet onaardig deed, en geen mens
er voor voelde om ook nog weer eens
met de Orléansen te gaan onderhan
delen, die overigens nog lange tijd
hoopten op een ommekeer.
Tijdens de republiek was het de af
stammelingen der vorstenhuizen verbo
den zich op Franse bodem te vestigen.
Daarin is eigenlijk na wereldoorlog II
pas verandering gekomen, doordat zo
wel de Orléanistische als de Bonapar-
tistische pretendent doorslaande blij
ken van vaderlandsliefde had gegeven
en zich in het verzet lauweren had ver
worven.
Graaf Henri.
De tegenwoordige pretendent van het
huis Orléans is Henri, Graaf van Parijs,
vader van elf kinderen. Hij trad bij het
uitbreken van Wereldoorlog II onder
een valse naam in het Vreemdelingen
legioen, was in Afrika toen Eisenhou-
wer daar landde en nam contact op met
De Gaulle en Giraud.
Hij maakte zich daarbij zeer verdien
stelijk en het plan werd gevormd om
hem als Stadhouder-Generaal te doen
fungeren tijdens de periode na de be
zetting. De royalisten hoopten natuur
lijk, dat dit zou leiden tot een defini
tief koningschap. Maar Roosevelt zowel
als Stalin verwierp de gedachte van
een Frans koninkrijk en graaf Henri
werd weer ambteloos burger, die het
druk had met zijn gezin. Hij is onbe
twist populair, maar uit niets blijkt,
dat hij ambities heeft om de franse troon
te bestijgen. Dit jaar trad een zijner
dochters in het huwelijk met de Bel
gische Graaf van Limburg Stirum, nu
trad de troonopvolger, de „Dauphin"
in het huwelijk en telkens weer duiken
gruchten op als zou een zijner dochters,
Isabelle, de echtgenote worden van Ko
ning Boudewijn van België, die echter
nog immer vrijgezel is.
Toch zal dit glansrijke huwelijk de aan
dacht der Fransen weer eens afleiden
van het eeuwige politieke gemodder en
willicht dq^n peinzen over de moge
lijke stabiliteit van het koningschap.
Maar anderzijds is het de vraag, of in
dit stadium een kroon van Frankrijk
wel zo begerenswaardig is, dat men er
een rustig en gelukkig leven „temidden
zijns volks" voor op het spel zou zetten
DE FINANCIËN VAN DE SOESTER
WONINGBOUWVERENIGINGEN.
In de gemeenteraad van 17 juni j.1.
werd door B. en W. de toezegging ge
daan, dat gegevens aan de raad ver
strekt zouden worden over de finan
ciële verhouding tussen de gemeente
en de woningbouwverenigingen St. Jo-
sef, Ons Belang, Patrimonium en Goed
Wonen, waarvan de laatste drie de
stichtingsvorm hebben. De woningen
van deze verenigingen werden gebouwd
tussen de twee wereldoorlogen.
Het rijk verstrekte aan de gemeente
bouw- en grondvoorschotten met de
bedoeling, dat deze doorgegeven zouden
worden aan de verenigingen, hetgeen
gebeurde. Bij „Goed Wonen" ging het
iets anders, daar 'n premie als bijdra
ge ineens gegeven werd.
De verenigingen leenden dus van de
gemeente en de gemeente van het rijk.
Later ontvingen de verenigingen op
nieuw leningen van de gemeente om
herstelwerkzaamheden te verrichten.
