LUCTOR ET EMERGO. Begripsverwarring. SOEST. Wild-West in Soest. School voor Zonnegloren. Animato geeft uitvoering. Zestig jaar getrouwd. IN DE HOEK. BRANDWEER TELEF. 3333 VRIJDAG 31 JANUARI 1958. 36e JAARGANG No. 9. soestercTourant Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag. Abonn. p. kwart 2.10 - per post 2.25 UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDIJK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156 TER HERDENKING VAN DE STORMRAMP VAN 1 FEBRUARI '53. De Zon, de Maan en de Orkaan Gingen een overeenkomst aan En ook Aegir, God der zee, Deed als vierde partner mee. Ze beraamden snode dingen, Ze wilden Hollands kust bespringen En dijken in het achterland Van Groningen tot voorbij Cadzand. De eerste Februarinacht Werd het beraamde plan volbracht En met behulp van ruwe horden Is het een Pearl Harbour geworden. Zon en Maan, in recht verband, Trokken de krijgers naar het land. Een hevige Noord-West orkaan Voerde nieuwe horden aan, Die onvermoeid en zonder rusten Beukten op de Noordzee-kusten En Aegir stak zijn grijze kop Hoog uit de woeste golven op Ging in het strijdgewoel vooraan, Vuurde steeds zijn krijgers aan. Zijn bevel klonk kort en nors „En avantL' union fait la force". Hollands Leeuwen schrokken wakker, De Noodklok klepte in beemd en akker, Uit de dorpen en de steden Kwamen de mannen aangetreden. Snelden gewapend naar de dijken, Helaas, ze moesten meestal wijken. Veel bressen had de zee geslagen En toen de nieuwe dag ging dagen Had de vijand het plijt gewonnen, Een groot terrein terug herwonnen. En brulde hij de zeeuwen toe „Ik ruil voor Braakman en het Sloe". Neerland, door de zee besprongen, Werd in het defensief gedrongen. Mens en dier raakten in het nauw, Maar men stak handen uit de mouw, Redde wat te redden viel, Bad tot God voor elke ziel, Die bij de ramp het leven liet, Bracht ook troost in het verdriet Aan hen, die treurend achterbleven, Waagden vaak het eigen leven Voor wat daar zat op tak of dak, Of wat maar boven water stak. En Neerlands leeuwen kwamen samen, Gingen een offensief beramen. Jongens, Burgers en Soldaten Snelden naar de grote gaterï, Die de zee sloeg in de dijken En die lieten 't niet „bij kijken". Dag en nacht werd er gewerkt, Een gat gedicht, een dijk versterkt. De Zeeuwse Leeuw, die met zijn gat Wel heel diep in het water zat, Sprak „Goedzo mannen, heel goed zo, Het wordt weer Luctor et Emer(re)go". Neerland, zo opnieuw vereend, Heeft allerwege hulp verleend, Ook uit Europa, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en Australië, West- en oud Oost-Indië, Stroomden grote giften binnen Voor de getroffene gezinnen. Een bewijs, dat Nederland Ook meetelt in het groot verband, Dat naastenliefde hoogtij viert, Dat deze deugd nog velen siert. Maar veel leed is er geleden En veel strijd moest er gestreden, Doch, met de tanden op elkaar, Bracht men alles „voor mekaar". Veroverde weer voet voor voet Wat verwoest werd door de vloed. Polders zijn weer droog gemaakt. Aan de dijken wordt gewaakt, Zodat de vijand van het land Niet meer krijgt de overhand. Ons volk vervulde een ereplicht Met „Beurzen open, dijken dicht". Levenden kan men hulpe schenken, Doden kan men slechts herdenken. Hun lichaam werd een prooi der baren, Maar de ziel is opgevaren Naar het Rijk van Vrede en Licht, Aanschouwende Gods Aangezicht. En Hij, met zoveel leed begaan, Trok al die zielen tot zich aan. Van hun aardse zorg ontheven Zullen ze eeuwig voor Hem leven. En hier op aarde klinkt de bede „Dat hun lichaam rust in vrede". L. CATSMAN. Soestdijk, januari 1958, Er schijnt iets aanlokkelijks te liggen in de ethische overwegingen, die het huidige regeringsbeleid, dat op het be houd van Nederlands Nieuw Guinea gericht is, willen verzwakken. „Wees niet hovaardig", zo roepen Ne derlanders, die aan de kant van Soe- karno staan. „Begrijp de nieuwe tijd. Heb