Oud Soest.
SOEST.
IN DE HOEK.
BRANDWEER TELEF. 3333
FLATPRET.
DINSDAG 5 NOVEMBER 1957.
35e JAARGANG No. 84.
SOESTER
OURANT
Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag.
Abonn. p. kwart, 2.10 per post 2.25
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDIJK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156
DE INVOERING DER
KERKHERVORMING.
Men vond die nieuwigheid van dat
psalmen zingen in de kerk blijkbaar
maar een gek gedoe.
En dat in de eerste plaats natuurlijk,
omdat het iets nieuws, iets ongewoons
was. In de roomse eredienst hadden de
mensen zo iets totdusverre nooit ge
kend daar zong in die tijden onder
de mis hoogstens een koortje en het is
zeer de vraag, of er in de meeste dorps
kerken wel überhaupt gezongen werd
behalve door de priester. Tegen het zin
gen zelf hadden de mensen blijkbaar
niets. Ds. Pitius zegt, dat ze onder
elkaar, thuis en zo, wel geestelijke
liederen zongen, zoals het middeleeuw
se paaslied „Christus is opgestanden".
Waarschijnlijk ging het psalmzingen
toen al mank aan het euvel, waarin
pas in deze eeuw verandering is ge
komen dat men de psalmen op een
langzame manier, onritmisch en met
glijdende toonovergangen zong.
Ds. Pitius had echter nog meer klachten.
In het algemeen bleven de mensen
nog erg hangen aan de „superstitiën",
waarmee hij de roomse gebruiken be
doelde.
„Oock, dat hij noch geen Avondmael
en had bedient, ter oorsaecke van de
superstitiën, daer de huysluyden noch
mede ingenomen sijnmeende, datter
wel eenige onder de gemeente sijn, die
geneycht sijn om ten Avondmael te
gaen, maer geene onder de Wet."
Ds. Pitius verlangde dus van zijn ge
meentenaren, en moest dit ook ver
langen, dat zij zich, alvorens tot het
Avondmaal te worden toegelaten, on
derwierpen aan zijn vermaan vanwege
hun gehechtheid aan allerlei roomse
gebruiken en dat zij beloofden deze
„superstitiën" te zullen laten schieten.
Maar zelfs de meest geschikte van zijn
gemeentenaren, zij die wel genegen
waren om ten Avondmaal te gaan, wa
ren hiertoe niet bereid.
Toch is er ondanks alle klachten wel
een positieve ondertoon in de mede
deling van Ds. Pitius te beluisteren.
Er is enige vooruitgang. Allereerst
heeft de dominee het tegenwerkende
katholieke dorpsbestuur al tot enige
concessies weten te bewegen.
„Dat sy tevooren hadden versocht, dat
men de doop bedienen en de den
houwelick bevestigen soude in den
huysen, doch dat (zij daarvan) nu meest
al afgebracht sijn." Maar toch zijn er
altijd nog mensen, die de huwelickse
proclamatien (drie afkondigingen in de
kerk) gedaen sijnde, haer in de kercke
in den echten staet niet en laten beves
tigen", omdat zij een huwelijksbeves
tiging op de protestantse wijze niet
voor „vol" aanzien.
Men krijgt uit de mededelingen van
Ds. Pitius de indruk, dat er toch wel
een kleine groep zich aan het vormen is,
die genegen is zich in de richting der
reformatie te laten leiden. Zondags in
de kerk is er een redelijk gehoor. Er
zijn er, die eventueel tegen psalmzin
gen geen bezwaar zouden hebben, o.a.
de schoolmeester. Sommigen zouden ook
wel aan het Avondmaal willen deel
nemen. Maar aan de instelling van
ouderlingen viel blijkbaar nog niet te
denken. Ook diaken waren er niet, be
hoefden er ook niet te zijn, want zo
deelde Ds. Pitius mee „d'armen wor
den by (door) de huysluyden zelf onder
houden", dus de Soeter boeren zorg
den uit eigener beweging zelf voor
het onderhoud der arme dorpsgenoten
In 1612, als er weer een provinciale
synode wordt gehouden, staat Ds. Pi
tius niet meer in Soest, maar is Ds.
