Bescherming tc Broodroof» derde blad DE KROONPRINS VAN FRANKRIJK. SOEST. HOE ONTSTOND HET NEDERLANDS ONWEER VAN DE „SOESTER COURANT- VAN VRIJDAG 12 JULI 1957. Onder grote belangstelling en in tegen woordigheid van vele vorstelijke per sonen (waaronder onze Prinses Beatrix) is de „Dauphin van Frankrijk" Henri, Graaf van Clermont, in het huwelijk ge treden met ,de hertogin van Württem- berg. Maar hoe zit dat dan Is in de derde Republiek de groep der royalisten nog steeds actief Bestaat er kans, dat deze troonpretendent nog eens Koning van Frankrijk wordt Wanneer men in Fankrijk over royalis ten spreekt, moet men goed in het oog houden, dat er twee groepen zijn, die de troon weer graag zouden zien her steld. Daar zijn de aanhangers van het koningschap en van de Bourbons, daar zijn ook de Bonapartisten. We zullen ons ditmaal, naar aanleiding van het vorstelijk huwelijk, speciaal bezig hou den met de aanhangers van het ko ningschap. Eigenlijk kan men niet meer spreken van de Bourbons, het gaat hier om het huis Orléans. Bourbons en Orléans. Tussen Bourbons en Orléanisten bo terde het in het verleden niet zo erg. Lodewijk XVI wist dat zijn neef, Phi- lippe d'Orléans, zijn tegenstander was en op de troon aasde. Deze Philippe was een wonderlijk heerschap, niet al te best aangeschreven, en toen de revo- lutiewind begon te waaien, hing hij de huik naar die wind en noemde zich Philippe Egalité (Gelijkheid). Hij proclameerde bij alle gelegenheden zijn verbondenheid met het gewone volk en toen het doodvonnis over Lo dewijk XVI werd uitgesproken, was Philippe één der afgevaardigden die daarvoor stemde en sprak „Bij mijn eer en mijn geweten.de dood". Van dat ogenblik af was de band tus sen Bourbons en Orléansen doorgesne den. Philippe was een koningsmoorde naar" zo goed als de ergste sansculotte. Veel voordeel heeft deze houding hem niet gebracht, want het duurde niet eens zo heel lang, voor Philippe zijn vorstelijke neef volgde en, naar het jargon der Revolutie, „zijn hoofd in de mand spuwde". Toch kwam de troon aan het huis Or léans. Na Lodewijk XVIII, de man die niets vergeten, niets vergeven en niets geleerd" had, kwam Karei X op de troon, die ook nog een graadje conser vatiever en nog meer reactionair was, en dan ook prompt door een revo lutie van zijn troon werd gejaagd. Hem volgde Louis Philippe van Orlé ans, die min of meer in het voetspoor van de beruchte Philippe, zich de „bur gerkoning" noemde, maar het ook niet kon bolwerken en Bourbonaanhangers en Bonapartisten tegen zich in het har nas joeg. Ook hij moest vluchten, Frank rijk werd opnieuw een republiek, een neef van Napoleon 1, Louis Napoleon Bonaparte, werd president en wist zich later, via een staatsgreep, tot keizer (Napoleon III) uit te doen roepen. Zijn aanvankelijk glorierijk bewind eindigde met de catastrofe van 1870, toen hij zich aan de Duitsers moest overgeven. De republiek. Hierna hadden de meeste Fransen tabak van keizers en koningen, maar in lei dinggevende kringen speelde men toch weer met de gedachte aan een restau ratie der Bourbons en knoopte men onderhandelingen aan met de neef van Karei X. Ondertussen zaten die van Orléans op het vinketouw en hoopten dat ze ook een kans kregen. Neef Hen ri echter toonde zich ook weer een on vervalste Bourbon, dom, koppig, zonder enig werkelijkheidsbesef, een man, die de klok een honderd jaar wilde terug zetten. De onderhandelingen sleepten zich zó lang voort, dat, toen ze eindelijk defi nitief strandden, iedereen al gewend was aan de „Derde Republiek", die het niet onaardig deed, en geen mens er voor voelde om ook nog weer eens met de Orléansen te gaan onderhan delen, die overigens nog lange tijd hoopten op een ommekeer. Tijdens de republiek was het de af stammelingen der vorstenhuizen