De strijd om Nieuw-Guinea. Eerste vergadering van de nieuwe gemeenteraad* HEI. IN DE HOEK. VRIJDAG 5 SEPTEMBER 1958. 36e JAARGANG No. 65. SOESTER ffOPRANT Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag. Abonn. p. kwart, 2.10 - per post 2,25 UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT De recente verklaringen van Soekar- no en het door Indonesië ontvangen van lichte wapens zowel van de Ver. Staten en Engeland als van Oosteuro- pese landen hebben hier te lande uiter aard wel enige bezorgdheid verwekt ten aanzien van het geschil over Nieuw- Guinea. Soekarno heeft verklaard, dat Indonesië thans andere wegen zal vol gen „ter bevrijding van West-Irian" en dan ligt het enigszins in de lijn der verwachtingen, dat hij daarmede mili taire middelen bedoelt. Temeer komt deze gedachte boven, nu het gevolgd werd door het voldoen aan de door Indonesië gevraagde wa penleveranties. De kwestie betreffende Nieuw-Guinea dienen we echter niet te zien als een geschil, dat alleen tussen Nederland en Indonesië tot een oplossing kan wor den gebracht. Indonesië zou zich zelf de slechtste dienst bewijzen wanneer het zou willen proberen om door mili taire middelen Nieuw-Guinea te „ver overen". Dat is in de huidige politieke constellatie 'n vrijwel ondenkbaar iets. Oorlog op en om Nieuw-Guinea zou noch door Australië noch door Enge land en Amerika worden getolereerd en van deze landen zeker scherpe reper cussies tegenover Indonesië uitlokken. Ondanks de aanspraken, die Indonesië op West-Irian doet gelden, zal ver moedelijk steeds meer de vraag zich naar voren dringen of dit land wel ooit een deel zal gaan vormen van de R.I.S. Djakarta baseert zijn aanspraken op het feit, dat Nieuw-Guinea toeval lig ook gerekend wordt tot de onder Nederlands bestuur staande Indische archipel. Maar dat is eigenlijk het enige en dus niet zo heel sterke argument. Van een nationale of rassenbinding is geen sprake. Het huidige Indonesië is al een samenstel van verschillende volken, die eigenlijk reeds te ver uit een lopen om onder één centraal gezag zich gelukkig te kunnen voelen Dat is ook niet het geval. Men ziet het aan de voortdurende onlusten, die op verschil lende Indonesische eilanden voorkomen, gevolg van het feit, dat de Javanen het centraal gezag aan zich getrokken hebben en het tijdens de ronde-tafel conferentie bedoelde federatief verband teniet hebben gedaan. Het huidige Indonesië bestaat nu een maal niet uit een eensgezind volk en dat zal daar ook nooit uit groeien. Hoogstens kan Java door zijn machts overwicht de bevolking der andere eilanden tot een samengaan dwingen, doch dat duurt maar zo lang tot ook die volken zich voldoende zelfbewust en krachtig voelen om ook een eigen regering te willen hebben. Aan dit conglomeraat van verscheiden volken er nog een toevoegen dat er feitelijk ook niet toe behoort, dat dus ook weer moeilijkheden zou veroorza ken en door Djakarta zou moeten wor den overheerst, druist volkomen in te gen het zelfbeschikkingsrecht, zoals dat in het statuut der V.N. is vastgelegd. Dat is en blijft het krachtigste argu ment tegen de aanspraken van Indo nesië op Nieuw-Guinea. Maar ook Ne derland dient hiermede uiteraard reke ning te houden. Wij kunnen Nieuw- Guinea niet blijven zien als een deel van ons Rijk, hoezeer land en volk ons thans nog nodig hebben. Nederland zal verstandig doen als het de kwestie Nieuw-Guinea binnen niet al te lange tijd zelf voor de Verenigde Naties brengt en tracht te bereiken, dat het onder toezicht zal komen van die organisatie en voorlopig door Neder land beheerd als mandaat-gebied. Dat is de beste dienst, die wij de Papoea-bevol king kunnen bewijzen en bovendien zou het de vrede in dit gebied bezorgen. Natuurlijk zal Indonesië zich daartegen verzetten en trachten medestanders te vinden om de Papoea's als Indonesisch volk te zien vastgesteld. Daarom dient Nederland tevoren reeds in