de moed u op het standpunt te plaatsen der vroe ger onderdrukte koloniale volken Weet de minste te zijn." Deze opvattingen zien er heel edel uit, maar zij moeten op haar werkelijke doelstellingen worden bekeken. Er komt een andere zienswijze bij, die in dienst wordt gesteld van een politiek van overgave aan Indonesiërs. Zij geeft zich rekenschap van de verbondenheid waarin de Nederlanders en Indonesiërs door eeuwen samenleving tot elkaar zijn gebracht en die min of meer maat gevend is voor de persoonlijke verhou dingen. Hoe kan men, zo wordt er ge vraagd, zich vijandig bevinden en on begrijpend tegenover mensen met wie wij in zulk een goede verstandhouding leven In het laatst verschenen nummer van „Wending" wordt de verwijdering van thans betreurd. Dat er een goede gezindheid, ondanks alle ophitsing van bovenaf, tussen In donesiërs en Nederlanders bestaat, is een feit. En dat feit vindt zijn ver klaring in de aard der omstandigheden, waaruit de z.g. Indonesische revolutie is ontstaan. De losscheuring van het koninkrijk is niet voortgekomen uit een volksverzet tegen een onduldbare overheersing, maar uit 'n kunstmatig door 't buiten land aangestookte revolte. Er is geen natuurlijke haat tussen Indonesiërs en de Nederlanders. Al vóór de souverei- niteitsoverdracht waren alle voorwaar den aanwezig tot een geleidelijke eman cipatie van de Indonesische bevolking. Dit is de gedachte geweest van de Ned. Indonesische Unie, die tot een schoon gebouw van democratische sa menwerking had kunnen groeien, maar die vernietigd is omdat zij door de javaanse machthebbers is kapot geslagen. De samenwerking tussen Nederland en Indonesië op de basis van een onder ling elkaar begrijpen is alleen mogelijk indien de beide partijen, die naar op lossingen streven, zich rekenschap ge ven van alle problemen, die de Indone sische samenleving bewegen. De personen uit ons eigen nederlandse midden, tegen welke dit artikel zich richt, nemen een eenzijdig standpunt in. Zij scharen zich aan de zijde van het unitaristisch Djakarta en verliezen de drang naar zelfbestuur, die aan wezig is in verschillende gebieden van de Indonesische samenleving, volkomen uit het oog. De begripsverwarring om de indonesi- sche kwestie heen ontstaat doordat alle eerlijke objectieve discussie bij voor baat wordt uitgesloten. Wij denken bij voorbeeld aan de in 1956 opgerichte vereniging Nederland-Indonesië. Zij zegt in haar statuten, dat zij een con centratie noodzakelijk acht van alle per sonen en groepen in Nederland, die een radicale afschaffing van het kolonialis me, zowel in Azië als in Afrika, voorstaan. Er wordt gesproken van het kolonia lisme in Azië en Afrika, niet van het kolonialisme in Europa, dat in de sate- lietstaten van Rusland, de grootste ko lonisator van de wereld, in weerzinwek kende mate bedreven wordt (men denke aan Hongarije). Uit geschriften, die de vereniging Ne derland-Indonesië de wereld inzendt, blijkt geensins, dat men behoorlijk van de aard van het kolonialisme, zoals het zich in de moderne wereld vertoont, studie heeft gemaakt. Het kolonialisme is bezig zich geleidelijk, via de domi nion-gedachte te ontwikkelen tot zelf bestuur van de afzonderlijke koloniale gebieden en voor zover het in zijn oude vormen optrad (wij denken aan Ned-1 Indië) kan het de vergelijking met het bewind van bevrijdende regeringen1 glansrijk doorstaan. j De indische archipel vormde in de I tijd van de Nederlandse heerschappij een gebied, waar welvaart heerste, waar i 'm'jYjYj H.K.H. Prinses V.atrix, die morgen haar twintigste verjaardag viert. FotoM. C. Meijboom. de bevolking zich ontwikkelde en geluk vond. Thans geeft ons die zelfde archi pel een droevig beeld van honger, ellen de en slavernij. En wat heeft de vereniging Nederland- Indonesië nu te zeggen in haar verkla ring dat Nederland het initiatief moet nemen tot een open en