Deze bedragen moeten evenals de eer
ste met jaarlijkse vaste bedragen plus
rente afgelost worden. Op de stichtings-
kosten van de woningen wordt jaar
lijks een bedrag afgeschreven, dat na
genoeg gelijk is aan de jaarlijkse af
lossing, zodat de vaste activa nage
noeg hetzelfde bedrag aanwijst als de
restantschuld bedraagt. Uit het over
zicht blijkt, dat de totale boekwaarde
van de activa der vereniging St. Josef
eind 1956 725.637,57 bedraagt en het
totaalbedrag van de voorschotten ruim
720 duizend. B. en W. achten deze
schuld, gezien de boekwaarde van de
activa en de geregelde aflossing vol
komen normaal en zien geen reden tot
ongerustheid. Omdat het bedrag van de
boekwaarde thans iets hoger ligt dan
het bedrag van de restantschuld, wordt
meer afgelost dan afgeschreven.
De baten van de verenigingen bestaan
grotendeels uit de huurontvangsten. Tot
de lasten behoren de betalingen van
aflossingen en rente, de afschrijving op
de stichtingskosten en de onderhouds
kosten. Per jaar wordt hiervoor 89.
per woning in het onderhoudsfonds ge
stort. Door de hoge onderhoudskosten
na de oorlog vertonen deze fondsen
meermalen een negatief saldo. Ook de
waterleidingkosten behoren tot de las
ten, maar zij worden verhaald op de
huurders.
Reeds enige malen werden bijdragen in
de tekorten toegekend. Hiervan komen
75 °/o ten laste van het rijk en 25 °/o
van de gemeente.
In 1941 en in 1952 zijn renteloze voor
schotten verstrekt ter financiering van
de tekorten. St. Josef ontving in totaal
153.400—, Ons Belang 212.000,—,
Patrimonium 12.925,en Goed Wo
nen 11.960,Op het bedrag dat aan
St. Josef verstrekt werd is in 1956 ruim
I2V2 duizend gulden afgelost na ver
koop van een perceel grond aan de ver
eniging tot bevordering van het nijver
heidsonderwijs. De voorschotten zijn
renteloos tot het tijdstip waarop de af
lossing van de bouwvoorschotten klaar
is. Dit zal omstreeks 1975 zijn.
NEDERL. VROUWEN ELECTR. VER.
Tot besluit van het verenigingsjaar
hebben de vrouwen van de N.V.E.V.
een excursie gemaakt naar het Bouw
centrum te Rotterdam, waar onder des
kundige leiding een rondgang werd ge
maakt. Allereerst werd een bezoek
gebracht aan het Kleurencentrum, om
dat kleur in de woninginrichting tegen
woordig een belangrijke rol speelt.
Getoond werd een uitgebreide collectie
gordijnstoffen, vloerbedekking van het
nieuwste materiaal, als tegels, rubber,
cocos, wollen tapijten enz.
In de afdeling „wonen" was alles sim
pel en practisch ingedeeld. O.m. wer
den getoond fauteuils, waarvan men
door verplaatsing een 2- of 4-zitsbank
kan formeren.
In de eet-, studeer- en slaapkamer kon
men zien, dat er, naast comfort en ge
zelligheid, ook aan het werk van de
huisvrouw wordt gedacht.
In een gezellig zaaltje van het Bouw
centrum werd de lunch gebruikt, waar
na een demonstratie werd gegeven
in fileren, bakken, koken en stoven
van vis. Hierna werden meerdere nut
tige wenken gegeven. Er werd b.v. ge
wezen op de juiste hoogte van het
aanrecht, op practische keukenkasten,
moderne wasmachines, badkamers, dou
checellen, waskeuken enz.
Te circa half zes keerde het gezelschap
voldaan huiswaarts.
GESLAAGD.
Onderstaande personen slaagden voor
het rijbewijs B-E, A, C-E D-E.
Voor het rijbewijs B-E de heren G. Hin-
derdael, G. ten Pas, B. v. Wilgen, H.
Geurts, H. de Roode, L. Akkerman, W.
Schunhart, J. v. Klooster, B. de Vries,
N. Duikers en de dames H. van Dam,
N. v. Daal, R. Sanders.
Voor het rijbewijs C-E D-E (vrachtauto
en bus) de heren G. v. Drie en E. Westen-
eng. Voor het rijbewijs A (scooter-motor)
de heren E. v. Doorn, E. Keddeman, H.