vele landen een uitgebreide voorlichting te geven over land en volk van Nieuw-Guinea, gezien in het bestel van de Indische ar chipel. Hoe langer Nederland hiermede wacht, hoe moeilijker onze situatie ten~ opzichte van Nieuw-Guinea en van Indonesië wordt. Alleen reeds het nemen van het ini tiatief om Nieuw-Guinea t.z.t. onder beheer van de V.N. te plaatsen, maakt Nederland's positie in de huidige con stellatie krachtiger en zuiverder. SOESTDIJK BUREAL VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIEVAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDIJK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156 Dr D* J* P* Oranje (V*V*D*) tot wethouder benoemd* De nieuwe gemeenteraad is dinsdag avond in openbare vergadering bijeen gekomen. Aanwezig waren de 11 raadsleden, die deel uitmaken van de oude raad en de nieuwe raadsleden mevr. E. C. van Goor-Cleton en de heren J. E. Brou wer, J. G. Kalden en J. K. de Bruin (V.V.D.) B. H. A. Elbertse, J. H. Hom en P. R. van Roomen (KV.P), L. J. Dijkstra, J. W. Berkelbach v. d. Spren kel en D. de Haan (prot. chr,). De VOORZITTER, burgemeenter mr S. P. baron Bentinck, opende de ver gadering met gebed, waarna de beëdi ging der raadsleden plaats vond. Het eerste deel hiervan bestaat uit de ver klaring van zuiverheid, waaruit blij ken moet, dat geen der raadsleden iemand iets beloofd of toegezegd heeft met het doel het raadslidmaatschap te verwerven en het tweede deel bevat de formule „Ik zweer trouw aan de grondwet en de wetten des rijks en dat ik de belangen van de gemeente Soest naar mijn vermogen zal behar tigen". Nadat ieder raadslid het „Zo waarlijk helpe mij God almachtig" of „Ik ver klaar en beloof" had uitgesproken, wenste de voorzitter geluk met het aan vaarden van het volwaardig raadslid maatschap, de wens uitsprekende, dat de nieuwe raad veel voor de inwo ners van Soest tot stand zal kunnen brengen. Vóór de verkiezing van de wethouders sprak de heer VAN ANDEL namens de prot. chr. fractie het volgende Meneer de voorzitter, vergunt u mij, dat ik, naar aanleiding van dit punt van de agenda, namens de prot. chr. fractie het volgende in het midden breng. Tengevolge van de gemeenteraadsver kiezing heeft zich een belangrijke wij ziging voorgedaan in de samenstelling van onze raad. Bij de behandeling van dit punt van de agenda van hedenavond „verkiezing en benoeming van wethouders", vormt de uitslag der verkiezingen de basis, het fundament waarvan wij uitgaan. Dan kom ik tot de gevolgtrekking, dat vanzelfsprekend één der wethouders functies in de eerste plaats vervuld dient te worden door een der leden van de grootste fractie n.1. de K.V.P. en dat vervolgens de beide in grootte volgende fracties, n.1. de Prot. Chr. fractie en de fractie van de V.V.D. recht hebben op een wethoudersfunctie voor een van hun leden. Mijn betoog gaat uit van de gedachte, dat thans, als voorheen, in het college van B. en W. drie wethouders zullen zitting hebben. Door deze oplossing zou echter een der fracties van de raad, die tot nog toe een wethouder in het college van B. en W. had, voortaan daarvan geen deel meer uitmaken. Waar ik gedurende de afgelopen vijf jaren de ervaring heb opgedaan en steeds heb kunnen constateren, dat alle fracties blijk hebben gegeven gezame- lijk zoveel en zo goed mogelijk eens gezind de belangen der gemeente te behartigen, komt uit onze fractie de gedachte naar voren, dat hét wellicht aanbeveling zou verdienen deze goede samenwerking te continueren. Dit zou alleen mogelijk zijn als, terwille van de kleinste fractie en ter bevordering van de reeds genoemde samenwerking, het aantal wethouders van 3 op 4 zou worden gebracht. Zowel in het college van B. en W. als in de raad, tevens in de verhouding van het college tot de raad, zou dit volgens de mening van de Prot. Chr. fractie een uitwerking ten goede heb ben en met welwillendheid dienen te worden bezien. Namens de A.R.