verbo den zich op Franse bodem te vestigen. Daarin is eigenlijk na wereldoorlog II pas verandering gekomen, doordat zo wel de Orléanistische als de Bonapar- tistische pretendent doorslaande blij ken van vaderlandsliefde had gegeven en zich in het verzet lauweren had ver worven. Graaf Henri. De tegenwoordige pretendent van het huis Orléans is Henri, Graaf van Parijs, vader van elf kinderen. Hij trad bij het uitbreken van Wereldoorlog II onder een valse naam in het Vreemdelingen legioen, was in Afrika toen Eisenhou- wer daar landde en nam contact op met De Gaulle en Giraud. Hij maakte zich daarbij zeer verdien stelijk en het plan werd gevormd om hem als Stadhouder-Generaal te doen fungeren tijdens de periode na de be zetting. De royalisten hoopten natuur lijk, dat dit zou leiden tot een defini tief koningschap. Maar Roosevelt zowel als Stalin verwierp de gedachte van een Frans koninkrijk en graaf Henri werd weer ambteloos burger, die het druk had met zijn gezin. Hij is onbe twist populair, maar uit niets blijkt, dat hij ambities heeft om de franse troon te bestijgen. Dit jaar trad een zijner dochters in het huwelijk met de Bel gische Graaf van Limburg Stirum, nu trad de troonopvolger, de „Dauphin" in het huwelijk en telkens weer duiken gruchten op als zou een zijner dochters, Isabelle, de echtgenote worden van Ko ning Boudewijn van België, die echter nog immer vrijgezel is. Toch zal dit glansrijke huwelijk de aan dacht der Fransen weer eens afleiden van het eeuwige politieke gemodder en willicht dq^n peinzen over de moge lijke stabiliteit van het koningschap. Maar anderzijds is het de vraag, of in dit stadium een kroon van Frankrijk wel zo begerenswaardig is, dat men er een rustig en gelukkig leven „temidden zijns volks" voor op het spel zou zetten DE FINANCIËN VAN DE SOESTER WONINGBOUWVERENIGINGEN. In de gemeenteraad van 17 juni j.1. werd door B. en W. de toezegging ge daan, dat gegevens aan de raad ver strekt zouden worden over de finan ciële verhouding tussen de gemeente en de woningbouwverenigingen St. Jo- sef, Ons Belang, Patrimonium en Goed Wonen, waarvan de laatste drie de stichtingsvorm hebben. De woningen van deze verenigingen werden gebouwd tussen de twee wereldoorlogen. Het rijk verstrekte aan de gemeente bouw- en grondvoorschotten met de bedoeling, dat deze doorgegeven zouden worden aan de verenigingen, hetgeen gebeurde. Bij „Goed Wonen" ging het iets anders, daar 'n premie als bijdra ge ineens gegeven werd. De verenigingen leenden dus van de gemeente en de gemeente van het rijk. Later ontvingen de verenigingen op nieuw leningen van de gemeente om herstelwerkzaamheden te verrichten. Deze bedragen moeten evenals de eer ste met jaarlijkse vaste bedragen plus rente afgelost worden. Op de stichtings- kosten van de woningen wordt jaar lijks een bedrag afgeschreven, dat na genoeg gelijk is aan de jaarlijkse af lossing, zodat de vaste activa nage noeg hetzelfde bedrag aanwijst als de restantschuld bedraagt. Uit het over zicht blijkt, dat de totale boekwaarde van de activa der vereniging St. Josef eind 1956 725.637,57 bedraagt en het totaalbedrag van de voorschotten ruim 720 duizend. B. en W. achten deze schuld, gezien de boekwaarde van de activa en de geregelde aflossing vol komen normaal en zien geen reden tot ongerustheid. Omdat het bedrag van de boekwaarde thans iets hoger ligt dan het bedrag van de restantschuld, wordt meer afgelost dan afgeschreven. De baten van de verenigingen bestaan grotendeels uit de huurontvangsten. Tot de lasten behoren de betalingen van aflossingen en rente, de afschrijving op de stichtingskosten en de onderhouds kosten. Per jaar wordt hiervoor 89. per woning in het onderhoudsfonds ge stort. Door de hoge onderhoudskosten na de oorlog vertonen