Bentink, M. Pauw, A. v. Buuren, S.
Giele en A. Staal.
Allen genoten hun opleiding bij Baten-
burg's Erkende Auto- en Scooterrij
school, Parklaan 33, Soest.
Te Utrecht slaagden voor het praktijk
diploma machineschrijven Ans Wil
denburg, Dorie van de Eynden, Ans
Martens, Tonnie Kuyper, Marinus Hui
gen, Tinie v. Breukelen, Annie v. Woer-
kom, Richard v. d. Heuvel, Henk Vonk,
Thera Smink, Hannie Smit, Fientje van
Asselt, Jan Westerveld, Corrie Hilhorst,
Cor de Bruin, Marijke Bunck, Annie
Wijnekus, Jannie Spermon, Theo Ver
meulen, Cor Dorrestein en Gerard
Schimmel, allen leerlingen van de R.K.
Ulo. school alhier.
Onze oud-plaatsgenoot de heer J. van
Hummel, thans hoofd van het Instituut
„Indon" te Bussem, slaagde aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam voor het
candidaatsexamen psychologie.
Voor het toelatingsexamen van het Chr.
Lyceum te Amersfoort zijn geslaagd
Harry Beishuizen, Gerrit Groenewegen,
Willy Gerritse, Leny Dijkshoorn en
Joekje Akkerman.
Voor het toelatingsexamen van het
Baarns Lyceum Marianne Gerritse en
Donnie Wanders. Allen zijn leerlingen
van de Da Costaschool, Prins Bernhard-
laan.
ZESDE COMPETITIERIT VAN TEMPO.
Bij de zesde competitierit van „Tempo"
gaven de renners een zeer geanimeerde
strijd te zien. Bij de junioren was voor
al Nic Westhof de gangmaker. Herhaal
delijk trachtte hij op winst te komen,
hetgeen hem echter niet gelukte. Hij
kreeg ook geen loon naar werken, want
in de eindspurt werd hij zesde, maar
toch is dit de manier om later, in open
wedstrijden, een goed figuur te slaan.
Ook de senioren lieten goed strijd zien.
Herhaaldelijk werden uitlooppogingen
ondernomen en allen probeerden op
winst te komen, maar zonder resultaat.
In de tiende ronde vloog Gerrit Rutten-
berg de bocht uit het bosje in, aan het
einde van de Esdoornlaan. Dit voor
beeld volgde Klaas van 't Klooster.
Beide kregen hierdoor achterstand.
Ruitenberg wist dit spoedig weer goed
te maken, maar van 't Klooster, die
verder achter lag, zag hiertoe geen kans
en kreeg in de 42e rond een lap. Peter
Kenemans (een nieuw lid) reed op een
zware fiets met draadbanden en hij
Bij de huurherziening, die aanstaande is,
zullen de bedrijfsruimten maximaal
15 in huur verhoogd mogen worden.
Eigenlijk zou er voor de huur en ver
huur van bedrijfspanden een geheel
afzonderlijke regeling moeten bestaan.
Het karakter van het bedrijfspand is
een geheel ander dan dat van een wo
ning. Bij de bedrijfspanden staat het
economisch belang voorop. Zij dienen
om een inkomen te verwerven. Ook
deze bedrijfsruimten liggen onder het
wakend oog van de huuradviescommis
sie, die deze echter door een sociaal
gebrild oog wil zien.
Moge de verstarring van de woning-
huren reeds tot absurditeiten hebben
gevoerd, hetzelfde geldt in versterkte
mate voor het bedrijfspand. De huur
prijs daarvan wordt in veel sterker
mate door de vestigingsplaats bepaald
dan die van een woning. Een oud huis
in een eerste klas stads- of dorpswijk
zal altijd als woning worden gemeden.