-leden van de prote stantse fractie sprak de heer DIJK STRA, die zich geheel aansloot bij de woorden van de heer Van Andel. Hij betreurde het, dat de protestands-chris- telijke fractie bij de voorbesprekingen over de verkiezing der wethouders nau welijks geraadpleegd was. De verhou dingen in de raad maakten het gewenst vier wethouders te benoémen. Voor ieder was het wel een uitgemaakte zaak, dat de K.V.P. recht had op een wet houderszetel, temmer daar deze steeds door een uiterst bekwame kracht bezet was. Als de in grootte daarop volgende partijen, de V.V.D. en de prot. chr. frac tie een wethouder zouden krijgen, dan was er van de zijde der prot. chr. geen enkel bezwaar tegen het benoemen van een vierde wethouder uit de P.v.d.A. Wanneer de prot. chr. fractie niet langer deel van het college zou uitmaken, dan zou dit bijzonder grievend zijn en een bewijs voor de veronderstelling, dat de katholieken liever samenwerken met humanisten en socialisten dan met de leden van een positief-christelijke fractie, die evenals de katholieken Je zus Christus belijden. Bij de stemming voor de eerste wethou der kreeg de heer W. G. van Zadelhoff (K.V.P.) alle stemmen. Vóór de stemming, die zou moeten uit maken wie de tweede wethouder zou worden, verzocht de heer BROUWER (V.V.D.) zijn fractie-genoot de heer Oranje als candidaat voor deze plaats te willen beschouwen. De heer Oranje kreeg 16 stemmen, de heer v. d. Arend 4 en de heer D. de Haan (beiden prot. chr.) 1. De heer Oranje was hiermee benoemd en nam zijn plaats aan de tafel van het college in. Mevr. POLET (P.v.d.A.) deed de raad het voorstel bij de stemming voor de derde wethouder haar fractie-genoot, de heer K. de Haan als kandidaat te beschouwen. De heer De Haan (P.v.d.A.) kreeg 16 stemmen, de heer v. d. Arend (prot. chr.) 3, terwijl er 2 stembriefjes blanco waren. Toen alle wethouders hun plaatsen in genomen hadden zaten de leden als- volgt rechts naas. de voorzitter de wethouders W. G. van Zadelhoff (K.V.P.) en K. de Haan (P.v.d.A.) en vervolgens rond de tafel de heren P. C. Pieren, P. Grift en mevr. S. M. Po- les-Musler van de P.v.d.A., de heren A. P. Hilhorst, H. C. Klarenbeek, J. H. Hom, P. R. van Roomen, P. H. Verstey- ne en B. H. A. Elbertse van de K.V.P., de heren J. v d. Arend, C. van Andel, L. J. Dijkstra, J. W. D. Berkelbach v. d. Sprenkel en D. de Haan van de prot. chr. fractie en de heren J. G. Kalden en J. E. Brouwer, mevr. E. C. van Goor-Cleton en de heer J. K. de Bruin van de V.V.D. Vervolgens wet houder Oranje (V.V.D.) en de gemeente secretaris. De heer VAN ANDEL, sprekend na mens de prot. chr. fractie, was de eer ste, die de wethouders geluk wenste met hun benoeming. Hij sprak de wens uit, dat een vruchtbare samenwerking in het college en de raad onder leiding van de voorzitter, tot heil en zegen van Soest zou zijn. De heer A. P. HILHORST wenste de nieuwbenoemden geluk namens de K.V.P. Voor men tot stemming overging heeft de heer Van Andel gemeend te moe ten wijzen op de zijns inziens juiste samenstelling van het college. De heer Dijkstra heeft in dezelfde geest gesproken en daarbij laten door schemeren, dat de prot. chr. fractie niet uitgenodigd was voor de besprekingen, hetgeen niet juist is. De heer Dijkstra is wel uitgenodigd maar niet verschenen. De besprekingen zijn geheel democra tisch geweest. De heer Hilhorst be treurde het, dat de prot. chr. fractie voortaan geen deel meer zal uitmaken van het dagelijks bestuur der gemeente. Dit probleem zou opgelost zijn door de benoeming van 4 wethouders. Een ge meente van 100.000 inwoners heeft echter ook vier wethouders, dus het zou onjuist zijn deze in Soest te benoe men, dat nog geen 30.000 inwoners telt. De wet biedt echter de mogelijk heid een plaatsvervangend wethouder te benoemen en de heer Hilhorst ver zocht het college op de eerstvolgende vergadering bijzonderheden over deze functie te willen