deze fondsen meermalen een negatief saldo. Ook de waterleidingkosten behoren tot de las ten, maar zij worden verhaald op de huurders. Reeds enige malen werden bijdragen in de tekorten toegekend. Hiervan komen 75 °/o ten laste van het rijk en 25 °/o van de gemeente. In 1941 en in 1952 zijn renteloze voor schotten verstrekt ter financiering van de tekorten. St. Josef ontving in totaal 153.400—, Ons Belang 212.000,—, Patrimonium 12.925,en Goed Wo nen 11.960,Op het bedrag dat aan St. Josef verstrekt werd is in 1956 ruim I2V2 duizend gulden afgelost na ver koop van een perceel grond aan de ver eniging tot bevordering van het nijver heidsonderwijs. De voorschotten zijn renteloos tot het tijdstip waarop de af lossing van de bouwvoorschotten klaar is. Dit zal omstreeks 1975 zijn. NEDERL. VROUWEN ELECTR. VER. Tot besluit van het verenigingsjaar hebben de vrouwen van de N.V.E.V. een excursie gemaakt naar het Bouw centrum te Rotterdam, waar onder des kundige leiding een rondgang werd ge maakt. Allereerst werd een bezoek gebracht aan het Kleurencentrum, om dat kleur in de woninginrichting tegen woordig een belangrijke rol speelt. Getoond werd een uitgebreide collectie gordijnstoffen, vloerbedekking van het nieuwste materiaal, als tegels, rubber, cocos, wollen tapijten enz. In de afdeling „wonen" was alles sim pel en practisch ingedeeld. O.m. wer den getoond fauteuils, waarvan men door verplaatsing een 2- of 4-zitsbank kan formeren. In de eet-, studeer- en slaapkamer kon men zien, dat er, naast comfort en ge zelligheid, ook aan het werk van de huisvrouw wordt gedacht. In een gezellig zaaltje van het Bouw centrum werd de lunch gebruikt, waar na een demonstratie werd gegeven in fileren, bakken, koken en stoven van vis. Hierna werden meerdere nut tige wenken gegeven. Er werd b.v. ge wezen op de juiste hoogte van het aanrecht, op practische keukenkasten, moderne wasmachines, badkamers, dou checellen, waskeuken enz. Te circa half zes keerde het gezelschap voldaan huiswaarts. GESLAAGD. Onderstaande personen slaagden voor het rijbewijs B-E, A, C-E D-E. Voor het rijbewijs B-E de heren G. Hin- derdael, G. ten Pas, B. v. Wilgen, H. Geurts, H. de Roode, L. Akkerman, W. Schunhart, J. v. Klooster, B. de Vries, N. Duikers en de dames H. van Dam, N. v. Daal, R. Sanders. Voor het rijbewijs C-E D-E (vrachtauto en bus) de heren G. v. Drie en E. Westen- eng. Voor het rijbewijs A (scooter-motor) de heren E. v. Doorn, E. Keddeman, H. Bentink, M. Pauw, A. v. Buuren, S. Giele en A. Staal. Allen genoten hun opleiding bij Baten- burg's Erkende Auto- en Scooterrij school, Parklaan 33, Soest. Te Utrecht slaagden voor het praktijk diploma machineschrijven Ans Wil denburg, Dorie van de Eynden, Ans Martens, Tonnie Kuyper, Marinus Hui gen, Tinie v. Breukelen, Annie v. Woer- kom, Richard v. d. Heuvel, Henk Vonk, Thera Smink, Hannie Smit, Fientje van Asselt, Jan Westerveld, Corrie Hilhorst, Cor de Bruin, Marijke Bunck, Annie Wijnekus, Jannie Spermon, Theo Ver meulen, Cor Dorrestein en Gerard Schimmel, allen leerlingen van de R.K. Ulo. school alhier. Onze oud-plaatsgenoot de heer J. van Hummel, thans hoofd van het Instituut „Indon" te Bussem, slaagde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam voor het candidaatsexamen psychologie. Voor het toelatingsexamen van het Chr. Lyceum te Amersfoort zijn geslaagd Harry Beishuizen, Gerrit Groenewegen, Willy Gerritse, Leny Dijkshoorn en Joekje Akkerman. Voor het toelatingsexamen van het Baarns Lyceum Marianne Gerritse en Donnie Wanders. Allen zijn leerlingen van de Da Costaschool, Prins Bernhard- laan. ZESDE COMPETITIERIT VAN TEMPO. Bij de zesde competitierit van „Tempo" gaven de renners een zeer geanimeerde strijd te zien. Bij de junioren was voor al Nic Westhof de gangmaker. Herhaal