Ruïnes als zakenpanden.
Heeft men met een bedrijfspand te
doen dat praktisch gesproken op in
storten staat, dan is dit toch nog al
tijd zeer gezocht en de huurder is be
reid zelf verbeteringen aan te bren
gen, als hij zijn zaken op een bepaald
punt maar kan voortzetten.
In veel branches hangt de kans op
winstgevend zaken doen af van de
plaats waar men gevestigd is. Die plaats
verschilt nogal naar de tijd waarin we
leven, want elke stad en elk dorp leeft,
groeit en verandert van uiterlijk met
het voortschrijden van de tijd. In veel
steden en dorpen breidt het winkel
centrum zich uit. Er worden nieuwe
wegen aangelegd en vroegere woon
wijken groeien in enkele jaren tot be
langrijke winkel'ouurten uit.
De waarde, dus ook de reële huurwaarde
kreeg enige malen een ronde achter
stand. Toch zette hij moedig door. Toen
de junioren door de senioren werden
ingelopen trok Nic Westhof, gevolgd
door Menze v. d. Broek, Adri v. d.
Burgt en Wout van 't Klooster, er tussen
uit. Zij namen een ronde voorsprong
op Walter van Barneveld, Adrie Doeke-
meijer, Kees van Rees en Bart de Wolf
(41e ronde). Door onoplettendheid van
de anderen kon dit viertal later de ron
de terugnemen en de eindsprint moest
de klassering uitmaken.
Junioren 1. Menze v. d. Broek, 33 km.
in 48 min. 2. Adri v. d. Burgt. 3. Wout
van 't Klooster, 4. Arie Doekemeijer.
5. Walter van Barneveld. 6. Nic West
hof. 7. Bart de Wolf. 8. Kees van Rees.
9. Anton Snijders.
Senioren 1. Wim Hommes, 60 km. in
1.39.15. 2. Bep Kriek. 3. Piet v. d. Broek.
4 Otto de Weerd. 5. Jaap v. d. Burgt.
6. Gerrit Ruttenberg. 7. Klaas van 't
Klooster.
VODDEN OF SPIJKERS.
Een voddeman reed met zijn bakfiets
op de Eng en een politieagent vond hem
niet zo erg vertrouwenwekkend. Hij on
derzocht de inhoud van de bakfiets en
vond dingen, die niet van voddenrapen
maar wel van diefstal afkomstig moes
ten zijn. De agent vroeg de man vrien
delijk of hij even wilde meegaan naar
het bureau, maar daar voelde hij niets
voor. Wel wilde hij de agent met een
hamer te lijf, die daar op zijn beurt
niet veel zin in had en assistentie haal
de op het bureau. De man werd opnieuw
aangehouden, maar de verdachte zaken
waren nu verdwenen. Een politiehond
kon ze niet vinden, maar politie-agen-
ten wel. Ze lagen tusen het koren op
de Eng. De vingervlugge man werd
meegenomen naar het bureau.
Onze taal is meer dan
20 eeuwen oud
Ons nederlands is een nationaal bezit.
„Die geen taal heeft is geen naam
weerd, waar geen taal leeft is geen
volkdichtte Guido Gezelle. De taal
is de ziel der natie. Doordat wij één
taal spreken, voelen wij ons verbonden
tot één volk. De roemruchte geschiede
nis van het Nederlands bewijst wel hoe
door de algemene verbreiding van een
zelfde taal in deze gewesten de sa
menhang en daaruit weer de samen
werking is ontstaan.
Hoe komen wij aan het huidige Neder
lands Dat is gegroeid, langzaam ge
groeid sinds onheuglijke tijden, dat
wilde volksstammen zich vestigden aan
de Rijndelta en zich met rauwe kreten
verstaanbaar maakten. Ook die eerste
kolonisten hadden van hun voorouders
een (zij het beperkt) aantal woorden
en begrippen geleerd, dat ze zelf wel
eens met nieuwe vondsten uitbreidden.