geven, waarna het de moeite waard zou zijn op deze wijze de prot. chr. fractie ten dele in te scha kelen bij het dagelijks bestuur van de gemeente. De VOORZITTER deed de toezegging, dat het college dit zal onderzoeken. Vervolgens werden de raadscommissies vastgesteld. Financiële- en Belastingcommissie Voorzitter Wethouder D. J. P. Oranje. Leden C. van Andel, J. K. de Bruin, B. H. A, Elbertse, J- H. Hom en S. M. Polet-Musler. Commissie Openbare werken Voorzitter Wethouder W. G. van Za delhoff. Leden J. v. d. Arend, J. E. Brouwer, P. Grift, D. de Haan, A. P. Hilhorst, H. C. Klarenbeek en mevr. S. M. Polet-Musler. Commissie Grondbedrijf en Uitbrei dingsplan Voorzitter Wethouder W. G. van Za delhoff. Leden C. van Andel, J. v. d. Arend, J. E. Brouwer, L. J. Dijkstra, B. H. A. Elbertse, P. Grift en A. P. Hil horst. Commissie Gasbedrijf Voorzitter Wethouder D. J. P. Oranje. Leden C. van Andel, mevr. E. C. van Goor-Cleton, P. C. Pieren en P. H. Ver- steijne. Commissie Sociale Zaken Voorzitter Wethouder K. de Haan. Leden J. W. D. Berkelbach v. d. Sprenkel, J. K. de Bruin, H. C. Klarenbeek, P. C. Pieren en P. H. Versteijne. Commissie strafvordering Voorzitter de burgemeester. Leden J. W. D. Berkelbach v. d. Sprenkel, J. E. Brouwer, L. J. Dijkstra en B. H. A. El bertse. Onderwijscommissie Voorzitter wethouder K. de Haan. Le den L. J. Dijkstra, mevr. E. C. van Goor-Cleton, D. de Haan, J. H. Hom en mevr. S. M. Polet-Musler. Agrarische Commissie Voorzitter wethouder W. G. van Zadel hoff. Leden A. P. Hilhorst, J. G. Kal den en P. R. van Roomen. Commissie woonruimteverdeling Voorzitter de burgemeester. Leden J. v. d. Arend, J. H. Hom, J. G. Kalden en mevr. S M. Polet-Musler. Commissie Openbaar Slachthuis Voorzitter Wethouder D. J. P. Oranje. Leden J. W. D. Berkelbach v. d. Spren kel, J. K. de Bruin, A. P. Hilhorst, P. C. Pieren en P. R. van Roomen. Hierna werd de raad in twee afdelin gen gesplitst, die afzonderlijk de begro ting 1959 zullen behandelen. In de commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken werden de heren J. v. d. Arend en P. Grift als leden benoemd en de heren P. H. Versteyne en P. C. Pieren als plaatsver vangende leden. In het bestuur van het vuilverwerkings- bedrijf Soest-Baarn werden de heren J. v. d. Arend en A. P. Hilhorst benoemd. In de commissie van advies voor licha melijke opvoeding en de sport buiten schoolverband zullen de heren P. C. Pieren en P. H. Versteijne zitting heb ben. De heren W. P. Bakker, H. A. Butzelaar, J. Elderman, W. J. Groenen dijk en J. A. W. Daal (Soesterberg) werden als niet-raadsleden in deze commissie gekozen en de heer J. Kui pers als arts. Tot leden in het bestuur van de Stich ting Openluchttheater werden de he ren J. E. Brouwer en P. Grift benoemd. Uit de inwoners van de gemeente de heren G. W. Th. Gori, mr. P. D. H. Slecht en K. de Vries. Wethouder VAN ZADELHOFF (K.V.P.) dankte de raadsleden voor het in hem gestelde vertrouwen en hij hoopte dit in de komende vier jaar niet te zullen beschamen. Zijn bijzondere dank gold de heer Van Andel, die, ondanks het verlies van de wethouderszetel door de protestants-christelijke fractie, spon taan zijn gelukwensen aangeboden had. Het aanbod van de heer Hilhorst één der heren van de prot. chr. fractie tot waarnemend wethouder te benoemen moest niet beschouwd worden als een plijster op de wonde, maar als een nieuwe huid over de wond, die het verlies ongetwijfeld gemaakt had. De heer Van Zadelhoff hoopte, dat het nieuwe college op dezelfde prettige wij ze met de raad zou kunnen samenwer ken als het oude. De heer ORANJE (V.V.D.) dankte de raadsleden voor zijn benoeming tot wet houder en zijn fractiegenoten voor het vertrouwen, dat hem geschonken was door de candidaatstelling. De burgemeester had als voorzitter van de raad niet aan de stemming deelge nomen, maar de heer Oranje hoopte, dat hij hem als wethouder zou willen aanvaarden, daarbij