Reynerus van Oosterzee de Soester pre
dikant. Van zijn bediening weten we
niets af. Hij was remonstrants gezind,
maar toen men in 1619 de Remonstran
ten tegenwerkten, krabbelde hij terug.
Hij stond toen al niet meer in Soest
in 1617 vertrok hij naar Bunnik, waar
er heel wat geharrewar over hem ge
weest is vanwege zijn ongebonden le
venswijze en zijn spotachtigheid.
Hoogstwaarschijnlijk hield hij die onge
bonden levenswijze er ook in Soest
al op na, waaronder de jonge gemeen
te natuurlijk geleden moet hebben, ook
in haar aanzien naar buiten.
Van 1617 tot 1619 stond hier als pre
dikant ds Paulus Lindenius. Ook met
hem had de gereformeerde of hervorm
de gemeente van Soest geen geluk.
Want hij werd in 1619 door de synode,
uit het predikambt gezet, omdat hij
remonstrants was. Zoals men weet,
woedde in die jaren in de hervormde
kerk van Nederland de hevige strijd
tussen de Remonstranten (Arminianen)
en Contra-Remonstranten (Gomaristen),
die met de overwinning van de laatsten
eindigde.
Ondanks al deze tegenslagen heeft zich
in Soest de jonge hervormde gemeente
toch geformeerd en geconsolideerd, al
was het een uiterst kleine groep, ver
moedelijk nauwelijks tien procent van
de bevolking, dus zowat zestig zielen,
kinderen inbegrepen.
Van de aanvankelijke illusie, dat er
geen nieuwe kerk werd gevormd, doch
dat de bestaande kerk met inbegrip
van het hele kerkvolk werd gecon
tinueerd, alleen in vernieuwde, naar
evangelische maatstaven herstelde ge
daante, was niets overgebleven. De wer
kelijkheid was, dat er nu twee kerken,
en plaatselijktwee gemeenten, naast
en tegenover elkaar stonden. Naast de
zich steeds scherper aftekenende en
doelbewuster wordende kleine Gere
formeerde Gemeente, gedragen door het
besef van haar roeping om te bevorderen
dat het Koninkrijk Gods en de waar
heid van het Evangelie zegeviert over
alle „dwaling en bijgeloof", zich koes
terend in de volle steun en bescher
ming van de hoge overheid, - bleef in
het oude kerkvolk, dat in zijn overgrote
meerderheid trouw bleef aan het ge
loof zijner vaderen en voorvaderen, de
katholieke parochie voortbestaan, zij
het zonder organisatorische samenhang,
zonder leiding, in de „illegaliteit".
De Gereformeerde (Hervormde) Ge
meente groeide in de loop des tijds
uit tot een volwaardige plaatselijke
kerk. Zij vond haar leden voorname
lijk onder de ambachtslieden (midden
stand) en de (meest van buiten Soest
afkomstige) notabelen. De Soester boe
ren en boerenarbeiders bleven in hoofd
zaak het katholieke deel van de be
volking uitmaken. Toch kwam er vaak
een kerkelijke scheidslijn door heel ou
de Soester geslachten, zodat er thans
nog van zulke oude families met goede
Soester namen twee takken zijneen
katholieke en een protestantse.
De kerkelijke verdeeldheid heeft ech
ter in Soest, voor zover is na te gaan,
gelukkig nooit tot scherpe tegenstel
lingen binnen de dorpsgemeenschap ge
voerd, al zijn er wel eens kwesties
geweest. Het is zeker niet zo, dat er
twee partijen ontstonden. Men bleef de
onderlinge band boven alles voelen.