Verder had men alles „van horen zeg
gen", want schrijven kon er niet een.
Later, veel later werd de woordenschat
vastgelegd. Nog veel later verbreidde de
boekdrukkunst het Nederlands op rui
me schaal en ondertussen deden bui
tenlandse inmengingen hun invloed in
ons taalgebied terdege gelden.
Om iets van de oudste nederlandse
taalvormen terug te vinden, moeten
we iets zien terug te vinden van de
van de percelen in die buurt is sterk
gestegen, welke stijging niet in de be
taalde huur tot uiting komt. Al deze
verbeteringen in de vestigingsplaatsen
gaan in onze dagen of verloren of zij
komen ten goede aan de huurders en
niet aan de eigenaren. Veel percelen,
die al jaren in een zeer goed renderend
bedrijfspand zouden zijn omgezet, wor
den thans nog bewoond voor een appel
en een ei. Dit is een ongezonde toe
stand.
De loopzaak zonder loop.
Wij schreven dat er in de bedrijfs-
waarde van een perceel een grote ver
schuiving kan optreden. Voorzover deze
waardeverschuiving naar boven plaats
vindt, is een stijging van huur zeer ge
rechtvaardigd. Er is echter ook een.
reeks van gevallen, waarbij de renta-
biliteitswaarde gedaald is. De oorzaak
daarvan kan ook liggen in een ver
schuiving van de economisch meest
levende kern van de gemeente. Een
omleiding van het verkeer, de bouw
van een nieuwe brug, de aanleg van
een nieuwe winkelstraat, een parkeer-
of stopverbod, verplaatsing van bus
haltes e.d. kunnen de waarde van een
bedrijfspand plotseling doen dalen.
Het hoeft geen nader betoog, dat in de
ze gevallen de thans betaalde huur te
hoog is en dat er mede sprake zou moe
ten zijn van huurverlaging.
Je huis of ik schiet
Er zijn meer vraagstukken bij de huur
en verhuur van bedrijfspanden, die
nogal eens komen bovendriiven wanneer
de huurder een bedrijfspand moet ont
ruimen. Dit kan voorkomen wanneer
de eigenaar zelf het pand ter beschik
king wil hebben of ook in geval de ge
meente het pand wil onteigenen in ver
band met opruiming of herziening van
oude stadswijken.
Als de heet-geschroeide aarde
Dorstig naar wat water snakt,
Als het onheilspellend stil wordt,
't Wolkendek zich samenpakt,
Als de sterren zijn verdwenen
Achter 'n zwerk, zo zwart
als inkt,
Als een dreigend dof gerommel
Telkens wat nabijer klinkt,
Als de hemel eensklaps hel wordt,
Heller dan de helste dag,
Alles dreunt en dendert, davert
Door een ratel-donderslag,
Zien wij éventjes ons zélve
Zónder masker, zónder schijn
Hoe groot wij ons dikwijls voelen
En hoe klein wij altijd zijn.
CLINGE DOORENBOS.
op schrift gestelde uitingen, want de
mondeling overgeleverde woorden zijn
door de eeuwen heen zo drastisch ge
wijzigd, dat de spelling een totaal ander
beeld vertoont. Wanneer zijn nu de
oudste nederlandse woorden opgete
kend
Geen klassieke opvoeding.
De kunst van het schrijven is hier ge
bracht door de Romeinen. Maar de le
gioenen, die tot ver in deze streken
doordrongen, gebruikten niet het klas
sieke Latijn van Cicero en Virgilius
maar een ruw sodatentaaltje met ter
men als „testa" (potscherf) voor ca-
put (hoofd), „gamba" (paardepoot) voor
crus (been) „spatha" (lat) voor gla-
dius (zwaard). Precies zoals onze solda
ten onder elkaar van hun kop, hun poot
en hun spruit spreken Dat zelfde
woord „test" voor hoofd gebruiken wij
nu nog wel.