delijk trachtte hij op winst te komen, hetgeen hem echter niet gelukte. Hij kreeg ook geen loon naar werken, want in de eindspurt werd hij zesde, maar toch is dit de manier om later, in open wedstrijden, een goed figuur te slaan. Ook de senioren lieten goed strijd zien. Herhaaldelijk werden uitlooppogingen ondernomen en allen probeerden op winst te komen, maar zonder resultaat. In de tiende ronde vloog Gerrit Rutten- berg de bocht uit het bosje in, aan het einde van de Esdoornlaan. Dit voor beeld volgde Klaas van 't Klooster. Beide kregen hierdoor achterstand. Ruitenberg wist dit spoedig weer goed te maken, maar van 't Klooster, die verder achter lag, zag hiertoe geen kans en kreeg in de 42e rond een lap. Peter Kenemans (een nieuw lid) reed op een zware fiets met draadbanden en hij Bij de huurherziening, die aanstaande is, zullen de bedrijfsruimten maximaal 15 in huur verhoogd mogen worden. Eigenlijk zou er voor de huur en ver huur van bedrijfspanden een geheel afzonderlijke regeling moeten bestaan. Het karakter van het bedrijfspand is een geheel ander dan dat van een wo ning. Bij de bedrijfspanden staat het economisch belang voorop. Zij dienen om een inkomen te verwerven. Ook deze bedrijfsruimten liggen onder het wakend oog van de huuradviescommis sie, die deze echter door een sociaal gebrild oog wil zien. Moge de verstarring van de woning- huren reeds tot absurditeiten hebben gevoerd, hetzelfde geldt in versterkte mate voor het bedrijfspand. De huur prijs daarvan wordt in veel sterker mate door de vestigingsplaats bepaald dan die van een woning. Een oud huis in een eerste klas stads- of dorpswijk zal altijd als woning worden gemeden. Ruïnes als zakenpanden. Heeft men met een bedrijfspand te doen dat praktisch gesproken op in storten staat, dan is dit toch nog al tijd zeer gezocht en de huurder is be reid zelf verbeteringen aan te bren gen, als hij zijn zaken op een bepaald punt maar kan voortzetten. In veel branches hangt de kans op winstgevend zaken doen af van de plaats waar men gevestigd is. Die plaats verschilt nogal naar de tijd waarin we leven, want elke stad en elk dorp leeft, groeit en verandert van uiterlijk met het voortschrijden van de tijd. In veel steden en dorpen breidt het winkel centrum zich uit. Er worden nieuwe wegen aangelegd en vroegere woon wijken groeien in enkele jaren tot be langrijke winkel'ouurten uit. De waarde, dus ook de reële huurwaarde kreeg enige malen een ronde achter stand. Toch zette hij moedig door. Toen de junioren door de senioren werden ingelopen trok Nic Westhof, gevolgd door Menze v. d. Broek, Adri v. d. Burgt en Wout van 't Klooster, er tussen uit. Zij namen een ronde voorsprong op Walter van Barneveld, Adrie Doeke- meijer, Kees van Rees en Bart de Wolf (41e ronde). Door onoplettendheid van de anderen kon dit viertal later de ron de terugnemen en de eindsprint moest de klassering uitmaken. Junioren 1. Menze v. d. Broek, 33 km. in 48 min. 2. Adri v. d. Burgt. 3. Wout van 't Klooster, 4. Arie Doekemeijer. 5. Walter van Barneveld. 6. Nic West hof. 7. Bart de Wolf. 8. Kees van Rees. 9. Anton Snijders. Senioren 1. Wim Hommes, 60 km. in 1.39.15. 2. Bep Kriek. 3. Piet v. d. Broek. 4 Otto de Weerd. 5. Jaap v. d. Burgt. 6. Gerrit Ruttenberg. 