Dit blijkt wel daaruit, dat in de loop
van 17e en 18 eeuw vele hervormden
lid waren van het Gaesbeecker Gild,
dat toch reglementair een katholiek
karakter droeg. Ook het feit, dat (op
voorschrift van hogerhand) alleen pro
testanten functies in het dorpsbestuur
mochten bekleden, schijnt over 't al
gemeen geen afbreuk te hebben ge
daan. (Dit voorschrift is tot 1795 van
kracht geweest. Zelfs de dorpsbode
moest van Gereformeerde religie zijn.)
De katholieke parochie heeft zich be
trekkelijk al weer spoedig hersteld.
Reeds in 1666 kreeg zij weer een eigen
pastoor; Johannes Haegen, tevoren pas
toor in Deventer. Hij bediende tege
lijkertijd ook Baarn en Sandvoort. Hij
overleed in 1703. Het zal ook wel on
der zijn herderschap geweest zijn, dat
do parochie weer een eigen bedehuis
kreeg, en wel een schuilkerk je in de
vorm van een boerenhuis. Ofschoon de
uitoefening van de katholieke gods
dienst officiëel verboden was, werden
haar hier toen geen moeilijkheden in
de weg gelegd. Door de overwegend
katholieke bevolking werd zij als een
vanzelfsprekendheid gevoeld.
De sterke vermeerdering van het per
centage protestanten onder de Soester
bevolking is pas in het begin van de
19e eeuw ingezet, voornamelijk door
een toenemende vestiging van buitenaf.
In 1859 was de verhouding van Rooms-
katholieken en protestanten nog 64,3
resp. 35,7 Op het ogenblik is de
verhouding Protestanten van allerlei
schakering38 Roomskatholieken
36 onkerkelijken 16 °/o. J. HEPP.
BIGGEN- EN EIERMARKT
Op de weekmarkt van vrijdag j.1. wer
den aangevoerd87 biggen in prijzen
van 35,tot 45,
Op de eiermarkt werden aangevoerd
150.000 stuks. Hoendereieren van 17,
tot 18,Henneneieren van 12,50
tot 16,50. Middenprijs 17,50. Prijs
per kg. 2,80 (basis 62V2 gram).
De handel op de biggenmarkt had een
matig verloop, terwijl de verkopen op
de eiermarkt vlug tot stand kwamen.
JAARVERSLAG
SOESTER SPORTFEDERATIE.
De Soester Sportiederatie houdt mor
genavond een algemene ledenvergade
ring en het jaarverslag van de secre
taris en de waarnemend penningmees
ter, de heer Joh. Uiterwijk, is gesten
cild aan de leden toegezonden.
Het aantal leden bedraagt thans 23.
Als laatste verenigingen zijn E.D.O.,
De Eemruiters, V.V.Z. en Vitess toe
getreden. Het ziet er echter naar uit,
dat N.W.O. zal bedanken, omdat de
leden van bedrijfsvoetbal op hengel
sport willen overstappen.
Het bestuur telt thans 7 leden van
wie de penningmeester, de heer J. Jur-
riëns, zich niet herkiesbaar stelt. Het
bestuur heeft de heer J. Elderman
voorgedragen als zijn opvolger.
In maart 1956 bleek de eensgezind
heid in de gelederen van de S.S.F.
toen, buiten medeweten van de S.S.F.,
een adviescommissie voor de sport door
de gemeente in het leven geroepen
werd. Het resultaat was de benoeming
van 5 bestuursleden van de federatie
in deze commissie.
Enige tijd later werd door het initia
tief van de S.S.F. de Soester
landelijke rijvereniging in samenwer
king met Baarn en Eemnes opgericht.
De sportweek 1956 werd een sportief
succes en een financiële debacle, maar
het eerste woog zwaarder dan het laat
ste en er werden waardevolle contac
ten gelegd met de sportlieden uit het
westfaalse Soest en Turnhout.
Veel belangstelling was er voor het
concours hippique, ondanks de con
currentie van de voetbalwedstrijd.