de verzekering ge vend, dat hij zich met evenveel ge noegen aan zijn leiding in het college zou onderwerpen als hij dit in de raad gedaan had. Wethouder DE HAAN (P.v.d.A.) dankte eveneens en sprak de wens uit, dat in zakelijke sfeer prettig samengewerkt zou kunnen worden. Hij hoopte, dat de verscheidenheid in de raad voor de buitenwereld een eenheid zou blijken te Wanneer we in een dagblad lezen, dat onze fiscus, afgezien nog van de bedra gen, die later bij fabrikant, grossier en winkelier als inkomstenbelasting wor den binnengehaald, van iedere gulden, die wij aan sigaretten besteden, 69 cent accijnzen heft, zeggen we „tjonge tjon ge, dat is nog al wat", maar we vergeten het weer. De meer recalcitranten zeggen„als we nu allemaal eens een jaar niet ro ken of maar de helft, wat zouden ze dan in Den Haag zitten kijken". Gelooft u dat maar niet. Het zou ook niet praktisch zijn, omdat we daarmee heel veel andere mensen zouden treffen en niet de fiscus, want die zou de min dere ontvangst meteen b.v. op water gaan heffen. Neen, die 69 °/o belasting op ons ro kertje slikken we wel, zij 't ook onder een zwak protest. Per slot is het een genotmiddel en bovendien weten we waar die 69 cent van elke gulden naar toe gaan. Ik las nog een ander bericht, dat we ons meer kunnen aantrekken, namelijk, dat de minister de garantieprijs voor gesorteerde aardappelen heeft gesteld op J 6.75 per 100 kg, hetgeen nog maar 2/3 van de kostprijs is. De minister heeft dit moeten doen, om dat het is voorgekomen, dat de markt prijs beneden dit minimum daalde, zodat de boer een stuk minder dan zijn kost prijs ontving. Ik vraag me af, of het in een tijd dat de prijsindex scherp in het oog wordt ge houden in verband met verhogingen van loonpeil en A.O.W., verantwoord is, dat de detailprijs van aardappelen zo ongeveer 3 maal de marktprijs bedraagt. Ik ben een tegenstander van maatre gelen, doch hier wordt ergens om ge vraagd, temeer, omdat de aardappel volksvoedsel nummer 1 is. Wanneer de boer, na al zijn werk, moet worden gegarandeerd, dat hij 6 3/4 cent voor een kilo aardappelen krijgt, wat nog 3 cent per kilo onder zijn kost prijs is en de detailprijs van aardappe len om de 20 cent per kilo draait, moet er tussen boer en detailhandel iets „loos" wezen. H. OEKMAN. zijn. Bijzondere dank bracht de heer De Haan aan de heer Van Andel, die op sportieve wijze het verlies aanvaardde, dat kan voortvloeien uit een democra tische wijze van handelen bij verkiezin gen. Zijn sportieve en spontane feli citatie aan het college was een pret tige geste geweest, die een goede basis zal kunnen zijn voor vruchtbare samen werking. De VOORZITTER sloot de vergadering met de wens, dat onder respectering van elkaar principes en opvatting met goede resultaten gewerkt zou kun nen worden in het belang van de ge meente. En wederom genieten wij van 't wondermooi gebeuren Hoe prachtig praalt en pronkt de hei in purperpaarse kleuren De zon komt met haar gouden gloed het sprookjeskleed verlichten Een weeldespeleen overvloed van kleur- en vergezichten. Landgenoten, als u komt kijken, (iedereen is invité) Neem dan desnoods een klein takje, of desnoods, meer takjes mee. Maar, als 't kan, wees wat bescheiden, u begrijpt toch wel, misschien Wat u wegplukt kan een ander, dat is logisch, niet meer zien, Aan een vaasje met wat heide hebt u werkelijk niet veel, Heide is het allermooiste als u 't ziet in zijn geheel. 't Is net als met Nederlanders stuk voor stuk niet interessant, Maar als één complex bekeken, vormen zij een prachtig land. En nog iets als u komt plukken, 't Is een kleine moeite maar, Zorg dan voor een mes of mesje, of een schaartje of een schaar. Ruk de hei niet uit met wortels, néém de bloem, maar spaar de plant, Anders groeit er op dat plekje 't volgend jaar geen hei maar zand. CLINGE DOORENBOS.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1958 | | pagina 1