7. Klaas van 't Klooster. VODDEN OF SPIJKERS. Een voddeman reed met zijn bakfiets op de Eng en een politieagent vond hem niet zo erg vertrouwenwekkend. Hij on derzocht de inhoud van de bakfiets en vond dingen, die niet van voddenrapen maar wel van diefstal afkomstig moes ten zijn. De agent vroeg de man vrien delijk of hij even wilde meegaan naar het bureau, maar daar voelde hij niets voor. Wel wilde hij de agent met een hamer te lijf, die daar op zijn beurt niet veel zin in had en assistentie haal de op het bureau. De man werd opnieuw aangehouden, maar de verdachte zaken waren nu verdwenen. Een politiehond kon ze niet vinden, maar politie-agen- ten wel. Ze lagen tusen het koren op de Eng. De vingervlugge man werd meegenomen naar het bureau. Onze taal is meer dan 20 eeuwen oud Ons nederlands is een nationaal bezit. „Die geen taal heeft is geen naam weerd, waar geen taal leeft is geen volkdichtte Guido Gezelle. De taal is de ziel der natie. Doordat wij één taal spreken, voelen wij ons verbonden tot één volk. De roemruchte geschiede nis van het Nederlands bewijst wel hoe door de algemene verbreiding van een zelfde taal in deze gewesten de sa menhang en daaruit weer de samen werking is ontstaan. Hoe komen wij aan het huidige Neder lands Dat is gegroeid, langzaam ge groeid sinds onheuglijke tijden, dat wilde volksstammen zich vestigden aan de Rijndelta en zich met rauwe kreten verstaanbaar maakten. Ook die eerste kolonisten hadden van hun voorouders een (zij het beperkt) aantal woorden en begrippen geleerd, dat ze zelf wel eens met nieuwe vondsten uitbreidden. Verder had men alles „van horen zeg gen", want schrijven kon er niet een. Later, veel later werd de woordenschat vastgelegd. Nog veel later verbreidde de boekdrukkunst het Nederlands op rui me schaal en ondertussen deden bui tenlandse inmengingen hun invloed in ons taalgebied terdege gelden. Om iets van de oudste nederlandse taalvormen terug te vinden, moeten we iets zien terug te vinden van de van de percelen in die buurt is sterk gestegen, welke stijging niet in de be taalde huur tot uiting komt. Al deze verbeteringen in de vestigingsplaatsen gaan in onze dagen of verloren of zij komen ten goede aan de huurders en niet aan de eigenaren. Veel percelen, die al jaren in een zeer goed renderend bedrijfspand zouden zijn omgezet, wor den thans nog bewoond voor een appel en een ei. Dit is een ongezonde toe stand. De loopzaak zonder loop. Wij schreven dat er in de bedrijfs- waarde van een perceel een grote ver schuiving kan optreden. Voorzover deze waardeverschuiving naar boven plaats vindt, is een stijging van huur zeer ge rechtvaardigd. Er is echter ook een. reeks van gevallen, waarbij de renta- biliteitswaarde gedaald is. De oorzaak daarvan kan ook liggen in een ver schuiving van de economisch meest levende kern van de gemeente. Een omleiding van het verkeer, de bouw van een nieuwe brug, de aanleg van een nieuwe winkelstraat, een parkeer- of stopverbod, verplaatsing van bus haltes e.d. kunnen de waarde van een bedrijfspand plotseling doen dalen. Het hoeft geen nader betoog, dat in de ze gevallen de thans betaalde huur te hoog is en dat er mede sprake zou moe ten zijn van huurverlaging. Je huis of ik schiet Er zijn meer vraagstukken bij de huur en verhuur van bedrijfspanden, die nogal eens komen bovendriiven wanneer de huurder een bedrijfspand moet ont ruimen. Dit kan voorkomen wanneer de eigenaar zelf het pand ter beschik king wil hebben of ook in geval de ge meente het pand wil onteigenen in ver band met opruiming of herziening van oude stadswijken. Als de heet-geschroeide aarde Dorstig naar wat water snakt, Als het onheilspellend stil wordt, 't Wolkendek zich samenpakt, Als de sterren zijn verdwenen Achter 'n zwerk, zo zwart als inkt, Als een dreigend dof gerommel Telkens wat nabijer klinkt, Als de hemel eensklaps hel wordt, Heller dan de helste dag, Alles dreunt en dendert, davert Door een ratel-donderslag, Zien wij éventjes ons zélve Zónder masker, zónder schijn Hoe groot wij ons dikwijls voelen En hoe klein wij altijd zijn. CLINGE DOORENBOS. op schrift gestelde uitingen, want de mondeling overgeleverde woorden zijn door de eeuwen heen zo drastisch ge wijzigd, dat de spelling een totaal ander beeld vertoont. Wanneer zijn nu de