Duizenden bezochten het concours. „De
Eemruiters" namen deel aan de parade
van de landelijke ruiters, hetgeen voor
de sportfederatie -en grote voldoening
was. Aan entree's en programma's
kwam bijna 4800,binnen, zodat het
renteloos voorschot van de gemeente,
groot 500,terugbetaald kon worden,
terwijl de garantiesom ongebruikt bleef.
In de zomer van dit jaar ging een
sportdeputatie van onze gemeente naar
Soest in Westfalen. De tocht ging niet
naar Turnhout, omdat de jonge sport
federatie, die daar ontstond, zich nog
niet in staat achtte een sportweek te
organiseren, maar het volgend jaar een
uitnodiging voor een bezoek hoopt te
sturen.
In september kwamen de heren Mot-
tel, Trippe en Jung uit het duitse Soest
naar onze gemeente om de feestavond
bij te wonen, die belegd was voor de
meisjes en jongens, die naar Soest ge
weest waren. De burgemeester was
hierbij aanwezig en hij nam de gewon
nen prijzen in ontvangst.
Het financiëel overzicht geeft, naast de
gunstige perspectieven van het geslaag
de concours hippique, een grote lijst
van kosten, gemaakt voor sportevene
menten. Het saldo bedroeg op 6 febru
ari 1956 1649,79, terwijl op 26 okto
ber j.1. 836,06 in kas was.
De sportweek 1956 bracht ruim 3500
gulden onkosten met zich mee, terwijl
de inkomsten nog geen 2000 gulden be
droegen. Het concours hippique 1957
leverde aan entree's en andere inkom
sten 5675,op, maar de uitgaven
waren niet gering (bijna 4000 gulden).
De sportuitwisseling met Soest West-
falen was evenmin erg goedkoop al
hebben de deelnemers een deel van het
reisgeld zelf betaald en heeft de ge
meente bijgesprongen. In het saldo is
geen rekening gehouden met 500.
subsidie, die de federatie nog tegoed
heeft van de gemeente en 300 gulden
tegoed aan inleggelden, bijdragen en
andere gelden.
DERDE PLAATS VOOR
OLYMPIA-DAMES.
De Olympia-dames hebben zaterdag j.1.
deelgenomen aan het lustrumtoernooi
van de Nevobo te Rotterdam. Het eerste
team was afgevaardigd en de Soester
dames moesten aantreden tegen de
kampioensteams van Den Haag, Eind
hoven en Hengelo, welke teams alle uit
komen in de hoofdklasse.
Olympia legde in deze sterke poule be
slag op de derde plaats.
In de wedstrijd tegen O.V.C. uit Den
Haag werd de eerste set verloren met
12-15 en de tweede met 10-15.
In de wedstrijd tegen P.S.V. uit Eind
hoven begon Olympia zwak. De eind-
hovense dames hadden dan ook geen
moeite een 15-5-overwinning te behalen.
De tweede set was echter voor Olympia
met 15-11.
Tegen Hengelo zette Olympia aanvan
kelijk het goede spel voort. De eerste
set werd door Olympia gewonnen met
15-13, doch de tweede ging verloren
met 15-5.
Winnares in deze poule werd O.V.C.
met 4 punten, tweede Hengelo even
eens met 4 punten, maar een slechter
setgemiddelde. Derde Olympia met 2
punten en vierde Eindhoven met 1
punt.
INVITATIE-TOERNOOI eemland.
Het invitatietoernooi van het district
Eemland is vorige week in Amersfoort
begonnen en de Soester biljarters An
ten Verkerk en Ries Stalenhoef ne
men het daar op tegen v. d. Heiden,
Vultink, Barzilay, Soeterbroek, De
Kleine en Kooyman.
De wedstrijden hadden een sensatio
nele aanvang door de geweldige pres
taties, die op de eerste avond gele
verd werden. Hans Vultink maakte een
serie van 255 in zijn partij tegen v.
d. Heiden, die hij in 8 beurten uit
maakte. Barzilay, de winnaar van vo
rig jaar, versloeg Verkerk in dertien
beurten, waarbij een serie van 139 was.