Veel woorden, afkomstig van de bin
nengedrongen legers, kooplieden en ko
lonisten, zijn omstreekt 50 jaar voor
Christus reeds in ons oudste taalge
bied opgenomen. Een taalgebied, ge
vormd door de gewesten waar voorna
melijk Batavieren, die een bondgenoot
schap met de Romeinen sloten, woon
den. In deze „Germania Romana" (het
romeinse Germanenrijk) ontstonden bij
voorbeeld woorden als zaterdag (naar
Saturni dies) en offeren (uit offerre)
rechtstreeks uit hier gesproken vulgair
Latijn.
De duitsers, die wel eens beweerden,
dat wij onze gehele beschaving aan
hun invloed uit het oosten te danken
zouden hebben, vinden hier de weer
legging van die theorie. Men vergelijke
slechts ons oogst met het anders ge
vormde duitse woord Ernteons lint
met hun Bandons lemmet met hun
Klinge ons mus met hun Sperling enz.
Zelfs hebben de Batavieren wel nieu
we ontleningen doorgegeven aan hun
burenuit „aequari" b.v. maakten zij
ijken en doorgegeven naar het oosten
werd dat in het duits eichen
Invloed der volksverhuizing.
De volksverhuizingen van de eerste
eeuwen na Christus hebben evenwel
ons eerste taalgebied niet ontzien. Toen
de toestand zich later consolideerde,
bleken grote groepen Friezen en Angel
saksen overgestoken te zijn naar Enge
land, waar zij de Kelten verdrongen.
Daarom klinken ons Fries en het he
dendaagse Engels vrijwel gelijk (bread,
cheese, butter en kan een Engelsman
de afstammelingen der Kelten in Wa
les niet verstaan. Daardoor komt het
ook, dat het Engels en het Nederlands
r.auw verwante talen zijn.
In west-Duitsland en oost-Nederland
vestigden zich de Saksen in het wes
ten van ons land tot in noord-Frankrijk
huisden de Franken, terwijl aan de
kust kleine ingwaeoonse stammen ne
derzettingen vestigden. Al deze mensen
spraken een zelfde Germaans, maar
ieder op zijn manier. Men heeft drie
dialecten kunnen vaststellen, doch het
waren uitingen van één taal.
Van die drie dialecten bezat het Fran
kisch de sterkste invloed. Dit volk on
derwierp de kustvolkjes en breidde
zich sterk uit naar alle zijden. Beïnvloed
door het opgeslorpte Ingwaeoons en de
taal der oude Batavieren met de vele
Romeinse ontleningen, vermengde dit
Frankisch zich met het Nedersaksisch
tot ons oud-Nederlands.
Van oud naar nieuw.
Die Saksen gaven aan dit oud-neder-
lands de verwantschap met het oud
ste duits, dat van de meer oostwaarts
gevestigde Saksen mede afkomstig is.
Maar onmiskenbaar is toch de eigen
vorming met het oorspronkelijk ka
rakter binnen de grenzen van het toe
komstige rijk der Nederlandenhet
Oudnederlands is de frankische taal
Nieuwvormingen zijn door alle eeu
wen ontstaan. Het zijn van die plotse
ling opkomende en soms even snel weer
verdwijnende vondsten. Zo groeit een
taal voortdurend verder. Het Neder
lands wortelt in een vruchtbare bodem,
ontwikkelde zich voorspoedig en bloeide
schoon.
Eerlijk gezegd hebben de vele insluip
sels en verscheidene vereenvoudigingen
vooral in de laatste jaren onze taal
er niet fraaier op gemaakt, doch los
van deze dikwijls modefranje, is ons
Nederlands een mooie, zuivere en oor
spronkelijke taal, onze nationale schat
waar we niet trots genoeg op kunnen
zijn.