radicaal gesprek over alle conflictstof, die zich opgesta peld heeft tussen beide volken Haar verklaring gaat uit van het gelijk van het Indonesische standpunt. Zij stelt, dat de Papoea niet gebaat is met de eenzijdige binding met Nederland en zij spreekt de vrees uit, dat die Papoea door de handhaving van het Nederlands bewind afgegrendeld wordt van haar natuurlijke en historische omgeving. Het oude motief, dat er verwantschap zou bestaan tussen de Maleise en de Nieuwguinese bevolking duikt in een nieuwe vorm weer op. Terwijl het duidelijk is, dat zij niet tot de Maleise, maar tot de Melanesische groep beho ren en de hoofden in stede van toe neiging tot de Indonesiërs te tonen, zich tegen hen hebben verzet. De Inspecteur van Politie, de heer H. G. Scholtmeijer, kwam woensdagavond, ongeveer zes uur, met de politieauto uit Amersfoort. Bij „Birkhoven" werd hij gepasseeerd door een auto, die de politiewagen dusdanig sneed, dat een toevlucht ach ter de bomen gezocht moest worden. Direct werd de achtervolging ingezet, maar inhalen was niet zo gemakkelijk, omdat de snelheid bij „Het Witte Huis" al honderd kilometer per uur bedroeg. De chauffeur van de achtervolgde auto gaf geen gehoor aan stoptekens van de politieauto en in zijn dollemansrit door ons dorp passeerde hij verschil lende auto's, die hij voorbij ging aan de rechter kant, waarbij enige ma len van wandel- en rijwielpad achter de bomen gebruik werd gemaakt, zo dat het voor de politiewagen moeilijk was hem in te halen. Bij Nieuwerhoek ging het op twee wielen door de bocht en bij het paleis bedroeg de snelheid meer dan honderd kilometer. Op de weg naar Hilversum kon de weg- piraat wat slechter opschieten, omdat j rechts passeren niet mogelijk was en eerst toen hij de pech had dat de spoorbomen aan de Soestdij kerstraat- weg te Hilversum gesloten waren, kon hij worden aangehouden. Auto en autopapieren werden in be- slag genomen en de wegpiraat had bo vendien nog een grote mond. Hij kreeg enige processen-verbaal we gens verkeersveiligheid in gevaar bren gen, snijden, rechts passeren, te hoge snelheid, niet reageren op het stop teken enz. Dat er een goed potje voor hem op het vuur staat laat zich denken. De raad van Soest weigerde in 1954 medewerking aan de bouw van een school voor Sanatorium „Zonnegloren", waarna Gedeputeerde Staten de ge meente er op wees, dat Zonnegloren recht had op hulp bij het stichten van deze school. Door de bestedings beperking heeft het sanatorium zelf afgezien van de bouw van de school, omdat de kerk-recreatiezaal, waaraan men bezig is, ook voor onderwijsdoel einden gebruikt kan worden. Het schoolbestuur heeft het college verzocht te willen bevestigen of de aanvankelijk gegeven toestemming voor de aanschaffing van leermiddelen tot een bedrag van 13500.01 gehand haafd blijft. B. en W. stellen de raad voor een crediet te verlenen van 14600.zodat medewerking verleend kan worden aan de aanschaffing van de leermiddelen, terwijl tevens een deel van het honorarium van de archi tect voor het maken van een schets- plan, betaald kan worden. De accordeon-vereniging „Animato" geeft morgenavond een uitvoering in de zaal van Eemland. Medewerking wordt verleend door het cabaretgezel schap ,,'t Weerhuisje". Het was geen gemakkelijke tijd, zestig jaar geleden, toen op 2 februari 1898 de heer en mevrouw Menning-Nagel te Den Haag in het huwelijk traden. Zij waren als neef en nicht samen opgegroeid, hadden moeders, die zus ters waren en bezochten beiden de kweekschool om bij het onderwijs te gaan. De heer Menning was echter van mening, dat in het bedrijfsleven meer te verdienen viel dan voor de klas. Aanvankelijk zag het er niet naar uit, want het was geen vetpot rond de eeuwwisseling en als schilder kon hij maar één gulden per vierkan te meter krijgen, terwijl de prijs nu varieert tussen de vijf en zeven gulden. Met dat