Soeterboek, de brabantse crack won
van Stalenhoef in 9 beurten en ook
tegen Barzilay moest de Soestenaar
het onderspit delven. Aan het eind
van de eerste avond stond Vultink
aan de kop, Verkerk bezette de vijfde
plaats en Stalenhoef de zevende. Kooy
man sloot de rij.
Op de tweede avond zorgde Soeterboek
vcor enkele sensaties en de grootste
was het uitmaken van zijn partij tegen
Kooyman in twee beurten en tegen v.
d. Heiden in drie beurten. Verkerk won
van De Kleine in 24 beurten en Sta
lenhoef won eveneens van De Kleine
in 15 beurten. Tegen Vultink kon Ver
kerk niet tot een overwinning komen.
Na de tweede avond had Barzilay
de leiding, gevolgd door Soeterboek,
Vultink, De Kleine, Stalenhoef, Ver
kerk, v. d. Heiden en Kooyman.
Op de laatste avond bevestigde Soeter
boek zijn grote kracht en uitstekende
vorm en hij versloeg Vultink in een
slotpartij, die hem voor de tweede maal
„De Zilveren Naald" bezorgde.
Eerder op de avond had hij een steek
laten vallen door te verliezen van De
Kleine.
De Soestdijker A. Verkerk bezette de
vierde plaats en hij verbeterde zijn
persoonlijk gemiddelde door het van
18.67 op 20.07 te brengen,
katholieken en Protestanten nog s-d
Er is bijzonder goed gespeeld in dit
toernooi. Het algemeen gemiddelde was
20.40, er werden 20 series boven de 100
gemaakt en 2 boven de 200.
Op de laatste avond versloeg Vultink
Stalenhoef en Barzilay, v. d. Heiden
won van Kooyman, Verkerk (350 23 75
15.21) won van Stalenhoef (258 23 33
11.21), De Kleine versloeg tot ieders
verrassing Soeterboek. Stalenhoef ver
loor van v. d. Heiden, Soeterboek won
van Barzilay, Verkerk won van Kooy
man, Vultink van de Kleine, Kooyman
van Stalenhoef, Verkerk van v. d. Hei
den, Barzilay van De Kleine en Soeter
boek tenslotte von Vultink.
Eindstand
1. Soeterboek 12 2397 60 211 39.95.
2. Vultink 12 2256 87 225 25.93.
3. Barzilay 10 2262 106 139 21.33.
4. Verkerk 8 2108 105 102 20.07.
5. De Kleine 6 2160 115 112 18.78.
6. v. d. Heiden 4 1635 89 100 18.37.
7. Stalenhoef 2 1783 125 170 14.26.
8. Kooyman 2 1218 93 117 14.17.
KORFBAL K.V.S.
K.V.S. 2 speelde zondagmiddag in storm
en regen tegen Hilversum 2 een uit
wedstrijd. Ondanks het invallen van 4
spelers van het eerste team van Hilver
sum, omdat het tweede door ziekte niet
volledig was, is het toch een klein
kunstje voor K.V.S. geweest de vijfde
overwinning te behalen. Het werd 40.
K.V.S. 1 speelde in Zeist tegen Tovers,
dat zeer sterk was. Het lukte dan ook
niet tot doelpunten te komen. Tovers
slaagde hierin echter wel, al was het
dan maar één doelpunt, dat in de twee
de helft de beslissing bracht.
INBRAAK.
In de nacht van zaterdag op zondag is
ingebroken in de christelijke school
aan de Schoolstraat. De dief of dieven
kwamen naar binnen door een ruit
stuk te slaan. Een projectieapparaat
werd buitgemaakt.