oudste nederlandse woorden opgete kend Geen klassieke opvoeding. De kunst van het schrijven is hier ge bracht door de Romeinen. Maar de le gioenen, die tot ver in deze streken doordrongen, gebruikten niet het klas sieke Latijn van Cicero en Virgilius maar een ruw sodatentaaltje met ter men als „testa" (potscherf) voor ca- put (hoofd), „gamba" (paardepoot) voor crus (been) „spatha" (lat) voor gla- dius (zwaard). Precies zoals onze solda ten onder elkaar van hun kop, hun poot en hun spruit spreken Dat zelfde woord „test" voor hoofd gebruiken wij nu nog wel. Veel woorden, afkomstig van de bin nengedrongen legers, kooplieden en ko lonisten, zijn omstreekt 50 jaar voor Christus reeds in ons oudste taalge bied opgenomen. Een taalgebied, ge vormd door de gewesten waar voorna melijk Batavieren, die een bondgenoot schap met de Romeinen sloten, woon den. In deze „Germania Romana" (het romeinse Germanenrijk) ontstonden bij voorbeeld woorden als zaterdag (naar Saturni dies) en offeren (uit offerre) rechtstreeks uit hier gesproken vulgair Latijn. De duitsers, die wel eens beweerden, dat wij onze gehele beschaving aan hun invloed uit het oosten te danken zouden hebben, vinden hier de weer legging van die theorie. Men vergelijke slechts ons oogst met het anders ge vormde duitse woord Ernteons lint met hun Bandons lemmet met hun Klinge ons mus met hun Sperling enz. Zelfs hebben de Batavieren wel nieu we ontleningen doorgegeven aan hun burenuit „aequari" b.v. maakten zij ijken en doorgegeven naar het oosten werd dat in het duits eichen Invloed der volksverhuizing. De volksverhuizingen van de eerste eeuwen na Christus hebben evenwel ons eerste taalgebied niet ontzien. Toen de toestand zich later consolideerde, bleken grote groepen Friezen en Angel saksen overgestoken te zijn naar Enge land, waar zij de Kelten verdrongen. Daarom klinken ons Fries en het he dendaagse Engels vrijwel gelijk (bread, cheese, butter en kan een Engelsman de afstammelingen der Kelten in Wa les niet verstaan. Daardoor komt het ook, dat het Engels en het Nederlands r.auw verwante talen zijn. In west-Duitsland en oost-Nederland vestigden zich de Saksen in het wes ten van ons land tot in noord-Frankrijk huisden de Franken, terwijl aan de kust kleine ingwaeoonse stammen ne derzettingen vestigden. Al deze mensen spraken een zelfde Germaans, maar ieder op zijn manier. Men heeft drie dialecten kunnen vaststellen, doch het waren uitingen van één taal. Van die drie dialecten bezat het Fran kisch de sterkste invloed. Dit volk on derwierp de kustvolkjes en breidde zich sterk uit naar alle zijden. Beïnvloed door het opgeslorpte Ingwaeoons en de taal der oude Batavieren met de vele Romeinse ontleningen, vermengde dit Frankisch zich met het Nedersaksisch tot ons oud-Nederlands. Van oud naar nieuw. Die Saksen gaven aan dit oud-neder- lands de verwantschap met het oud ste duits, dat van de meer oostwaarts gevestigde Saksen mede afkomstig is. Maar onmiskenbaar is toch de eigen vorming met het oorspronkelijk ka rakter binnen de grenzen van het toe komstige rijk der Nederlandenhet Oudnederlands is de frankische taal Nieuwvormingen zijn door alle eeu wen ontstaan. Het zijn van die plotse ling opkomende en soms even snel weer verdwijnende vondsten. Zo groeit een taal voortdurend verder. Het Neder lands wortelt in een vruchtbare bodem, ontwikkelde zich voorspoedig en bloeide schoon. Eerlijk gezegd hebben de vele insluip sels en verscheidene vereenvoudigingen vooral in de laatste jaren onze taal er niet fraaier op gemaakt, doch los van deze dikwijls modefranje, is ons Nederlands een mooie, zuivere en oor spronkelijke taal, onze nationale schat waar we niet trots genoeg op kunnen zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1957 | | pagina 9