schilderen werd niet direct Enige tijd geleden, bij een of andere gelegenheid, zegde ons gemeentebe stuur toe te zullen trachten, middels een vlottere voorlichting, de band tus sen het gemeentebestuur en het pu bliek steeds beter te maken, zodat men inzicht zou kunnen krijgen in gemeen telijke zaken. Optimisten dachten al aan een gemeen telijke voorlichtingsdienst, maar tot nu toe hebben we van die betere voor lichting nog niet veel kunnen merken. En daar zijn toch gelegenheden genoeg voor geweest. Vooral op het gebied van de woning bouw en huisvesting heeft het publiek nog al nieuwshonger en om nog iets in het bijzonder te noemen Bejaarden centrum „Rustenburg", dat niet al leen in de belangstelling van de oude ren, maar ook van jonge woningzoeken den onder ons staat. Wat wij tot nu toe van „Rustenburg" en haar strijd vernamen kwam steeds van de zijde der bejaarden. Ook hetgeen dinsdag in onze krant te lezen stond was kennelijk van „Rus tenburg" afkomstig. Door vele bejaarden is deze bijdrage met belangstelling gelezen, maar dat het nu allemaal even duidelijk is, neen, ik zou liegen wanneer ik dat zou zeggen. We weten nu dat het tehuis noch door de gemeente noch door particulie ren zal worden gebouwd, doch tot stand zal komen door aktiviteit van een stich- ting. Ik moet u vertellen, dat ik er niet zo veel vertrouwen in heb als ik graag zou willen en met mij vele bejaarden en toekomstige bejaarden. Sommige passage's in de bijdrage, b.v. het rekening houden met bejaarden, die woningen krijgen tussen gewone huizen in, snap ik niet helemaal, maar dat zal wel aan mij liggen. Ik geloof, dat het door vrijwel alle be jaarden in onze gemeente prettig zou worden gevonden wanneer ons gemeen tebestuur, gedachtig de gegeven belof te, uit haar ivoren toren kwam en in onze Soester Courant precies uit de doeken doet hoe de kansen voor het Bejaardencentrum „Rustenburg" staan. Of er een kans is, dat het Tehuis voor, laat ons zeggen, 1960 of 1990 over eind komt, zodat de mensen voor zich zelf kunnen nagaan wie zich blij maak te met een dode mus en voor wie er nog een klein kansje is. H. OEKMAN. begonnen, want eerst werd negen jaar in Duitsland op een kantoor gewerkt. Toen werd in Den Haag het schil dersbedrijf gevestigd, dat binnenkort vijftig jaar bestaat. In 1932 kwam het echtpaar Menning naar Soest. Intussen waren er vier zoons en een dochter geboren. Twee zoons zetten het bedrijf voort, de een de schildersafdeling en, de ander de spuiterij. De derde begon een schilders bedrijf in Wassenaar en Fred Menning ging in de muziek, evenals zijn zuster, die, onder de naam Lien, Klemm, als concertzangeres in Duitsland optreedt. Ook papa Menning zong en maakte deel uit van een koor in Leiden en het koor van het Barmen-Stadttheater toen hij in Duitsland werkte. Naast deze kunstzin was er de sport, in het bijzonder schaatsenrijden en hardlopen en misschien is dat wel de reden van het nog fit zijn van de bruidegom, die 82 jaar is en pas an derhalf jaar geleden het werk geheel aan zijn zoons overliet. Of het kan ook het harde werken zijn, want het werd niet cadeau gegeven in de oude tijd, toen er in de winter geen werk voor de schilder was, zodat het in de rest van het jaar tegen absurd lage prijzen verdiend moest worden. Mevrouw Menning was lang sukkelend en twee maal lag ze in een sanatorium. Veel heeft ze te danken aan dokter Donker, die zoveel zorg aan haar ge- gezondheidstoestand besteedde, dat het met het klimmen der jaren beter in- plaats van slechter ging, zodat ze zich nu, als tachtigjarige, uitstekend voelt en nog alleen het huishouden doet. Het goede humeur is hierbij steeds aanwezig. Zondag is het feest op de Ossendam- weg 37, want het is maar weinig echt paren gegund in uitstekende gezondheid het 60-jarig huwelijksfeest te vieren.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1958 | | pagina 1