Wanneer ik het zeggen mag vind ik,
dat we er zo zoetjes aan gekleurd op
komen te staan. Nog ben ik niet be
komen van de aanslag, die de A.O.W.
nu ieder jaar op mijn inkomen pleegt
en die zich zo juist nog demonstreerde
in een „aanmaning" a 25 cent, of er
duikt een nieuwe belager naar het res-
tantje van mijn inkomen op in de vorm
van een 2,2 °/o kinderbijslagheffing.
Weliswaar zijn de plannen nog niet
tot wet verheven, maar in deze tijd
maak ik mij geen illusies meer en zal
het aanstonds wel betalen worden.
Met gemopper weliswaar, want zo a-so
ciaal ben ik wel, maar met de eerste
aanmaning zal mijn weerstand wel ge
broken zijn en invordering, volgens
middelen bij de wet gesteld, niet nodig
zijn.
Zoals het met iedere nieuwigheid is,
zijn er ook in deze zaak voor- en tegen
standers. Daar zijn we nu eenmaal ne-
derlanders voor, maar nu ligt de aan
leiding om „tegen" te zijn, toch wel
heel erg voor de hand.
Eerstens zullen de gezinnen met 2 kin
deren, die reeds jaren gewend zijn
toeslag te ontvangen, daar na 1958 van
verstoken blijven, en zullen de hoofden
van deze gezinnen mee moeten betalen
voor de grotere gezinnen. Denkt u maar
niet, dat ze staan te huppelen van
vreugde.
Verder hebben we de gezinnen waar de
kinderen al uitvlogen de gedwongen
of principiële vrijgezellen, die toch al
behoorlijk geplukt worden de gehuw
den zonder kinderen en nog een paar
groepen, die allen hun eigen bezwaren
tegen de voorgestelde heffing hebben.
Er wordt wel ingezien, dat de meeste
grote gezinnen extra steun of facilitei
ten in een of andere vorm moeten heb
ben, maar dat dit moet worden gezocht
in een heffing van 2,2 °/o op het inko
men van iedereen, wekt weerstand.
Bovendien is het percentage veel te
hoog en het heeft er veel van weg, dat
er weer een pot miljoenen moet wor
den gefokt, waaruit het goedkoop le
nen is.
Niet alleen „lenen" trouwens, want
wanneer wij lezen, dat het „werkloos
heidsfonds" over het boekjaar 1955, dat
nu pas gepubliceerd werd, bij een uit
kering van 46 miljoen, 20 miljoen
aan onkosten maakte, is het geen won
der dat velen zeggen hèèèè
H. OEKMAN.
'k Zat laatste op een partijtje brits
Al bij mijn tante Bet;
Mijn tante Bet woont keurig net
Driehoog en op een flat.
Wij zaten om ons britsdis heen,
Daar klonk een prachtig lied
'k Zei tante, hebt u grammofoon
Welnee die heb ik niet
Ter zelfder stond vernam ik ook
Een lezing„De natuur";
En tante zeide radio
Van onze boven-buur.
O, wat een felle ruzietaai
Een politieke strijd
Welnee, zei tante Bet, dat doen
Z'op zeven-hoog altijd
O, hoor eens, tante telefoon.
Ze zeidat is niet zo,
Das voor mijn buurvrouw van
zes-hoog,
Hoor maar, ze zegtHallo
Zeg, tantelief, wat hoor ik daar
Wat is dat voor geklop
O ja, mijn derde buurman rechts
Hangt schilderijen op.
Hebt u een spinnewiel hier staan
Dat snorren, wat is dat
Da's de concierge-vrouw, benêe,
Die heeft sinds kort een kat.
Wie fluistert daar zacht
„schattebout"
Of hoor ik dat verkeerd?
Dat kan, zei tante, gelijkstraats
Is 'n paar geëngageerd.
Een ogenblikje was het stil,
Toen zei ineens mijn vrind
Tot tante Betuw baby huilt
Ze zeiik heb geen kind.
't Is één voor allen, allen één
Zei glunder tante Bet
Je leeft voor twintig tegelijk
In één en 't zelfde flat.
CLINGE DOORENBOS.